Hoi,
Dat wordt een mooie reis!
Tijd: 5 maanden zou een mooie tijd zijn voor 5 landen. Maar 4 maanden waarvan 1 maand cursus, lijkt me wel krap. En aangezien snel reizen duurder is dan langzaam reizen, ben je per saldo misschien niet eens goedkoper uit (maar ik weet niet of je terug moet komen voor werk ofzo?).
Budget: het is vooral een verschil per land. In Ecuador, Peru en vooral in Bolivia kun je heel goedkoop met de bus, en zijn hotels of hostels niet duur. Het eten ook niet, vooral als je toeristische restaurantjes vermijdt. Ik reis ongeveer met middelmatige luxe* en kom in Peru makkelijk rond voor gemiddeld EUR20 per dag.
- middelmatige luxe = privé simpele hotelkamer zonder tv in goedkoop hotel, vaak ook met eigen badkamer met warm water; ongeveer 3x per week door reizen per bus; 2x per dag uit eten, soms 3; verder zelf bv. op de markt wat halen en bij elkaar gooien (salades maken met noten ofzo, of gewoon wat fruit als ontbijt); af en toe een georganiseerde tour; een paar sourvenirs.
Ik verwacht dat als jij ook 3x per week door reist, en niet persé een privékamer hoeft, je wel voor EUR15 per dag gemiddeld kunt rondkomen. (Reis je alleen of met iemand anders? Dat scheelt natuurlijk ook hotelkosten.)
Maar tours en de Inca Trail enzo zijn dus meestal duurder (alhoewel dat best meevalt vergeleken met de dure safari’s in Afrika, en je krijgt er ook nog eten bij).
Chili en Argentinië zijn flink duurder dus houd daar rekening mee tijdens je reis… dat je voor het laatste stuk in verhouding veel moet overhouden!
In de papieren Lonely Planet gidsen staat voorin altijd een inschatting van de kosten per persoon per dag, meestal ook voor verschillende reisstijlen (low budget - middelmatig - luxe). Die budgetsuggesties kloppen meestal erg goed.
Lokale tours boeken kan duur zijn (georganiseerde tripjes), maar zijn vaak wel een snelle en handige methode om veel te zien. Bv. de eilanden in het Titicaca-meer kun je ook wel met een openbaar vervoer bootje bereiken maar dan moet je wel goed uitzoeken hoe, waar, hoe laat. En je kan misschien niet zo snel terug als je zou willen. Een tour is vaak van deur tot deur geregeld, en heeft bijvoorbeeld extra tijd op de drijvende rieten eilanden van de Uros-mensen, wat een openbaar vervoer bootje misschien niet doet.
Nachtbussen kunnen je ook af en toe een hotelnacht uitsparen maar zijn natuurlijk niet zo comfortabel als een echt bed.
Het klimaat weet ik even niet zo goed. Op internet en in reisgidsen vind je wel jaargemiddelden, maar het klimaat is best wel aan verandering onderhevig. Wat wel handig is om te weten is dat de Inca Trail in februari gesloten is voor onderhoud. Je kunt dan wel met de trein naar Machu Picchu, of lopen via een andere trail. Maar dan ben je waarschijnlijk al veel verder of alweer terug.
Veiligheid: vooral voor stiekeme diefstal moet je voorzichtig zijn, eigenlijk ongeveer net zoals in Amsterdam, Rome… als je tijdens een lunchstop uit de bus stapt, nooit je tas met camera aan boord laten… ook niet gaan slapen als die tas in het rek boven je hoofd ligt; houd de tas dan op schoot met je armen er omheen. Je grote backpack stoppen ze meestal onderin en met een nummertje, dat is wel veilig hoor.
Verder ook op straat en in café’s altijd alert zijn op waar je waardevolle spullen zijn (niet aan je rugleuning hangen of op de grond los leggen, altijd een lus om je been of liever nog op schoot houden).
Als je je nog wat onzeker voelt in een nieuwe grote stad, neem dan een taxi naar je hotel, en ga daarna de straat op met alleen wat kleingeld bij je… even aanvoelen hoe het voelt. Daarna kan je altijd naar buiten met wat meer spullen.
Pas op voor afleidings-trucjes, vooral in de grote steden en supertoeristische plekken komt dit wel eens voor. Iemand wijst je op wat vuils op je kleding, of laat een handvol muntjes vallen, of begint een nep vechtpartij met een vriend, waardoor je bent afgeleid, en een ander zakkenrolt jou stiekem.
Wees je ook bewust dat je altijd opvalt als toerist en nooit opgaat in de menigte. Dus je bent altijd een ‘wandelende goudmijn’ (behalve misschien in Argentinië, en in Chili ook wat minder). Vooral busstations (overdag en 's avonds), en markten zijn plekken waar veel diefstal plaatsvindt.
Draag geen sierraden. Show niet met waardevolle spullen (bv. iPod in de bus… liever in je tas laten en alleen de oordopjes in, mocht je perse muziek willen luisteren). Foto’s maken kan best maar berg telkens je camera weer op en zorg dat die tas niet makkelijk van je schouder te rukken is. Wees alert wie er om je heen loopt zodat je het ook door hebt als iemand je volgt. Stap dan bv. even een winkel in. (Dat doe ik ook als is even op de plattegrond wil kijken zonder teveel aandacht te trekken).
Na een uur of 9 's avonds in de grote steden neem ik meestal taxi’s. Zorg dat je weet hoe je officiële taxi’s kunt herkennen (vraag bv. even bij je hotel).
Maar als je gewoon alert bent, moet het prima gaan. Van mij is nog nooit wat gestolen, alleen yoghurt uit een gedeelde koelkast, ha ha… met in totaal 8 maanden reizen in Zuid-Amerika. Ik heb juist allemaal spullen (volle moneybelts, camera’s) van andere, naïeve, slordige reizigers gevonden bv. onder een matras, in de gedeelde badkamer, en op tafels van het café.
Een reserve regeling qua pasjes is wel slim ja, sommige machines slikken ze opeens in! Ik heb meestal een normale, en een creditcard. Het is gelukkig nog nooit mis gegaan. Ik heb meestal ook wel bv. US$300 in cash bij me, verstopt over meerdere plekken. Ook voor noodgevallen of als de enige pin-automaat in het dorp kapot is.
Terwijl je met ál je spullen onderweg bent, zou ik de belangrijkste zaken wel goed wegstoppen waar het niet makkelijk ongemerkt gepikt kan worden. Ieder heeft z’n voorkeur voor systemen… heuptasjes, beentasjes, nektasjes, riemen met ritsjes in de binnenkant, geheime zakken… of een keer gehoord: een viezig verband met wat nep bloed om je pols, waar je geld in verstopt zit. Maar dat lijkt me meer iets voor oorlogsgebieden ofzo. 
Als je in een hotel zit, is het ook een kwestie van persoonlijke voorkeur… sommigen kiezen ervoor alle waardevolle spullen altijd bij zich te dragen. Anderen laten het in een kluis van het hotel. Weer anderen verstoppen het op diverse plekken in hun kamer en dragen buiten alleen een kopie van hun paspoort bij zich. Er bestaan allerlei systeempjes om je tas op slot te doen en ergens aan vast te maken met een slotje. Ik zorg altijd dat die slotjes uit het zicht zijn, om geen aandacht te trekken. Wat voor systeem je kiest, hangt natuurlijk ook samen met je keuze voor gedeelde hostelkamers of niet (andere reizigers hebben soms ook geldgebrek…!). Google eens op Pac-Safe en vraag ernaar in buitensportwinkels.
Als je een hotelkluis gebruikt en daar cash geld in stopt, doe het dan in een gesloten envelop en zet een krabbel over de sluiting. Dan weet je het als ermee gesjoemeld is.
Na al deze veiligheidstips lijkt het of je paranoïde moet zijn maar dat hoeft niet. Als je er je tweede natuur van maakt om altijd alert te zijn, en bv. op markten je spullen goed weg te stoppen onder je kleding ofzo, kun je relaxen en genieten. Ik naai bv. van tevoren extra zakken in de binnenkant van mijn broeken, en klittenband in de klep van mijn zijvak van mijn broek. Daardoor kan ik heel relaxed rondlopen want niemand kan ongemerkt bij mijn grote geld. Kleingeld heb ik wel in makkelijkere zakken maar is niet erg als het gepikt wordt.
Meer veiligheidstips vind je op mijn website, zie handtekening.
Route en mooie dingen: poe hee, dat antwoord kan honderden pagina’s zijn, en dat heten reisgidsen!
Ga alvast eens bladeren in Lonely Planets en andere gidsen, en dan vooral voorin kijken naar de ‘itineraries’ die zij voorstellen. En ze hebben bv. een top 10 van archeologische plekken, een top 10 van sportieve plekken, en dat soort dingen.
Je kunt ook brochures opvragen (of op sites kijken) van Djoser, Koning Aap, Summum, Baobab en dat soort organisaties, en (delen van) hun route zelf nadoen. Je ziet dan ook snel bij welke highlights zij stoppen en hoe zij logistiek de handigste route kiezen om die te combineren. Scheelt weer wat uitzoekerij.
Inderdaad veel prachtige berglandschappen in al die landen. Regenwoud kun je bezoeken in Ecuador, Peru of Bolivia, ik denk dat het in Bolivia het goedkoopst is. Je moet dan wel malariapillen slikken waarschijnlijk.
Treinen zijn er niet heel veel en die zijn vaak duurder, trager, en gaan maar 3x per week, terwijl er dan bv. 5x per dag een goedkopere, snellere bus gaat. Dus wel anders dan in NL. Maar treinen zijn wel leuk natuurlijk. Tussen Lima en Huancayo rijdt er soms eentje (een keer per week ofzo), en tussen Puno en Cusco (3x per week geloof ik). In Bolivia heb je er ook een paar (o.a. eentje naar Chili), maar kijk niet op van 11 uren vertraging op een rit van 14 uren.
Zie www.seat61.com
Bussen zijn overal prima te vinden. Zelf vind ik het prettig om een dag van tevoren alvast een kaartje te regelen en stoel te kiezen, ook al omdat veel bussen bv. om 7 uur 's ochtends vertrekken en dan heb ik geen zin om dan ook nog in de rij te moeten zo vroeg. In sommige steden zitten alle busmaatschappijen verzameld op 1 terrein; in andere steden liggen ze verspreid en zou je eventueel even moeten wandelen en vergelijken (kijk ook naar de staat van de bussen, of ze niet van plakband aan elkaar hangen en of de banden nog profiel hebben… dat zegt vaak ook iets over hoe ze met hun chauffeurs omgaan en of die dronken kunnen zijn).
Indrukwekkende steden:
Peru: Arequipa, Ayacucho, Cusco. Lima vind ik zelf ook gaaf (vooral het historisch centrum, China Town en Barranco) maar daarover verschillen de meningen… het is wel groot en druk en stinkt behoorlijk naar uitlaatgassen. Maar heeft ook prachtige kerken, pleinen, koliniaal postkantoor, leuke China Town, markten, begraafplaatsen, etc.
Bolivia: Sucre, Potosi… La Paz schijnt best wel veranderd te zijn sinds ik er was dus weet ik niet.
Maar zeker niet alleen de steden zijn interessant. In Bolivia is bv. het dorp Sorata ook heel leuk, met mooie omgeving voor korte en lange wandelingen.
Het aller indrukwekkendst van die landen qua natuur is waarschijnlijk de Uyuni-tour in Bolivia die je leidt langs de zoutvlakte, woestijnen met gekleurde bergen en meren, geisers, hot springs, rare Dali-achtige rotsen, een eiland vol superhoge cactussen, etc.
In jouw geval is het waarschijnlijk het handigst om de tour te boeken die start in Uyuni, en eindigt in San Pedro de Atacama (Chili). Dat scheelt terugreizen.
De stranden daar ken ik niet goed, ik weet alleen dat de zee bij Lima erg vervuild is. Ik denk dat je nog het best in Ecuador of noordelijk Peru terecht kunt.
Om een beter algemeen beeld te krijgen van wat je kunt verwachten, zou je ook op internet allerlei blogs kunnen doorbladeren bv. op waarbenjij.nu, en foto’s kijken. Ik wilde vroeger nooit teveel van tevoren zien, maar heb nu wel ontdekt dat het altijd veel indrukwekkender is als je er zelf bent, en het dus niet erg is om het al gezien te hebben (in beperkte mate). Het helpt mij wel keuzes maken.
Verder vind je via mijn handtekening nog meer tips en links dus voorlopig weer genoeg leeswerk! 
Goed idee om Spaans te gaan leren, dat maakt het reizen veel leuker en makkelijker. En je hebt er de rest van je leven wat aan in vele landen.
Als je nog meer vragen hebt, post maar hieronder.
Buen viaje,
Cécile