(origineel bericht op be-more.nl)
Laatste week…
De zon gaf nog maar kort daglicht toen we arriveerden in Lilongwe op dinsdag 26 februari. De straten van Lilongwe, de hoofdstad van Malawi, waren rustig en overzichtelijk. Vergeleken met Kampala leek het er wel uitgestorven… Ik wist de weg naar de Sunset Lodge nog zonder problemen te vinden en nog net voor het donker konden we ons ontdoen van onze backpacks. Snel naar Don Brioni´s Bistro waar het eten nog altijd zalig is, zeker als je 4 maanden lang in Afrika hebt vertoeft. Een lekkere Savanna cider werd geproost en de dag was weer om.
Woensdagmorgen gebruikten we om wat zaakjes te regelen via het internet en de lokale bank en rond het middaguur lieten we Lilongwe weer voor wat het was. Lilongwe stond voor nu even verplicht op de route omdat we alleen bij de Standard Bank kunnen pinnen en die niet rijkelijk aanwezig is in Malawi.
We stapten in bij de grote bus van 10.00uur, ruim twee uur later hadden we wel gehoopt dat ie op Afrika tijd zou vertrekken. Helaas, bus nog niet vol dus wachten wachten en nog meer wachten om uiteindelijk om half 2 het busstation te verlaten. Eerst nog even tanken, want dat doe je, Afrika logisch, natuurlijk niet even van te voren.
Een lange busrit volgde, tegen half 8 bereikten we Zomba waar ik in het pikkedonker de weg niet meer zo goed wist. Maar een taxi aangehouden om ons veilig en wel naar de Pakachere te brengen. De Pakachere (in het Chichewa – taal gesproken in Malawi- ontmoetingsplek/ grote boom in dorp waar men bijeenkomt) is een backpackers en creatief centrum in een, een jaar geleden opgezet onder meer door Be More. We hebben er lekker gegeten, gekletst, gelezen en voor de volgende dag afgesproken met de zusjes Kyra en Myrte. Kyra en Myrte, onze Be More medevrijwilligers uit Uganda zetten zich op dit moment in als Be More vrijwilligsters in Zomba/Malawi.
Voor het ontmoeten van de zusjes was het donderdag tijd voor een flinke wandeling op Zomba plateau. Hadden we niet gezegd na Chome mountain ‘geen bergen meer voor ons’??! Het scheelde dat we het eerste stuk met een taxi de bergen ingereden werden. Bij een hotel op het prachtige plateau kregen we een uitleg over de te wandelen routes. De route naar keuze zou 4 uur in beslag nemen. Het waren vier leerzame uren waarin gids Isaac mij een hoop dingen over Malawi vertelde die ik nog niet wist. Zo betekend Malawi ‘vlammen van vuur’ en snap ik sinds 28 februari waarom er een halve zon met vlammen in het midden van de Malawische vlag pronkt. Verder heeft hij ons geleerd dat de dennenbomen uit Malawi vanuit Canada geïmporteerd zijn; de vissen op Zomba plateau vanuit Engeland zijn geïmporteerd; het lokale bier wat op pannenkoekenbeslag lijkt zeer voedzaam is en shaky shaky heet en nog veel meer dingen die bij een quiz vast ooit van pas kunnen komen. Wat hij ons helaas niet had verteld was dat de route naar de William falls vol zat met rode mieren… Au, au, au, want kunnen die bijten! Gelukkig was Isaac even behulpzaam als de rest van de Malawische bevolking en werden de rode mieren een voor een verwijderd. De emperors view en Queens view over Zomba zouden schitterend moeten zijn, maar we zagen enkel een dikke laag wolken. Nog even naar een punt waar we wel mooi uitzicht zouden hebben dan en ineens stond ik op de plaats waar ik 3 jaar geleden met Marije had overnacht op het plateau.
De bui die al een tijd dreigde kwam met bakken uit de hemel toen Meagan en ik net op tijd warm en droog binnen zaten bij de Pakachere. Gedwongen relaxen maar weer om later richting centrum te lopen om daar Kyra en Myrte te ontmoeten.
Onder het genot van een ijsje gezellig bijgekletst over onze tijd in Uganda, hoe zij het in Malawi hebben en hoe onze reis tot nu toe was. Erg gezellig! Ook drukten Kyra en Myrte ons met de neus op de feiten, Malawi is toch ook echt wel een ontwikkelingsland… Er heerst hongersnood, mensen sterven onnodig aan van alles en nog wat waarvoor we in Nederland gewoon behandeld worden en de prijzen van alles wat je maar kan bedenken zijn eigenlijk onbetaalbaar voor het overgrote deel van de Malawische bevolking. Een Nederlandse vrouw van post.nl die we ’s avonds bij de Pakachere spraken bevestigde dit met haar verhalen nogmaals… Tijdens het reizen hadden we dit niet zo door gehad en zag ik vooral de positieve ontwikkelingen vergeleken met 3 jaar geleden en met de dingen die we in Uganda hadden meegemaakt. Reizen geeft een hele andere belevenis van Afrika dan (vrijwilligers)werk/ stage. Ik vind het beide erg leuk, maar mijn voorkeur gaat toch naar het vrijwilligerswerk. Ik denk ook zeker dat ik dit nog eens zal gaan doen.
Vrijdagmorgen hebben Meagan en ik de botanic garden van Zomba bezocht, een mooie sprookjesachtige omgeving. Fijn om er even rustig rond te wandelen. Zeker met de wetenschap dat we weer heel wat reisuurtjes voor de boeg hadden.
Na wat inkopen voor eten en drinken onderweg was het weer flink discussiëren geblazen op het busstation. Er werd ons weer een belachelijke (mzungu)prijs voorgehouden voor de rit naar Monkey Bay. Hier waren we nu eigenlijk wel klaar mee en uiteindelijk kregen we het voor elkaar om voor een eerlijke prijs naar Monkey Bay af te reizen. Ik sprak via sms met Ishmael van Venice Beach (hier heb ik mijn laatste week Malawi de vorige keer doorgebracht) af in Monkey Bay. Samen met Ishmael en twee andere touristen liepen we naar Venice Beach. Een leuke wandeling via een typisch Afrikaans dorp, weer een glimp van het echte Afrika wat standaard een dikke glimlach op mijn gezicht laat verschijnen.
Voor het ondergaan van de zon namen Meagan en ik nog snel een duik in het Malawimeer om daarna lekker Nsima met Chambo (echt Malawiaans eten, maispap met vis) te eten en dit weg te spoelen met een cider.
Omdat Ishmael en ik zo’n goede vrienden zijn (…) kregen we voor de dorm-prijs een tweepersoonskamer met badkamer en regelde hij vast voor een lokale prijs een taxi voor ons naar het vliegveld de komende maandag. Gezellig bijgekletst (wat dat doe je met vrienden) en ook nog even de route en eerlijke prijzen voor de volgende dag doorgenomen.
Zaterdagmorgen stonden we vroeg op om nog even goed te kunnen genieten van de zon en het mooie Malawimeer. Na een lekkere ochtendduik en ontbijt sliepen we in de hangmat nog even verder. Heerlijk. Na wat uurtjes had onze huid weer een extra tintje bruin en moesten we het heerlijk leventje toch echt laten voor wat het was. De wandeling via het dorpje weer terug naar Monkey Bay waar we ons achter in een laatbak nestelden om het eerste stuk richting Lilongwe te bereizen. Via via via kregen we voor het laatste stuk van de route (van Salima naar Lilongwe) weer een ‘normale’ matola te pakken. Doordat de conducteur slightly te veel Malawian Gin op had kon hij niet meer rekenen en volgde vele discussies met de passagiers, waaronder met ons. Na hem in baby-taal ondersteund met gebarentaal uitgelegd te hebben wat hij Meagan aan wisselgeld moest geven besloot ik mijn deel maar niet te betalen. De uitleg snapte hij namelijk niet, dus geen wisselgeld, maar omdat hij vergat dat ik ook nog moest betalen kwamen we toch zeker niet bedrogen uit… De arme man… en mijn goede advies een volgende keer wat minder te drinken zodat hij goede zaken kan doen viel ook al niet in goede aarde… Weer een ervaring rijker zullen we maar zeggen. Wel was de beste conducteur zo vriendelijk ons voor de deur van de Sunset Lodge af te zetten, want die vriendelijke mzungu’s kon hij geen gevaar laten lopen in de donkere gevaarlijke grote stad. Hmm… misschien kon hij het advies toch wel waarderen??
Zondags, onze een na laatste dag van ons Afrika avontuur, was de dag die we onszelf al vanaf begin af aan toegezegd hadden te gebruiken voor het aanschaffen van souvenirs. Zo gezegd zo gedaan, resultaat: Meagan en ik kunnen wel een winkeltje met Afrikaanse spullen beginnen nu. Voor de laatste keer weer alles in de backpack herinrichten en klaar om naar huis te gaan… Of we daar zin in hadden? Om eerlijk te zijn probeerden we de onvermijdelijke dag van naar huis vliegen tot op het laatste moment te ontkennen. Nog een keer samen meezingen met onze favo Ugandese songs en een potje bawo (Malawisch spel). Het typen van dit blog stond eigenlijk op de planning, maar zo zwart op wit zou het einde van onze droomreis te werkelijk worden. Vandaar ook dat dit een-na-laatste hoofdstuk van ons Afrika avontuur nu pas online verschijnt.
4 maart, daar was de dag dan toch echt. Ontbijten, bij de PEP nog even een schoon shirt voor de reis gekocht (want alles uit mijn backpack was al minstens een paar keer ongewassen gedragen), nog een paar laatste souvenirs gekocht en op met de taxi naar Lilongwe International Kamuzu Airport. Het laatste beltegoed werd opgebeld een troostende chocoladereep verorbert. Vergezeld door vele Japanners vlogen we van Lilongwe via Sudan naar Ethiopië. In Ethiopië verruilden we Ethiopiën airlines voor Lufthansa. De Japanners maakten plaats voor Duitsers. In een laatste poging de terugkeer naar huis te ontkennen bleven we stug Engels praten terwijl we best een woordje Duits kunnen. In Congo maakten we een tussenstop en uiteindelijk kwamen we 5 maart keurig op mzungu-tijd 6.15uur aan in Frankfurt. Daar stonden pap en de moeder van Meagan ons met open armen op te wachten. Okee, het is erg jammer dat ons Afrika avontuur er nu echt opzit, maar om pap en in Bemmel de rest van de familie weer te zien was stiekem ook wel weer erg fijn.
Hoe het is om nu weer thuis te zijn zal spoedig volgen in het laatste hoofdstuk van mijn Afrika avontuur – deel 2.