Ik kan je Lake Nakuru aanraden in Kenia. Er zitten miljoenen flamingo’s, ook veel pelikanen, storks (aaseters), en met wat geluk zie je de white rhino. Het stinkt behoorlijk maar ik vond het heel indrukwekkend, zo’n zee van roze beesten. Je kunt ook naar een uitkijkpunt toe, zodat je van bovenaf kunt kijken naar dat meer vol flamingo’s.
Voor zover ik weet kost dat geen entree. (Bij mij was het onderdeel van een meerdaagse safari in combinatie met Masai Mara).
flamingo’s Lake Nakuru
bok en pelikanen bij Lake Nakuru
witte neushoorn bij Lake Nakuru
Uitzichtpunt met op achtergrond de roze flamingo’s in Lake Nakuru
Meer foto’s van Kenia en Tanzania.
Zoals Nienke zei, is het Engels in Tanzania inderdaad niet zo goed. Sommige mensen spreken het wel een beetje, maar heel veel mensen ook niet. In Kenia is het stukken beter. Maar ik heb toch ook prima solo kunnen reizen in Tanzania.
Natuurlijk moet je ook een Swahili phrasebook meenemen en de begroetingen leren! Oudere mensen waarderen het erg als je hen op de speciale beleefde manier begroet zoals jonge mensen oude mensen horen te begroeten. Liefst ook nog raak je daarbij je eigen rechter elleboog aan met je linker vingers, terwijl je die persoon een (slappe!) hand geeft. Althans in Malawi en Tanzania geven mensen op die manier extra beleefd een hand, van Kenia weet ik het niet maar kun je eens kijken hoe anderen het doen.
En het is leuk om te onderhandelen met de getallen in het Swahili, vaak krijg je al waardering en een betere prijs doordat je het probeert.
Een Point It boekje kan anders altijd nog uitkomst bieden als je elkaar echt niet kunt verstaan (klik op het plaatje om te bladeren).
De bussen in Tanzania en ook wel in Kenia verschillen nogal qua kwaliteit, er waren maatschappijen die maar zoveel mensen aan boord laten als er stoelen zijn (die zijn meestal ietsje duurder maar nog steeds wel goedkoop). De allergoedkoopste maatschappijen en de bussen op korte stukjes proppen zoveel mogelijk mensen, zakken oogst, levende boerderijbeesten erin, ook in de gangpaden. In afgelegen gebieden heb je soms geen keus en rijden er alleen van die volgepropte bussen. Ach, het is een culturele belevenis!
Wat ik leuk vind is dat je bij veel tussenstops eten kunt kopen door het raam, gewoon vanuit je stoel. Bijvoorbeeld een gekookt ei en een klein papiertje met wat zout… wortels, bananen… Heb dus altijd wat kleingeld bij de hand. Als je een glazen flesje cola wilt kopen, willen ze meestal een leeg glazen flesje terug (statiegeld waard). Dus dat moet je dan toevallig nog hebben, of heel snel het flesje leegdrinken en teruggeven. 
Mocht het er toch nog van komen dat jullie een stukje noordelijk Tanzania meepakken: bij Lushoto schijn je erg mooi te kunnen wandelen in de bergen. Je kunt makkelijk aan de grens een visum krijgen. Tussen Uganda, Kenia en Tanzania zijn afspraken dat je met een Single Entry Visa toch weer het land in kunt ook al ben je naar een van die andere landen geweest. Maar als je naar een ander dan die drie landen gaat, vervalt je visum en heb je een nieuwe nodig. Een duidelijkere uitleg is vast wel ergens te vinden. 
Nog zomaar een ongevraagde fotografie-tip: in Afrika is de zon zo fel en staat 'ie zo hoog dat je de mooiste foto’s alleen kunt maken in de vroege ochtend (de uurtjes na zonsopgang), en de late middag (vanaf een uur of 16u). Op andere tijdstippen kan natuurlijk ook wel maar dan worden ze vaak overbelicht of krijg je rare schaduwen (bv. van neus) door de zon. Het kan wel helpen om in te flitsen: dus overdag ook flits gebruiken. Dat is bij het fotograferen van erg donkere mensen sowieso wel handig, anders heb je kans op een zwarte ovaal waarin je alleen witte tanden en ogen ziet maar verder weinig detail.
Veel plezier!