Reisverhaal: Jordanië En Syrië

Bij Djoser is het de gewoonte dat er elke dag door de reizigers een stukje in het dagboek wordt geschreven. Hieronder het relaas van een 15-daagse groepsreis naar Jordanië en Syrië.

Jordanië / Syrië van 18 maart 2001 tot 1 april 2001

18 Maart.

Om 11.15 uur vlogen we van Amsterdam naar Amman , daar moesten we 7 uur wachten op de vlucht naar Damascus. We kregen een dagkamer in hotel Alia, gelukkig reisde er een begeleidster van Rosetta mee en werd het voor ons wat duidelijker, en wisten we dat dit kamer met diner was. Om 22.00 uur werden we weer opgehaald in het Alia hotel ,terug naar het vliegveld, daar vertrokken wij met vertraging om 00.15 uur. En met een tussenlanding van 1 uur in Beiroet kwamen we in Damascus aan. Daar stonden Olaf en Esther op ons te wachten. Om 5.00 uur waren we in het hotel en konden we gaan slapen, bekaf van deze vermoeiende reis.

Marij

19 Maart.

Wake-up call 10.00 uur , het was niet lang, maar toch wel goed geslapen. Om 11.00 uur houdt Olaf zijn inleidings-praatje en legt van alles uit. Daarna gaan we gezamenlijk de stad in. We komen langs de rivier Baradas, die door Damascus stroomt, en ontspringt in het Anti Libanongebergte. Het stinkt daar geweldig er liggen dode dieren in, dan gaan we naar het Mausoleum van Saladin. De dames worden gehuld in een groene cape met capuchon en zo bezoeken we de Omaijaden moskee. Als we de Iran moskee bezoeken krijgen de dames een zwarte cape aan.
<IMG SRC=image/ww.reisverslag.jorsyr1.gif ALIGN=RIGHT>

Na samen koffie gedronken te hebben ging ieder zijn eigen weg. Wij zijn terug gegaan naar de Omaijde moskee en hebben door de Souks gelopen. 's-Avonds samen gegeten en daar was een Derwitz danser , erg mooi. Morgen wake-up call 6.30 uur op weg naar Palmyra.

Pieter en Marij.

20 Maart.

Vandaag om 6.30 uur opgestaan, ontbeten en de koffers weer ingepakt. Vervolgens zijn we om 7.30 Uur naar Palmyra vertrokken, de stad van de palmen, een oase midden in de Syrische woestijn. Onze Syrische gids, Hussein, heeft ons meteen aan het werk gezet. We kregen allen een A4-tje met daarop ‘Arabisch voor beginners door Hussein’. Hierop stonden uitdrukkingen als “goedenmiddag” en “nee, dank je”[veel gebruikt] vertaald naar het Arabisch, hard aan de studie dus.

De busreis naar Palmyra ging over een afstand van 240 km en duurde ongeveer 3 uur. We zagen veel woestijn, een paar Bedoeien tenten en nog meer woestijn. Onderweg zijn we gestopt bij cafe-Bagdad voor een kopje koffie. Toch apart, zo’n cafe eenzaam midden in de woestijn.

In Palmyra aangekomen hebben we een graftoren en een graftombe bezocht. Hier lagen de overledenen van Palmyra. Wanneer men niet genoeg geld had voor een eigen plek, kon je ook een plek huren. Hierna hebben we de tempel van Bel bezocht, Bel was de Babylonische uitspraak van Baal , watopperste meester betekent. Dit was dus de oppergod, zoals Zeus voor de grieken en Jupiter voor de Romeinen.

's-Middags konden we zelf onze tijd indelen. Om 5 uur hebben we ons in het hotel verzameld en zijn we met een lokale bus naar een oud Arabisch kasteel op een berg gereden, alwaar we de zonsondergang hebben aanschouwd.

's-Avonds hebben we weer onze eigen tijd ingedeeld. Morgen om 7 uur worden we weer gewekt en om 8 uur rijden we naar Aleppo, een reis van 5 uur!

Truus en Jeroen.

21 Maart

Om 8 uur vertrek vanuit Palmyra richting Aleppo. Een tocht dwars door de woestijn en een gedeelte over De autoweg. [350] Na ruim 'n uurtje rijden even stoppen, waar onze gids ons thee aanbiedt met daarbij heerlijke sesamkoekjes.

Weer verder door het droge woestijnlandschap naar onze volgende onderbreking, die tot onze grote verrassing uitkomt bij een bedoeinentent, waar we zeer gastvrij worden ontvangen. De vrouwen nodigen ons vol trots uit om binnen te komen en willen poseren in hun keuken voor foto’s. Het ziet er opgeruimd schoon en gekleurd uit. De vele kindertjes nemen onze snoepjes dankbaar aan en vragen zelfs om balpennen.

We rijden verder en ontdekken dat de woestijn niet louter uit steentjes en zangkorrels bestaat, maar ook prachtige kleurige bloemenveldjes heeft,Paarse, witte, gele bloemem ja,zelfs rode tulpjes staan in bloei. Onze gids brenget ons bij 'n familie die wonen in z.g. “bijenkorfwoningen”. De ruimtes zijn circa 14 mt hoog en heerlijk koel. We mogen rustig onze foto’s maken. Zeer gastvrij. En blijheid stralen deze bedoeïnen uit.

Rond half twee maken we 'n stop voor de lunch, heerlijk in de tuin gegeten. Dan nog 'n uur rijden naar ons hotel in Aleppo. Bij 't binnenrijden 'n mooi zicht op de citadel. Een drukke stad, met lawaaïerig verkeer. Snel de koffers op onze kamer en met onze begeleider de stad in richting Citadel en de soeks. 's-Avonds heerlijk gegeten in ons hotel. Voor morgen een vrije dag in Aleppo.

Agnes en Ad.

Aleppo, donderdag 22 maart 2001.

Het is alweer 3 jaar geleden, dat ik het genoegen had, om in het beroemde Djoser-dagboek te mogen schrijven. Dat was tijdens onze Mexico/Guatemala-reis [30 dgn, sept 1998]. Als ik aan Djoser denk, dan moet ik als eerste aan het dagboek denken. Dat is een gebruik, wat ik alleen bij Djoser ben tegengekomen en waarin Djoser zich in positieve zin van andere reisorganisaties onderscheidt. Zo’n dagboek wordt later nog vele malen herlezen en kan ook heel goed als naslagwerk dienen.

Vandaag de eerste echte vrije dag in deze reis. Dus lekker rustig aangedaan vandaag en naar eigen inzicht en in eigen tempo besteed in deze drie miljoen inwoners tellende stad. Na het ontbijtbuffet in het heel mooi gesitueerde Tourismhotel [door de lonely planetgids van harte aanbevolen; “the rooms are worth every last pound”] zijn we meteen aan de wandel gegaan. Als je naar aleppo komt moet je de Citadel en de soeks gezien hebben . De souks zijn de grootste van Syrië en hebben een totaal oppervlak van meer dan 12 vierkante kilometer. Tijdens onze wandeling werden we regelmatig door schoolkinderen aangesproken, die dan vroegen of wij een foto van hun wilde maken. Normaal gesproken zou ik me afvragen wat voor lol ze daar aan beleven, de toerist maakt de foto, gaat weg en de foto krijgen ze nooit te zien. In dit geval was het anders,omdat we naast ons toestel voor de dia’s en de camera voor de gewone foto’s ook nog een digitale camera bij ons hadden, waardoor de kinderen meteen de gemaakte foto’s konden bewonderen op de display. Toen ze dit in de gaten kregen, werd de groep kinderen die op de foto wilden al maar groter. Toen Cittra ook nog snoepjes ging uitdelen, was meteen het hek van de dam en liep het bijna uit de hand omdat de groep kinderen inmiddels dermate groot geworden was, dat het zelfs tot verkeersopstoppingen geleid had! Toen de snoepvoorraad op was zijn we meteen de souk ingelopen om onze voorraad snoepgoed en balpennen aan te vullen. We voelen ons af en toe net ontwikkelingswerkers, die hier hulpgoederen komen uitdelen. We hebben hier in Syrië in iedergeval met hele spontane, beleefde en vooral dankbare kinderen te maken. Op deze manier hebben we veel eer van ons werk.

Natuurlijk zijn we op de souks ook nog naar spulletjes voor onszelf wezen kijken en kopen. Deze Aleppo souks zijn heel mooi op productgroep ingericht, schoenen bij schoenen, slagerijen allemaal bij elkaar etc. De favoriete afdeling van Cittra was natuurlijk die van de juwelen. Haar oog was gevallen op een hele mooie 21 karaats gouden ring met een mooie steen [Lapis]. De prijs was 3500 syrian pound, maar Cittra wilde er maar 2000 aan uitgeven. De afdalings prijs bleef steken op 2300. Dat was de bodemprijs. We zouden er over nadenken en gingen een plek buiten de souks zoeken om een verlate lunch te houden.

We zijn toen alle terrasjes die uitkeken op de Citadel voorbij gelopen en kwamen toen in een straat vol met kleine [joodse] zaakjes die allemaal van die heerlijke kippen aan het spit verkochten. Bij de aanblik van al die bruin geroosterde kippen met bijbehorende geur liep het water mij in de mond. We besloten dan ook om elk een halve kip met patat te bestellen en een liter koude cola. We kregen er ook nog elk 2 warme pannekoekbroden bij en een heerlijke saus. Dit alles samen voor de ongelooflijke prijs van 160 Syrië pond, nog geen 9 gulden. Helaas hadden ze geen zitgelegenheid en zijn we [samen met andere Syriërs] in het park daar tegenover in het zonnetje gaan picknicken. Toen we halverwege onze luch waren, kwamen er 2 zwerfjongetjes naar ons toe, met het verzoek of ze ook wat te eten mochten hebben. Toen heeft Cittra haar 2 pannekoekbroden afgestaan met wat kip en ik heb ze een bekertje cola ingeschonken. Ze hadden de tijd van hun leven en binnen de kortste keren hadden ze alles gegeten en gedronken. Toen heb ik op hun verzoek nog foto’s en video-opnamen van ze gemaakt met de digitale camera en dat vonden ze helemaal te gek natuurlijk. Even later zagen we ze een pakketje uit de vuilnisbak halen. Ze maakten het open en tot onze grote verbazing en walging gingen ze de weggegooide etensresten uit de vuilnisbak opeten! Stukjes kipkluiven die door wildvreemde uitgespuugd waren zaten zij verder te kluiven en op te eten! Toen we klaar waren en alles netjes in een plasticzak gebonden hadden vroegen ze ons of zij onze afvalzak mochten hebben. Wij hebben ze toen gezegd dat ze geen afval van anderen mochten oprapen en opeten. Ze knikten begrijpend en liepen weg. Toen gooide wij onze afvalzak in de afvalton en liepen weg. Toen we nog even achterom keken, hadden de jongens [ze waren inmiddels met z’n drieën] de vuilniszak er reeds uitgevist en renden weg. Later werden ze door 2 jongens van onze vuilniszak beroofd. Die renden er mee weg om op een rustige plek verder ons afval te nuttigen. Afschuwelijk was dat om te zien. Dat kinderen hier in Syrië zo letterlijk van de straat moeten eten, omdat ze gewoon honger lijden en in grote armoede moeten leven. Tot nu toe dachten wij dat er hier in Syrië geen echte armoede te zien was, dat komt voornamelijk omdat iedereen hier redelijk goed gekleed is t.o.v. bijv. de kinderen in arme derde wereldlanden. Schijn bedriegt dus.

We zijn toch nog terug naar de souks gegaan en hebben een mooie ring op de kop getikt. Het is niet die van 2300 S.P. geworden, maar een 21 karaatsgouden ring met een mooie grote turquoisesteen. Vraagprijs was 5300 en hij wilde niet beneden de 2500 zakken. Toen we wegliepen riep hij ons nog na; okay 2300,2000,1900,1800… we zijn teruggelopen: je zei 1800? Dan is ie verkocht!

's-Avonds hebben we heerlijk gesmuld van het uitgebreide buffet in het hotel. Vooral het uitgebreide dessertassortiment vond bij iedereen gretig aftrek. Na het avondeten nog een leuke avondwandeling gemaakt en daarna nog de belevenissen opgeschreven van deze enerverende dag!

Cittra en Andrew

Van Aleppo naar Lattakia; vrijdag [is zondag] 23 maart 2001.

De nieuwe buitenwijken van Aleppo doe denken aan Zuid-Europa met hun bomen omzoomde boulevards. Door een heuvellandschap van ontzettend veel stenen komen we aan bij de tempel van Simeon. Gesticht in de 5 de eeuw en later steeds verder uitgebreid tot een complex van 5000 vierkante meter. Simeon was christelijk en had veel aanhangers. Mensen kwamen van heinde en verre voor de zegen en healing. Een vroege Jomanda. De schoolkinderen probeerden hun engels in praktijk te brengen. Ze zijn erg spontaan en soms wat opdringerig, maar nooit echt vervelend. We troffen daar ook een Nederlands stel. In 3 weken hadden ze geen landgenoten gezien. Ze gingen in 4 weken op de fiets door Syrië.

We moeten weer verder en zien nu ook zeer vruchtbare valleien tussen de bergen. Het is nu groen en dus begint het te regenen. Het voordeel is dat we de bloeiende amandelbomen, brem Mimosa en sinaasappelbomen zien. We hebben echt geluk, want gedurende de picknick is het droog, met een zonnetje. Hoessein had inkopen gedaan en het was heerlijk . Daarna hadden we ons mooie weer echt versnoept en in overleg stellen we het bezoek aan het kasteel van Saladin uit tot morgen. Het is toch al een geluksdag, want onze lunch is gratis, omdat Hoessein weer vader gaat worden. We willen Lattakia ook bezichtigen. Met 6 man in een taxi en naar de haven. We moeten naar binnen vluchten, vanwege zwaar onweer. We maken er een heel gezellige avond van met 3 stellen en hopen morgen op beter weer.

Jan en Tity

Tocht van Lattakia naar Hama.

Er is iets mis met mijn ingewanden. Het eten of toch de alcohol? Het was toch zo heerlijk die duitse halve liters en daarna de Syrische retsina, wel wat stroperig. Deed dat mij dan de das om? Slikken dan maar van die witte pillen. Pieter leeft tenslotte ook nog. Ik heb de w.c. al een aantal malen bezocht en ben het met Jan eens dat wij hier als beunhazen nog heel wat zouden kunnen verdienen in de bouw. Geen spijker zit hier recht in de muur, zoals geen enkel stopcontact recht aangebracht is. De deuren sluiten niet of moeilijk. De douche is ook iets heel aparts. Het is duidelijk dat Syrië heel lang vriendschapsbanden heeft gehad met het bankroete Rusland. Een voordeel is wel dat we in het hotel onze conditie hebben kunnen opkrikken omdat een lift ontbrak, 2 sterren dus. Bij het ontbijt worden we opgewacht door een slaperige doch schone jonkvrouw die eigenlijk niet goed weet wat ze achter het ontbijtbuffet moet doen. Ze geeuwt vermoeid, is haar vriend te lang gebleven? En mag dat eigenlijk wel hier? Ze schenkt vermoeid mijn thee in, ik krijg ook wat suiker. Ze roert met ruime gebaren de thee door, maar het lepeltje neemt ze terug. Ziet ze me aan voor een ekster. Beknibbelen op het servies.

Mooi op tijd draait onze chauffeur de boulevard op. We knipogen nog even naar vader en zoon Assad, bezoeken de hoge kust, turen de zonovergoten meerkleurige zee af maar richten dan gedecideerd de neus richting Saladin’s kasteel. Bij aankomst op de centrale parkeerplaats worden we in een wrakke lokale bus gepropt die ons eerst tollend omlaag en daarna zwiepend omhoog en omlaag slingert tot in de kloof onder de verdwenen ophaalbrug. Tijdens de reis klinkt menig schietgebed. Ik stel me gerust met de wetenschap dat de problemen hier snel verholpen zijn. Binnen 3 uur ben je in dit land gekist en begraven. Djoser zorgt wel voor de berichten naar het thuisfront.

De burcht is opnieuw een belevenis al hebben we al heel wat moois gezien. De douche van Saladin, de stallen van de paarden,de donjons. Maar de sensatie is toch de waterkelder, de voorraad voor 3000 verdedigers. Hoessein vraagt ons in deze ruimte een lied te zingen. Schroom of iets anders houdt ons tegen. Hijzelf de zang aan van een muezzin. Het is fantastisch, we luisteren ademloos en verlaten bekeerd de waterplaats. Buiten bij de kloof verleidt hij ons wel onze namen te echoen. De weg terug geeft meer vertrouwen hoewel ook deze bus zucht en kraakt in de bochten.

Er volgt een tocht door de heuvels en de hooggebergten. Prachtige bloemen en boompartijen. De sinaasappels kunnen we bijna plukken. We gaan wisselend de mist in, het blauw en opnieuw de koude nevel. Op de top waaien we uit. Een wijds panorama strekt zich voor ons uit. We zakken dan 1400 meter naar de vlakte in een deken van groen en water. Jeroen meent het paradijs binnen te rijden, waar is Adam en waar Eva. We lunchen in het paradijs waarbij Hoessein zijn kunsten vertoont bij het maken van een keur van Syrische sandwiches. Wij staan als schoolkinderen in de rij wachtend op onze beurt. Wanneer we klaar zijn rent een jonge stier brullend langs. Hij maakt het geluid van een brouwer wat Jan aanleiding geeft uit te leggen wat een brouwer in Friesland eigelijk is. We gaan weer terug in de bus, Hoessein houdt een agressieve bedelaar buiten.

Door de velden naderen we een hoog gelegen stad. De laatste attractie van vandaag. De langste straat uit de oudheid. Bij iedere stap voel je de geschiedenis onder je door gaan . Moe doch voldaan stappen we in Hama uit de bus. De dag is nog niet over maar de lucht is er even uit. Op de vierde verdieping van ons hotel is er thee. Vanavond nog de waterraderen.

Huub [en Lidwien]

Zondag 25 maart

Het was weer vroeg opstaan en Olaf heeft gelijk; om 8 uur in de bus is om 8 uur in de bus en niet zoals bij ons het brabants kwartiertje. We gaan nu van Hama naar Damascus waar we 2 nachten zullen blijven. Het landschap is weer geweldig en de zon schijnt. We bezoeken vandaag Krak des Chevaliers. De koerden hebben hier eerst een kasteel gebouwd, maar toen de kruisvaarders kwamen en de burcht innamen bouwden ze zelf een kasteel. Het krak werd bewoond door 4000 soldaten en veel paarden. Niet dat ik ze zelf heb geteld maar dit stond in het boek van Jeroen. Wat ik wel met eigen ogen heb gezien was, dat het een prachtig en groot kasteel is met een mooi uitzicht over de vallei van Homs. Na dit bezoek weer terug in de bus. We zagen onderweg tot onze verbazing sneeuw op de bergen van Libanon liggen.

Hierna hebben we Ma’aloula bezocht. Een dorpje hoog tegen de rotsen geplakt lijkt wel. Dit is heel bijzonder om te zien. Ma’loula betekent “ingang” en ligt in een rotsachtige kloof op 1500 meter hoogte en circa 54 km. Van Damascus. Hier spreekt men nog aramees,de taal van Christus. De meeste inwoners zijn hier christelijk [grieks orhodox en grieks katholiek]. Maar eerst hebben we heerlijk geluncht en de toiletten bezocht. Ik zat bijna bij Pieter op schoot, want de toiletten gaan daar nl. niet op slot. Met de bus zijn we naar boven gegaan en hebben daar een kerkje bezocht. Hier werd in het Aramees gebeden.Een prachtig kerkje met mooie iconen. Daarna door een kloof gelopen die ontstaan is naar men zegt door de h. Thekla die god aanbad om door de rots te mogen gaan . En ja hoor de rots splitste zich in tweeën. We hebben hier dus ook maar gebruik van gemaakt en uit dank hebben wij haar graf bezocht en wat foto’s gemaakt. Daarna zijn we door een mooi woestijn landschap naar Damacus gereden en weer van ons vertrouwde hotel gebruik gemaakt.

Truus.

Dinsdag 27-3-2001 naar Amman.

Vandaag wacht ons een enerverende dag. Vertrekken uit Damacus om via Bosra en Jerash in Amman aan te komen. We hebben vernomen dat daar de Arabische top plaats vindt, dus houden we rekening met zware bewaking en enige vertraging. Later zal blijken dat dit erg mee zal vallen.

De eerste tussenstop [en de laatste in Syrië] vindt plaats in Bosra. In deze plaats bevindt zich het oudste theater ter wereld en blijkt nog zeer gaaf te zijn. Een prachtig bouwwerk dat waardering afdwingt van de bouwers van dit meesterwerk. De oude stad van Bosra toont evenzeer een rijk en lang verleden. Een in het zwart geklede rochelende oude dame, brengt ons nog meer in de sfeer van dit “rijke” verleden. De laatste souvenirs gekocht, waaronder Syrische fluiten en dan op weg naar de grens met Jordanië.

Aan de Syrische grens nors kijkende douaniers en even verderop vrolijk lachende collegae. Ondanks de eerder in de week gevierde “dag van de Arabische eenheid” zijn er bij deze grensovergang maar liefst 5 checks nodig, voordat we verder kunnen rijden. In de strook niemandsland treffen we een grote hoop autowrakken, welke een wat vreemd beeld geven over ons welkom in Jordanië. Maar al snel merken we de verschillen tussen Syrië en Jordanië, welke in het voordeel van Jordanië uitvallen. Betere wegen, nieuwere auto’s, mooiere huizen. Minder rommel op straat en veel meer structuur in het verkeer. Bij de grens hebben we afscheid genomen van onze Syrische gids Hoessein en deze word direct vervangen door een Jordaanse gids die meteen, met enthousiasme, zijn kennis over Jordanië begint te spuien. En dat is heel wat, zou later zou blijken. Toerend door noord Jordanië, doet het landschap ons denken aan streken in Frankrijk [de provence] of Italie [toscana]. Een lieflijk glooiend landschap met veel begroeiing en veel bloemen.

De eerste stop in Jordanië brengt ons in de plaats Jerash, het antieke Gerasa, het Pompeji van het midden-oosten. Dankzij de grote collonnadeweg, 2 tempels, 3 theaters en verscheidene kerken is deze plaats, na Petra en Palmyra, een van de mooiste en best bewaard gebleven bezienswaardigheden uit de regio. Tot op heden is het nog niet duidelijk wanneer deze stad is gesticht. Geleerden noemen de periode vierde tot tweede eeuw voor Christus. Vondsten hebben aangetoond dat deze streek al 6000 jaar voor Christus bewoond werd. Na deze unieke antieke stad, op naar Amman, waar we vlot arriveren, zonder enige oponthoud i.v.m. de Arabische top.

Ad en Agnes.

28-3-2001

Vandaag zijn de woestijnkastelen en Amman aan de beurt. De dode zee verschuiven we naar morgen, zodat we een hele middag in de stad kunnen zijn. Truus gaat niet mee de woestijn in, want ze is nog steeds ziek. Ellende voor haar. De woestijnkastelen liggen ten oosten van Amman [50km]. Het eerste is een soort lustoord, jachtslot geweest van een privé persoon. Alleen de hamman en de ontvangsthal is overgebleven, overigens in uitstekende staat. De fresco’s op de muren en plafonds laten ons de dieren [jacht] en de kalief met gezinsleden of v.i.p’s zien. In de hamman zijn het vaak blote dames en een complete sterrenhemel. Dit slot moet wel privé geweest zijn, want de islam is zeer streng [achtste eeuw]. De tweede is een karavanserai geweest. Plaats voor paarden en kamelen. Beneden zijn er simpele kamers voor het gewone volk, boven zijn een aantal flats, ieder met z’n eigen versieringen. Die waren voor de “bobo’s”. Na een kopje thee in de bedoeinetent gaan we terug naar ons hotel voor een korte siesta.

Amman is pas in 1920 hoofdstad geworden en heeft geen oude souk. Wel is er nog een amfietheater en Citadel. Ne Aleppo en Bosra valt dat wat tegen. We willen nu eerst wat eten, maar waar? Ons oog valt op het woord cafetaria in een klein steegje. Vooruit eerst zien. Na een onooglijk entree en trappenhuis komen we in een keurig restaurant met…een terras! Geweldig, precies wat we zoeken. De eigenaar maakt voor ons op verzoek een omelet, heerlijk. Nog nagenietend zien we Huub en Lidwien lopen. Het verkeer maakt te veel lawaai om ze te roepen, maar onze gastheer gaat als een speer hun achterna. We hebben een uur of twee daar doorgebracht. De boss zijn familie komt uit het zuiden van Rusland. Na veel heibel met de Armenen zijn ze naar Jordanië gekomen en moslim geworden. Nog steeds hebben ze contacten met hun chistelijke familie in Rusland. Nederland was bij hem echt wel bekend. Een broer had hier een fotografie-studie gedaan in Boskoop. Hier hadden wij nog nooit van gehoord [wel een bomenstudie]. Nu heeft hij een zaak in Chicago. Uiteindelijk moesten we opstappen, jammer maar helaas. Toch kregen we [de dames] een speltje en allemaal gratis koffie. Huub zal hem t.z.t. een vlag sturen, zodat zijn zaak wat meer zal opvallen. Of hij dat zal doen ,is de vraag, want hij wil het klein houden.

Bij ons hotel is de prachtige "king Abdullah moskee. Wat nu volgt is TOP-SECRET!!! De bewakers lieten ons binnen en we kregen een rondleiding. Beneden in het museum en het parlement. 's- Middags is op t.v. het verslag geweest van de Arabische top, die hier wordt gehouden. Vervolgens de trappen op en in de mannen moskee. Prachtig, zo mooi gemaakt. De koepel is grandioos. Het tapijt komt uit Egypte. Via een speciale deur komen we in de koninklijke zitkamer, met daarnaast de Badkamer. Wastafel+ w.c.'s en een voetenwasbak. Enorm groot en speciaal voor moskee bezoek. Toen gingen we naar de vrouwen moskee voor max. 1000 vrouwen. De rest blijft achter het aanrecht. Hier spreekt de imam niet, via luidsprekers kunnen de vouwen alles volgen. De 2 minaretten zijn 80 meter hoog, de koepel van de mannen 40 meter. Die van de vrouwen is dan wel erg nietig. Wat een discriminatie. Dit hele complex is geschonken door koning Hoessein, maar in onze ogen is het geld eerst weggehaald bij de mensen [gestolen dus]. De bewakers weten van wanten. Voor z’n groep kost de rondleiding 20 j.d., een beetje voor hunzelf, de rest voor de moskee. Moeilijk dit te geloven, als ze gelijk vertellen dat we niet verder mogen vertellen wat we hebben gezien. Maar mooi was het wel. Nu eerst wat eten en dan op naar Petra.

Jan en Tity.
<IMG SRC=image/ww.reisverslag.jorsyr2.gif ALIGN=RIGHT>

Amman-Petra 29 maart 2001.

Na de plezierige tussen evaluatie en het hilarische dieptepunt van gisteren: een bezoek aan de moskee met 3 aalgladde bewakers 'a raison van fl 25,-p.p. [“it’s all for the mosque, sir!”] gaan we frisse moed de 12de dag in. Er is enerzijds boosheid over ons dure uitje, aan de andere kant denk ik aan de zeer blije gezichten in een 3 tal Ammaanse gezinnen. Daar is vandaag weer veel “kiep” op tafel en een glaasje Arak voor de baas.

Het ook nu weer magere ontbijt zal ons in ieder geval niet dwars zitten in de bus. Truus is ook opgeknapt en verder lijkt de gezondheid redelijk tot goed. De zon is heet [23’] de bus koel, de chauffeur heeft zijn ogen vandaag wat meer open, dus wie maakt ons wat. Ook Olaf heeft een metamorfose ondergaan. Hij is open, vrolijk, spraakzaam. Hij staat er zelf van te kijken dat ie zo enthousiast en langdurig de microfoon vasthoudt. Hij legt uit wat er vermoedelijk fout is gegaan bij de financiële transacties tijdens de bustochten in ons zo geliefde Syrië. Het gesprek van gisteren heeft hem de ogen geopend. Hij zal kijken wat hij kan doen voor de gedupeerden. Er wordt weer gelachen. Schone leien en vooruit.

De eerste pleisterplaats is Madaba. Een grieks orthodoxe gemeenschap onder Amman met een prachtig kerkje en vooral een magnifiek mozaiek van het beloofde land en omstreken. Ahmed heeft het ook naar zijn zin en haalt alles uit de kast. Ook op de berg Nebo is hij zeer actief. Hij legt ons geinspireerd uit hoe dat ook weer bij Mozes zat. God was hard tegen Mozes, een man die al zo veel had meegemaakt. Nu hij in de finale zit wordt hij uit de strijd genomen. Als er een God is dan zal ik hem er over aanspreken.

We zakken na een mooie tocht en een steeds wijdser panorama af naar de Dode Zee. Een heel aparte sensatie. De zwembroek aan en dan over het grind. Als ik omkijk naar de meisjes zegt Jan: niet kijken, Huub, me waarschuwend dat ik als Lot in een zoutpilaar zal veranderen. Ik wil na een aanloop het diepe in. Nu dat lukt niet. Het water lijkt wel stroop. Schoon, maar olieachtigen daarbij de sensatie van het drijven. De krant is inderdaad te lezen. De schoolslag en de borstcrawl mislukken maar op de rug lig je heerlijk.De douches geuren achteraf wat fosforachtig, laat ik het althans daar op houden, maar schoon worden we wel. Andrew komt de douches binnen met een gevonden broek. Jan roept uit een cabine dat hij inderdaad zonder zit. Op het terras drogen we wat op. Er is koffie en een scharminkelachtige kater die mijn marie-biskwietje hautain weigert. Hij heeft liever kebab.

We gaan weer aan boord en dan is het alleen maar schoonheid in de overtreffende trap. Ik heb veel gezien aan natuur en met name landschappen. Maar deze tocht slaat alles. Rechts de vlakke zee daarachter de west-bank, omhoog lopend als een rose muur en spiegelend in het water. Links glijden we ook langs rotspartijen, doorsneden door kleine wadi’s die de zee voeden met kristalhelder water. We maken foto’s bij een zo’n kloof waar de Mujib- bridge overheen loopt.

Als we de zee verlaten wijst Olaf ons nog op het in de verte gelegen Mesada, een plek waar mogelijk een collectieve zelfmoord van joden zou hebben plaats gehad. Hij plaatst daar direct kritische kanttekeningen bij. De geschiedenis liep vaak zo ook Flavius Josephus. We komen nu in een gebied dat zo wisselend van karakter is en zo grillig en ruw dat je je op de maan waand. De vegetatie is nihil en toch zie je hier en daar leven. Een tent, een kudde, een uitgehouwen grot, een schamel bouwsel en soms een kleine nederzetting. Het is de Bijbel zoals je je als kind voorstelde. Daar hoeft geen Steven Spielberg voor op te draven.

De chauffeur houdt zich bijzonder goed, althans hij praat druk, stuurt meestal met een hand of pink en houdt van direct oogcontact met de gids. Ze hebben onderling veel plezier. Bij ons is dat wat minder. De weg kronkelt en draait. We worden er uiteindelijk toch vaardig doorheen geloodst. Een enkel inhaalverbod wordt genegeerd, maar ach er is weinig verkeer en de goede God van Jordanië is met ons of het nu Jesus is of Allah. In een druk provincie stadje met toch een universiteit en leverancier van 2 eerste ministers lunchen we. Het kruisvaarderskateel laten we vandaag liggen. Het is weer mooi geweest.

Bij een 2de hands boutique sta ik als aan de grond genageld stil. Als eye-catcher hangt daar mijn hema overhemd dat Lidwien bij mensen in nood heeft gebracht. De wonderen zijn de wereld niet uit. Ik overweeg het even te kopen. Een vorm van nostalgie en recycling.

We stijgen om 14.17 uur precies weer op. Ho, althans in de verkeerde bus waar de chauffeur mij lachend de hand schudt. Ik aarzel, de kuierruimte is hier duidelijk beter. Ik besluit toch maar terug te keren naar mijn Lidwien, onze Tity, Agnes, Marije enz. Kerak laten we achter ons. Ook met martiale standbeeld van Salladin, de strijder van Mohammed. Tafila, een volgende stad, ligt aan een kromming van de weg. We stoppen niet. Dat heeft een reden, Ahmed vertelt een paar moppen over deze Jordaniërs. Het zijn de Belgen van dit land. We stoppen wel bij een klein cafeetje waar we op een zonnig terras onder de uitlopende wijnranken muntthee drinken. De toiletten zijn frans maar geen grande luxe. We stoppen voor de laatste etappe. Toch nog enkele stops. Een kudde kamelen met jong moeten op de gevoelige plaat. Zo ook even later een zonsondergang. Doodmoe de bus weer in. Maar dan is Petra in zicht. Het hotel heeft een mooi voorkomen. We drinken mierzoete limonade. De kamers geven na deze vermoeiende reis licht aanleiding tot irrotatie. Het eten maakt veel goed. We krijgen bijna poppenkast van een Eguptische ober. Ook nu weer begeven we ons moe maar voldaan naar onze kamers.

Huub en Lidwien.

PETRA, 30 maart 2001.

Wereldwonder [?] PETRA.

Vandaag staat eindelijk Petra op het programma. Vooraf door Djoser aangekondigd als; " voor velen het hoogtepunt van de reis". Voor mij en Chittra ging dat in iedergeval wel op, en ik denk ook voor de meeste van onze groep. Wel vind ik de entreeprijs [incl. bedoeïnen/ paarden belasting zo’n honderd gulden] schandalig hoog, maar dat mocht de pret niet drukken. Als je met vakantie naar Jordanië komt, moet je Petra gezien hebben. Volgens de Jordaniërs en vele anderen zou Petra het achtste wereldwonder Moeten zijn. Helaas zijn er maar 7 officiële wereldwonderen, waarvan er volgens mij nog 5 te bezoeken zijn. Vergeleken met de “echte” wereldwonderen die wij bezocht hebben, de piramides in Egypte [gizeh], de borubodur in Indonesie, de chinese muur in China en de Taj Mahal in India, zou Petra in dit rijtje niet misstaan.

Om half 8 jodaanse zomertijd, werden we met taxi’s richting petra gereden. Nadat Olaf de tickets gekocht had, werden we allemaal naar het visitorscentre gestuurd om te proberen een plattegrond van petra te bemachtigen. Olaf had al verteld, dat ondanks de hoge toegangsprijs er heel zuinig [gierig] met de kaarten wordt omgegaan en dat ze niet automatisch bij elke toegangsbewijs uitgereikt wordt. Toen we om zo’n plattegrond in een engelstalige versie vroegen antwoorde de man nors dat hij deze niet had. Wel in andere talen. Toen vroeg ik maar om een spaanse versie. Hij begon toen druk te zoeken en heel wat lades open te trekken maar geen spaanse kaart. Toen vroeg ik maar om een duitse versie, en gelukkig, die had hij wel voor de hele groep in voorraad. We konden eidelijk beginnen aan ons dagje petra.

Onder begeleiding van onze jordaanse gids Ahmed hebben we de ruim 1 km lang zeer fraai Sik [kloof] door gelopen. Petra is de oude [rots] hoofdstad van de Nabateeen en het ligt verspreid over een gebied van ca. 40 km2 . De kloof heeft muren van wel 70m. hoog. Wat heerlijk was het om hier doorheen te lopen. Ik hoopte dat er nog lang geen einde aan zou komen. Helaas kwam er na zo’n klein uurtje lopen toch zover. Gelukkig werd er niet lang getreurd want het uitzicht mocht er zijn. De schatkamer van de farao kwam in beeld! Het beroemde plaatje van Petra. In werkelijkheid was het net zo mooi als op de foto’s. Samen met de prachtige ongeving vond ik het echt een wereldwonder waardig. Natuurlijk lieten we op deze plek de camera’s overwerk verrichten. Daarna hebben we de Jebel Madhbah beklommen. Dat werd dus trappen klimmen. Hier werd ik meteen weer geconfronteerd met het feit dat ik nodig weer iets aan mijn conditie moet gaan doen. Gelukkig was ik niet de enige die flink aan het hijgen was. De klim en de uitzichten waren letterlijk adembenemend. Daana zijn we na de slangenrots, de leeuwenrots en de soldatengraven even thee gaan drinken. Voorbij dravende ezels en dromedarissen werden zo goed en zo kwaad als 't ging snel op de foto vastgelegd. Pieter ging nog even de in het tentje uitgestalde waar onder de loep nemen en van uitleg voorzien. Volgens hem kwam het theeservies gewoon uit Mexico. Als ervaren inkoper bij A.H. scheen hij er verstand van te hebben. Toen de bedoeienverkoopster kwam aangelopen ging Pieter maar wijselijk terug op z’n stoel zitten. Als we binnenkort bij de ned. Supermarkt, die op de kleintjes let, jordaans theeservies uit mexico kunnen kopen, dan weten wie daar achterzit. Na de theestop hebben we even later de lunchstop. Terwijl de groep zich tevreden stelde met een lunchzakje, deed ik mij te goed aan het zeer uitgebreide lunchbuffet. Er stond immers die middag met een zware wandeling voor de boeg. Er moest dus genoeg brandstof opgenomen worden.

Na de lunch brachten we nog een bezoek aan het bescheiden museum en daarna liepen we richting koningsgraven om de zware alternatieve terugroute te lopen. Deze route had Olaf speciaal voor de actievelingen onder ons aanbevolen. Deze route liep langs de jebel al Khubtha om uiteidelijk via een tunnel bij de uitgang te komen. Het gegin van het pad was moeilijk te vinden. Gelukkig hadden we samen met Olaf geluncht en die had het goed uitgelegd. Gewoon tegen de koningsgraven aanlopen en dan naar links. Daarna de berg rechts aanhouden en langs de rivierbedding lopen. Toen we een tijdje aan het lopen waren zagen we plotseling Jeroen en Truus uit het struikgewas tevoorschijn komen met ieder een plattegrond in de hand. Ze waren duidelijk op zoek naar het juiste pad. Wij stonden op een plateau op zo’n 200 m. afstand te zwaaien en te fluiten naar ze. Truus had wel in de gaten dat er gefloten werd , maar keek niet echt onze richting op. Achteraf verklaarde Truus , dat ze het wel gehoord had, maar dat ze dacht dat het een stel arabieren waren die contact met haar zochten. Daarom keek ze niet onze kant op om geen aanleiding te geven. Toen we bleven volhouden met het fluiten keek Truus uiteindelijk onze kant op, en ja hoor “dat zijn Andrew en Chittra”, riep ze tegen Jeroen. Ja, die Andrew en Chittra kom je ook overal tegen. Zelfs als je denkt dat je een geheime rondleiding door de blauwe moskee van Amman krijgt, zijn ze al druk bezig ongesluierd foto’s in de moskee te maken. Overigens had deze rondleiding ons slechts 2 dinar totaal gekost ipv. de 20 dinar die de andere voor 6 personen moesten betalen.

Samen met Truus en Jeroen hebben we de tocht langs de rivierbedding voortgezet. Onderweg kwamen we nog een stel bedoeienkinderen tegen. Ze hadden een paar mooie stenen als geschenk voor ons. Erg lief was dat. We hebben ze toen wat snoepjes gegeven en natuurlijk wat "unicef " foto’s met ze gemaakt en trokken verder. Even later kwamen we ze weer tegen. Ze waren ons als het ware uitgeleiden aan het doen. Wederom hebben we ze als afscheidsgeschenk wat snoepjes gegeven en ook nog wat pennen. Tot onze grote verbazing kregen we de pennen terug, omdat ze niet wisten wat ze er mee moesten doen. Heel wonderlijk was dat. Het verschil tussen kinderen in Syrië en Jordanië is heel groot. Kon je in Syrië geen stap verzetten, of er werd door kinderen om een snoepje of een stylo gevraagd, in Jordanië laten de kinderen je met rust, nemen wel een snoepje aan, maar geven zelfs de pennen terug . Een soort gelijke ervaring hadden we 2 jaar geleden tijdens onze India/Nepalreis. In India werd je zowat aangerand als je op straat een zak snoepjes uit aan het delen was terwijl we in Nepal onze snoepjes niet kwijt konden. De route langs en door de rivierbedding was echt schitterend. Even later moesten we door een nauwe kloof met behoorlijk hoge obstakels om onze weg te vervolgen. Deze tocht is echt iedereen aan te bevelen, want het was zelfs nog mooier dan de tocht van vanmorgen met de adembenemende uitzichten. Toen de tunnel, het eindpunt van deze route, inzicht kwam keek ik nog even achterom. De hele route waren we geen kip tegengekomen, maar nu zag ik achter ons iets in het oranje met een witte pet aankomen. Dat kon allen maar Olaf zijn.

Bij de uitgang aangekomen zaten daar Marij, Lidwien en Agnes ongerust op hun echtgenote te wachten. Pieter,Huub,Ad,Jan en Tity waren nl. ook van plan geweest de alternatieve route terug te nemen. Er stond normaal 1 1/2 uur voor, als je stevig doorstapt. Toen de heren en Tity na zo’n 3 uur nog niet geariveerd waren begonnen de dames toch wel heel ongerust te worden. De heren waren met een hele spannende tocht bezig. Ze waren wel richting koningsgraven gelopen, maar toen de berg opgegaan in een poging de rivierbedding te zoeken. Pieter werd steeds voorop gestuurd, om de route te gaan verkennen. Volgens hun zeggen hebben ze heel veel spannende dingen meegemaakt en gezien. Maar geen rivierbedding of pad. Huub zou zijn fles water zijn kwijt geraakt en even later zijn hele rugzak. Ad zou zijn gevallen en aan struiken boven een ravijn hebben gehangen. Ook zouden ze nog hongerige wolven zijn tegengekomen en werden ze bijna door 6 giegelende Japanse Geischa’s verleid. Gelukkig voor de ongerust achtergebleven dames is deze ontmoeting bij wederzijds foto’s maken gebleven. Toen na uren klauteren in de bergen in de felle zon noch rivierbedding noch het pad gevonden werd, besloten de heren en Tity de terugtocht te aanvaarden via de normale uitgangsroute waar ze na etterlijke uren ongetwijfeld liefdevol werden opgevangen door de opgeluchte echtgenotes.

's-Avonds hebben we in het hotel, Petra Diamond, gegeten, want volgens Olaf zou er deze avond een typisch jordaanse schotel op het menu staan [een of andere omgekeerde schotel]. Helaas was hij verkeerd geïnformeerd, want we kregen precies hetzelfde buffet als de dag ervoor. Het buffet op zich was wel goed, maar 7 gulden voor een klein flesje cola is gewoon te duur. Jeroen liet zich wijselijk niet in het hotel zien anders zou het ze nog kunnen opvallen, dat ze hem gisteren bij het afrekenen over het hoofd hadden gezien…

Chittra en Andrew.

31 maart 2001

De 2de dag in Petra, nu eens beschreven door die vent voor in de bus. Zoals normaal lig ik al ongeveer een half uur naar het plafond te staren voordat de wake-up call mij doet opstaan uit mijn liggende toestand en dromen. Met z’n zessen gaan we richting little Petra, de plek waar vroeger de karavan serai van de Nabateers was en waar de mensen ook leefden. Met Mohammed, plaatselijk gidsje die ik meestal meeneem, beginnen we aan onze wandeling. Al met al blijkt het een tocht vol obstakels en afstakels waardoor de waarde van het grenzen verleggen weer eens goed begrepen wordt door ons mensen. Voor mij als reisleider is zo’n dag als vandaag nu ondertussen wel bekend, maar toch zijn dit nog steeds de mooiste momenten. Mooie natuur, leuke tocht en een kleurige woestijn in het vooruitzicht. Alles loopt perfect volgens schema en dat is altijd fijn voor mij/ons. Soms lijkt het natuurlijk alsof een reisleider naast het niets-doen soms nog wel eens wat doet maar dat is helaas niet waar. Beetje wandelen, soms strandje, dan weer een mooie stad of bezienswaardigheid, groepje nog eens wat cruciale info toespelen en soms wat zitten suffen. Wat een leven toch. Wat een leven inderdaad, dan mag dit anders, dan mag dat anders, telkens andere verwachtingen en daardoor de hoop van de mensen toch maar wat kleuriger maken.

Goed, waar gaan we verder? In de woestijn dan maar. Het weer is vandaag licht zij-ig. Dit is het vrouwelijk fenomeen van het wereldberoemde hij-ig zijn. Ook mannen weten dat. Ondanks de vele stofwolken en harde wind is en blijft de Wadi rum woestijn adembenemend, zelfs na 12 keer. Zo, tijd om te eten en uitgestrekt van het zand te genieten. Het zand smaakt heerlijk en ook het eten wordt begraven dus kunnen we weer met geschuurde magen terug naar Amman rijden alwaar we rond 23.00 uur aankomen. En oh jee… dan het ergste, het blijkt dat ik een balzaal als kamer heb. Fijn voor mij , maar gelukkig weet ik niet anders, in dit hotel. Heerlijke kamer is het inderdaad, groot bed en vrij rustig. Heb me nog nooit verdiept in de andere kamers maar ik kan wel zeggen dat vooral het bed mij nog steeds naar dit hotel doet verlangen, zelfs thuis. Als ik later groot ben… dan heb ik ook een bed van 2.20 bij 2.20. Heerlijk! Hoe het werkt, als reisleider word je in sommige landen wat extra verwend, dit heeft natuurlijk z’n redenen. Maar goed, wij leven soms ook een half jaar in hotels, en dan mag dat ook wel toch!?

Ik hoop dat jullie hebben genoten van alles en dat we zelfs de slechte dingen hebben mogen meemaken als zijnde een deel van het verhaal waarin je leeft, en hoe groot dat deel is? Waarschijnlijk nog niet eens 1 regel uit jouw boek!

Met zand en stickers,
Olaf.

1 april 2001

Vandaag is de vakantie afgelopen en dat is geen 1 april mop maar werkelijk waar. Gelukkig gaan Lidwien, Agnes en ik niet als ontroostbare weduwe naar huis maar gelukkig met echtgenoten. Ik moet de dames nog bedanken voor de onvoorwaardelijke steun die wij elkaar gegeven hebben in deze moeilijke uren.

De terugreis verliep voorspoedig en ik hoop dat iedereen goed thuis gekomen is en met evenveel plezier, als wij, op deze reis terugkijken. Verder heb ik met plezier het dagboek, met de soms lyrische verhalen, uitgewerkt.

Met vriendelijke groet,
Pieter en Marij.

Leuk verhaal :rolleyes:

Leuk verhaal :rolleyes: