Interview: werken in Kenia
Ineke, doingoood heeft in Kenia op vrijwillige basis gewerkt voor een organisatie genaamd Shoulder 2 Shoulder Foundation (S2S). Later heeft ze zelf Doingoood opgericht. Wereldwijzer vroeg haar alles over deze organisaties en de hulp die ze in Kenia heeft geboden.
1. In welk land heb je gewerkt en wanneer?
In 2005 maakte ik met mijn vriend (nu man) voor het eerst een rondreis door Kenia, als toerist. In Mombasa ontmoetten wij een Keniaans-Nederlands echtpaar dat daar een weeshuis en een rehabilitatiecentrum voor straatjongens had opgericht. Ik werd enorm gegrepen door de kinderen in die projecten en hun achtergrond. Terug in het hotel nam ik het besluit om mijn baan op te zeggen zodra ik terug was in Nederland, en dat heb ik ook gedaan.
Begin 2006 vertrok ik als eerste vrijwilliger naar deze projecten, vooral om op organisatorisch gebied te assisteren. Er waren destijds nog grote financiële zorgen, waardoor het voortbestaan van de tehuizen onzeker was. Na mijn periode als vrijwilliger heb ik daarom samen met anderen stichting Shoulder 2
Shoulder Foundation (S2S) opgericht om deze projecten te ondersteunen. Inmiddels is de financiële positie van de S2S zeer goed, waardoor de projecten maandelijks goed voorzien worden.
Inmiddels ben ik vele malen naar Kenia gereisd om de voortgang in deze projecten te zien. Helaas heb ik ook heel veel nood gezien bij andere projecten, die letterlijk niets hebben. Daarom ben ik afgelopen
jaar gestart met Doingoood en Doingoood foundation. De doelstelling is om een actieve bijdrage te leveren aan het verbeteren van de leefomstandigheden en de ontwikkelingsmogelijkheden van mensen in ontwikkelingslanden. Dit gebeurt door het in zetten van vrijwilligers ter plaatse via Doingoood en daarnaast het geven van verdere financiële ondersteuning via Doingoood foundation.
In januari 2011 ga ik opnieuw naar Kenia, dit keer voor 10 weken. Ik ga projecten bezoeken, meewerken in de projecten en met de lokale leiding praten over hoe we de zelfredzaamheid van de mensen in de projecten kunnen verhogen. Op die manier is de investering duurzaam en kunnen die mensen zichzelf uiteindelijk redden.
Links: Ineke als “African Mama”
Rechts: De kindertjes van de straat
2. Ben je alleen of samen met iemand daar naar toe gegaan?
Ik ben in 2006, toen ik voor het eerst vrijwilligerswerk ging doen, in mijn eentje naar Kenia gereisd. Ik had de projectleiders al een keer ontmoet en mocht bij hen verblijven. Ik merkte wel dat ik met heel veel vragen zat voor mijn vertrek en ik had het prettig gevonden als ik iemand had gehad die mij wat meer had kunnen begeleiden daarmee. Dat is ook de reden dat ik met Doingoood op dit moment zelf vrijwilligers begeleid die naar Kenia willen
vertrekken om daar vrijwilligerswerk te gaan doen. Dat geeft hen net iets meer rust en vertrouwen in wat ze daar gaan meemaken of aantreffen. En niet iedereen heeft de contacten om zelf een project te vinden waar hij/zij terecht kan.
3. Wat voor een soort werk heb je gedaan?
Het werk dat ik zelf gedaan heb in 2006 was vooral op organisatorisch gebied. Ik heb commerciële en management ervaring in het bedrijfsleven en mijn vaardigheden kwamen goed van pas bij de ondersteuning van de projectleiders. Zij hadden zelf een hele andere achtergrond, meer vanuit de medische zorg en theologie, waardoor we elkaar goed aanvulden. De kennis die ik destijds in het project heb opgedaan, kwam heel goed van pas bij de fondsenwerving die ik later ben gaan doen toen stichting S2S er kwam.
4. Wat heeft je bewogen om naar dit land te gaan?
Ik kan niet uitleggen waarom maar altijd heb ik geweten dat ik ‘iets’ in Afrika wilde doen. Met kinderen. Mijn eerste gedachte was om te willen helpen in een tehuis voor AIDS wezen. Tijdens mijn reis in 2005 kwam dit op mijn pad (ik geloof niet in toeval) en ik heb dit met beide handen aangegrepen.
5. Heb je dit zelfstandig geregeld of via een organisatie?
Omdat ik de projectleiders zelf had leren kennen, heb ik het destijds rechtstreeks met hen geregeld. Toen Shoulder 2 Shoulder eenmaal was opgericht, werd ik in Nederland degene die de vrijwilligers coördineerde en voorlichting gaf, want dat was voor de projectleiders niet meer erbij te doen. Dus alle vrijwilligers na mij zijn via S2S ‘uitgezonden’.
Nu ik zelf Doingoood heb opgericht, organiseer ik ook het vrijwilligerswerk voor mensen die hun steentje willen bijdragen in de ontwikkelingsprojecten in Kenia waar wij mee samenwerken. Vanuit Nederland kan je al een hoop doen om mensen te helpen zich voor te bereiden en al hun vragen te beantwoorden. En de meesten vinden het gewoon fijn om te weten waar ze terecht komen, wie hun lokale contactpersoon is en dat er iemand is die met raad en daad voor ze klaar staat als er wat is. Niet iedereen voelt zich er prettig bij om helemaal zelfstandig zo’n reis te ondernemen, terwijl het juist wel
mensen zijn die heel graag iets willen bijdragen.
6. Wat is de leukste ervaring die je tijdens de reis hebt meegemaakt?
Ik vind het heel moeilijk om een ding te noemen! Ik heb zoveel fantastische dingen meegemaakt! Het geluk bij vrijwilligerswerk zit ‘m in kleine dingen volgens mij. Er was een 7-jarige jongen die nog nooit een puzzel gezien had en er enorm mee worstelde. Toen we er samen even voor gingen zitten, had hij door hoe het werkte en kon hem zelf maken.
Er was een meisje van 2,5 jaar opgenomen, waarvan haar moeder op straat in de prostitutie werkte. Zij had dus ook de eerste 2,5 jaar van haar leven op straat doorgebracht en was totaal verwilderd. Ze kon geen contact maken, lachte nooit en beet als je haar wilde aanraken. Ik heb veel tijd en aandacht aan haar besteed en langzaam kwam ze een beetje los en we werden uiteindelijk dikke vriendinnen. Nu is ze 7 jaar en een ontzettend leuke, goedlachse en vrolijke meid. Dat is toch geweldig!
En ik heb bijvoorbeeld vreselijk gelachen toen ik een keer langs een verlaten weg liep en ik een man op een ladder tegen een telefoonpaal zag staan. Beneden aan die paal zat een man met een (ouderwets draaischijf) telefoontoestel te bellen. Bleek dat die man op de ladder de draadjes tegen
elkaar hield, zodat die andere (afgetapt) kon bellen. Hilarisch toch!
7. En de minst leuke ervaring?
Het minst leuke vind ik de dillemma’s waar je mee te maken krijgt. Vooral met mensen (en kinderen) op straat. Voorbeeld: De vrouwen op straat worden bijvoorbeeld telkens zwanger en kunnen eigenlijk niet goed voor hun kinderen zorgen. Kinderen maken ook een enorm slechte start op straat en houden altijd veel gezondheids problemen, maar ook in cognitief, sociaal en motorisch opzicht ontwikkelen ze niet goed.
Je kan die kinderen wel uit handen nemen van de moeder en ze in een tehuis opvangen, maar dan heeft de moeder toch weer haar handen vrij om weer zwanger te worden. En hoe goed is het als je een kind bij de moeder weghaalt. Van die enorme dillemma’s waar je mee te maken krijgt en waarbij het eigenlijk moeilijk te bepalen is waar je nou goed aan doet.
Links: Ineke samen met de Keniaanse kinderen
Rechts: Het straatleven in Mombasa
8. Wat zijn de grootste (cultuur) verschillen tussen Nederland en het land waar je gewerkt hebt?
Oef. In eerste instantie lijken de cultuur verschillen voor de hand te liggen. Ander eten, andere gewoonten, andere aanpak van dingen. Toch vind ik de cultuurverschillen veel groter dan dat, ook al lijken het soms subtiele zaken. De wijze van communiceren, het onderwijssysteem en hun referentiekaders zijn zo wezenlijk anders dan die in Nederland, dat cultuurvesrchillen soms uit onverwachte hoeken opduiken en toch een grote impact kunnen hebben.
In Nederland hebben wij bijvoorbeeld redelijk vastomlijnde begrippen over efficiëntie en effectiviteit. Maar onze manieren en maatstaven zijn soms gewoonweg onmogelijk toe te passen op situaties of projecten in Kenia. En dan is het wel even zoeken naar de juiste weg. Ook nog na alle bezoeken aan Kenia en alle gesprekken die ik al heb gevoerd. Het blijft een uitdaging
om elkaar te begrijpen.
9. Wat heb je daar geleerd, wat voor jou heel waardevol is?
Een aantal belangrijke vaardigheden die ik zeker geleerd heb zijn relativeren. flexibel en geduldig te zijn en niet te snel je oordeel klaar te hebben. Ik kan juist ook leren van de manier waarop Afrikanen dingen aanpakken. Ik ben rustiger geworden en kwetsbaarder, vriendelijker ook. In het bedrijfsleven, en zeker in een commerciële management functie, was ik geneigd om eerder in een meer afstandelijke zakelijke houding te schieten. Maar ik ben echt een zacht ei geworden. Wat overigens niet betekent dat ik helemaal niet meer zakelijk of direct ben. Maar wat ik daar gezien en gedaan heb, heeft mijn leven echt ingrijpend veranderd. Zelfs zoveel, dat mijn doelstelling is om in de toekomst fulltime met Doingoood en Doingoood foundation bezig te kunnen zijn, om op die manier een nog groter verschil voor de mensen in Afrika te kunnen maken.
10. Zou je het ooit nog eens doen? Zo ja, in hetzelfde land of in een ander land?
In januari 2011 ga ik opnieuw voor 10 weken vrijwilligerswerk doen in Kenia. Sinds 2005 heb ik wel meer Afrikaanse landen bezocht zoals Namibië, Gambia en Oeganda. Ik hoop dan ook dat ik in de toekomst met Doingoood en Doingoood foundation andere landen aan onze projecten-portefeuille kan
toevoegen.
11. Heb je tips voor anderen die ook van plan zijn om te gaan werken in dit land?
De belangrijkste tip die ik denk ik kan geven is: stel jezelf niet te hogen doelen of eisen. Als je vooraf met een vast omlijnd plan naar Afrika vertrekt, kom je gegarandeerd teleurgesteld terug. Probeer mee te veren met het ritme van de Afrikanen en de wijze waarop zij dingen doen te respecteren. Vaak gaat het niet zo snel als wij dat in Nederland gewend zijn. Het verschil dat je kan maken zit ook vaak maar in kleine dingen: een lachend kind, een helpende hand, een troostend woord. Je kan de wereld nou eenmaal niet in je eentje veranderen. Maar je kan wel een bijdrage leveren om hem ietsje mooier te maken!
Links bij dit interview: