Ik hoef nu al niet te vertellen dat er hier nog zo eentje is die zichzelf in een ander land ziet zitten, en dat terwijl het in Nederland helemaal niet slecht is. Het is hier allemaal zo goed geregeld, eigenlijk veel té goed geregeld…zo goed dat je er gek van kan worden…
Ik ben zelf 25 en raak ook nu al de draad kwijt. De dipjes komen steeds vaker en blijven ook steeds langer hangen, het zijn dipjes waarvan je niet weet wat je er in godsnaam mee moet doen, maar je raakt ze ook niet kwijt. Ik vraag mezelf vaak af waar ik nu in hemelsnaam mee bezig ben en wat ik van plan ben met mijn leven, wat voor doel ik nu voor ogen heb… Ik heb gewoon geen flauw idee waar ik nu naar toe ‘werk’ en of ik mezelf gelukkig kan maken. Vaak beinvloedend omdat het zo zwaar is om al je gedachtes en gevoelens alleen te moeten dragen, vooral als je familie en vrienden er geen kont van begrijpen en je op die manier ontmoedigen en je alleen maar voor gek verklaren… blijf dan maar stevig in je schoenen staan en in je eigen dromen geloven…:blink:
4 maanden geleden heb ik eindelijk besloten om niet meer naar iedereen te luisteren en rekening met iedereen te houden anders behalve jezelf. Mijn omgeving verwacht bepaalde dingen van mij, zoals bij jullie allemaal ook het geval is, maar vergeet daarbij rekening te houden met het alleberlangrijkste: wat wil ik en wat maakt mij gelukkig? dat iemand anders gelukkig wordt met een mooi huis, een dure auto, een goedbetaalde baan, prima… maar dat hoeft voor mij niet. 4 maanden geleden heb ik besloten een einde te maken aan een 6-jarige relatie, zo’n 3 maanden geleden zou ik gaan trouwen en had ik inderdaad alles wat andermans hartje zou begeren (van een goedbetaalde baan, tot een superdeluxe huis, etc). En nu… nu heb ik nada niente niets. Maar toch heeft mij dat al een stukje gelukkiger gemaakt, wel het geluk dat ik in mijn eentje moet dragen. want een aziatische cultuur en in een katholieke omgeving… je begrijpt dat niemand in mijn omgeving mij daar goed in kon steunen… omdat ze het gewoon niet snappen… en gevoel… dat kun je aan een ander niet goed beschrijven… hoe leg je zoiets uit? wil ik het uberhaubt wel uitleggen? mijn relatie met mijn familie is toch enigszins veranderd, ze doen hun best, ze proberen mij te steunen, maar toch… ze begrijpen mij niet helemaal. ze snappen dan ook helemaal niet waar ik mee bezig ben…
Ik heb ze dan ook nog niet exact verteld dat ik in november (vaste baan opgezegd) voor een half jaar (misschien wel langer, misschien korter) door zuid amerika ga rondreizen en dat ik binnen twee, max drie jaar ergens in het buitenland ga wonen (liefst in spanje, misschien is dat het ook niet helemaal, maar dan ga ik weer verder, anders zou je het nooit weten en eeuwig spijt krijgen), waarschijnlijk ga ik ook wel een tijdje vrijwilligerswerk doen in latijns of zuid amerika (als het maar nuttig is en ik het gevoel heb te leven en met goede dingen bezig ben). ze weten wel dat ik zulke ideeen heb (laat haar maar gaan, ze doet het toch niet), maar hebben nog geen flauw benul dat het al zo concreet is… moeilijk… het blijft toch mijn familie… ik hou toch van ze… maar kan niet alles met ze delen… ik voel me dan toch alleen… 
En tegelijk… twijfel ook ik of het allemaal goed komt met mij… wil ik de mensen die ik liefheb wel achterlaten in NL… wil ik wel een nieuw leven opbouwen… maak ik de juiste keuze… ook ik… heb eigenlijk iemand nodig die ik liefheb en die mij liefheeft, dezelfde idealen en gedachtes heeft… die dan samen met mij onze dromen wil opzoeken… waar dan ook…
Je begrijpt… ik heb mijn gedachtes opgeschreven… vandaar ook van de hak op de tak… geen hele zinnen… maar hersenspinsels…
Tot slot wil ik mijn reactie nog langer maken door een aantal pagina’s uit een boek over te nemen die jullie allemaal een hart onder de riem zullen steken:
"Je mag nooit ophouden met dromen. De droom is het voedsel van de ziel, zoals eten het voedsel van het lichaam is. Vaak spatten je dromen uiteen en draaien je wensen op niets uit, maar toch moet je doorgaan met dromen, anders sterft je ziel en dringt agape er niet in door. Op het veld voor je heeft heel wat bloed gevloeid, er hebben een paar van de wreedste veldslagen uit de Reconquista gewoed. Wie het gelijk of de waarheid aan zijn kant had, doet er niet toe; wat er wel toe doet is dat beide zijden de goede strijd streden. De goede strijd is de strijd die je voert omdat je hart het wil. In de heroische tijden, de tijd van de dolende ridders, was dat makkelijk. Er was veel land om te veroveren en er was een hoop te doen. De wereld is intussen echter ingrijpend veranderd, en de goede strijd is van de slagvelden overgeplaatst naar ons eigen innerlijk.
De goede strijd is de strijd die gevoerd wordt in naam van onze dromen. Wanneer die het sterkst zijn, in onze jeugd, zijn we wel heel moedig, maar hebben we nog niet leren vechten. En als we dat eindelijk met veel moeite hebben geleerd, is het helaas voor een groot deel gedaan met onze moed. Dan keren wij ons tegen onszelf, beginnen tegen onszelf te vechten, worden onze ergste vijand. We zeggen dat onze dromen kinderachtig waren, of onmogelijk verwezenlijkt konden worden, of voortvloeiden uit onze gebrekkige kennis van de realiteit van het leven. We doden onze dromen omdat we bang zijn om de goede strijd te strijden.
De eerste aanwijzing dat we onze dromen aan het doden zijn is tijdgebrek. Van de mensen die ik ken hebben degenen die het meest actief zijn, altijd overal tijd voor. Degenen die niets uitvoeren daarentegen zijn altijd moe, beseffen niet hoe weinig ze maar hoeven te doen en klagen constant dat de dagen veel te kort zijn. In feite zijn ze bang om de goede strijd te strijden.
Het tweede symptoom van de dood van onze dromen zijn onze zekerheden. Omdat we het leven niet willen zien als een geweldig avontuur dat beleefd moet worden, gaan we onszelf als verstandig, eerlijk en fatsoenlijk beschouwen als we slechts weinig verlangen. We kijken over de vestingmuren van onze dagelijkse sleur en horen het lawaai van brekende lansen, we ruiken zweet en kruit, we zien de krijgers vallen met koortsig glanzende ogen. Maar we merken nooit ofte nimmer de vreugde, de immense vreugde in het hart van degenen die vechten, want voor hen doen overwinning en nederlaag er niet toe, voorhen geldt alleen het strijden van de goede strijd.
Het derde symptoom van de dood van onze dromen ten slotte, is rust. Het leven wordt een zondagmiddag, het verlangt geen grootse dingen meer van ons, eist niet méér dan we kunnen geven. Dan denken we dat we rijp en volwassen zijn, we zetten de fantasieën uit onze jeugd aan de kant en worden ‘realistisch’. We kijken verbaasd op wanneer iemand van onze leeftijd zegt dat hij nog dit of dat van het leven wil. Maar diep in ons hart weten we dat we onze dromen hebben verraden, ofwel dat we weigeren de goede strijd te strijden.
Wanneer we onze dromen opgeven en tot rust komen, hebben we heel even ook daadwerkelijk rust. Maar de dode dromen beginnen in ons te rotten en onze omgeving te verpesten. We worden wreed tegen de mensen om ons heen en ten slotte richten we die wreedheid tegen onszelf. Dan steken ziekten en psychosen de kop op. Wat we in de strijd wilden vermijden (teleurstellingen en nederlagen) krijgen we door onze lafheid nu juist gepresenteerd. En op zekere dag bemoeilijken de dode, verrotte dromen onze ademhaling en gaan we naar de dood verlangen, de dood die ons moet bevrijden van onze zekerheden, ons werk en die afschuwelijke zondagmiddagrust.
En het gebeurt ons allemaal iedere dag opnieuw: we zien wel steeds wat de beste weg is, maar nemen toch altijd weer die waar we aan gewend zijn. De enige manier om onze dromen te redden, is door aardig te zijn voor onszelf. Iedere poging tot zelfkwelling, hoe subtiel ook, moet onmiddelijk de kop worden ingedrukt. Om te weten wanneer we wreed zijn tegen onszelf, moeten we elke poging tot geeestelijke pijn, zoals schuld, wroeging, besluiteloosheid, lafheid, omzetten in fysieke pijn. Als we dat doen, als we geestelijke pijn omzetten in fysieke pijn, kunnen we merken hoeveel kwaad die ons kan berokkenen.
– *Ieder keer als er een gedachte door je hoofd schiet waarvan je denkt dat ze je kwaad kan doen (jaloezie, zelfmedelijden, liefdesverdriet, afgunst, haat, enzovoort) ga dan op de volgende manier te werk: Boor de nagel van je wijsvinger in het vlees onder de nagel van je duim, tot de pijn zeer fel is. Concentreer je op de pijn: ze weerspiegelt fysiek de pijn die je geestelijk voelt. Verminder de druk pas als de gedachte uit je hoofd weg is. Herhaal dit zo vaak als het nodig is, ook al moet je het een aantal malen achter elkaar doen. De wrede gedachte zal met steeds grotere tussenpozen terugkeren en ten slotte volledig verdwijnen, tenminste als je het iedere keer trouw blijft doen *—"
Uit het boek: De pelgrimstocht naar Santiago; Paulo Coelho
(hij schrijft werkelijk waar prachtige boeken met de juiste boodschappen; ik raad je echt aan zijn boeken te lezen)
Iedereen succes met het naleven van jullie dromen… ik hoop de mijne eerst nog te vinden…
Kim