Hier vindt je alles over visum aanvraag, uitnodigingen etc.

Hoi, Waarschijnlijk heeft die werkgever het geld niet betaald waardoor hij ook die papieren niet kan geven. Mijn vriend heeft die papieren ook niet en heeft het visum toch gekregen. Ik zou mij er niet te druk over maken hoor! als hij al eerder een visum heeft gekregen dan zal het sowieso deze keer niet zo heel erg groot probleem zijn de SSK is erg belangrijk en een brief van de wekgever.
Succes ermee!

Groetjes Marinke

Dankjewel voor de snelle reactie!
Was het voor jouw vriend de eerste keer dat hij een visum aanvroeg?

Groetjes

Nee de tweede keer. De eerste keer had hij die papieren wel maar de tweede keer heeft zijn baas niet betaald dus had hij die papieren niet.

Groetjes Marinke

ik heb ook begrepen dat de SSK, de werkgeversverklaring en de loonstroken het belangrijkste zijn,de rest is beetje bijzaak.

Hallo,

Mijn askim had helemaal niks, geen werk, geen bezittingen en heeft toch het visum gehad, het heeft weliswaar wat langer geduurd dan normaal. Maar met 1 afweizing en een bezwaarsschrift is hij toch een maand in nederland geweest dus gewoon proberen, niet geschoten is altijd mis!!
succes

Hallo Dames,

Hierbij de lijst met tegenstellingen die geleerd moeten worden voor het inburgeringsexamen. Tis aardig wat. Ze gaan niet de hele lijst vragen, maar pikken er een paar tegenstelling uit…

  1. achternaam – voornaam
  2. alles – niets
  3. arm - been
  4. begin - einde
  5. binnenkant – buitenkant
  6. binnenland – buitenland
  7. broer – zus8. dag – nacht
  8. dames - heren
  9. dood – leven
  10. dorp – stad
  11. geluk – ongeluk
  12. hand – voet
  13. honger – dorst
  14. iemand – niemand
  15. iets – niets
  16. ingang – uitgang
  17. kind – volwassene
  18. lawaai – stilte
  19. lengte – breedte
  20. liefde - haat
  21. man – vrouw
  22. meneer - mevrouw
  23. nacht – dag
  24. neef – nicht
  25. ochtend – avond
  26. onderkant – bovenkant
  27. oom – tante
  28. oorlog – vrede
  29. opa – oma
  30. optimist – pessimist
  31. ouders - kinderen
  32. overwinning – nederlaag
  33. succes - mislukking
  34. voordeel – nadeel
  35. voorjaar – najaar
  36. voorkant – achterkant
  37. vraag – antwoord
  38. vriend – vijand
  39. winst – verlies
  40. winter - zomer
  41. zon – maan
  42. zon – schaduw
  43. zonsopgang – zonsondergang
  44. werkwoorden
  45. aandoen – uitdoen****
  46. aankleden – uitkleden
  47. beginnen – stoppen
  48. bekennen – ontkennen
  49. branden – blussen*****
  50. delen – vermenigvuldigen
  51. drijven – zinken
  52. eten – drinken
  53. geven – krijgen
  54. groeien – krimpen
  55. inladen – uitladen
  56. inpakken – uitpakken
  57. komen - gaan
  58. kopen – verkopen
  59. leven – sterven
  60. lukken – mislukken
  61. onthouden - vergeten
  62. openen – sluiten
  63. optellen – aftrekken****
  64. praten – zwijgen
  65. slagen – zakken****
  66. slapen – wakker zijn
  67. staan – zitten
  68. stijgen - dalen
  69. stoppen – doorgaan
  70. trouwen - scheiden
  71. uitdoen - aandoen
  72. vergeten – herinneren
  73. verhogen – verlagen
  74. verschijnen – verdwijnen
  75. vinden – verliezen
  76. vriezen – dooien
  77. winnen – verliezen
  78. zitten – staan

voorzetsels

  1. aan - uit
  2. achter – voor
  3. binnen – buiten
  4. boven – beneden
  5. boven - onder
  6. dichtbij – veraf
  7. in – uit
  8. op – af
  9. op – onder
  10. op – in
  11. voor - na

En dan lijst nummer 2…ik weet het tis veel maar ik heb t ook niet bedacht…

**1… aangenaam – onaangenaam **

2. aanwezig – afwezig
3. aardig – onaardig
4. actief – passief
5. altijd – nooit
6. andere – dezelfde
7. arm – rijk
8. bang – dapper
9. bekend – onbekend
10. beleefd – onbeleefd
11. beter – slechter
12. bewust – onbewust
13. bijna – helemaal
14. bijzonder – gewoon
15. binnen – buiten
16. blij – bedroefd
17. blij – bedroefd
18. bol – hol
19. bot – scherp
20. boven – beneden
21. breed – smal
22. daarna – daarvoor
23. dag – nacht
24. dapper – laf
25. dicht – open
26. dichtbij – veraf
27. diep – ondiep
28. dik – dun
29. dit – dat
30. donker – licht
31. droog – nat
32. druk – stil
33. duur – goedkoop
34. echt – onecht
35. eenvoudig – ingewikkeld
36. eerlijk – oneerlijk
37. eerste – laatste
38. ergens – nergens
39. even – oneven
40. expres – per ongeluk
41. fijn – grof
42. gebruikt - ongebruikt
43. geduldig – ongeduldig
44. gekreukeld – gestreken
45. gelijk – ongelijk
46. geschikt – ongeschikt
47. gewoon – ongewoon
48. gezond – ongezond
49. gierig – gul
50. glad – stroef
51. glanzend – dof
52. goed – fout
53. goed – slecht
54. goedkoop – duur
55. groot – klein
56. haat – liefde
57. half – heel
58. handig – onhandig
59. hard – zacht
60. heel – stuk
61. heen - terug
62. heet – koud
63. helder – troebel
64. hier – daar
65. hierna – hiervoor
66. hoog – laag
67. horizontaal – verticaal
68. houden van – haten
69. iets – niets
70. interessant – saai
71. ja - nee
72. jong – oud7
3. juist – onjuist
74. kapot - heel
75. klein – groot
76. knap – dom
77. kort - lang
78. koud – warm
79. laag – hoog
80. langzaam – snel
81. later – vroeger
82. leeg – vol
83. lekker – vies
84. lelijk – mooi
85. leuk – vervelend
86. levend – dood
87. licht – donker
88. licht – zwaar
89. links - rechts
90. los – vast
91. lui – ijverig
92. makkelijk – moeilijk
93. mals – taai
94. mannelijk – vrouwelijk
95. maximaal – minimaal
96. meer – minder
97. meest – minst
98. min – plus
99. modern – ouderwets
100. moeilijk – makkelijk
101. mogelijk – onmogelijk

  1. mooi – lelijk
  2. nacht – dag
  3. nat – droog
  4. netjes – rommelig
  5. niet – wel
  6. nieuw – oud
  7. nodig – onnodig
  8. nooit – altijd
  9. noord – zuid
  10. normaal – abnormaal
  11. nu - later
  12. nu – straks
  13. nuttig – nutteloos
  14. omhoog – omlaag
  15. oost – west
  16. op tijd – te laat
  17. open – dicht
  18. openbaar – privΓ©
  19. opgeblazen – leeggelopen
  20. oud – jong
  21. oud – nieuw
  22. overdag – 's nachts
  23. plus – min
  24. precies – ongeveer
  25. raak – mis
  26. recht – krom
  27. recht – schuin
  28. rond – vierkant
  29. samen – alleen
  30. schaars – overvloedig
  31. scherp – bot
  32. schoon – vuil
  33. schuldig – onschuldig
  34. slap – stijf
  35. slim – dom
  36. slordig – netjes
  37. smakelijk – onsmakelijk
  38. smal – breed
  39. soms – altijd
  40. sterk – zwak
  41. stout – lief
  42. strak – los
  43. tam – wild
  44. toekomst – verleden
  45. vandaag – morgen
  46. veel – weinig
  47. verdrietig – blij
  48. verleden – toekomst
  49. vers – bedorven
  50. verstandig – onverstandig
  51. vet – mager
  52. vlug – langzaam
  53. vol – leeg
  54. voor – tegen
  55. voorzichtig – onvoorzichtig
  56. vorige – volgende
  57. vriendelijk – onvriendelijk
  58. vroeg – laat
  59. vroeger – later
  60. vuil – schoon
  61. waarschijnlijk – onwaarschijnlijk*****
  62. warm - koud
  63. weinig – veel
  64. wijd – nauw
  65. wijs – onwijs
  66. zacht – hard
  67. zeker – onzeker
  68. zichtbaar – onzichtbaar
  69. ziek – gezond
  70. zoet – zuur
  71. zon – maandag
  72. zwaar – licht
  73. zwak – krachtig


Van de 100 vragen moeten er 30 juist beantwoord worden om te kunnen slagen. Het is een leuke test om zelf te maken, weet je meteen hoe het met je kennis van de nederlandse samenleving gesteld is lol2 Ik heb de antwoorden weggelaten. Mocht iemand ze willen hebben omdat je er niet uitkomt, dan meld dat even, dan plaats ik ze.
Bij deze vragen hoort een boek met 100 foto’s en natuurlijk de antwoorden. De vraag die over het plaatje gaat staat eronder.

  1. In welk deel van de wereld ligt Nederland?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P002.jpg

  1. Welk land ligt ten zuiden van Nederland?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P003.jpg

  1. Welk land ligt ten oosten van Nederland?
  2. Welk land is groter, Nederland of Marokko?
  3. Welk land is kleiner, Nederland of Turkije?
  4. Wat betekent Nederland?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P007.jpg

  1. Kijk naar de foto, wat is dit?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P008.jpg

  1. Wat gebeurt er als er geen dijken zijn?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P009.jpg

  1. Noem een grote stad in de Randstad.
  2. In Nederland wonen daar veel mensen of weinig mensen?
  3. Wat is de hoofdstad van Nederland?
  4. In welke stad zit de regering?
  5. Waar woont de koningin?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P014.jpg

  1. Waar ligt de grootste zeehaven?
  2. Hoe heet de nationale luchthaven?
  3. Waar ligt Schiphol?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P017.jpg

  1. Wie helpt u als u in Nederland aankomt?
  2. Is Nederland vaak nat of droog?
  3. Als u naar Nederland komt, moet u dan opnieuw uw rijbewijs halen?
  4. In Nederland, zijn de wegen daar rustig of druk?
  5. In Nederland, zijn er veel fietsen of weinig fietsen?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P022.jpg

  1. Wat is typisch Nederlands in het verkeer?
  2. Leven Nederlanders veel binnen of buiten?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P024.jpg

  1. Wie ziet u op het plaatje?
  2. Was de koning van Spanje protestant of katholiek?
  3. Hoe lang duurde de oorlog met Spanje?
  4. Hoe lang bestaat de Nederlandse staat ongeveer, vijftig jaar of vierhonderd jaar?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P028.jpg

  1. Waren de VOC schepen voor de visvangst of voor de handel?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P029.jpg

  1. Wie schilderde dit schilderij?
  2. Is er in Nederland scheiding van kerk en staat?
  3. Door welk land is Nederland bezet tijdens de Tweede Wereldoorlog?
  4. Welke grote stad is in 1940 gebombardeerd?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P033.jpg

  1. Waarom is Anne Frank beroemd?
  2. Welke kolonie van Nederland wordt onafhankelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog?
  3. Uit welk land kwamen veel gastarbeiders, uit Turkije of uit Engeland?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P036.jpg

  1. Welke kolonie van Nederland wordt in 1975 onafhankelijk?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P037.jpg

  1. Wie zijn dit?
  2. Uit welk land komt prinses Maxima?
  3. Hoe heet de kroonprins?
  4. Is Nederland een democratie?
  5. In welke stad zit het parlement?
  6. Wat is de belangrijkste wet in Nederland?
  7. Wie is de voorzitter van de raad van ministers, de minister president of de koningin?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P044.jpg

  1. Wie vergaderen in deze zaal?
  2. Hoe vaak zijn er verkiezingen, elke vier jaar of elke zes jaar?
  3. Hoe oud moet u zijn om te mogen stemmen?
  4. Heeft Nederland één politieke partij of meer politieke partijen?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P048.jpg

  1. Wat is de functie van deze man?
  2. Is discriminatie strafbaar of toegestaan?
  3. Hebben vrouwen méér rechten dan mannen of dezelfde rechten?
  4. Mogen vrouwen in Nederland zelf kiezen met wie ze willen trouwen?
  5. Is het discrimineren van homoseksuelen strafbaar of toegestaan?
  6. Heeft Nederland één staatsgodsdienst of zijn er veel godsdiensten?
  7. Zijn de kranten, radio en televisie vrij in hun mening?
  8. Heeft Nederland veel televisiekanalen of is er één staatstelevisie?
  9. Is homoseksualiteit toegestaan of strafbaar?
  10. Is wapenbezit zonder vergunning toegestaan of strafbaar?
  11. Is vrouwenbesnijdenis toegestaan of strafbaar?
  12. Is slaan van vrouwen toegestaan of strafbaar?
  13. Hebben alle mensen in Nederland hetzelfde geloof?
  14. Welke taal spreken de mensen in Nederland?
  15. Is het belangrijk om snel Nederlands te leren?
  16. Wat leert u in de Nederlandse taalles?
  17. Moet u voor een taalcursus betalen of is het gratis?
  18. Wie betaalt de taalcursus, de school of uzelf?
  19. Gaan in Nederland alleen kinderen naar school of ook volwassenen?
  20. Worden verjaardagen in Nederland gevierd?
  21. Als u bij iemand op bezoek gaat, maakt u dan meestal een afspraak of loopt u zomaar naar binnen?
  22. Opa’s en oma’s wonen die bij hun kinderen of wonen ze apart?
  23. Waarom is het goed om met kinderen naar de Nederlandse televisie te kijken?
  24. Wie is verantwoordelijk voor wat kinderen doen: de school of de ouders?
  25. Hoe oud zijn de meeste kinderen als ze naar school gaan?
  26. Vanaf welke leeftijd is onderwijs verplicht?
  27. Tot welke leeftijd is onderwijs verplicht?
  28. Leren kinderen als ze spelen?
  29. Wie kiest de school voor het kind: de ouders of de gemeente?
  30. Zijn er op school aparte klassen voor jongens en voor meisjes of zitten ze samen in één klas?
  31. Dragen kinderen op school een uniform?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P079.jpg

  1. Wat doet de jongen achter de computer, leren of spelen?
  2. Voortgezet onderwijs is dat voor kinderen vanaf vier jaar of vanaf twaalf jaar?
  3. Gaan alle kinderen vanaf twaalf jaar naar hetzelfde soort onderwijs, of zijn er twee richtingen?
  4. Tot welke leeftijd moeten kinderen naar school?
  5. Vanaf welke leeftijd mogen jongeren hun eigen keuzes maken?
  6. Uzelf verzekeren tegen ziektekosten, is dat verplicht of vrij?
  7. Wie betaalt uw verzekering tegen ziektekosten: de gemeente of uw partner?

http://members.ziggo.nl/h.schotel/inburgeringstoets/PlaatjesInNL/P086.jpg

  1. Als u ziek wordt, waar gaat u dan naar toe? Naar de huisarts of naar het ziekenhuis?
  2. Waar haalt men medicijnen op recept? Bij de drogist of bij de apotheek?
  3. In noodgevallen, waar gaat u dan naar toe, naar het ziekenhuis of naar de drogist?
  4. Waar werken de meeste specialisten?
  5. Voor wie is het consultatiebureau, voor grote kinderen of voor kleine kinderen?
  6. Wie werken er in Nederland, alleen mannen of mannen Γ©n vrouwen?
  7. Wanneer moet u werk gaan zoeken, zo snel mogelijk of later?
  8. Waar is steeds minder werk te vinden: in de industrie of in de zorg?
  9. Waar is veel werk te vinden: in de landbouw of in de zorg?
  10. Wat is makkelijker te vinden: werk in de beveiliging of in de landbouw?
  11. Hoe vindt u gemakkelijker werk, via familie of via de krant?
  12. Waar kunt u zich inschrijven als u werk zoekt, bij een school of bij een uitzendbureau?
  13. Geeft men elkaar bij dit gesprek eerst een hand of gaat men direct zitten?
  14. Krijgt u in Nederland een uitkering of moet uw partner voor u zorgen?
  15. Is het leven in Nederland duur of goedkoop?

aaaaaaaaaaarghhhh laat ik nog maar helemaal niet zien aan mijn askim aangezien ik de hele ochtend en vanavond op hem in heb moeten praten dat hij het best kan en dat ik hem zal helpen en dat hij niet na 2 lessen al moet opgeven en en en en
En als ik dan deze lijsten zou laten zien, dan wordt hij gek hahaha, maar bedankt, want kan als hij er zin in heeft er rustig mee aan de gang!!!

1 like

pfffffffffffffffffffffffffffffffffffffff ik mag hier denk ik niet wonen hahahaha ga eens echt kijken of ik er 30 zou weten!

oke ik mag wel binnen komen, maar weet zat vragen ook niet!!

Leuk om ff te testen wat we nu zelf van onze samenleving weten. Ik moet zeggen ik haal de 30 wel,maar 100 is me niet gelukt, en je zou toch verwachten omdat ik hier woon t allemaal wel zou moeten weten.

Mutlu > tis een vreselijke lijst, ik heb hem in het engels vertaal voor B, dan was het in elk geval te begrijpen wat er staat, daarna zijn we samen de uitspraak gaan oefenen. Wat de nodige frustratie opleverde…zowel bij hem als bij mij…En t ergste is dat ik iemand sprak die het examen gedaan heeft en er werden aan hem maar 3 tegenstellingen gevraagd…bah bah
Je mannetje kan t echt wel, wat er verwacht word op het examen is niet echt heel moeilijk, al is t voor mij makkelijk praten. Het belangrijkste is zijn uitspraak. Hij hoeft echt geen volle zinnen te maken. De antwoorden op de vragen over de nl samenleving mogen ook met 1 woord beantwoord worden. bvb welk land ligt zuidelijk van nl, als hij antwoord Belgie is dat voldoende.
Het hoeft niet te zijn : in het zuiden ligt Belgie. Dus das een kwestie van plaatje herkennen en 1 woord onthouden.

Nou 30 haal ik ook, maar toch ook zeker niet alle. Ben toch wel benieuwd naar de antwoorden. Die man op dat plaatje is dat Willem van Oranje?

Ja Inka wat goed van je, ik kan de antwoorden plaatsen hoor.

Hierbij de antwoorden:

  1. Europa

  2. BelgiΓ«

  3. Duitsland

  4. Marokko

  5. Nederland

  6. laag land

  7. een dijk

  8. staat Nederland onder water

  9. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, en Almere, Amersfoort,
    Delft, Dordrecht, Haarlem, Hilversum, Haarlemmermeer, Leiden, Purmerend,
    Zaanstad en Zoetermeer.

  10. veel mensen

  11. Amsterdam

  12. in Den Haag

  13. in Den Haag

  14. bij Rotterdam

  15. Schiphol

  16. bij Amsterdam

  17. mijn partner

  18. nat

  19. ja β†’ rijbewijs.nl

  20. druk

  21. veel

  22. fietsen

  23. binnen

  24. Willem van Oranje

  25. katholiek

  26. tachtig jaar

  27. vierhonderd jaar

  28. handel

  29. Rembrandt van Rijn

  30. ja

  31. Duitsland

  32. Rotterdam

  33. ze schreef een dagboek

  34. IndonesiΓ«

  35. Turkije

  36. Suriname

  37. prinses Maxima en prins Willem-Alexander

  38. ArgentiniΓ«

  39. Willem-Alexander

  40. ja

  41. Den Haag

  42. Grondwet

  43. minister president

  44. de Tweede Kamer

  45. vier jaar

  46. achttien jaar

  47. meer politieke partijen

  48. burgemeester

  49. strafbaar

  50. dezelfde rechten

  51. ja

  52. strafbaar

  53. veel godsdiensten

  54. ja

  55. veel kanalen

  56. toegestaan

  57. strafbaar

  58. strafbaar

  59. strafbaar

  60. nee

  61. Nederlands (Oefeningen)

  62. ja

  63. Nederlands

  64. betalen

  65. ikzelf

  66. ook volwassenen

  67. ja

  68. ik maak een afspraak

  69. apart

  70. om Nederlands te leren

  71. de ouders

  72. vier jaar

  73. vanaf vijf jaar

  74. tot achttien jaar

  75. ja

  76. de ouders

  77. samen in één klas

  78. nee

  79. leren

  80. vanaf twaalf jaar

  81. twee richtingen

  82. tot achttien jaar

  83. vanaf achttien jaar

  84. verplicht

  85. mijn partner

  86. naar de huisarts

  87. bij de apotheek

  88. naar het ziekenhuis

  89. in het ziekenhuis

  90. voor kleine kinderen

  91. mannen en vrouwen

  92. zo snel mogelijk

  93. in de industrie

  94. in de zorg

  95. in de beveiliging

  96. via familie

  97. bij een uitzendbureau

  98. eerst een hand geven

  99. mijn partner

  100. duur

Tricia, dank je.
Wel een beetje gek, sommige dingen zijn niet eens tegenstellingen. Sinds wanneer is mijn hand het tegenover gestelde van mijn voet? En zon-maandag, moet dat zondag - maandag zijn? Maar dat is toch nog steeds geen tegenstelling? Of bijna en helemaal, daar moet nog een stapje voor.
En brr, wat een lijst.

Hey maar meiden…

Even een vraagje… Zijn dit de enige dingen die hij moet weten? Samen met de lijst tegenstellingen??

:kus:

  1. Hoe vindt u gemakkelijker werk, via familie of via de krant?

Is dat de familie die nog in het land van herkomst is, of de nieuwe familie in Nederland? Moet je wel even zeker weten dat diegen die wil inburgeren ongeschoold is.

Ik denk dat ik toch meer kans zal hebben met een krantje :wink:

cyn nee er is nog een lijst met vragen. Hij moet de vragen kunnen uitspreken en begrijpen en het antwoord kunnen geven. Vragen als:

Piet is 18 jaar, Jan is 20 jaar. Wie is er ouder ----->Jan
snachts is het dan donker of licht? ----> donker
Een mens heeft die 2 of 4 benen
1 minuut hoeveel seconde is dat?
1 uur hoeveel kwartier is dat?
1 uur hoeveel minuten zijn dat?
1 uur is dat 60 minuten of 60 seconde?
2 dagen hoeveel uur is dat?
Achmet is korter dan Ali, wie is er langer?
Als iets duur is, moet je dan weinig of veel geld betalen?
Als iets eenvoudig is, is het dan makkelijk of moeilijk?
Als iets kookt is het dan koud of heet?
Als iets mag is het dan toegestaan of verboden?
Als ik blind ben kan ik dan niet zien of niet horen?
Als ik boos ben ga ik dan lachen?
Als ik verdrietig ben, ben ik dan blij?
Als je arm bent, heb je dan veel of weinig geld?
Als je een groot gezin hebt, heb je dan weinig of veel kinderen?
Als je op reis gaat, blijf je dan thuis of ga je weg?
Als je rijk bent heb je dan veel of weinig geld?
Als je thee zet gebruik je dan heet water of koud water?
Als je je vingers brand is dat fijn of pijnlijk?
Als de zon schijnt is het dan mooi of slecht weer?

dit zijn er 25 geloof ik, maar het zijn er in totaal meer dan 500