TONGA SOA eto MADAGASIKARA (Welkom in Madagaskar) door Willy Poelhekke

TONGA SOA eto MADAGASIKARA (Welkom in Madagaskar) door Willy Poelhekke

Verslag van een proefreis

Van 18 oktober tot 9 november 2012 hebben Mart, Peter en ik (Willy) onder leiding van eerstgenoemde een proefreis gemaakt door het oosten en midden van Madagaskar. Dit om te toetsen- met het oog op toekomstige reizen- of het bedachte reisprogramma voldeed aan de Fairweggistan- mix van cultuur, natuur en ontwikkeling(sprojecten).

Een paar wetenswaardigheden over Madagaskar
Madagaskar is een groot eiland (587.000 km2, iets groter dan Frankrijk, de voormalige kolonisator) ter hoogte van zuidelijk Afrika. Er wonen ruim 22 miljoen mensen en de bevolking is van gemengd Indonesisch- Afrikaanse herkomst. Aan de kusten overheerst het Afrikaanse element, in het hoogland het Indonesische. Het hoogland ziet er trouwens ook door zijn vele rijstterrassen in veel opzichten eerder Aziatisch dan Afrikaans uit. Het land telt 18 etnische groepen, waarvan de Merina in het centrale hoogland de grootste en invloedrijkste is. De helft van de bevolking is christelijk en er zijn vele kerken actief. De rest is overwegend aanhanger van de traditionele religie, waarin voorouderverering en taboes (fady) een grote rol spelen. Er is ook een kleine moslimminderheid. Het Malagassisch is de eenheidstaal van het eiland en Frans is de tweede taal.

Madagaskar behoort tot de armere ontwikkelingslanden en scoort laag op de Human Development Index. Vooral het inkomen per hoofd is zeer laag: 70% van de bevolking leeft onder het bestaansminimum. Na de staatsgreep van 2009, die onder meer tot gevolg had dat de meeste niet-humanitaire hulp werd opgeschort, is er sprake van economische stagnatie. We hebben tijdens de reis - naast de ‘normale’ verschijnselen van armoede en onderontwikkeling - vele schrijnende voorbeelden van verval gezien: ingestorte bruggen, lege en vervallen havens, gesloopte elektriciteitsleidingen… Daar komt bij dat de oostkust elk jaar geteisterd wordt door cyclonen, waarbij de schade slechts gedeeltelijk wordt hersteld. De hoop is gevestigd op vrije verkiezingen en herstel van internationale hulp en investeringen, maar diverse Malagassy die we gesproken hebben zijn sceptisch, onder meer vanwege de alom verbreide corruptie.

Ontmoetingen
Een van de leukste en interessantste aspecten van een Fairweggistan-reis vormen de (mogelijkheden tot) contacten met de bewoners van het land. Niet alleen met de gidsen, begeleiders, de vertegenwoordigers van de ontwikkelingsprojecten en het ‘netwerk’ van Mart, maar ook met de gewone Malagassy. Zo hebben we herhaaldelijk, onder meer tijdens onze driedaagse trektocht, overnacht in de dorpen en gegeten bij de mensen thuis en hebben we diverse keren letterlijk een kijkje in de keuken mogen nemen. Onze proviand voor onderweg kochten we bij de lokale voedselstalletjes. ‘s Avonds werd er dan ‘vanzelfsprekend’ voor ons opgetreden met zang en dans. Hoewel Malagassy vaak getypeerd worden als bescheiden en gereserveerd hebben we bij die vele ontmoetingen toch ook veel spontaniteit, vrolijkheid en (wederzijdse) belangstelling ervaren. En dat geldt natuurlijk altijd en overal voor de grote scharen kinderen in de dorpen.

Veel indruk maakt altijd het bezoek aan markten, ontmoetingsplaatsen bij uitstek: de georganiseerde chaos van de markten in de hoofdstad Antananarivo, in de havenstad Tamatave en in andere grotere steden; de bijzonder kleurrijke plattelandsmarkten van het Betsileo-volk; de jaarmarkten in de dorpen tijdens het fête des morts, waar van heinde en ver mensen, vaak zwaarbeladen, naar toe komen lopen.

Natuur en landschap
Madagaskar staat vooral bekend om zijn unieke flora en fauna. Door zijn geïsoleerde ligging is het grootste deel van de planten- en dierenwereld endemisch en komt nergens anders voor. Wel wordt deze eigen natuur sterk bedreigd door bevolkingsdruk en (over)exploitatie. Overal in het land zie je kaalslag en bosbranden ten behoeve van of als gevolg van landbouw, veeteelt, houtskoolwinning en mijnbouw. Primair regenwoud komt bijna niet meer voor. De echte natuur heeft zich grotendeels teruggetrokken naar een aantal nationale parken en (min of meer) beschermde natuurgebieden en reservaten, soms ook in een dierentuinachtige setting. Maar wat je daar dan, vaak van heel dichtbij, ziet is wel heel bijzonder. In de eerste plaats de vele soorten lemuren (of maki’s of halfapen), variërend van de luidruchtige indri’s, de sifaka’s, de door Mart gespotte, vrijwel uitgestorven, grote bamboelemuur tot de minieme muislemuur en de unieke aye aye (of vingerdier, vanwege zijn lange middelvinger). Daarnaast de vele soorten kameleons, die voor je ogen van kleur verschieten, de felgekleurde of juist goed gecamoufleerde kikkers, de giraffekever met zijn lange nek…… Hoewel ook veel vogelsoorten (zoals de paradijs vliegenvanger, de drongo, de vanga) uniek zijn, moeten wij de vogelaars onder ons teleurstellen: vanwege habitatvernietiging en jacht is er geen intensief vogelleven, ook niet op plekken als de lagunes bij de kust, waar je dat wel zou verwachten (maar dat lag ook aan het seizoen). Tijdens onze reis zijn we door zeer verschillende landschappen gekomen. Het grootste contrast was dat tussen het groene tropische kustgebied en kustgebergte en het veel kalere, vrijwel volledig ontboste en veel dichter bevolkte hoogland met zijn vele rijstterrassen. Rijst is trouwens - naast cassave, yams en bananen - het basisvoedsel van de Malagassy.

Veel indruk maakten onderweg de vele primitieve steenovens met hun zware arbeidsomstandigheden. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de steenhouwerijen langs de weg en voor de halfnaakte mannen, die op een draf lopend, loodzware planken van tropisch hout of zakken rijst over grote afstand vervoeren. Of voor de vele mannen, vrouwen en kinderen die goud zeven en wassen in de rivieren en plassen.

Het vervoer
Tijdens de gehele rondreis hadden we de beschikking over een luxe Nissan-Patrol 4WD, bestuurd door onze voortreffelijke chauffeur Rija. Vooral tijdens het eerste deel van onze reis langs de oceaankust en tijdens onze trektocht in het achterland van de kust hebben we ook gebruik gemaakt of moeten maken van soms minder comfortabele vervoermiddelen: met de motorboottaxi over het Pangalaneskanaal, met de boomkano (pirogue) over een lagune, met een wat grotere met ‘bomen’ voortbewogen kano over de rivier. Ook hebben wij enkele malen gebruikgemaakt van de alom aanwezige fietsriksja’s (daarnaast heb je ook de door één man getrokken pousse pousse). De in ons oorspronkelijke reisprogramma opgenomen en volgens zeggen spectaculaire treinreis van de hoogvlakte naar de kust kon helaas geen doorgang vinden, want de – blijkbaar enige - locomotief was al geruime tijd kapot (en bovendien staakte het spoorwegpersoneel).

Tijdens onze trektocht vormden de rivieroversteken een bijzondere uitdaging, zeker voor onze reisgenoot met hoogtevrees. We zijn rivieren en riviertjes al wadend overgestoken, via stapstenen en via boomstammen, al dan niet met touwen als reling (in één geval was de week tevoren de brug weggespoeld bij overstromingen als gevolg van een cycloon). En ook hulde aan Rija, die de riskante oversteek van een rivier met zeer steile oevers, met de auto op een met menskracht voortbewogen bamboevlot, tot een goed einde heeft gebracht. Vast onderdeel van een Fairweggistan-reis is minimaal één fietsdag. Onze fietstocht ging met ATB’s door het prachtige terrassen- en merenlandschap bij Antsirabe. Rija volgde ons daarbij (niet voor niets) met de bezemwagen.

Het onderdak
Onze slaapgelegenheden varieerden van zeer primitief tot comfortabel, voor ‘elk wat wils’ dus, waarbij soms een redelijke portie aanpassingsvermogen vereist was. We hebben overnacht in hutten of kamers zonder elektriciteit en/of met primitieve toilet- en wasgelegenheid buiten. Ook verbleven we een aantal keren in guesthouses van lokale organisaties of ngo’s. In Manakara met zijn broeierige, postkoloniale sfeertje van verval waren we de enige gasten in een hotel in aanbouw/renovatie. En tussendoor is het ook wel eens lekker om te verblijven in een comfortabele(r) accommodatie met wifi, zoals in de hoofdstad Antananarivo (Tana), in Fianarantsoa (Fianar) en bij Antsirabe (guesthouse Madalief, gerund door de Nederlandse Remi Doomernik. Een aanrader).

Het eten
Daar viel tijdens onze reis niet over te klagen. Natuurlijk konden wij het ons als ‘rijke’ vazaha’s permitteren om in betere eetgelegenheden te eten, waar een complete maaltijd met drinken trouwens vrijwel altijd onder de €10- kost. Maar ook tijdens ons verblijf in de dorpen hadden we weinig te klagen over de voor ons bereide maaltijden. In Anivorano (spreek uit: Anivrouw) werden de maaltijden ons voorgeschoteld door Madame Stéphane, de beste kokkin van het dorp! Onderweg aten we trouwens ook herhaaldelijk in ontbijtcafeetjes of lokale restaurantjes. Daarbij is het wel oppassen geblazen bij wat je eet. Ons gezelschap is dan ook niet helemaal gespaard gebleven van maag- en darmproblemen. Wat ons trouwens opviel zijn de enorme hoeveelheden rijst, die Malagassy, waaronder onze chauffeur Rija, zowel ’s ochtends, ’s middags als ’s avonds achterover kunnen slaan. Voor arme Malagassy zijn cassave en yams trouwens het basisvoedsel. Het lokale Three Horses Beer (THB) smaakte prima, tenminste als het koud te krijgen (was wat tijdens de trekking helaas nauwelijks het geval was) prima En één keer hebben we de hele voorraad frisdrank in een dorp moeten opgekopen.

De projecten
Onmisbaar onderdeel van de Fairweggistan-reizen vormt het bezoek aan diverse ontwikkelingsprojecten om zo de reizigers ter plekke te laten zien en te betrekken bij wat ontwikkelingshulp kan inhouden. We bezochten zowel vanuit het particulier initiatief (inclusief het maatschappelijk ondernemen van het bedrijfsleven) geïnitieerde en ondersteunde projecten als projecten van kleine en grote ngo’s. In Fairweggistan-stijl hebben we in het begin van onze rondreis bij ons bezoek aan het Nationale Park Andasibe geen gebruik gemaakt van het reguliere aanbod, maar ons laten rondleiden en informeren door mensen van de kleinschalige dorpsorganisatie Mitsinjo.

Onze trektocht, boottocht en overnachtingen in de dorpen achter de oostkust behoorden tot de initiatieven van het Centre Lambahoany in Tamatave voor de ontwikkeling van kleinschalig en duurzaam toerisme (sustainable tourism, tourisme solidaire). Het Centre wordt gerund door de Nederlanders George en Marcia. Tijdens deze tochten bezochten we andere door het Centre ondersteunde kleinschalige projecten, gericht op verbetering van de landbouwmethoden, waterbeheer en herbebossing. Op de thuisbasis van het Centre zelf, waar wij ook overnacht hebben, verzorgen George en Marcia cursussen en (zang en dans)optredens.

Een aantal malen werden we ‘op kantoor’ voorgelicht over de initiatieven en projecten van organisaties. Dat was het geval bij het ontwikkelings- en informatiecentrum van het CEDII (Centre d’ Echanges, de Documentation et d’ Information inter- Institutionelles) in Fianar, waar we ontvangen en gegidst werden door de charmante dames Stella en Baovola. En ook bij ons bezoek aan het regionale hoofdkantoor van ICCO in de hoofdstad. Ook heeft Remi Doomernik van ons guesthouse Madalief ons uitgebreid verteld over de activiteiten van haar Stichting Madalief voor kansarme kinderen.

Een onverwachte treffer was ons niet- geplande bezoek aan een groot woon-, werk- en opleidingscentrum in Vohipeno (onder het vervallen kuststadje Manakara), opgericht door en gerund door de Franse pater Emeric, Hij gaf ons een snelle rondleiding over het complex, waar ca. 400 wezen, gehandicapten, polio- en tbc-patiënten wonen. Het gaat hier om een mooi voorbeeld van inmiddels op moderne leest geschoeide en georganiseerde ‘traditionele’ ontwikkelingshulp.

Hoogtepunten in letterlijke zin waren de rondleiding door drie bedeesde jongedames (stageopdracht) door de bovenstad van Fianarantsoa en vooral de rondleiding in de bovenstad van Tana door professeur d’histoire Lucien, door wiens vrouw Roselyne we ook nog zeer gastvrij thuis zijn onthaald.

Enkele projecten kwamen door omstandigheden minder goed uit de verf. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de inkooporganisatie Coldis (Collecte et Distribution) in Manakara, die specerijen en ruwe honing opkoopt bij kleine boeren. Vanwege het seizoen was er tijdens onze komst echter weinig activiteit te bespeuren. Het biologische landbouwproject MBioD (Miharisoa Bio Development), dat we onder leiding van Baovola en begeleid door enkele van haar studenten bezochten, was helaas nog lang niet hersteld van de met opzet in het voorgaande jaar veroorzaakte bosbranden. Ook stond er een bezoek op het programma aan de dorpen van het Zafimaniry-volk, dat bekend is vanwege zijn prachtig versierde houten huizen (Werelderfgoed) en zijn houtsnijwerk. Onze rit naar de dorpen werd ten stelligste afgeraden vanwege activiteiten van bandieten onderweg (veediefstal, overvallen). Die bandieten zouden ook op de hoogte zijn van onze komst!

Epiloog
Tijdens de reis hebben we met onze gastheren, gastvrouwen en begeleiders leerzame en soms ook indringende gesprekken gevoerd over de projecten, maar ook over het dagelijks leven in Madagaskar en de vooruitzichten. Ook ‘onder ons’ hebben we het nodige gediscussieerd over de ins en outs en de impact van de diverse vormen van ontwikkelingshulp, over ‘oude’ vs. ‘nieuwe’ vormen, over kleinschalig vs. grootschalig, over particulier vs. ngo’s/ overheden. Gespreksthema’s waren bijvoorbeeld ook de kansrijkheid of duurzaamheid. Of de meerwaarde die ons bezoek aan de projecten al dan niet heeft voor de lokale bevolking. Een aantal keren passeerde het begrip wederkerigheid of wederzijds profijt de revue, ook tegen de achtergrond van de indruk dat het huidige Nederlandse ontwikkelingshulpbeleid vooral gericht is op het Nederlandse profijt. Een ander onderwerp was bijvoorbeeld het opkopen van grote stukken land door grote buitenlandse bedrijven en ook staatsondernemingen voor de productie van industriële landbouwgewassen of de afgifte van grote mijnbouwconcessies, zoals dat inmiddels in vele Afrikaanse landen plaatsvindt. En natuurlijk hebben we ons reisprogramma als zodanig geëvalueerd en aanpassingen voorgesteld om de trip naar Madagaskar voor nieuwe Fairweggistan-reizigers aantrekkelijker te maken.

SOAVE DIA- BON VOYAGE