MM- & MMM-etjes.

(origineel bericht op be-more.nl)

MM- & MMM-etjes.

Mooie Momentjes:

  • Bij Umthombo is het soms een rustige bedoeling. De kinderen (lees: voornamelijk jongens) lopen veel af en aan en vooral na de lunch gaan ze de straat weer op. Het gebeurt vaak dat er ’s middags dus weinig te beleven is. Soms zijn er kinderen die een filmpje aan het kijken zijn of ze slapen (hun roes uit). Er is een grote ‘safe-space’ waar banken, een tv, een schuin aflopende pooltafel en een tafelvoetbaltafel staan. Het ruikt er naar nat tapijt gemengt met rattenkeutels, maar het ziet er schoon uit. De jongens houden de ruimte best netjes, dit is een Moetje omdat ze er mogen komen en er gebruik van mogen maken. Deze keer waren er een aantal jongens tv aan het kijken, eigenlijk een beetje aan het zappen tussen de verschillende muziekzenders. Ik werd uitgedaagd voor een potje pool door één van de jongens. En wie mij kent, weet dat ik echt een kampioen-eerste klas in poolen ben dus deze challange kon ik niet laten lopen. Het potje pool, bestaande uit een verzameling ballen die duidelijk niet bij elkaar horen en één afgestompte poolkeu, werd afgestoten door mijn tegenspeler. We zaten helemaal in het potje en het ging wonderbaarlijk gelijk op toen de tv op een muziekzender terecht kwam met Adele’s Someone like you. Ik was wat aan het meenurien met het nummer en net toen het mij opviel dat de jongens de zender niet wegzapte (wat voor mij een heel natuurlijk reactie zou zijn als ik een stoere straatjongen was) hoorde ik de helft van hen in verschillende toonhoogte het refrein “meeblerren”. Het was het meest aandoenlijke en tegelijkertijd het meest vreselijke wat ik ooit gehoord heb. Het gaf me kippenvel. Het feit dat deze jongens zo stoer, hard en ruig moeten zijn voor de straat en zo makkelijk in Umthombo hun masker laten zakken en gewoon jongens kunnen zijn, is een hele aangrijpende gewaarwording.

  • In Life-space wonen 16 jongens van 18 tot 21. Veel van deze jongens zijn een paar jaar eerder van de straat gehaald door Umthombo en deze jongens konden niet terug geplaatst worden om wat voor reden dan ook. Zij hebben nu hun eigen plek in een gedeelte van het gebouw. Ze slapen met z’n allen op één grote kamer, hebben een flatscreen tv aan de muur hangen en een computer waar ze alle foto’s en filmpjes van het surfen op bewaren. Zij zijn hard bezig om hun leven op de rit te krijgen. Zo zijn sommige van hun bezig met een Lifeguard-training, sommige hebben een baantje als kok, surfinstructeur of kapper. Hun instelling is dusdanig veranderd dat zij nu hun eigen toekomst plannen. Veel straatjongeren zijn niet van de straat te slaan en kunnen niet van de lijm afblijven. Maar deze jongens doen het heel goed. Ik had een gesprek met een van de jongens en vroeg hem op vrijdagavond wat hij zou doen en of hij op de straat zou blijven die avond en nacht. Hij keek me scheef aan en zei: “Look, if you really want to change your life, you don’t stay on the streets at night…” Ik was onder de indruk. Hij meende het. Het is zo makkelijk om de straat weer op te gaan zoals heel veel jongeren doen, maar deze jongens weten dat ze dan alleen maar in dezelfde problemen belanden. Laatst hadden drie jongens een zwemtest gedaan, een onderdeel van hun lifeguard-exams, en we kregen bericht terug dat alledrie de jongens de test zeer goed hadden gedaan. Ze zwommen alledrie een minuut onder het gemiddelde. Iedereen was apetrots op ze en de jongens zelf nog het meest.

  • Het was weekend en Mannie en ik sloten om een stukje te gaan wandelen. Waar wij wonen is een mooi gedeelte ‘up-town’ van Durban, maar als je 20 minuten loopt sta je op het strand. De boulevard loopt van SunCoast tot uShaka. Dit is een wandeltje van 2 kilometer. Wij hadden bedacht dat we op en neer zouden lopen. Onderweg kom je van alles tegen, zie het als de boulevard van Scheveningen, maar dan nog mooier, meer mensen, gezelliger en gevarieerder. Ook loop je langs de vaste surfspot van de kids van Umthombo. We kwamen veel bekende tegen en het was een heel gezellige ervaring. Af en toe hoor je van mensen dat je <em>dit</em> niet moet doen en<em> dat</em> niet moet doen, maar in mijn optiek is dit alleen maar bangmakerij. Het is allemaal niet zo gevaarlijk als mensen doen voorkomen en het is maar net met welke instelling je dingen gaat ondernemen. Op de terugweg over de boulevard zagen we een aantal kids van Umthombo in het water, dus zijn wij op de pier gaan zitten. Op de pier zit je (bijna) bovenop de golven en de plek waar de jongens dobberend wachten op een mooie golf. Veel mensen waren aan het wandelen op de pier of stonden te kijken naar de surfers in het water. Na een tijdje keek één van de jongens omhoog, naar de pier, en zag mij zitten. Zijn gezicht veranderde, er kwam een brede lach op zijn gezicht, hij stak zijn vuist op, duim en pink omhoog gestoken en riep: “Hey Len, you’re here!!” Je merkte aan alle jongens die ons tegekwamen dat ze het enorm leuk vonden en waardeerden dat we er waren. Alsof het een wonder was dat wij naar hun kwamen kijken. Je kunt je indenken dat in een ‘normale’ situatie een familielid, misschien wel een moeder, naar hun zou komen kijken. Net zoals een vader op zaterdagochtend langs het voetbalveld staat om zijn zoon aan te moedigen.
    Het was voor ons een heerlijke dag en de jongens zien surfen is echt leuk.

  • Dit weekend was er een voetbalwedstrijd in het stadion van Durban, het WK 2010 stadion van Durban, the Moses Mabhida Stadium. Nu kan ik uit de grond van mijn hart zeggen dat voetbal niet mijn ding is, tenzij het Nederlandsche Team is dat speelt. Maar een kans als deze, om in het WK stadion te zijn, kun je natuurlik niet laten schieten. Dus kocht ik een kaartje voor zaterdagavond: Halve Finale; De Golden Arrows tegen de Orlando Pirates, voor een bedrag van 50 Rand (jawel nog geen 5 euro). Ik ga er niet veel over zeggen, want zo fantastisch was de wedstrijd niet. MAAR de sfeer daarentegen was geweldig!! Iedereen zit door elkaar in het stadion, iedereen doet aardig tegen elkaar, niemand heeft ruzie. Er wordt veel muziek gedraaid en nog meer lol gemaakt. Er zijn uiteindelijk vier doelpunten gemaakt, elke doelpunt werd gevolgd door een soort zegevier-song waarbij iedereen opsprong en meedanste. High-fives werden uitgedeeld en er werd gejuicht en geschreeuwd tot de stembanden brandden. Super leuk om mee te maken, vooral in zo’n mooi stadion.

Minder mooie momentjes (MMM-etjes):

  • Een minder mooi moment was toen ik aan het kletsen was met een van de kinderen. We stonden buiten naast het Umthombo tuintje. Achter mij kwam een jongen aangelopen, ook iemand die vaak bij Umthombo komt. Hij was verschrikkelijk dronken en high. Ik zag hem niet aankomen en toen hij achter me stond, haalde hij uit en kreeg ik een harde klap in mijn gezicht. Gelukkig sloeg hij met een vlakke hand, maar het kwam nog steeds hard aan. Hij moest er heel hard om lachen, de jongens die erbij stonden vonden het minder leuk en hij werd hard aangepakt en aangesproken. Maar hij vond dat hij nog niet klaar was en pakte een baksteen op. Ik was al een stukje van hem weggelopen, praten heeft weinig zin als een kind er zo aan toe is. Toen hij met een baksteen op mij afkwam, ben ik naar binnen gegaan om een staffmember te halen. De lokale staffmembers kunnen dit beter afhandelen en spreken de taal waardoor het ook beter gaat. Uiteindelijk kwam de baksteen naast Nanet, een van de andere vrijwilligers, met een klein lullig plofje neer. Het liep allemaal met een sisser af, maar het is zo hartverscheurend om jongeren zo te zien. Lijm is supergoedkoop op de straat en je kunt het overal krijgen. Drank is duurder, maar omdat de jongens niet heel veel eten en om het lichaam hebben, is er niet veel voor nodig om dronken te worden. Het geeft je zo’n machteloos gevoel, want je weet dat je er vrij weinig aan kan veranderen vooral in de tijd dat mensen zoals ik bij een project zoals Umthombo zijn.

  • Een activiteit die we vandaag nog met een paar jonge jongens hebben gedaan, is naar het museum gaan. Er is een gratis museum in City Hall, waar opgezette dieren tentoongesteld worden. Het is niet ver van Umthombo, dus we gingen lopen. Vandaag gingen Mannie en ik met vier jongens op pad. We waren net 5 minuten onderweg toen een man ons aansprak met de zin: “Jullie komen niet uit zuid afrika he?!” (in het engels natuurlijk) Nee dat kwamen we inderdaad niet. Nou goed, die man vond het dus blijkbaar nodig om ons te waarschuwen voor van alles en nog wat. Wij op onze beurt proberen die man duidelijk te maken dat we ons bewust zijn van bepaalde gevaren en we weten welke buurten hij bedoeld want daar werken we. Goed, op zich een aardig gebaar van een bezorgde inwoner. Maar toen begon hij over dat we uit moeten kijken met wie we om gaan en dat als we niet oppassen met deze jongens wij hoogstwaarschijnlijk bij de Nigerianen belanden. Ineens kwam een Indiase man zich er ook mee bemoeien en riep dat deze jongens (onze lieve, soms onmogelijke, kleine jongens) heel gevaarlijk zijn etc etc. De jongens konden dat niet hebben en ineens werd de sfeer grimmig. Wéér een andere man pakte een van onze jongens beet (Echt, Joost mag weten waarom). Ik nam de jongen snel over van die andere man en probeerde ze zo dicht mogelijk bijeen te houden. Uiteindelijk was er duidelijk een bommetje ontploft bij de Indiase man door iets wat één van de jongens zei, want die kreeg een harde klap in zijn gezicht. Ik begon heel hard te schreeuwen, want welke volwassen man zinkt zo diep dat hij een kind van 12 in het gezicht slaat?! De Indiase man was al vertrokken voordat het goed en wel gebeurd was en de andere mannen dropen ook af. Wat verschrikkelijk laag. Achteraf vroeg ik wat de jongen nu precies gezegd had. Hij zei dat hij zichzelf alleen verdedigde tegen wat de Indiase man zei over hen. Er zullen vast wel wat valse woorden aan te pas zijn gekomen, maar dan nog… verbijsterend.

  • Als je op Outreach gaat, loop je de hele stad door op zoek naar straatkinderen. Je praat met ze, hoopt ze te inspireren om naar huis te gaan en probeert hoogte te krijgen van hun situatie: hebben ze nog ouders, hebben ze een ID-boekje etc. Zo kom je kinderen tegen die in een groepje op straat hangen, hun plek bestaande uit een paar dozen, een matras, een paar kleedjes en kartonnetjes met lijm. Hun kleren verscheurd en vies, zijzelf nog viezer. Ze kijken wazig uit hun ogen en vertrouwen niemand die ze niet kennen. Maar ze zijn immens aardig en willen maar al te graag praten. Ze zijn geinteresseerd in je en vinden het geen probleem dat jij, een wildvreemde, ze allerlei persoonlijke vragen stelt. Ze liegen waar je bijstaat en ze doen niet veel moeite om die leugens te verbloemen. Ook ben ik een meisje van 19 tegengekomen met een baby van 15 maanden. Ze zat met de baby te bedelen naast de deur van een fastfood keten. De baby zag er aardig gevoed uit, zijzelf daarintegen niet. Ik was wat met haar aan het praten, maar ze stopte direct met kletsen toen ik lastige vragen ging stellen, zoals: waarom gebruik jij je baby om meer medelijden te creeren zodat je meer geld ophaalt. Natuurlijk stopt ze met praten, want ze weet zelf ook wel dat dat de reden is waarom haar kind meekomt. Na wat meer pushen en een paar korte antwoorden verder begon ze te huilen en vroeg ze of ik alsjeblieft weg wilde gaan. Ik respecteerde dat en ben weggegaan. Sia, the outreach-guy, vond dat hij er nog een schepje bovenop moest doen en heeft haar nog eens verteld dat ze naar huis moest, het kind niet moest uitbuiten en iets moest gaan regelen voor haar baby. Ze werd boos, begon te schelden, heeft Sia nog een paar keer goed geduwd maar is uiteindelijk opgestaan en weggegaan.

  • Vorige week werd er een jongen terug geplaatst. Hij zou bij zijn tante gaan wonen ongeveer 3 uur rijden van Durban, in een dorpje in ‘de bush’. Een paar dagen daarvoor hoorde we dat zijn tante onverwachts was overleden. Er leefde nog meer familie daar, zelfs in hetzelfde huis. Ook zijn zus woont daar, zij had net een kind gekregen. Het overlijdensnieuws was wel verteld, maar de jongen wilde het niet geloven. De terugplaatsing ging gewoon door. Pas toen hij daar was, drong het tot hem door en was het afscheid zwaar. Uiteindelijk had hij zijn neefje in zijn armen en kon hij lachen. De jongen was nog niet heel lang op straat geweest en iedereen had goede hoop dat het een succesvolle terugplaatsing was. Maar vier dagen later stond de jongen weer op de stoep bij Umthombo. Zijn reden om terug te komen: Hij miste het strand, het surfen en zijn vrienden. Wat er nu gaat gebeuren met hem, is nog niet duidelijk. Het enige wat duidelijk is, is dat het niet genoeg is. Kinderen MOETEN teruggeplaatst worden, Umthombo is niet een tehuis en de kinderen kunnen niet voor altijd blijven.

(origineel bericht op be-more.nl)