(origineel bericht op be-more.nl)
‘‘You’re most welcomed.’’
Hehe, ik ben er. Na een halfuurtje wachten tot ik door de server heen kom heb ik eindelijk internet! Oke, oke. Waar moet ik beginnen? Door de indrukken voelen mijn eerste 5 dagen van mijn Malawiaanse bestaan aan als weken. Alles is nieuw. Alles is anders. Gaat net iets anders, en soms totaal anders.
De reis begon al bijzonder. Na 1 minuut inchecken kregen we het telefoontje dat onze lieve oma is overleden. Hoewel we goed die dag ervoor met de hele familie afscheid hadden genomen, is het toch even slikken. Zeker in combinatie met het afscheid nemen van mama en de spanning van de reis. We besloten de regenboog die we buiten zagen maar als een teken te zien dat het goed is. Oma gaat mee op reis.
We leren Afrika in stappen. Eerst zie ik het landschap met eigen ogen vanuit het vliegtuig raam, dan vanuit de auto, een stapje terug op het Mabuya Camp, de andere 8 (?) vrijwilligers en Loes leren kennen, bijkomen met rood-wit-blauwe vlaggentjes, toeters en een iets-te-blije-portugees en dan de volgende dag in een minibus met 12 vrijwilligers, Charles (onze private driver) en ongeveer 24 backpacks en handbagage een trip van 5 uur. Van Lilongwe naar Zomba (noord naar zuid Malawi). Het zuiden van het land is meer ontwikkeld en dat vond ik dan ook wel leuk om te zien dat de echte hutjes hutjes ‘‘ontwikkeld’’ veranderde in stenen huisjes met of zonder golfplaten-daken.
Echter het echte Afrikaanse gevoel. De bevestiging van de situatie hier, in Malawi. De reden waarom ik deze reis wilde doen. De rennende kinderen. Mazunga Mazunga Mazunga! Achter de bus aan. Hutjes hutjes hutjes hutjes. Kinderen op de rug van mama. Into the wild. Dat gevoel, kreeg ik pas echt wanneer we in onze community reden: Mawa Otismala. Onze verblijfplaats voor de eerste maand. We zitten echt in the middle of nowhere, maar eenmaal aangekomen voelde ik me thuis.
De eerste middag/avond leerde we kennen met onze projectleider: Lewis en onze huismoeder: Lizzy. Ik zal in een ander blog ze uitvoerig omschrijven, maar misschien fijn om te weten: we worden meer dan goed verzorgd. Ze zijn erg begaan met ons, willen je verblijf zo goed mogelijk houden en daarom zeg ik zoals Lewis zei: Do not worry. In het gezelschap van 30 kinderen liepen we naar het projecthuis om daar zingend verwelkomt te worden. De introducties stellen hier niet heel veel voor, maar het is een ritueel die we a.s. twee weken wel meer zullen mee maken. Je naam en je leeftijd vertellen is genoeg en daarvoor kan je dan rustig ander half uur voor uit rekenen.
Omdat het toch allemaal dubbel is hebben we woensdag de hele dag ‘‘uit respect voor de overledenen’’ vrij gekregen. We zijn met Lewis naar de rivier gelopen, daar heeft hij wat verteld over zijn waterpomp-plan en hebben we even gezeten om aan oma te denken. In de middag mochten we naar het huis van de pastor om daar te praten over oma en opa, ons verblijf, fietsen, de pastor zelf, en allemaal andere dingen. Hij maakte een paar gebedjes en daarmee was het goed. Het stelt voor ons niet zo veel voor, maar gezien het feit dat er een stoffige TV en een oud bankstel in de kamer stond bevestigde het feit dat dit een man was van aanzien.
Lotte en ik hebben gisteren ongeveer 100 kinderen gewogen. Totaal geen systeem, weer anderhalf uur wachten voordat de ambulance aankomt op afgesproken tijd, nog later voordat de moeders met kind op rug aankomen sjokken, maar wel bijzonder hoe chaotisch ze te werk gaan en toch alles uit eindelijk goed komt. Iedereen moet bijvoorbeeld het gewicht van 1 of meerdere kinderen onthouden om vervolgens weer in een rij van een halfuur te staan om het door iemand te laten opschrijven. Handig dus.
In de middag ging het programma niet door omdat een groot deel van de members die we zouden ontmoeten aanwezig was op een begrafenis. We mochten ook komen, en een kans om een Malawiaanse begrafenis mee te maken moesten we aannemen. Sebastiaan, 53 jaar was overleden. De ceremonie was erg bijzonder en in gedachten was oma e rook bij. Voor ons was het heel bijzonder maar achteraf bleek dat dit een normal ritueel is. Papa en ik hebben geprobeerd te tellen maar een ruwe schatting was rond de 400 a 600 mensen, zittend tussen de mierenhopen op de grond. Vrouwen en mannen gescheiden. Veel zingen met zijn allen. Op een gegeven moment ging de kist naar binnen en begonnen veel vrouwen dramatisch te huilen met voeten, benen en harde kreten. Uiteindelijk gingen er heel veel mensen zingen en hoorde we op de achtergrond de kist die dicht werd gespijkerd. Like a movie. Ook hier gaat alles rustig aan, en kunnen we weer een halfuur wachten totdat de kist naar buiten komt, er bloemen omheen worden gelegd, verklede vrouwen erom heen knielen en bepaalde mannen een praatje houden waar je u tegen mag zeggen. Articulatie, grappen, pauzes en een harde stem kunnen wel een cursusje communicatie geven in Nederland. Op een gegeven moment word de kist door gegeven een hele lange weg tot naar de horizon. Een mooie ervaring en ook afsluiting voor onze lieve oma. Zo waren we er toch nog bij.
Goed, genoeg te vertellen dus. Genoeg om nog meer te vertellen. Maar we moeten haast maken. Vanmiddag vertrekken we naar Liwonde Nationaal Park om olifanten te bezichtigen, met nijlpaarden en krokodillen te zwemmen (grapje Roelie) en even bij te komen met een kampvuurtje en de andere vrijwilligers.
Tionana!