Ach, waar zal ik beginnen, ik zit deze week min of meer ziek thuis, dus ik heb de tijd.
Begin 1974 had ik mijn vrienden en familie verteld naar India te gaan.
Hoe dat ooit bij mij opkwam weet ik ook niet. Toen mijn werk afliep in augustus/september moest ik mijn plannen wel omzetten naar daden, ik had het immers lopen rondbazuinen. (ook om druk op mezelf te zetten) Een grote kaart van Azië, een geleende slaapzak, US $600 American Express traveler cheques, wat kleren, kleine spulletjes en een beschermheilige van mijn moeder waren ingepakt in mijn rugzak. Op 10 oktober 's ochtends in bed besloot ik te vertrekken. De hele week had ik liggen twijfelen.
Ik vroeg mijn moeder (ik woonde nog thuis) mij met de auto weg te brengen naar Zoeterwoude (ik woon in Leiden) om daar een mooie liftplek in te nemen met als eerste doel Duitsland. Onderweg in de auto liet mijn moeder de tranen lopen want zij dacht ‘die zie ik nooit meer terug’. Zo ging ik weg.
Liftend naar Istanboel, want Europa is duur.
Het mooie van het reizen toen was dat iedereen elkaar onderweg op de hoogte bracht van dienstdoende zaken, zoals waar je wel of niet moet overnachten, tips, restaurants etc. Waar je voor moet oppassen.
De route naar India lag min of meer vast. (Istanboel, Tehran, Herat, Kabul, Peshawar, Lahore, Amritsar, Delhi en verder)
Istanboel, met de beroemde Pudding Shop (bestaat nog steeds) op Sultanahmet was de ontmoetingsplaats voor reizigers. De freakbusjes (oude Volkswagenbusjes) en de Magic Bus stonden voor de deur (deze bracht je, als je zou willen voor $ 100 naar New Delhi, of voor $ 75 naar Kabul)(of naar Kathmandu)
In de Pudding Shop kwamen alle reizigers van en naar India samen, er liep al jaren een hippieroute. Daar kreeg je tips!
De route liep verder door naar oost Turkije (bus, trein), liftend vanaf Erzurum naar de grens met Iran, daar kreeg ik 's avonds een lift van 2 Duitsers in een VW. Ikzelf heb de nacht gereden tot ver richting Teheran. Dan gaat het verder naar Masshad, Herat en Kabul. Dit is de route. En onderweg krijg je in deze plaatsen je nodige informatie.
Als je met de bus aankwam in Kabul werd je belaagd door 10tallen kleine jongetjes die je in het Engels, Duits of het Frans belaagden om vooral met hun mee te gaan want het hotel waar zij je naar toe brachten was immers het beste. Herkenbaar? In Afghanistan ben ik enkele weken gebleven, ook vanwege de hasjpret. En Afghanistan was een heel erg leuk land met een vriendelijke bevolking!
Dan ga je verder richting Pakistan.
Je hebt dan de keuze uit de Afghaanse en de Pakistaanse busmaatschappij richting Peshawar.
Om deze dagelijkse route vooral leuk te houden voor de chauffeurs, houden ze onderling een wedstrijd wie er het eerste op de bestemming aankomt. Duivelse inhaalpartijen wanneer het echt niet kan, langs afgronden op onverharde wegen in de Khyberpass. Levensgevaarlijk maar geweldig en zoals je ziet: onvergetelijk.
Maar ik ben er nog steeds.
Juist deze ervaringen maken het meeste indruk in je leven.
Laatst hoorde ik Adriaan van Dis zeggen dat als je reist je de bus moet nemen met het ‘loszittende wiel’. Dit klinkt natuurlijk bizar maar het is wel de essentie van het reizen. Tegenwoordig worden alle denkbare problemen, obstakels, onvolkomenheden thuis al weggefilterd. Elke onverwachte gebeurtenis wordt ervaren als niet leuk. De hotelkamers zijn al bekend, alle reisschema’s staan al vast en zelfs is al bekend wat er wordt gegeten in dat bepaalde restaurant. En juist de onverwachte gebeurtenissen maken een reis bijzonder leuk (kan ook ellendig zijn, natuurlijk)
Ik begrijp ook wel dat de tegenwoordige reizen aan een tijdschema vastzitten (vliegtickets bv of werk) en dat er veelal weinig meer te improviseren is, maar toch.
Zelf had ik toen de tijd, geen geld, nu is dat omgekeerd. Tegenwoordig is voor mij ook het avontuur veel minder geworden.
Via de grens Pakistan/India naar Amritsar, met de beroemde Gouden Tempel en dan naar Oud Delhi waar ik 's ochtends heel vroeg aankwam op het station. Achterop een rikshaw van oud Delhi naar de Paharganj in New Delhi. Ik was moe van de nachttrein, het was koud (december ondertussen) maar wat was dit mooi!!! Dit was India! In het half donker zie je de Indiërs met sjaaltjes om hun hoofd, gehurkt bij een vuurtje hun handen zitten te verwarmen, of ze zitten te poepen.
De koeien, het ontwaken van de stad, de geur, de rook, de opkomende zon met z’n prachtige kleuren, al deze indrukken achterop de rikshaw maakte een onuitwisbare indruk op me. Ik voelde me net Alexander de Grote.
Wat ben ik van India gaan houden.
Hierboven beschrijf ik de eerste 2 maanden.
De bekende cultuurshock is er niet want je komt heel geleidelijk op de plaats van bestemming.
Het klinkt achteraf allemaal spannend en avontuurlijk en leuk maar er gebeurden ook vervelende dingen natuurlijk, zoals zonder geld komen te zitten en dan voel je je echt miserabel.
Ik weet ook nog dat ik in het begin op the Connaught Place een Chinees restaurant ontdekte. Met mijn naïviteit en Hollandse denken bestelde ik daar een nassi en verbaasde me erover dat ik een lassi kreeg (yoghurtdrank) Ja, je leert een hoop, door de jaren.
Zo, nu stop ik maar, ik kan eindeloos doorgaan.
Je brengt wat los met nostalgische reisverhalen op de reissite.
De eerste reis heeft echter wel de basis gelegd voor al mijn latere reizen, leven en denken. Het is ook het belangrijkste geworden in mijn leven en ik zal doorgaan tot het echt niet meer kan. Over 2 jaar is het 40 jaar geleden en ik denk erover om maar weer eens die kant op te gaan. Maar allemaal veel luxer, ik ben dan 60 jaar.
Gisteren heb ik nog een stuk geschreven over mijn eerste bezoek, in 1977 aan Bangkok. Thailand was echt het verre oosten. Goh, wat was dat ver!
In 1994 bezocht ik Vietnam en Angkor Wat. In Angkor zijn we (samen met mijn vrouw) in totaal, in al die tijd, 2 Nederlanders (ook op een gehuurde motorfiets) en een Duitser tegengekomen. Geen hond te bekennen in Angkor. Overal stonden nog rode bordjes met waarschuwingen voor mijnen. Nu gaat Neckermann naar Angkor Wat, neem ik aan.
De tijd en het reizen zijn veranderd.
In 1977 was Thailand heel erg ver. Ook bijna het enige land wat te bezoeken was in ZO Azië.
Vietnam smeulde nog na en een paar honderd kilometer van Bangkok was Pol Pot bezig zijn eigen bevolking uit te roeien.
Nu is ZO Azië een vakantieparadijs en de geschiedenis heel ver weg.
Zo, genoeg.
Wordt wellicht vervolgd.
dick