(origineel bericht op be-more.nl)
Zucht. Wat een (spetterend) leven…
De eerste week van het nieuwe project zit er al weer op. Een intro week met vele nieuwe indrukken. Voorafgaand een geniaal weekend. De vrijdag werden we in Jinja verwelkomd door een vriendelijke gast van het hostel, die ons overhaalde om toch echt met hun organisatie te gaan raften i.p.v. met degene waar we gereserveerd hadden. Zijn goede verkoop praatje werkte, dus zo zaten we de volgende ochtend klaar (na een luidruchtige/dronken nacht waarin de Amerikanen weer duidelijk lieten merken waarom ze toch zo vreselijk irritant zijn) om te gaan raften met Nile River Explorers i.p.v. Adrift. Achteraf daadwerkelijk een goede keuze geweest, aangezien wij maar met zes en niet met negen man in een bootje zaten, zoals bij Adrift die voor ons in hun boodjes aan het ronddobberen waren…
Van 10:30 tot 15:30 hebben we heerlijk in de (brandende) zon over de Nijl gevaren. De langste periodes waren we flink onze arm spieren aan het trainen, roeien over de vlakke stukke Nijl is behoorlijk pittig kan ik je vertellen. Daarnaast waren er een stuk of acht wilde raft stukken die wie moesten trotseren. Dit lukte aardig, want bij maar twee stroomversnellingen gingen we om. Helaas. Want wij als dare devils hadden eigenlijk gehoopt op een minimum van zes maal flink omslaan. Dit was dan ook (het enige!) minpuntje van de trip. Onze Zuid-Afrikaanse stuurman, Kirk, leek er deze dag als leider zijnde (we vaarden de hele tijd voorop) dan ook weinig zin in te hebben koppie onder te gaan en te spetteren in het water en leek zijn uiterste best te doen als een vis op het droge te blijven. Op een gegeven moment waren we de wanhoop zo nabij dat we, als hij fast forward riep, juist langzaam achteruit gingen roeien in de versnelling om maar om te slaan. Het mocht niet baten. We moesten ons bij deze twee adrenaline boosten neerleggen die ons toch wel deden verlangen naar een goede (inbegrepen) maaltijd, een biertje en een flinke nachtrust. De volgende ochtend moesten we namelijk weer op weg naar een ander avontuur: paardrijden langs de Nijl en door villages. Het was geweldig, twee uur lang hobbelend op een paard door het zonnetje in een pracht omgeving. Wat wil je nog meer? Kyra wou duidelijk niet meer, maar wel anders. Ze bleek paardrijden terrifying te vinden en is na een kilometer met de tranen in haar ogen samen met een begeleider verder gegaan. Wij gingen door, alleen op ons paard, in draft langs de Nijl. Na twee en half uur leken mijn benen in O-stand te staan en had ik meer zadelpijn dan dat ik ooit op een Nederlandse fiets heb gehad, die ook nog eens twee dagen aan hield. But(t) it was worth it (sorry slechte grap…)
Zondagmiddag zijn we langzaam aan naar Kampala gegaan, waar we een goede avondmaaltijd hebben genuttigd, heerlijk warm hebben gedoucht, goed hebben geslapen en in de ochtend nog even hebben gesnuffeld op de craftshop-market en bij Brood weer eens heerlijk goed brood hebben gegeten en hebben meegenomen (+ pepernoten en speculaas!!!) voor op het project. Tijdens het ritje in de matatu terug naar Masaka kregen we nog een paar smerige satéstokken, matooke en rolexen onverwachts, we lagen te slapen, door het raam in onze oren gedouwd (de matatu stopt bij een lange rit bij een soort broedplaats van verkopertjes). Maar deze onhygiënische bende hoefde we toch echt niet te hebben en we tufte door naar Masaka. Op naar Rakai.
Maandagavond hebben we gelijk een intro praatje gekregen van het “slaafje” van de projectleider (hij doet alles wat de projectleider eigenlijk zelf zou moeten doen). Deze man is voor de verandering erg traag van spraak (en tevens eigenlijk ook van begrip) en we hebben dan ook tot knikkebollen aan toe naar hem zitten luisteren. Zijn lichaamsgeur is daarbij ook nog eens erg onaangenaam en we hebben daarom besloten dat we deze arme man, genaamd Abert, naast al zijn goede bedoelingen liever niet al te veel in onze buurt hebben…
Na het nuttigen van een welverdiende rolex ben ik hierna dan ook in het bedje in mijn nieuwe huisje voor de komende maand gekropen. Het huisje staat dit maal niet in de bush bush, maar is een appartementje in de hoofdstraat van Kyotera, een stadje tussen Masaka en Rakai in. Een drukte van jawelste dus vergeleken met mijn vorige plek. Ik mis hier dan ook vooral het “buiten” wat er hier niet is, de rust in de avonden, de frisse lucht en mooie uitzichten. Wel is heb ik de luxe van een koude douche, een gewone wc in de kamer waar ik verblijf en het goede gezelschap van Rianne weer in handbereik. Te klagen heb ik dan ook niet, te wennen wel.
Het project zelf is ook heeeeel anders dan die van vorige maand. Een gewone vrijwilliger mag hier dan ook niet heen, je moet een medische achtergrond hebben om bij project Rakai aan de gang te gaan. Dit bleek, want bij de eerste wond die er verzorgd moest worden werden de instrumenten en andere benodigdheden dan ook direct in onze handen geduwd en was de vraag of we het even wouden schoonmaken. Als psychiatrisch verpleegkundige begon mijn grijze massa te graven naar mijn eerste jaar verpleegkunde, 2006, vroeger, toen de mannen nog van staal waren en de boten van hout… Anyway… de les over wondverzorging was dus even zoeken. Maar de termen als rode/gele/zwarte wond, necrose, het spoelen/eruit knijpen van pus, van binnen naar buiten schoonmaken, etc. kwamen langzaam weer naar boven drijven. Dus daar stond ik dan, eerst als medisch fotograaf met de camera van Tim (die als agz verpleegkundige durfde te beginnen), waarna ik me er ook aan waagde en met gaasjes en een pincet een lekkere diepe wond stond te reinigen. Weer wat her-geleerd! Naast deze heerlijke ervaring hebben we eerst, naast een rondleiding door Kyotera zelf, een rondleiding door het ziekenhuis (KMC = Kyotera Medical Centre) gehad. Het privé ziekenhuisje bestaat uit verschillende wards (afdelingen) die allemaal in verschillende gebouwtjes zijn gelokaliseerd. Zo zijn er bijvoorbeeld een male, female, en malnutrition ward. Deze laatste ward, malnutrtion = ondervoed, is gelinkt aan een Nederlandse dame genaamd Kim, die hier zo nu en dan ook dingen voor Be-More regelt. Ze woont hier al zo’n 6 jaar en heeft 4 kinderen geadopteerd die door hun echte ouders zwaar zijn verwaarloosd. De jongste hiervan, Rosah bijna 5jr, is achtergelaten en gelukkig nog net op tijd gevonden in een latrine. Oftewel de put waar men hier zijn/haar behoefte in doet. Vreselijk. Kim haar ondervoede kinderen project staat verder los van het Rakai project, maar omdat het zo close gelinkt is kunnen en mogen we wel deelnemen aan activiteiten die zij heeft. Zo zijn we donderdag dan ook op outreach (de kids in de bush bush thuis bezoeken voor een check-up) geweest naar vijf ondervoede kinderen. Een aantal daarvan waren in de dagen er voor al opgenomen geweest in het ziekenhuis en kende ik dus al (bijv. Maria = een spetter van een meisje, waarschijnlijk ondervoed mede door neuro afwijking na 1jr, en Julius = erg ondervoed jongetje, ouders wouden eerder in de week niet het gehele bedrag betalen voor de behandeling in het ziekenhuis, na veel gedoe toch gedaan). Achterop de boda-boda gingen we op weg met een mannetje van het ziekenhuis om oude bekende en een nieuw ondervoed kindje te bezoeken. Er moest gewogen worden, een vragenlijstje worden ingevuld, de temperatuur werd gemeten, er werd kritisch gekeken en er werden soms wat eieren afgeleverd voor extra voeding. Een erg boeiende ervaring, waar je weer veel van het echte Afrika tegenkomt. Langer op de boda-boda dan bij de gezinnen gezeten dat wel, want onze chauf was verdwaald en was vergeten bij de 10.034e bananenboom links af te slaan. Stom stom stom, hoe kan die dat nou missen?! Maar na uren getoured te hebben konden we aansluiten bij de Kim thuis voor de lunch/diner. Hier was tevens een weeskinderfeestje aan de gang en we werden na het eten dan ook meteen aan de slag gezet als vermakende mzungu’s en schminkprofessionals. Zelf toverde Rianne en ik elkaar om in “de piraat” en “monsieur” en besloten we de ruim een half uur durende boda-rit geschminkt en wel te ondernemen. Aangestaard worden werden we sowieso al, nu was de shock nog groter en kwam er een schaterlach vanuit vele kanten als ze onze geschminkte hoofden voorbij zagen schieten en ik hier en daar ook nog even “Arrrrrrr!” riep! Goed vermaak, vervroegd carnaval noemde we het zelf en in polonaise en luidruchtig smartlappen gezang kwamen we thuis aan.
De rest van week heb ik in KMC doorgebracht. Veel wachten was natuurlijk weer aan de orde, want aangezien het een privé ziekenhuis is, is er geld nodig vanuit de patiënten voor de behandeling, geld is er vrijwel niet, oftewel een vaak wat magere inloop van patiënten en voor ons als mzungu sensation seakers is iemand die enkel en alleen in bed ligt beter te worden natuurlijk niet boeiend genoeg. Wij willen bevallingen, operaties, grote wonden en ander geweld! Naast de wondverzorging (de sensatie die we in ieder geval in onze zak kunnen steken) heb ik verder een kijkje mogen nemen bij een echo van een vrouw die al ruim 7 maanden in verwachting was en een tweeling in haar buik had rond spetteren (wist ze zelf niet), twee maal de doktersronde mee mogen lopen (er is maar één arts, lieve man die bij elke patiënt veel uitleg aan ons geeft tijdens de ronde) en een kijkje mogen nemen onder de microscoop (naar tbc) in het erg “hygiënische” lab, waar de bloedsamples gehusseld lagen en de bloedvoorraad lag te verdampen in een half werkende koelkast. This is Africa…
Toen zat week één van project twee er al weer op en gingen we een rustig weekend in Masaka in. Deze was wel even nodig na het druk bezette vorige weekend en alle veranderingen van afgelopen week. Helaas kwam het met spetters de lucht uit zaterdagochtend en viel ons zwemplan/massage bij een hotel hier in de buurt in het water. Toen werd ons plan maar ingeruild voor het stof aanschaffen (en bij de tailor afleveren) voor een mooi feestdagen jurkje!
Morgen zullen we wederom hoopvol onze bikini aantrekken wanneer we uit bed stappen en hopen dat we deze keer wel een duikje kunnen nemen en van een heerlijke massage kunnen genieten…
Wat is het leven toch zwaar hier. Poeh. Dagelijks opstaan rond 7uur, een koude douche moeten nemen zo nu en dan, op m’n luie reet zitten de hele ochtend omdat het regent, balen dat ik in de zon moet wachten, weer een wandeling maken door de Ugandese omgeving, verdwaald zijn met de boda-boda, elk weekend druk zijn (met leuke dingen), kinderen van me af moeten slaan, mijn vieze voeten laten voor wat ze zijn, elke ochtend wakker gekraaid worden door een haan en het ergste van allemaal; niet eens sneeuw!!! Zucht, wat een (spetterend) leven…