Jan van Helden schreef over zijn ervaringen met Cambodja:
Laten we het hebben over de Cambodjaan. Een uitzonderlijk geval, uniek in zijn soort. Een grote platgedrukte neus, amandelvormige ogen, een mooie bruine huid en zwart haar. Klein en schriel, maar sterk. Zij die me op alle fronten hebben weten te verrassen en irriteren. Maar ook zij die ik ben gaan respecteren en misschien ook wel een beetje van ben gaan houden. Niet allemaal, zeker niet. Nee, dat zou te gek worden.
Zo gaat dat met stereotypen, natuurlijk zijn ze niet allemaal zo. Niet alle Zuid-Europeanen zijn lui en onbetrouwbaar, niet alle Oostblokkers zijn criminelen of alle Amerikanen dik. Zo zijn ook niet alle Cambodjanen lui, inefficiënt, gevaarlijk, smerig en luidruchtig. Het zijn voor mij slechts de meest opvallende (en negatieve) eigenschappen van de Cambodjaan die ik de afgelopen twee maanden heb mogen leren kennen. Maar er bestaan ook goede Cambodjanen. Zij die de meest zorgzame, lieve en vrolijke mensen zijn die ik ooit heb ontmoet. Ik beloof in mijn relaas niet alleen maar negatief te zijn, dat hebben ze niet verdiend. Een klein beetje maar. Neem het vooral niet te serieus.
De Cambodjaan is lui, ontzettend lui. ‘Het zal wel aan de warmte liggen’, dacht ik bij aankomst, maar zelfs in het koude seizoen –25 graden, dus dragen ze dikke winterjassen– is men sloom. Moto- en tuk-tuk chauffeurs luieren de hele dag op hun voertuig, zo nu en dan schreeuwend naar een voorbij lopende Westerling die dikwijls de vraag om een ritje geïrriteerd afwijst. Ze liggen letterlijk op de motor, in de tuk-tuk hebben ze een hangmat. Politieagenten zie ik nooit aan het werk, bewakers heb ik nooit in een andere houding gezien dan slapend op een plastic tuinstoel. Het fenomeen van de pyjama, die vrouwen en kinderen vaak op straat dragen, versterkt ook alleen maar het beeld van de lui ogende Cambodjaan.
Met alle respect voor de hardwerkende inwoners die het niet makkelijk hebben. De communistische ideologie van alles delen hebben ze hier nooit begrepen, iedereen lijkt voor zichzelf te moeten vechten. Corruptie en uitbuiting is nog altijd een groot probleem. Als iedereen hier een goede inspanning zou kunnen leveren, zou het een stuk beter gaan met het land.
Soms krijg ik het idee dat Cambodjanen het niet helemaal begrijpen in deze wereld, dat ze geen flauw benul hoe ze dingen het beste kunnen aanpakken. Logica ontbreekt, als iets niet volgens plan loopt, slaat men op tilt. Bij je bestelling je Coca-Cola veranderen in een Fanta: chaos! Hoe moeten ze dit nou weer oplossen! Het is een ongestructureerde manier van werken. In plaats van dat de kok opmerkt dat bij twee verschillende bestellingen hetzelfde gerecht is gekozen en deze tegelijk bereidt, wordt elke opname van begin af aan aangepakt. Winkeliers stouwen hun zaken tot het plafond vol met onnodige troep dat nooit verkocht zal worden, wat een hoop geld had bespaard als ze deze producten nooit ingekocht hadden. Geld dat ze goed kunnen gebruiken. En busreizen verlopen nooit soepel of handig. Voordat je de stad uit bent rijd je vaak nog een paar uur rond, vaak zonder reden. Efficiëntie is bij de Cambodjaan ver te zoeken.
Bovendien lijken ze weinig moeite te doen voor het verzinnen van nieuwe bedrijven. Het is luiheid of een gebrek aan inspiratie. Het idee van de buurman overnemen is het makkelijkst. Gevolg: zestien kappers, tien plastificeer tentjes, acht sleutelreperateurs of massagetentjes op een rij. Dat werkt niet, toch doen ze het. Het verbaast me dan ook niets dat de economie hier niet loopt.
Over het rijgedrag van de Cambodjaanse buschauffeur heb ik het al een keer gehad, hij die spookrijdend over het kapotte asfalt stuitert. Maar in de stad kunnen ze er ook wat van. Het verkeer is een chaos, simpelweg omdat regels niet lijken te bestaan. Een bocht nemen is slechts een kwestie van de bocht afsnijden en tegen het verkeer in je weg vervolgen tot je kan oversteken –een gewoonte dat ik spijtig genoeg ook heb overgenomen. Stoppen doen ze niet, kijken al helemaal niet. Met vier man, zes kinderen, een varken of een berg spullen op de scooter. Met dertig man op een truck of z’n drieeën op een fiets. Jaarlijks sterven in Cambodja de meeste mensen in het verkeer.
Cambodjanen zijn smerig. Het gaat om een aantal gewoontes die hier de normaalste zaak van de wereld zijn. Ze rochelen en spugen op straat, vreten en plein public uit hun neus en boeren en ruften waar het maar kan. Dan heb je nog de armoede. Op de markt liggen stukken vis en vlees de hele dag in de zon, zwart van de vliegen. Kinderen zwemmen en vissen in beekjes die meer iets weg hebben van riolen. Het is triest. En een milieubeleid in Cambodja lijkt niet aanwezig. Het zijn net Grieken, ze dumpen alles op straat.
Mijn grootste irritatie: Cambodjanen kunnen niet stil zijn en overal is hysterische jankmuziek.Telefoneren doen ze de hele dag –voor twee dollar per maand kunnen ze onbeperkt bellen–, maakt niet uit waar ze zijn. Ze voelen zich altijd gedwongen een gesprek aan te knopen, ongeacht of je ligt te slapen of een boek aan het lezen bent. De gids in Battambang tapte ruim acht vermoeiende moppen en bleef maar praten, een leraar op mijn project vraagt om de minuut, wanneer ik in volledige meditatie mijn dwarsligger aan het verslinden ben, op welke pagina ik ben om vervolgens een conversatie te beginnen. Hoe vaak mij door hem al niet gevraagd is waarom ik in de zon zat, vermoeiend (dat vinden ze maar raar. Blank associëren ze met rijk, Westers. Blank vinden ze mooi. Donkere Cambodjanen zijn arm, werken op het land in de zon. Oplossing: ze vermijden de zon. Lastig, want die is hier toch voornamelijk aanwezig. En werkelijk alle cosmeticaproducten bevatten ‘whitening’. Van maskertjes, douchegel tot deodorant. Bizar wat een cultuurverschil dat is met ons. Wij arme westerlingen die elke vakantie weer roodgloeiend op het stranden liggen te braden om dan ook maar een beetje een kleur te krijgen, maar dit terzijde). O, over de winkeliers op de markt nog niet gesproken: ’Sir wanna buy sir good price for you sir.’
Ik hou op. Want achter de brede glimlach, die van de vrolijke Cambodjaan, schuilt een pracht van een mens, die zich een lange weg baant door het harde leven op deze aardkloot. In een land geteisterd door armoede, een land met een geschiedenis dat nog overal voelbaar is. Cambodja is een prachtig land, de mensen zijn super. Je moet er alleen niet te lang zijn. Het is dan ook maar goed dat ik hier snel weg ben. Maar wie weet wat de Vietnamees mij te brengen heeft. Misschien maakt deze het me nog veel bonter.
Meer ervaringen van vrijwilligers kun je lezen op: http://www.pureforkids.nl/127-weblog.html