Een mooi begin

(origineel bericht op be-more.nl)

Een mooi begin

Hey allemaal! Hier mijn eerste bericht uit Malawi.
Moet eerlijk zeggen dat ik niet precies weet waar ik moet beginnen, dus geef maar een standaardoverzichtje van de week.

Op Schiphol meteen al een stuk of zeven vrijwilligers ontmoet die ook in de buurt van Zomba gingen werken op andere projecten. Dit maakte de reis meteen een stuk gezelliger. De vlucht naar Malawi ging echt voorspoedig de enige vertraging die er was hadden we op de vlucht van Nairobi naar Lilongwe. Dat kwam eigenlijk alleen doordat er een enorme familie was die nogal moeite had de kinderen in de stoelen te krijgen. Het had wel iets weg van de familie uit Home Alone. De vlucht was lang, maar best goed te doen. Rond kwart voor twaalf kwamen we aan in Lilongwe. Ik verbaasde me er echt over hoe groen Malawi is. Rond Nairobi (Kenia) was alles dor en bruin, maar in Lilongwe was er een helderblauwe lucht en alles was groen. De douane daar stelt overigens niks voor. In het vliegtuig moest je een formulier voor de immigratiedienst invullen, maar deze werd door de douane niet eens bekeken. Ik legde hem op zijn kop neer en er werd op de achterkant een stempel gezet.
Nadat we geld (een enorme stapel briefjes) en beltegoed hadden gehaald werd alles in de minibus geladen om naar Mabuya Camp te gaan. Dit was het hostel waar we de nacht door zouden brengen en vervolgens de volgende dag in de minibus richting Zomba. Eenmaal aangekomen in Mabuya Camp meteen het zwembad in gedoken. Dat is wel even wat anders dan de Hollandse winter. De volgende dag, na eerst heerlijke wraps te hebben gegeten als lunch, met zijn dertienen in de minibus richting Zomba. Gelukkig mocht in voorin zitten, want die lange benen van mij zou ik anders in mijn nek moeten leggen. Het was wel een hele mooie rit door Malawi. Het was tweezijdig aapjes kijken. Ik zat m’n ogen uit te kijken en voor de lokale bevolking was het bijzonder dat er een hele bus vol Azungu’s (blanken) voorbij kwam rijden. De rit zelf was net alsof je door een filmset aan het rijden was. Overal, maar dan ook echt overal, liepen mensen langs de weg. Terwijl de rit in totaal zo’n 5,5 uur duurde.
We kwamen 's avonds pas in het donker aan in Pakachere (ons weekendhostel) en heb daar samen met de vrijwilligers die er al een maand (of meer) zitten om het kampvuur gezeten. Echt onwijs gezellig!
Maandagochtend zou ik eerst wat geld pinnen bij de bank, maar toen ik daar aankwam bleek dat ik mijn pinpas was vergeten. Echt superdom. 's Middags naar het project om het vrijwilligershuis te zien, de andere vrijwilligers te ontmoeten en een rondleiding bij Yodep te krijgen. Was wel leuk, maar stelde in weze niet zoveel voor.
Dinsdag begon dan eindelijk het echte werk. 's Ochtends op Home Visit bij een oud echtpaar. Dit wordt gedaan omdat oudere mensen hier heel erg worden achtergesteld. Over het algemeen worden mensen hier niet oud (verwachte levensduur bij geboorte is rond de 50 jaar) en dus worden oude mensen hier soms “wizards” genoemd. Voor we er waren moesten we eerst ruim een uur lopen tussen de maisvelden. Dit echtpaar was ergens in de 70, maar precies wisten ze het niet. De man kwam net van het land en vroeg ons of we een “garbagepit” wilden graven. Dit is een kuil waar je het afval in kan gooien. Achter ons vrijwilligershuis hebben we er ook een. Ik moet je zeggen dat het nog een behoorlijke klus is om met hun gereedschap een kuil te graven van een meter diep. Na iets meer dan een uur graven waren we klaar en liepen we weer terug richting yodep. De ochtend was daarmee ook alweer voorbij. 's Middags ging ik weer op home visit, maar deze keer bij een arme familie. Toen we daar aankwamen riep een van de kinderen “Azungu Bo!”, wat “Hallo blanke” betekend. Toen ik daarop antwoordde “Acuda Bo!” (hallo zwarte) werd hij door zijn vriendjes uitgelachen. Hij kon er zelf overigens ook wel om lachen dat deze blanke een weerwoord had. We hebben hier de kleren gewassen en de vloer geveegd. Kleren wassen gebeurd hier overigens nog ouderwets met groene zeep in een bak water en als een vlek er niet uitgaat dan gebruiken ze een rots als een soort van wasbord. Ik moet zeggen dat ik er niet echt goed in ben. De drie lokale vrijwilligers die mee waren hebben uiteindelijk veel meer gedaan dan ik, maar ik heb nog 5 maanden om het te leren :wink:
De vloer vegen vind ik maar een beetje raar. Ze vegen hier namelijk de vloer buiten ook. Eigenlijk dweilen met de kraan open, want tegen de tijd dat je het zand hebt weggeveegd ligt er alweer nieuw zand. Het laat wel zien dat de Malawianen het wel op prijs stellen als alles netjes is. Onze huismoeder veegt namelijk bij ons ook iedere ochtend de grond buiten en dweilt iedere dag binnen. Na dat gedaan te hebben liepen we weer terug richting yodep. Onderweg nog wat woordjes Chichewa geleerd. Ik kan nu iedereen groeten, wat heel handig is. Iedereen groet elkaar namelijk op straat en ze stellen het ook zeer op prijs als een blanke dat in Chichewa kan.
Woensdagochtend weer om 6 uur opgestaan. Dit is overigens heel normaal, want dan schijnt de zon al volop. In het ochtendprogramma les gegeven aan Charles. Dit is een gehandicapte man die even buiten het dorp woont. Was onwijs leuk om te doen. Eerst de tafels overhoren, dan wat engelse woordjes, vervolgens een boek voorgelezen en als afsluiting wilde hij nog wat lokale liedjes met ons zingen. Er waren ook wat kinderen bij en die vonden de haren op mijn benen enorm interessant. Mannen hebben hier namelijk geen haren op hun benen. De kinderen begonnen dus mijn benen te aaien. Best grappig, totdat er eentje was die ze eruit probeerde te trekken. Na de les weer terug gelopen, maar omdat ik op de heenweg een blaar had gelopen ben ik maar op mijn blote voeten verder gegaan. De locals doen dat immers ook vaak, dus waarom ik niet. Ik moet zeggen dat het best lekker liep op het zand.
Tussen de middag zijn we boodschappen gaan doen op de markt in Zomba. Afdingen is hier echt een sport. Blanken betalen hier namelijk standaard teveel en dus is het best de moeite waard om af te dingen. Na de boodschappen weer naar huis met de taxi. Die hier overigens allemaal gammel zijn en bijna van ellende uit elkaar vallen.
's Middags was ik ingedeeld om naar de Village Bank te gaan. Dit is een groep vrouwen die geld aan elkaar uitlenen en daarmee elkaars bedrijfjes ondersteunen. Aan het eind van de leentermijn krijgen ze hun geld en een beetje rente terug. Op die manier kunnen ze hun bedrijfjes opbouwen en er tegelijkertijd aan verdienen. Ik was er samen met Chantal en wat lokale vrijwilligers naartoe gegaan, maar eigenlijk viel er voor ons weinig te doen. Nagenoeg alles werd in Chichewa gesproken, dus begreep ik er niet veel van. Na een tijdje werden we naar een huisje gebracht en kregen we oliebollen (!!!) met cola. Superlekker en ze smaakten naar echte Hollandse oliebollen. Na dat te hebben opgepeuzeld weer gingen we weer richting Yodep.
Het opruimen van de bibliotheek stond op donderdagochtend op het programma. Een heel karwei aangezien alle boeken van de kasten moesten en de termieten uit het gebouwtje moesten verwijderd. Tussen de boeken vond ik ook een schorpioenennest. Toch wel een enge gedachte dat die beesten hier tussen de boeken leven waar kinderen komen. Hier schijnt dat echter de normaalste zaak van de wereld te zijn en we schijnen ze bij het vrijwilligershuis in de WC (het gat) te hebben. Na alles te hebben schoongemaakt en spontaan stoflongen te hebben opgelopen zijn alle boeken per thema gesorteerd.
's Middags stond de Children’s Corner op het programma. Dit komt erop neer dat we spelletjes spelen met de kinderen. Deze keer was het niet op Yodep maar op een klein pleintje ergens buiten het dorp. Eerst met de kinderen liedjes gezongen en vervolgens met zijn allen spelletjes gedaan. Het laatste uur met je jongens gevoetbald. En ik moet zeggen dat die kinderen hier niet stuk kunnen. Ik liet er een struikelen, maar ze moesten alleen maar lachen dat hij onderuit werd gehaald door een Azungu en gingen weer door.
De leukste dag was eigenlijk nog de vrijdag. In de ochtend de weekevaluatie met de members van Yodep. Dit was niet zo boeiend, maar in de middag gingen we paardrijden op een tabaksplantage. Deze was van een Engelse familie die er al zo’n 50 jaar woonde. Onwijs aardige mensen. In paardrijden ben ik alleen niet zo goed, maar we werden wel uitgenodigd om in de weekenden vaker te komen en dan ook te komen zwemmen in hun zwembad.

Het is een vrij lang verhaal geworden en het begint hier al donker te worden dus ik moet maar weer eens weg uit dit internetcafe. Foto’s volgen nog want ik ben de kabel van de camera vergeten mee te nemen.

Tyonana! (tot ziens)

(origineel bericht op be-more.nl)