KL & west-Japan, najaar 2015

Jongens (m/v), als ik de laatste dagen een beetje afwezig lijk, dat heeft niet alleen met de normale drukte van het reizen te maken, maar ook omdat ik een nieuwe Japanse hobby heb gevonden: ik heb onsen ontdekt! “Nu pas?”, zullen een hoop Japan-liefhebbers zich nu afvragen…

Shikoku ligt inmiddels weer achter me, ik zit nu in Beppu. Toch conform oorspronkelijk plan twee dagen, en dus nog maar één nachtje Kumamoto alvorens naar Kagoshima te reizen. De reservering voor de SL Hitoyoshi kon ik gelukkig nog een dag verzetten, het idee van de HS Orange is daarmee dus wel van de baan.

Maar eerst even terug naar waar ik gebleven was: Kochi, dat lijkt alweer heel lang geleden. Daar ben ik de tweede dag naar Katsurahama gegaan. Eerst nog een tussenstop op Godaisan voor een mooi uitzicht en Chikurin-ji, één van de 88 tempels van de henro. Daarna door naar het Katsurahama. Eerst nog het Sakamoto Ryoma-museum bezocht, daarna door naar het strand. Hoewel het prima strandweer was kan je het wel vergeten hier de zee in te duiken: de branding is hier zeer heftig. Verder nog wat rondgedwaald en katsuo no tataki ramen gegeten (een beetje zinloos gerecht naar mijn idee, door de hitte van de bouillon wordt het rauwe deel van de bonito alsnog grotendeels gegaard), om uiteindelijk bij het Tosa Dog Museum te belanden. Daar heb ik wel wat gemengde gevoelens bij, het draait namelijk geheel om grote vechthonden. En hoewel de hele Yokozuna-opkomstceremonie die wordt opgevoerd (geen gevechten, gelukkig) en ook alles eromheen omgeven is met respect, een kort filmpje maar zeker ook de littekens van de hond in kwestie maakten toch wel duidelijk dat er toch wel het nodige dierenleed bij komt kijken. Wel apart was dat de honden allemaal naar mensen toe speels en zo mak als een lammetje zijn: na de ceremonie kon je naar de verblijven van jongere honden, en ook al beheersen met name kleine kinderen het principe van aaien nog niet helemaal (of zitten ze domweg aan een oor te trekken), de honden doen echt niks en laten zich gewillig knuffelen. Iets zegt me dat ze voor de gevechten dan ook wel een beetje opgefokt zullen worden…

's Avonds uiteraard weer naar Hirobe Ichiba, helaas een tegenvaller: ik had nog shio tataki willen proberen, vers gegrilde en dus nog warme katsuo no tataki met zout, maar uitgerekend de enige tent die met enige show die variant serveert bleek al gesloten. Dus maar gewoon het voorbeeld van anderen gevolgd en her en der wat bakjes gehaald: gewone tataki, kanimiso en shirasu. Om vervolgens dankzij m’n tafelgenoten al snel het middelpunt van alle aandacht te zijn zodat ik nauwelijks aan eten toekwam. Wonder boven wonder heb ik er geen Japanse vriendin aan over gehouden…

Zondagochtend in Kochi nog snel even de zondagmarkt bezocht, daarna de trein in naar Uwajima. Vooral het tweede stuk met een boemeltje over de Yodo-lijn bood het ene schitterende uitzicht na het andere, toch wel jammer dat ik hier niet de open torokko train voor kon nemen. Want uiteindelijk ging ik naar Uwajima met een specifiek doel: togyu. Oftewel stierenvechten op z’n Japans. Nu blijft het uiteraard discutabel om dieren in te zetten voor vermaak, maar dit ging praktisch zonder bloedvergieten, en sowieso vertelden alle stieren het na. Hoe het gaat: twee stieren worden met de koppen tegen elkaar gezet, en vervolgens kijken wie het sterkste is. De stier die uiteindelijk het gevecht ontvlucht verliest. En na afloop wil uiteraard iedereen (dus ook ik) nog even met de kampioen op de foto. Al met al een hele bijzondere ervaring.

De arena ligt bovenop een berg, na een korte wandeling had ik dan ook een mooi uitzicht op de andere trekpleister van Uwajima: het kasteel wat op een flinke berg ver boven de stad uit torent. Dus maar een beetje die kan op gedwaald, onderweg nog een van de henro-tempes bezocht, lekkere Yawatahama champon gegeten, en in de plaatselijke shotengai blijkbaar net een onigiri-festijn misgelopen. En uiteindelijk dus het kasteel. Ben ik ongeveer halverwege de berg, wordt me duidelijk gemaakt dat ze de boel gaan sluiten. Niet alleen het kasteel zelf, maar ook de gehele berg. Onverrichter zake weer naar beneden dus…

M’n hotel had ik overigens omgeboekt naar Matsuyama, zodat ik daar twee volle dagen zonder verdere reisverplichtingen zou hebben. Helaas uiteraard net een van de weinige hotels die ik dan niet gratis kon annuleren, maar so be it. Eenmaal in Matsuyama m’n hotel opgezocht, nog een beetje door de omgeving gedwaald en uiteindelijk Mitsuhama yaki gegeten, een lokale variant op okonomiyaki.

Dan zou je denken dat ik maandag goed uitgerust aan de dag zou beginnen, maar dat viel tegen: er was echt geen gang in te krijgen. Eerst maar naar het kasteel, alwaar ik door een vrijwilliger-gids ben rondgeleid. Heel veel interessante informatie die me anders ontgaan zou zijn, maar het kwam het tempo niet ten goede. Na ook nog Ninomaru bezocht te hebben, de belijningen van het oude paleis nu uitgevoerd als tuin, liep het alweer tegen het einde van de middag.

Hoewel het voor echt sightseeing weinig zin meer had toch maar de tram naar Dogo genomen. En na een goede maaltijd, wat ronddwalen door de arcade en de nodige foto’s van Dogo Onsen toch maar de stap gewaagd: een kaartje voor het badhuis gekocht en naar binnen gegaan. Zo’n eerste keer naar een onsen voelt toch raar: jezelf als onwetende gaijin belachelijke maken is één ding, jezelf in je blote kont belachelijk maken is toch net even wat anders. Maar allemaal spanning om niks: wat een heerlijk relaxte ervaring! Na afloop nog even op zoek naar Botchan dango (het was er helaas niet meer van gekomen het boek te lezen), en de Dogo-ervaring is compleet. Alleen jammer dat ik een filmpje van de Botchan-klok vakkundig verkloot heb. De avond heb ik beëindigd in een Okinawaans restaurant vlakbij m’n hotel, waar het dankzij een barman die erg geïnteresseerd was in zowel Nederland als alle matsuri die ik bezocht heb nog erg laat (of vroeg?) is geworden…

Dinsdag stond Uchiko en eigenlijk ook Ozu op het programma, maar aangezien het in de loop van de middag begon te regenen en de voorspellingen voor het hele gebied weinig goeds beloofden heb ik die laatste toch maar overgeslagen. Uchiko was echter wel leuk. Allereerst een oud kabuki-theater bezocht, waarbij je ook achter/onder de schermen kan kijken, en zo het draaiende podium, verschillende verborgen liften en doorgangen kan zien. Het waaide ook wat, en het oude houten gebouw rammelde en kraakte daardoor aan alle kanten. Wat verderop is de buurt grotendeels teruggebracht naar oudere tijden, toen Uchiko nog een belangrijke producent van plantaardige was was. Daar zat ook het Museum of Commercial en Domestic Life, waar middels pratende en soms bewegende poppen het leven uit die tijd werd uitgebeeld. Daarnaast heb ik er de Kamihaga-woning en het bijbehorende wasmuseum bezocht, ook interessant. Wat er helaas niet te vinden was: een restaurant wat vóór 17u open gaat. Koffie met gebak was zo ongeveer het meest voedzame wat je er als lunch kan krijgen. Ook gezien de eerder genoemde weeromslag toch maar weer de trein terug naar Matsuyama genomen. Wanneer ik in de verte het station zie zie ik de trein ook al aankomen rijden. Rennen heeft geen zin, dat haal ik nooit. Dus ik loop rustig door. Hé, die trein blijft toch wel lang staan? Weet je wat, toch maar even een poging wagen, rennen! Bij het loket zagen ze me al aankomen, laat die JRP maar zitten, snel die trappen op naar het perron! En ondertussen werd per intercom gevraagd om de trein even te laten wachten. En zo ben ik dus hoogstpersoonlijk verantwoordelijk geweest voor een vertraagde Japanse trein…

Eenmaal terug in Matsuyama met het eten niet al te kieskeurig gedaan, maar gewoon een Yoshinoya binnen gelopen, alwaar een op de foto niet zo spannend ogend gerecht een loeihete kimchi-stoofpot bleek. Na een rustpauze in m’n hotel wederom naar Dogo Onsen, eigenlijk had ik nu voor een iets luxer arrangement willen gaan, maar daarvoor ontbrak met het oog op de laatste tram toch de tijd, dus toch maar gewoon een simpel bad. Na nog wat souvenirs shoppen weer terug richting hotel, en de avond afgesloten met een heerlijke kom spicy miso tonkotsu ramen…bij wat een keten uit Fukuoka bleek te zijn. Hoe lekker ook, het voelde toch een beetje als een voortijdig afscheid van Shikoku.

En vandaag dus naar Beppu. Eerst een Anpanman-trein naar Yawatahama, waar ik na aankomst heel rustig nog wat foto’s maakte om er vervolgens achter te komen dat waarschijnlijk alle taxi’s uit het stadje reeds met andere reizigers onderweg naar de haven waren. Niet dat het veel uitmaakte, tijd zat. De boottocht verliep verder rustig, er waren maar weinig passagiers, volgens mij bleef verder iedereen in z’n auto zitten. Ook geen stoelen of banken, maar gewoon een verhoogd stuk met tapijt, en kastjes met kussentjes voor als je gestrekt wilde gaan. Eenmaal in Usuki nog aan de praat geraakt met een Franse gozer die voor het eerst in Japan was, maar als voorbereiding al wel de taal geleerd had en tot hele gesprekken met Japanners in staat was, toch indrukwekkend. Vervolgens richting station gegaan, nog wel getwijfeld of ik daar nog wat rond zou kijken, maar aangezien trein richting Beppu net aan kwam rijden heb ik toch die maar genomen.

Aangezien ik een half uur te vroeg was voor het inchecken en zoals al vaker gemerkt ze daar meestal echt heel strikt in zijn eerst maar even wat rondkijken, en een unadon als lunch naar binnen werken. Ondertussen was het eerder genoemde plan om toch twee nachten te blijven opgekomen, dus na de bevestiging dat daarvoor de capaciteit beschikbaar was weer terug naar het station om dus de reserveringen voor de treinen om te zetten. Daarna heel even gegluurd bij de onsen van m’n hotel, maar toch eerst maar even elders kijken. Dat werd dus Takegawara, een oud badhuis vlakbij m’n hotel. Het zandbad nog even gelaten voor wat het was, eerst maar even gewoon het water in. Heerlijk. Na weer een beetje te zijn afgekoeld was het weer tijd voor wat eten, kushikatsu. Daarna terug naar het hotel, alwaar ik zojuist het binnenbad heb uitgeprobeerd. Bloedheet, maar voor iets wat een “panorama-bad” wordt genoemd viel het uitzicht toch tegen. Inmiddels is het na middernacht, maar zometeen wou ik toch nog even het buitenbad op het dak gaan proberen…

Morgen de hellen bezoeken, en vanuit de Tourist Info werd me ook het nabije Hyotan Onsen aangeraden. En dan daarna door naar Kumamoto en Kagoshima, ik had al te horen gekregen dat ook daar een paar fijne onsen te vinden waren…

2 likes

Heerlijk die onsen :slight_smile:

En inmiddels alweer onderweg naar Kumamoto. Helaas niet via Aso, over die lijn rijden maar 4 express-treinen (Odan Tokkyu) per dag, en alleen voor de laatste ('s avonds, dus donker, dus geen uitzicht) waren nog plaatsen beschikbaar. De Yufuin no Mori had eventueel nog gekund, maar ook die vertrekt pas ver in de middag. Dus maar even pragmatisch met de Sonic (van waaruit ik dit nu zit te tikken) naar Kokura, om daar de shinkansen te nemen.

Maar niet getreurd, de bijzondere treinen komen vandaag nog wel: na m’n bagage in Kumamoto gedropt te hebben neem ik nu de Aso Boy naar Tateno, om daar een ritje met de Minamiaso Railway te maken.

Maar nog even terug naar Beppu: gisteren de Jigoku bezocht. Hoewel ik eerst van plan was er maar een paar te bezoeken heb ik toch maar een kaart voor alle jigoku genomen, en heb vervolgens ook netjes de route gevolgd:

[ul]
[li]Umi-Jigoku (Sea Hell): gewoon mooi.
[/li][li]Oniishibozu-Jigoku (Mud Hell): idem dito.
[/li][li]Yama-Jigoku: ben de hel alweer vergeten, het dierentuintje erbij was nogal sneu.
[/li][li]Kamado-Jigoku (Boiling Hell): kitscherig op een goede manier, en er werden leuke demonstraties gegeven door sigarettenrook over de diverse hellen te blazen wat een bijzonder effect had…
[/li][li]Oniyama-Jigoku: heftig pruttelende poel, en vooral een hoop krokodillen in betonnen hokken.
[/li][li]Shiraike-Jigoku (White Pond Hell): de hel zelf is mooi, de aquaria eromheen wederom nogal sneu.
[/li][li]Chinoike-Jigoku (Blood Hell): heel aparte kleur, gewoon mooi.
[/li][li]Tatsumaki-Jigoku: beetje jammer dat de geiser zo is ingekapseld, dat had toch mooier gekund. Desondanks toch indrukwekkend. De tuin erbij was minder boeiend, die had ik beter gewoon overgeslagen om zo wél m’n bus terug naar Kannawa te halen…
[/li][/ul]

Eten was er tussendoor bij ingeschoten, alleen bij Kamado Jigoku een stoomgekookt eitje en muffin op. Ik had al een wat trage start gehad, en ook alles erg rustig aan gedaan. Met als gevolg dat ik uiteindelijk toch nog wat moest haasten om die laatste twee nog te zien. En die twee liggen ook redelijk in niemandsland. Terug in Kannawa bleek dat ook daar nadat de jigoku gesloten waren het allemaal al snel uitsterft, alleen het stoomkoken bij de tourist info bleek nog open. Dit was echter een nogal kostbare grap, 510 yen voor de stoomoven, en toch minimaal zo’n 2000 yen voor de ingrediënten voor een maaltijd, duidelijk ook meer gericht op meerdere personen. Dus maar gewoon direct doorgelopen naar Hyotan Onsen, alwaar ik een superdeluxe stoomgekookte maaltijd plus dangojiro had voor 1500 yen. Daarna lekker de onsen in, meerdere baden binnen en buiten, waaronder ook een waterval die beter werkt dan welke massage dan ook.

Daarna terug naar het centrum, waar ik dus eerst de teleurstelling had bij m’n poging kaartjes voor de Odan Tokkyu te reserveren, vervolgens bij de Beppu Tower erachter kwam dat de aangegeven openingstijd tot ver na middernacht alleen voor de karaoketent bleek te gelden maar dat de toren net dicht was. Dus maar even naar het hotel met het voornemen later nog tenminste de onsen van het hotel te bezoeken of wellicht nog even de deur uit te gaan, maar daar is het niet meer van gekomen: zoals wel vaker ben ik direct in slaap gevallen, om rond middernacht nog even wakker te worden met het idee dat het nu of nooit is om dan vervolgens toch weer weg te dutten, om vervolgens diep in de nacht nogmaals wakker te worden met het realiteitsbesef dat het toch wel handig is om nog even praktische zaken als opladen van accu’s, uithangen van handdoeken en dergelijke te regelen en dat het toch lekkerder slaapt zonder m’n kleren en in bed in plaats van op de bank…

1 like

Leuke en interessante verslagen man, ben zelf net terug uit Japan. Ben je in de Aso Boy ook op de foto gezet met een Kuro Railmaster certificaat of was het een vette fail :biggrin: Wat anders, de Odan Tokkyu kun je toch zonder reservering pakken? Heb het gewraakte rode boemeltje begin deze maand drie keer gedaan, waarvan telkens het gereserveerde gedeelte bomvol zat en in de “without-reservation” zaten slechts een handvol locals. Fascinerende treinstellen inderdaad in Kyushu, daar was zelfs m’n doorgaans superkritische chick positief van onder de indruk. Heb verder een paar weken geleden ook de onsen ontdekt. In het dorpje Aso moest het er toch eens van komen om überhaupt voor de eerste keer in m’n blote jodokus tussen onbekenden te “chillen” ~

Zonder reservering had ook gekund, maar ik heb al een paar ervaringen achter de rug dat in zulke gevallen het unreserved gedeelte ook bomvol zat. De ergste was van Sapporo naar Hakodate, 3 uur lang uiteraard met alle bagage op een overvol, snikheet balkon.

Maar nu dus inderdaad de Aso Boy genomen, en ja, op de foto geweest. Moet alleen nog even checken of ze gelukt zijn, ergens heb ik per ongeluk m’n camera op handmatige focus gezet, maar dat niet direct gemerkt, een goede manier om foto’s te verkloten. Eenmaal in Tateno bleek dat de Minamiaso Railway niet reed, maar dat er bussen werden ingezet. Tsja, het ging nu juist om het spectaculaire traject, niet om de bestemming. Dus maar weer snel terug de Aso Boy in. Onderweg nog snel even ingelezen (lang leve pocket wifi), alleen even verkeerd gelezen: ik begreep zo snel van Japan Guide dat Aso-san momenteel niet toegankelijk was, waarmee de reden om op Aso Station uit te stappen toch wat minder was. Daarom door naar Miyaji waar een mooie schrijn te zien zou zijn, en het uitzicht van afstand op Aso-san vast niet minder zou zijn. De schrijn in kwestie had een imposante toegangspoort, verder was het mooi maar niet zo heel bijzonder. En toen het dilemma: op tempo terug naar het station, of erop gokken dat mezelf in dat kleine stadje nog zo’n drie uur wist te vermaken (ik moet zeggen, een paardenvlees-kroket klonk zeer aanlokkelijk). Dat werd dus in looppas naar het station, waar ik precies op tijd was voor een Odan Tokkyu die weliswaar geheel gereserveerd was, maar inderdaad, volop unreserved plaatsen beschikbaar had. Voor foto’s van de omgeving ontbrak de tijd, ik zal het dus met m’n herinneringen moeten doen.

Eenmaal terug in Kumamoto enigszins tegen m’n gewoonte in een stationsrestaurant binnengelopen voor allerlei lokale gerechten: basashi (rauw paardenvlees), karashi renkon (met mosterd gevulde lotuswortel), mochi-noedels en nog het een en ander. Daarna richting het centrum, om te beginnen een rondje om het kasteel gelopen op zoek naar een mooie fotospot. Per slot van rekening staat het hele kasteel 's avonds prachtig uitgelicht, alleen jammer dat het van de meeste kanten niet of nauwelijks te zien valt. Daarna wat door de arcades en winkels rondgedwaald, de meest briljante straatartiest ooit aan het werk gezien, en vervolgens rennen om de laatste tram terug naar het station te halen…om er iets te laat pas achter te komen dat ik in de verkeerde tram zat. Dat heeft me dus een gezonde wandeling opgeleverd. Het ergste: iets te eten ging er nog best in, maar rond het station is alles om 23u dicht, zelfs de Yoshinoya. Dat is dus uiteindelijk een bak oden van de konbini geworden…

Al met al dus een dag waarop weinig volgens planning verliep, waarop ik vooral veel in de trein heb gezeten (wat ik morgen nog eens dunnetjes over ga doen), en waarop zo’n beetje alles wat mis kon gaan mis ging. Maar ach, ik was vóór middernacht nog terug in m’n hotel. Nog net…

1 like

We genieten weer van jouw uitgebreide verhalen waar je toch iedere keer maar weer de tijd voor neemt.
Het kost wel wat tijd maar als je dat onder het verplaatsen met de trein doet, besteed je die tijd toch goed.

En dat je nu onsen-fanaat bent…jeetje, zo van niets naar vaak.:biggrin:

Ik schrik er nog een beetje van terug omdat het mij veel te heet lijkt.
Ben wel een hotstone-massage gewend van rond 40 graden maar toch.
Heb geen idee hoe heet zo’n onsen eigenlijk precies is.

Uchiko zijn wij ook nog geweest, alleen regende het toen erg hard.
Heb je die oude stoomtrein ook niet gemist tegenover het station.
Wij hebben daar bij een Duits restaurantje gegeten, jawel bratwurst…
Een vertraagde trein in Japan dat is bijna een doodzonde, maar wel goede service dat ze wachten.
Hebben ze bij ons ook al eens gedaan om een aansluiting op een speciale trein niet te missen.

De Yodo-line is zeker een mooi traject met zijn vele tunnels en bruggen en langs de Shimanto Rivier.
Dat je de Shiman Torocco dan hebt gemist; je mag maar een klein deel van het traject in het open gedeelte van deze trein.
Wij zijn toen eerder uitgestapt op een van die kleine stationnetjes en hebben daar uren zitten genieten van de stilte.
Op zich is het al een ervaring dat er maar weinig treinen op een traject rijden en dat je soms langer moet wachten.

Als je maar geniet van alles wat je onderneemt en daar twijfel ik n.a.v. deze verhalen niet aan.
In ieder geval nog weer wat tips voor ons als wij volgend jaar Kyushu aandoen.
Ik wil zeker de minamiaso doen; toch wel een heel apart treintje op een mooi traject.
En de SL natuurlijk, dan zijn de dagen in Kumamoto al weer gevuld. :slight_smile:

Sander nog een goede reis verder!

:dag:

Vraag: hoe zorg je dat je tijdens Halloween tussen alen Minions, Super Mario’s en Luigi’s, sexy verpleegsters en polietieagentes in diverse stadia van ontbinding en alle andere kostuums je toch de nodige aandacht trekt?

Antwoord: trek een Kumamon-shirt aan!

Inmiddels zit ik in Kagoshima, en zowel de reis ernaartoe als het verblijf in de stad zelf kunnen vooralsnog geslaagd genoemd worden. Vanuit Kumamoto gisteren eerst per stoomtrein naar Hitoyoshi, zoals altijd maken ze daar een hele happening van. En met bewust ook wat lange stops op de diverse stations zodat iedereen nog even wat foto’s kan maken. Ook het traject dat grotendeels de Kuma-rivier volgt helpt uiteraard een handje mee. De trein heeft aan beide einden ook mooie panoramarijtuigen, ik heb welgeteld geen seconde op m’n eigen gereserveerde plaats gezeten. Eenmaal in Hitoyoshi nog een bento gekocht met kastanjes van meneer Shobu, die dit schijnbaar al 50 jaar doet. Dat leverde me ook een interviewtje met de regionale TV op, de tweede keer al na het stierenvechten in Uwajima.

Daarna met de Isaburo door naar Yoshimatsu. Iets minder bijzondere (maar nog altijd aparte) trein, maar het traject is niet minder mooi. Een paar keer wordt de trein dan ook stilgezet om even rustig het mooie uitzicht te kunnen fotograferen. En ook de stops op stations zijn leuk, in veel gevallen staat de lokale bevolking klaar met een klein marktje. Tot slot met de Hayate-no-kaze door naar Kagoshima-chuo, op het laatste stukje rond de Kinko-baai met uitzicht op Sakurajima na niet het meest interessante traject, maar voor de rest een vergelijkbare ervaring als de Isaburo. Echter, nu met een bonus: Halloween. Een deel van het personeel liep verkleedt rond, en op sommige stations stonden locals ons eveneens verkleed op te wachten. Al met al zijn de 8 uur van de reis echt voorbij gevlogen.

In Kagoshima wel een ietwat stroeve start: m’n voorbereiding laat hier toch wat te wensen over, en de Tourist Info en ook de folders die ze daar uitdelen zijn uit de categorie “overdaad schaadt”. Eerst naar Kogoma Jataimura, een verzameling eettentjes niet ver van het station. Zag er erg leuk uit, maar ook stervensdruk en chaotisch, even niet waar ik op dat moment op zat te wachten. Dus terug richting de grote winkelarcade Tenmonkan, waar het een en ander aan Halloween-gebeuren zou zijn. En dat kon je wel stellen, het was letterlijk en figuurlijk een totaal gekkenhuis. Aan ik toch echt nog even iets moest eten maar snel even een Yoshinoya binnengedoken, en daarna met een volle maag weer het feestgedruis is. Hoe dat verder liep? Zie vraag en antwoord bovenaan…

Vandaag dus toch maar de toerist uithangen, plan was om Sakurajima te bezoeken. Maar wederom wreekt de matige voorbereiding zich, want nadat ik naar het station was gelopen om een dagkaart voor het OV te kopen, wat schijnbaar op slechts twee plaatsen kan, bleek dat die andere plaats (de haven) een stuk dichterbij was. En dat ik daardoor de dagelijkse “cruise” naar Sakurajima ook niet meer zou halen. Uiteraard gaan er ook wel normale ferry’s, maar dat is toch minder leuk. Alternatief plan: het Museum of the Meiji Restoration en daarna door naar Sengan-en, een grote tuin met uitzicht op Sakurajima. Bij het station bleek ook nog een manga-festival gaande en was er ook nog een marktje met diverse kunstenaars.Toen ik net een bus aan zag komen rijden maar besloten het genoemde museum even te laten voor wat het is, eerst maar naar de tuin. De bus in kwestie was echter een specifieke toeristenbus die diverse bezienswaardigheden afrijdt. En zo in een opwelling uitgestapt bij Generaal Saiga Takamori’s grotten…wat weinig voorstelde en ik in een paar minuten gezien had. Om vervolgens net de bus weer voorbij te zien komen rijden. Die grotten liggen namelijk halverwege een heuvel met uitzichtpunt, waar ik dan maar naar toe gelopen ben. Note to self: voortaan bus naar uitzichtpunt, en eventueel terug naar beneden lopen…

Maar goed, uiteindelijk toch met de bus naar Sengan-en. Tuin is hiervoor eigenlijk een understatement, noem het maar eerder een landgoed van de Schimazu-clan, bezaaid met stukjes geschiedenis. Het middelpunt van alles is hun fraaie huis, vol met leuke details. Maar al met al was ik er toch meer tijd kwijt dan verwacht, en dan worst het kiezen: (late) lunch of ook nog het bijbehorende industriemuseum en een glasfabriek bezoeken. Dat is dus het laatste geworden, al had dat door de omvang van beiden wellicht niet gehoeven. Dat industriemuseum geeft een interessant beeld van de industrialisering van Japan tijdens maar vooral ook vóór de Meiji-restauratie, dus ook van de periode waarin Japan geheel afgesloten was van de buitenwereld en buitenlandse expertise dus niet beschikbaar was. De glasfabriek mag die naam eigenlijk niet eens dragen, het betreft een puur ambachtelijke manier van glasblazen en slijpen, alles ouderwets met de hand. Dat is aan de prijzen overigens ook wel te zien, zelfs voor een klein glaasje moet je aan snel aan prijzen van honderden euro’s denken, en aan sommige objecten hangt een prijskaartje vergelijkbaar met een leuke auto. Maar als je ze aan het werk zien begrijp je dat ook wel, er was iemand met een vaas bezig wat eerst een halve dag blaaswerk betrof, en vervolgens 60 uur slijpen…

Met de laatste bus uiteindelijk terug richting hotel, alwaar m’n aandacht wordt getrokken door een hoop drukte in een van de straatjes. Wat blijkt: 1 november is in Kagoshima de officiële shochu-dag, en dus zijn er diverse festivals. Dit was er dus een van, met lokale TV erbij (en wederom ben ik geïnterviewd), een Miss Shochu (denk ik tenminste), en bovenal: gratis shochu en een hoop gekampai. Met als gevolg dat ik een paar uur later toch wel een tikje aangeschoten maar met alleen een paar yakitori achter de kiezen toch maar even naar het hotel ben gegaan. Maar er moest uiteraard nog wel even gegeten worden, dus uiteindelijk heb ik me laat op de avond voor het eerst aan shabu-shabu gewaagd. Nu kan het zijn dat ik van alles verkeerd deed, maar ik was niet echt onder de indruk. Toch geef ik die tent morgen wellicht nog een herkansing, aangezien ik nog een paar andere lokale specialiteiten op het menu zag staan die ik toch nog eens wil proberen. Met name de tori sashi klinkt interessant: rauw kippenvlees…

Morgen dus een nieuwe poging voor Sakurajima (met bezoek aan onsen…), en 's avonds uiteraard het Ohara Matsuri, de hele reden waarom ik in beginsel Kagoshima wou bezoeken.

2 likes

En weer terug in Nederland :frown:

Uitgebreidere update en uiteraard foto’s van alle souvenirs volgen nog. Nu eerst maar eens de jetlag wegslapen en morgen weer aan de slag…

Welcome back, Sander.

Hoop dat je het naar je zin hebt gehad!
Heb je al een onsen uitgezocht voor thuis? :paranoid:

We zien je update en foto’s van de souvenirs wel komen.

:biggrin:

Eerst nog maar even een update van de laatste week van m’n reis:

Maandag 2-11
Zoals gezegd eerst nog een tweede, nu wel geslaagde “poging” voor Sakurajima gedaan. Eerst met de “cruise” heen, dit betreft gewoon een normale veerboot echter waar ze anders in een kwartiertje direct naar de overkant varen vaart deze eerst een lus mooi voor het schiereiland langs. Eenmaal daar met de Island View-bus diverse uitzichtpunten afgereden, waarbij het wel erg praktisch was dat de bus op de meeste plaatsen even (bij het hoogste uitzichtpunt zelfs een vol kwartier) blijft wachten. Daardoor betekent ergens uitstappen niet direct een uur wachten op de volgende bus, echt ideaal. Na een eerste volledige rondje ben ik vervolgens aan een tweede ronde begonnen, om zo uiteindelijk over een mooi pad langs de zee terug te lopen. Het mooiste uitzicht was eigenlijk nog vanuit een gebouwtje wat eruit zag alsof geen mens er recent nog geweest was, ook het pad er naar toe was totaal overwoekerd. Eenmaal terug in de bewoonde wereld (en na een aangenaam voetbad) eerst maar even een late lunch, daarna nog naar het bezoekerscentrum geweest voor wat meer achtergrond over de vulkaan. Dit jaar al meer dan 300 uitbarstingen, maar inmiddels had ie al ruim een maand geen tekenen van leven vertoond. Alvorens de veerboot terug naar de stad te nemen eerst nog een keer toegeven aan m’n nieuwe verslaving, met een bezoek aan Magma Onsen.

Terug in de stad stond het Ohara Matsuri reeds op het punt van beginnen, dus snel een mooi plekje gezocht. In vergelijking met de eerdere (tegenvallende) matsuri leek dit er toch meer op, met een energieke dans-parade en ook een wat enthousiaster publiek. Toch had ik achteraf wellicht nog wat verder moeten doorlopen, verderop leek het allemaal toch nog wat levendiger en stonden er de nodige yatai, die direct na de parade reeds begonnen met opruimen. Na afloop wel een mooi staaltje regeltjes volgen gezien: toen eenmaal het verkeer op de paraderoute weer op gang kwam ging er duidelijk iets niet goed met de verkeerslichten, de voetgangerslichten bleven maar op rood staan, ook als de auto’s en trams eveneens rood hadden. Met als gevolg dat bij sommige oversteekplaatsen, met name bij de grote Tenmonkan-winkelarcade, massa’s van honderden mensen zich verzamelden. De nog aanwezige politie was echter puur bezig met voorkomen dat mensen bleven wachten, en driftig fluiten naar de paar mensen (zoals ondergetekende…) die geen geduld meer hadden en toch overstaken. Daadwerkelijk het verkeer regelen was blijkbaar iets wat niet in ze opkwam…

Voor het avondeten eerst naar Yataimura geweest, alwaar ik me weer eens aan een lokale specialiteit heb gewaagd: torisashi. Oftwel kip-sashimi, rauw dus. Of beter gezegd: nog enigszins bevroren, waarbij het pas smaak krijgt als het ontdooit. Dat ik er warme shochu bij bestelde kon zowaar op een applaus rekenen, en naast me zat een kerel die er op stond dat ik van alles van wat hij bestelde proefde. Daarbij de grootste en lekkerste spare rib die ik ooit op heb, maar ook varkensmaag wat ik voortaan toch aan me voorbij laat gaan.

Helaas was ik wel te laat om een andere lokale specialiteit uit te proberen, dus moest ik nog even op stap. Eerst nog even door de Don Quijote gedwaald, briljante winkel toch. Daarna het uitgaansgebied in de buurt van m’n hotel verkend, en al snel een restaurant met het gezochte gerecht gevonden: kibinago, sashimi van een soort kleine haring. Ook erg lekker…

Dinsdag 3-11
De dag begonnen met de nodige twijfel: het matsuri de voorgaande avond was leuk, maar het was wel duidelijk dat die eerste avondparade slechts een voorproefje was van wat er de tweede dag nog ging komen. Vanuit de tram naar het station werd al duidelijk dat er nog het nodige ging gebeuren, en ook rond het station was er al een hoop activiteit. Dus wellicht toch maar de bagage in een kluisje gooien en de dag in Kagoshima blijven? Die twijfel is gebleven tot het moment dat de deur van de shinkansen achter me dicht ging, maar toen was ik toch echt op weg naar Fukuoka.

Eenmaal daar even snel m’n bagage bij het hotel droppen en door naar Karatsu, alwaar het Karatsu Kunchi op me wachtte. Eenmaal daar aangekomen was het schuifelen om überhaupt het station uit te komen, waardoor ik toch weer even Kurama-praktijken vreesde, een stadje wat bezwijkt onder de populariteit van het festival. Maar gelukkig viel het mee, waarbij het uiteraard ook helpt dat waar Kurama slechts een piepklein gehucht was Karatsu toch een behoorlijke stad is.

De mensenmassa volgend was het festivalterrein ook al snel gevonden. Voor het idee: 14 wijken van Karatsu hebben elk hun eigen praalwagen, gebouwd tussen 1819(!) en 1876. Op deze tweede dag van het festival worden ze 's ochtends eerst vanuit hun eigen wijk naar het genoemde terrein gereden, alwaar ze in het mulle zand worden opgesteld. Om later in de middag weer terug te keren naar hun wijk. Het gaat echter om wagens met een gewicht van een paar ton, zodat ze in dat zand regelmatig muurvast te lopen. Wat voor de honderden mensen die de wagens voort proberen te slepen reden is nog maar even een paar (gespeelde) frustratiekreten eruit te gooien en nog maar even wat meer energie erin te gooien. Al met al leverde het een van de meest levendige festivals op die ik tot nu toe heb meegemaakt, helemaal geweldig. Ook aan yatai geen gebrek…

Om toch ook nog even de toerist uit te hangen loop ik nog naar het kasteel, alwaar ik welgeteld een minuut te laat boven ben om nog de toren in te kunnen. Jammer, want het uitzicht zag er best aardig uit maar alleen vanuit de donjon wordt het niet belemmerd door bomen of andere obstakels. Dan maar weer terug richting het festivalgebied, maar eigenlijk per ongeluk kom ik bij het station uit. Toch maar de trein terug naar Fukuoka genomen. Daar aangekomen is het toch wel hoog tijd voor een goede maaltijd, dus kijk ik eerst maar eens binnen Hakata Station. Al snel iets gevonden: miso-katsu, eigenlijk een specialiteit van Nagoya, maar smaakt hier ook uitstekend. Ik raak nog wel aan de praat met de kok, en op mijn opmerking dat gyutan mijn favoriete Japanse gerecht was zegt hij dat het dan maar goed was dat ik niet had gezien dat recht tegenover ditt restaurant een Rikyu zat…

Eenmaal terug in m’n hotel neem ik me nog voor 's avonds laat nog even een kom Hakata Ramen te gaan verorberen bij een van de yatai in Nakasu, toch eigenlijk wel een verplicht nummer wanneer je in Fukuoka bent, maar daar is het toch niet meer van gekomen.

Woensdag 4-11
Een dag zonder plan, alleen met de wetenschap dat ik om half elf 's avonds in Okayama moet zijn voor de slaaptrein naar Tokyo. Ik had wel een paar opties op het oog die me toch ergens niet zo aanspraken, dus toen ik zag dat er in Kokura vlakbij het station een mangamuseum zat was de keuze snel gemaakt. Eenmaal daar aangekomen helaas een tegenvaller: dat museum is op dinsdag gesloten. Tenzij dat een feestdag is, dan schuift dat naar goed Japans gebruik een dag door. En laat dinsdag nu net Culture Day te zijn geweest, iets wat ik nota bene wist. Kortom, geen mangamuseum. Gelukkig zit dat museum in een winkelcentrum vol met manga- en animegerelateerde zooi, dus daar heb ik me desondanks wel even vermaakt.

Na een snelle hap bij een Yoshinoya en een TV-interview vanwege m’n Kumamon-shirt de trein gepakt naar ruimtestation euh treinstation Space World. Niet voor het gelijknamige pretpark waar het gezien de vele inactieve achtbanen bepaald niet druk was, al kon ik het uiteraard niet laten nog wat foto’s van de space shuttle op ware grote te maken. Nee, rond dit station zijn ook wat stukjes historie van de staalindustrie van Kokura te vinden. De torens van de hoogovens zijn vanaf het station niet te missen, maar de bordjes sturen me een andere kant op. Dat blijkt enigszins een misrekening, daarmee kom ik bij een afgezet terrein uit vanwaar je uitzicht hebt op het oorspronkelijke hoofdkantoor. Echter wel vanachter hekken en op geruime afstand. En aangezien het midden op een fabrieksterrein staat waar misschien weleens bedrijfsgeheimen voorbij zoudeen kunnen komen (tuurlijk…) is fotograferen ook niet toegestaan. Ver lopen om praktisch niks te zien, tegenvaller. Dus de bordjes maar even vergeten en naar de hoogovens gelopen, dat maakte gelukkig een hoop goed. Het blijft toch indrukwekkend om zulke staaltjes industrieel erfgoed te zien. Ook het ernaast gelegen museum waarin meer verteld wordt over de geschiedenis van de staalindustrie in Kokura is interessant, al moet ik eerlijk bekennen dat ik bij het filmpje moeite had m’n ogen open te houden.

Terug op Kokura Station eerst nog maar even wat eten alvorens naar Okayama door te reizen, en wat blijkt: ook hier zit een Rikyu. Zo krijgt de gyutan alsnog een kans, en het was weer goddelijk als altijd. Daarna m’n bagage oppikken en de shinkansen naar Okayama in. Daar aangekomen nog even proviand (en Series 500 Type EVA-souvenirs!) inslaan, en ik ben klaar voor de slaaptrein. M’n nobi nobi-seat blijkt op zich best ruim, maar toch wat minder als je hem met drie tassen aan bagage moet delen. De trein zit overigens allerminst vol, dus zo verwonderlijk was het niet dat ik een reservering kon krijgen. In de lounge-wagen raak ik nog aan de praat met een stel naar Australië geëmigreerde Japanners, die voor het eerst in 20 jaar weer terug in hun geboorteland waren, en ook voor het eerst met een slaaptrein reisden. Daarna toch maar eens een poging gedaan te slapen…

Donderdag 5-11
Na verrassend goed geslapen te hebben (per slot van rekening op een harde vloer met een dun laagje tapijt, zonder matras en met een opgerolde handdoek als kussen) wordt ik wakker zo’n uur voor aankomst wakker. Als ik eerder wakker was geweest had ik wellicht nog Mt. Fuji kunnen zien, nu moet ik genoegen nemen met de eindeloze voorsteden van Yokohama en Tokyo. En dan sta je iets na zevenen op Tokyo Station, met genoeg fotografen om nog maar een keer te benadrukken dat dergelijke slaaptreinen in Japan toch nog altijd wat bijzonders zijn.

Ondanks de ochtendspits valt de drukte richting Ikebukuro mee, en sta ik rond 8 uur bij m’n hotel…waar ze niks van mijn reservering kunnen vinden. Foutje, om de hoek zit nog een tweede Toyoko Inn, even totaal vergeten dat ik daar geboekt had. Uiteraard kan ik m’n kamer op dit tijdstop nog even vergeten, maar ik kan wel mooi even het ontbijt meepikken.

Maar dan. Dan zit je in alle vroegte in Tokyo, en totaal geen plan. Maar wel nog een dag JRP over. Dus in een gekke ingeving besluit ik een dagtripje Nagano te doen. Eerst per lokale trein naar Omiya, en daar de shinkansen gepakt. Pas onderweg komt het in me op dat ik een wintersportplaats ga bezoeken terwijl ik in een T-shirt rondloop, maar gelukkig toont het online weerbericht temperaturen van boven de 20 graden. Bij de tourist info wacht een meevaller: het olympisch museum bij de M-wave blijkt in tegenstelling tot de info op Japan-Guide wel gewoon doordeweeks open. Na een rendier-curry als lunch dus de bus naar de M-Wave gepakt, de schaatsbaan waar Nederland destijds 5 gouden medailles wist te winnen. Uiteraard slaag ik erin om via de achteringang binnen te komen, de kant die bedoeld is voor mensen die daadwerkelijk rondjes komen schaatsen. Maar wel pas later in de middag, het duurt even voordat ik duidelijk heb gemaakt dat ik daar niet voor kom. Maar aan de andere kant van de baan zit inderdaad een museumpje met de nodige herinneringen aan de winterspelen van '98. Met ook mooie foto’s van Gianni Romme en Marianne Timmer, die hun medailles opfleurden met wereldrecords. En ook van Sondral, die daarmee waarschijnlijk voor de twee meest zuur kijkende Nederlanders ooit op een Olympisch podium zorgde. En uiteraard mag een bezoek aan de schaatsbaan zelf ook niet ontbreken.

Weer terug in het centrum maar weer even op de traditionele toer: de indrukwekkende Zenko-ji tempel. De weg ernaartoe biedt ook een leuke verzameling winkels en restaurantjes, waarbij handgesneden soba-noedels een plaatselijke specialiteit zijn. Dat moet ik uiteraard ook even proberen, in dit geval gecombineerd met een soep met eend. En op smaak gebracht met de lokale 7-kruidenmix, welke ik later nog als souvenir (met shinkansen-opdruk!) zal aanschaffen. Daarna terug naar het station, nog wat souvenirs shoppen, en de trein terug naar Ikebukuro. Ook hier nog wel het voornemen 's avonds nog even een rondje te maken, maar eenmaal op m’n kamer ben ik direct in slaap gevallen…

Vrijdag 6-11
De Tokyo Motor Show staat op het programma, dus op naar Odaiba! Aangezien dit samen met de vlucht terug vanaf Haneda de voornaamste reden van m’n verblijf in Tokyo was was een hotel in Ikebukuro wellicht niet de meest praktische keuze, maar toen ik me dat bedacht was er al geen aangenaam geprijsd hotel meer te vinden in de meer praktisch gelegen wijken. Maar dat terzijde.

De autobeurs was weer naar vertrouwd Japans recept: veel leuke en vooral maffe auto’s, veel shows rond de concepts en primeurs, en veel mooie dames om de auto’s nog net even aantrekkelijker te doen lijken. Als blijkt dat ik toch al wel veel tijd kwijt ben in de grote oostelijke hallen twijfel ik nog wel even of ik m’n bezoek niet wderom in twee dagen zou splitsen, maar uiteindelijk besluit ik toch gewoon even de gang erin te houden en alles in één dag af te werken. Wat net lukt. Wel een tegenvallertje: net terwijl ik even snel een simpele (maar smakelijke) bak yakisoba naar binnen zit te werken lees ik in de folders dat er ook een soort culinair festival bij de beurs gehouden wordt. Maar goed, voor een tweede maaltijd kan ik daar alsnog terecht voor een heerlijke Thaise curry. Al met al een geslaagde beurs, zo doordeweeks is de drukte sowieso ook net wat minder als de vorige keer in het weekend.

Vervolgens de Yurikamome in voor een belangrijke boodschap: ik had toch wel wat kwetsbare souvenirs en niks om die goed te verpakken voor tijdens de vlucht. Uit ervaring weet ik dat je dan bij de 100-yen winkels voor weinig geld mooie stevige opbergboxen kan aanschaffen, maar op de een of andere manier kwam ik die steeds maar niet op mijn weg tegen, niet tijdens openingstijden tenminste. In AquaCity blijk ik gelukkig net op tijd, en uiteraard kom ik weer met meer spul dan strikt noodzakelijk naar buiten. Weer buiten twijfel ik nog even om een andere traditie te herhalen, de grandioze hamburgers van Kua’Aina met uitzicht op de Rainbow Bridge en de skyline van Tokyo, maar dat stel ik toch uit voor later (wat uiteindelijk afstel wordt).

Odaiba heeft namelijk nog iets wat me nu toch interesseerde: Oedo Onsen Monogatari. Tokyo heeft weliswaar geen natuurlijke hot springs, maar als je anderhalve kilometer diep boort kom je wel heet water tegen. En dan bouw je daar een soort pretpark omheen. Een beetje kitsch, maar wel leuk. Wel net even anders dan andere onsen, want in de eerste kleedkamer wordt je geacht een yukata aan te trekken, waarin je het hele gebeuren betreedt. Iets wat een Japanse knul, hoewel toch duidelijk aangegeven in Japans, Chinees, Koreaans en Engels, duidelijk niet doorheeft die dus poedelnaakt de kleedkamer uitloopt, om even later heel hard weer terug te komen rennen. Wie de anime Denki-gai no Honya-san gezien heeft kan zich er wellicht iets bij voorstellen… Maar goed, eerst maar eens even de baden uitproberen, deze zijn aangenaam als altijd. Als ik weer een beetje ben afgekoeld maar eens wat eten, dat wordt een grote kom ramen. Wel trek ik de aandacht van een stel Japanners, die het maar opmerkelijk vinden dat ik überhaupt van het bestaan van Oedo Onsen afweet, per slot van rekening kennen de meeste Japanners het blijkbaar niet eens. Terwijl het toch op zowat elke Engelstalige website over Tokyo en in elke reisgids genoemd wordt. Het levert een gezellige boel (en veel bier) op, maar helaas zit een tweede bad-ronde er zo niet meer in, ik moet toch de laatste trein halen. Of ik moet er blijven slapen, iets wat me gezien het feit dat ik de volgende ochtend ingepakt en wel zal moeten uitchecken uit m’n hotel toch geen goed idee lijkt…

Zaterdag 7-11
De laatste dag alweer, maar aangezien ik pas rond middernacht hoef te vliegen heb ik nog wat tijd. Wederom geen plannen voor in Tokyo gemaakt, dus maar weer een spontane dagtrip gedaan, deze keer naar Kawagoe. Eigenlijk had ik daar m’n reis met het plaatselijke matsuri willen aanvangen, maar zoals bekend is het anders gelopen.

Eerste bestemming is maar weer eens een tempel, de Kita-in, waar ook een klein bloemenfestival blijkt te zijn. Interessanter dan de tempel zelf zijn enkele gebouwen welke ooit tot het Edo kasteel in Tokyo behoorden, maar naar Kawagoe verplaatst zijn. Het leukst is echter Gohyaku Rakan, een verzameling van 540 stenen beelden waaronder ook 12 met de dieren van de Chinese dierenriem. Op zoek dus naar dat ene beeld met een paard, want dat zou geluk brengen. En zo zie je iedereen de beelden echt afspeuren naar “hun” beeld, best komisch om te zien. Daarna naar Honmaru Goten, het laatste overblijfsel van het kasteel van Kawagoe. Een beetje tegenvallend, maar de muziekles voor kinderen op enkele traditionele instrumenten was dan wel weer een leuk. Het nabijgelegen City Museum heb ik dan wel weer overgeslagen.

Vervolgens door naar de bekendste trekpleister van Kawagoe, een stuk oude stad met talloze pakhuizen. Mooi, alleen jammer dat er een erg drukke weg dwars doorheen loopt en de voetgangers veroordeeld zijn tot een smalle stoep. Vlakbij zit ook Penny Candy Alley, een steegje met allemaal snoepwinkeltjes. Eerst toch maar even echt wat eten, een lekkere katsudon. Daarna dat snoepstraatje in, een paar dango op en één piepklein, afgeladen vol maar echt geweldig snoepwinkeltje in geweest, maar verder viel het nogal tegen. Of ben ik toch in het verkeerde straatje geweest, want dit leek in niets op de plaatjes die ik vooraf gezien had. Terug naar de hoofdstraat dan maar, en bij gebrek aan het festival moet ik nu genoegen nemen met een museum daarover. Aardig surrogaat, maar vooral een goede aanmoediging de volgende keer wél het matsuri te bezoeken. Weer buiten is het even zoeken naar de klokkentoren, het symbool van Kawagoe, maar net even buiten de voor de hand liggende looproute. Om 6 uur wordt de klok echter geluid, een geluid wat behoort tot de officiële “100 soundscapes of Japan”. Gelukkig arriveert een ratelend dieseltje net te laat om dit te kunnen verstoren.

Zo langzaam aan begeef ik me ook maar weer richting Seibu Kawagoe Station, om van daaruit de trein naar Shinjuku te nemen. Als afsluiter van de trip wou ik toch nog even naar Omoide Yokocho voor wat yakitori. Daarna is het hoog tijd om m’n bagage op te halen en richting vliegveld te gaan. Wel een kleine tegenvaller: ik moest m’n pocket-wifi nog op de post doen, in eerdere gevallen kon ik de envelop gewoon bij de hotelreceptie afgeven. Maar nu dus niet. En dus kan ik met al m’n bagage nog even op zoek naar een brievenbus. Die je uiteraard net even niet tegenkomt wanneer je er een nodig hebt, en als je er dan eenmaal een gevonden hebt zie je de ene brievenbus na de andere…

Eenmaal op het vliegveld heb ik mooi nog even tijd voor wat sushi, en dan het vliegtuig in. De vlucht naar Doha verloopt soepel, ik heb ook geruime tijd geslapen. De aansluitende vlucht naar Schiphol is wel een ander verhaal, een paar stoelen verderop zit een stel met baby, en die laatste heeft echt 7 uur praktisch onafgebroken zitten jengelen, de medepassagiers daarmee uit de slaap houdend en de ouders tot wanhoop drijvend…

Terugkijkend is het toch weer een hele mooie reis geweest, vooraf heerst altijd wel even het gevoel dat “alweer Japan” misschien wel een keer teveel zou zijn, maar dat gevoel is altijd al snel weer verdwenen. Wel denk ik achteraf dat de dagen in Kyoto niet de meest gelukkige keuze zijn geweest, dat ik die beter voor Shikoku had kunnen gebruiken. Iets wat vooral te maken had met de beide (om zeer verschillende redenen) teleurstellende matsuri daar.

Shikoku zelf was leuk, maar ik heb wel het gevoel dat ik het nu wat tekort gedaan heb, en m’n tijd sowieso (mede door een wat matige voorbereiding) niet optimaal benut. Kochi is als geheel echter zeker een succes geweest, het stierenvechten in Uwajima was absoluut een hoogtepunt van de reis, en Matsuyama is toch goed geweest voor m’n eerste onsen-ervaring.

Kyushu was dan deels bekend terrein, maar wel met nieuwe bestemmingen die me goed bevallen zijn. Beppu was vooraf een vraagteken, maar ik heb er absoluut geen spijt van. De gehele treinrit van Kumamoto naar Kagoshima was een onvergetelijke ervaring, en Kagoshima zelf was toch ook weer een stad met een hoop eigen karakter. Karatsu was goed voor een geweldig matsuri, en Kokura een leuke dagtrip.

Ook de slaaptrein was een bijzondere ervaring, en Tokyo zelf mag er dan een beetje bekaaid vanaf zijn gekomen, zowel beide dagtrips naar Nagano als Kawagoe als ook de Tokyo Motor Show en Oedo Onsen waren mooie ervaringen.

De grote “ontdekking” deze reis waren uiteraard de onsen. Het is niet dat ik die tijdens eerdere reizen bewust uit de weg ben gegaan, maar ze kwamen nooit zomaar op m’n route en ik heb ze domweg nooit echt opgezocht. Iets wat ik bij volgende reizen zeker wél zal gaan doen…

Kortom, alleen maar meer aanmoediging weer terug naar Japan te gaan. Nu zat een volgende reis in februari reeds in de planning, maar door wat plotselinge veranderingen in de werksfeer moet ik nog even zien of ik dat doorzet…

2 likes

Hee Sander,
je hebt weer leuke verslagen gemaakt om te vertellen van je avonturen in Japan!

1 like

Je hebt ons in ieder geval weer wat tips aan de hand gedaan door jouw bezoek aan Kyushu.
Er zijn zeker wat plekken bij die wij ook in maart/april gaan bezoeken.
We hebben Fukuoka alleen in vogelvlucht gezien omdat onze reis daar toen eindigde en we weinig tijd meer hadden.
Nu zijn we er veel langer, dus de mogelijkheid om op ons gemak wat te bezoeken.

In ieder geval weer genoten van je verhalen en anekdotes.
Ik wil terzijnertijd ook een soort blog bij houden als wij in Japan zijn en zowat belevenissen van de dag erin zetten.
Ik heb een bestaande website waar ik een link in heb gezet die ik straks wil gebruiken om deze blog te maken.
Als het zover is zal ik de link wel plaatsen in dit forum, waar ik overigens ook via de app wel in kan komen.
Ben nog een beetje aan het testen hoe ik eenvoudig dit blog kan updaten.
In principe overal waar een internetverbinding is, en onderweg via de MIFI.

Wij hebben onze route nog een stukje omgegooid omdat ik een hotel, waar eerst geen kamer vrij was, uiteindelijk toch
kon boeken voor een paar nachtjes.
Vandaar uit kunnen we ook alle kanten weer uit.
We zouden eerst naar Sasebo voor 3 nachtjes om vandaar uit Huis den Bosch te bezoeken.
Nu zitten we het laatste deel van onze reis weer in Fukuoka, omdat we vandaar uit ook weer vertrekken, en kunnen we eventueel
ook nog naar Huis den Bosch gaan met de speciale trein die een paar keer per dag daar heen gaat.
En souvenirs verzamelen deze laatste dagen is ook altijd leuk.

1 like

Ik heb in het verleden ook weleens geprobeerd dagelijks een blog bij te houden, maar daar komt meestal weinig van terecht. De eerste dagen wellicht nog, maar al snel worden de dagen langer en gaat vermoeidheid toch een rol spelen. Een terugkerend scenario tijdens mijn laatste reis: in de loop van de avond kom ik terug in m’n hotel, soms met, soms nog zonder een echte maaltijd achter de kiezen. Ik ga even gestrekt, maar dat “even” loopt toch al snel uit tot een a twee uur. Waarna ik me realiseer dat als ik nog de deur uit wil ik niet al te lang meer moet wachten. Om vervolgens vaak alsnog weg te dutten en ergens rond middernacht weer wakker te worden. En ofwel dan ga ik nog even wat eten, ofwel dan heb ik nog net de tegenwoordigheid van geest om nog even de accu’s van m’n camera’s in de laders te stoppen waarna ik toch maar het bed in duik. Internetten doe ik dan voornamelijk 's ochtends, maar dan wil ik daar ook weer niet teveel tijd aan besteden en vooral ook even wat praktische dingen opzoeken. De meeste tijd heb ik dan eigenlijk nog in de treinen, of bijvoorbeeld op zo’n veerboot.

Overigens is internetten in de Kyushu Shinkansen ook een drama: ontzettend veel tunnels, waar steeds het signaal van de pocket-wifi wegvalt. En net als ie dan weer verbinding heeft gemaakt rij je alweer de volgende tunnel in. Best irritant…

Wij zijn meestal s’ avonds op tijd op onze hotelkamer na een hele dag onderweg te zijn geweest.
Ik heb toen eens een log bijgehouden elke avond een stukje schrijven over de belevenissen van de dag.
En onderweg zitten we ook wel eens een poosje ergens met de pocket-wifi aan om berichtje te sturen.
Dat werkte eigenlijk wel op elke plek waar we zaten.
In de trein op Shikoku heb ik het ook geprobeerd maar daar viel de verbinding ook vaak weg tussen de bergen.

Die Wifi-zenders die hier en daar staan opgesteld hebben best wel een flink vermogen maar toch zitten er nog hier
en daar “gaten” in de ontvangst. Maar dat heb je hier bij ons in het vlakke land ook.
Je kunt niet onbeperkt vermogen maken met de Wifi-zenders die vaak ook nog op de top van een berg staan.
Er zitten toch wel gezondheid-risico’s aan die grote vermogens.
Als je er niet vlak onder woont zal het nog wel meevallen overigens.
We zaten op Shikoku vlak bij zo’n zender en ik had het idee dat ik daar toch last van had.
Alle dagen dat we daar zaten had ik last van hoofdpijn, mogelijk door de sterke straling van dat ding.
Die Wifi die je in huis gebruikt is natuurlijk niet zo sterk.

Ik heb op mijn I-pad een offline-kaart van heel Japan die behoorlijk gedetailleerd is, dus daar heb ik wel gemak van als we ergens zijn.
Verder nog een aantal plattegronden van de steden die we aandoen.
Dus onderweg eigenlijk niet vaak wat op te zoeken.

‘live’ of achteraf, ik vind alle reisverslagen leuk om te lezen!
Zelf hou ik een soort min-blog mee, meer voor mijn ouders met een paar zinnetjes en een foto van de dag. Ik hou wel een uitgebreid verslag bij, gewoon analoog in een boekje.
Een paar keer heb ik het plan gehad om hier ook een reisverslag van te maken voor internet, maar dat kwam er steeds maar niet van…

:teeth: Kan op veel reageren maar eerst eens hierop. Japanners zijn wel van de regels en procedures die ze soms wat strikt hanteren. Opmerkelijk, aangezien ze best wel ~out-of-the-box kunnen denken, tot in het extreme… Ik kan er vaak om lachen, want zelfs superlogische dingen worden stapsgewijs uitgelegd. Ben van mening dat Japan relatief makkelijk is te bereizen door mensen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking…

Weet van Singaporezen dat ze in het buitenland soms in de problemen komen, juist omdat hun land zo is overgeorganiseerd. Kan me dat ook van Japanners voorstellen die zonder kundige voorbereiding naar - laten we het netjes proberen te omschrijven – iets minder geciviliseerde landen gaan. Wellicht ben ik gekleurd in m’n mening, maar Japanners doen me in bepaalde opzichten aan Duitsers denken.

Dat extreme uitleggen is inderdaad ook herkenbaar. Probeer bijvoorbeeld maar eens bij een tourist info weg te komen met een plattegrond die niet helemaal is vol gekliederd. Per slot van rekening is zo’n groot station midden op de kaart zonder een cirkel eromheen toch wel makkelijk over het hoofd te zien. En wie verwacht er nu dat een busstation recht voor de uitgang van een treinstation ligt? Om maar even wat te noemen.

Ik weet niet of ik het echt overgeorganiseerd moet noemen, maar Japanners houden duidelijk niet van verrassingen of onduidelijkheid, ze willen gewoon op voorhand weten waar ze aan toe zijn. En soms slaan ze daar wat in door. En zeker ook een tikje Duits: regels zijn regels.