Goed om te weten: In Tangkahan is Eco toerism opgezet, omdat een alternatief te bieden voor stropen en illegale houtkap. Er was weinig werkgelegenheid, dus weinig mogelijkheden. Door ecotoerisme is dat nu anders.
De eerste trekker zijn de olifanten. Dit zijn werkolifanten. Mooiste is ntauurlijk een dier vrij in de natuur. Maar het zijn gelukkig geen praktijken a la Thailand tegenwoordig, waar olifanten speciaal worden geroofd voor toeristenritjes. Olifantenritjes sowieso niet doen, ook heel slecht voor de rug van de olifant.
De olifanten in de rivier wassen, is sowieso onderdeel van hun dagelijkse verzorging. Als je graag olifanten wilt zien, is dit de beste optie.
Ja heel soms komen de wilde olifanten de jungle uit, maar dat gebeurt zelden.
Maar verder kun je hier nog meer leuke dingen doen. Maak bijvoorbeeld s ochtends een jungle wandeling (voor de meesten zal 3 uur genoeg zijn, maar je kunt ook een hele dag gaan.)
Met wat geluk zie je hoog in de boom een schuwe orang-oetan of een gibbon. Moeilijk te fotograferen, want geen voederplatforms zoals in Bukit Lawang. Maar wel authentiek! Dus als je niet voor het perfecte plaatje komt, maar voor de ervaring is dit leuk.
Ga vervolgens lekker de rivier aftuben. Stop halverwege voor de meegebrachte lunch.
Zo verdienen aardig wat mensen hun inkomen:
-Engelssprekende gids
-Jungle gids
-Tube gids
-Brommertaxi rijder die tubes verplaatst
- lunch mevrouw
- daarnaast in je accommodatie kok, serveerster, schoonmaker.
Bukit Lawang
Er is een voederplatform, die telkens wordt verplaatst. Daar is niets mis mee, daar voert een ranger bij, bananen etc. Meestal komen hier zwangere orang-oetan vrouwtjes of met een kleine baby naar toe. Zijn er veel vruchten te vinden in het bos, dan komen hier minder dieren naar toe.
Bij het platform kun je dieren goed zien en rustig fotograferen. Dus dat is veel beter, dan dat iedereen zelf de dieren gaat lopen lokken.
Of het hier druk is, hangt af van het seizoen. Ik reis vaak in de wintermaanden, dus dan zijn er een handvol mensen.
Houd je verder aan de aanwijzingen van de ranger en gids. De orang-oetans zijn een stuk minder schuw, maar het blijven wilde dieren.
Wat je niet moet doen, is tijdens de trekking de dieren zelf eten geven. We dragen allemaal ziekten en bacterien bij ons. Vraag van te voren je gids dit ook niet te doen. Leg uit waarom niet. Verplaats je ook even in de gids, die wil graag iedereen gelukkig maken, dat is logisch.
Komt er toch een orang-oetan naar beneden op zoek naar voedsel, houdt dan in ieder geval afstand. Raak nooit een orang-oetan aan, of voeren, zodat je geen ziektekiemen overdraagt. En per ongeluk de hele orang-oetan populatie ten gronde richt met een Europees virusje.
Er staan bij de Ecolodge uitgebreide informatie borden met meer uitleg hierover, zodat je je goed kunt informeren.
Beide plaatsen zijn geweldig! Heel veel plezier!