(origineel bericht op be-more.nl)
Mijn eerste dagen
Daar stond ik dan. Wachtend in de rij van de douane, samen met Jessica en m’n jetlag, op Bali.
Een hartstikke raar gevoel, om na 16 uur reizen opeens in een compleet andere wereld te zijn. De autoreis is meteen een heel avontuur. Overal scooters, ze rijden hier links (dat is ook al hartstikke wennen) en vooral de manier van rijden is erg bijzonder (ahum). Men toeters bijvoorbeeld niet om te waarschuwen, maar meer om niet te hoeven uitkijken. Kortom; toeteren als je er aan komt, en iedereen moet maar voor je aan de kant. Aangezien mensen met zijn vieren op een scooter zitten, zonder helm, en ook nog een tien keer toeteren zal je hiervoor in Nederland echt een boete van tweeduizend euro moeten krijgen. Hilarisch in wat voor land wij leven, met al die regeltjes… Onze homestay is een oase van rust. Het is een ongelofelijk mooie plek (inclusief 3 privé tempels), met zelf een (koude) douche en een doorspoelbare wc! Wat een luxe. Ik deel een kamer met Jessica en heel wat salamanders. De schorpioenen zijn gelukkig nog niet gesignaleerd, omdat we het licht aanhouden zodat ze zich niet in hoekjes gaan verstoppen. Ideaal! Zondag zijn we gaan lunchen met een paar vrijwilligers en Renske (de regio coördinator van Be More hier) in een rijstveld. Al besef ik nog niet echt dat ik op Bali ben, dat was wel even een “waaauw-momentje”. Midden tussen alle rijstplantjes, de palmbomen en vooral de hitte. Dat was precies het Bali zoals ik me het had voorgesteld! Wat ik tot nu toe vooral erg mooi vind hier zijn alle boeddhistische rituelen. We hadden geluk, aangezien onze eerste dag hier meteen een crematie was. Ik hoor jullie denken; geluk? Dat is toch een trieste bedoeling? Nee dus. In het boeddhisme is je crematie het grootste feest van je leven. Je bent dan immers weg van deze gruwelijke wereld. Er wordt dus ook alles aan gedaan om te zorgen dat je geest niet kan reïncarneren. Er mag bijvoorbeeld niet gehuild worden om de crematie, de toren waarin het lijk ligt wordt zo veel mogelijk heen en weer bewogen, zodat de geest het lichaam niet terug kan vinden, en voor deze toren wordt een stier gedragen, om de geest bang te maken. Ongelofelijk hoeveel toeristen op deze happening afkwamen, maar zo mooi om al die versiersels en rituelen te zien! Dat was een goed begin op Bali… Ook erg mooi aan deze cultuur zijn alle offers die tig keer per dag worden gebracht. Dit zijn rijstbladen in en mooie vorm geknipt, waarop bloemen en rijst wordt geofferd. Deze liggen overal op straat, half opgegeten door de zwerfhonden. (Men denkt hier dat de geesten het offer dan hebben aangenomen) Een foto volgt! Toch heb ik het ook erg moeilijk. Al wordt er door alle vrijwilligers hier gezegd dat het normaal is je de eerste week een beetje verloren te voelen. Dat herken ik. Ik vind het moeilijk om me opeens aan te passen aan zo’n grote groep nieuwe mensen, terwijl ik ook bezig ben met het wennen aan deze nieuwe cultuur en een ander klimaat. Dat maakt dat ik me vooral zaterdagavond erg heb afgevraagd waarom ik in godsnaam ook al weer twee en een halve maand naar Bali ging. Dit idee heb ik ondertussen alweer van me af gezet, gelukkig. Vandaag heb ik voor het eerst les gegeven. Ik geef samen met Jessica kinderen van 9 tot 12 les. Voor de duidelijkheid; we geven “normale” kinderen les. Deze kinderen komen na het middageten op ons project om nog meer Engels te leren en spelletjes te doen, omdat zij de hele ochtend gewoon naar de school van de overheid gaan. Het was aan het begin erg moeilijk om uit te zoeken hoe hoog het niveau van de kinderen is, maar dit blijkt best hoog te zijn! De kinderen zijn vooral nog erg verlegen, al doen ze wel enthousiast mee met onze spelletjes en lessen. Aangezien Jessica en ik allebei weinig tot geen ervaring hebben met lesgeven, zijn we net wezen brainstormen over leuke dingen die we nog met de kinderen kunnen doen. Het werkt hier namelijk het beste om de kinderen spelenderwijs Engels te leren. Mochten jullie nog ideeën hebben dan hoor ik het graag! Ook bijv leuke knutseltips waar je weinig voor nodig hebt. Al is het wennen hier, voelt het ook hartstikke goed dat ik hier ben. Maak jullie dus vooral geen zorgen, het gaat helemaal goed komen, daar twijfel ik niet aan!