(origineel bericht op be-more.nl)
Het einde komt in zicht
Nu ik dit schrijf is het zondagavond halfacht. Ik bedenk me dat ik over precies een week rond deze tijd hoogstwaarschijnlijk in de auto richting huis zit, na een lange vliegreis. Maar voordat het zover is, heb ik nog een weekje te gaan. Afgelopen twee weken is er ook weer genoeg gebeurd, dus vandaar weer een nieuwe blog.
De youth meetings lopen eindelijk een beetje goed. Wehebben er nu twee communities bij, waarvan beide basisscholen graag willen deelnemen aan de youth meetings. Ondertussen zijn we op een van deze scholen twee keer langs geweest en beide keren was het een succes. De jongeren luisterden heel aandachtig, stelden vragen, en waren niet bang om iets te zeggen. De eerste youth meeting had als onderwerp goals & yourself. We hebben gepraat over de doelen die de jongeren hadden in hun leven en hoe die doelen bereikt, danwel verstoord konden worden. De week erop hebben we gepraat over relaties, hiv en aids en het taboe rondom hiv en aids. Het was een erg geslaagde meeting, al heb ik het idee dat sommige jongeren de ernst van de ziekte totaal niet inzien. Wat ook erg spijtig is vind ik, dat er nog altijd zo’n groot taboe heerst op het hebben van hiv of aids. Mensen durven soms hun medicijnen niet op te halen, ook al zijn ze gratis. Want stel dat een buurvrouw jou in het ziekenhuis ziet als je je medicijnen ophaalt en er zo achter komt dat je hiv/aids hebt. Ik liet me vertellen dat medicatie normaal gesproken op een vaste plek opgehaald kunnen worden in het ziekenhuis. Maar juist de medicatie voor hiv en aids dient in een andere ruimte afgehaald te worden…
Verder was er nog een youth meeting geïntroduceerd in een bepaalde community. Hier ben ik helaas niet bijgeweest, deze dag was ik namelijk op een internationale school, later meer daarover.
Waar ik me verder nog mee bezig heb gehouden is maïs oogsten. Dat ging ongeveer zo: met een kapmes werden maïsstengels gekapt en op een hoop gegooid. Vervolgens was het aan ons de taak om de kolven te plukken en deze op een stapel te gooien. Toen alles klaar was konden we de maiskolven in zakken doen en deze naar het huis van de eigenaar brengen. In verband met de hitte stonden we al om kwart over 5 ’s morgens op het maïsveld. Gelukkig was het erg gezellig om dit met velen te doen, waardoor ik gelukkig niet al te chagrijnig was.
Vorig weekend was een sportief weekend. Op zaterdag zijn we naar Zomba plateau geweest, waar we een prachtige wandeling gemaakt hebben. We hebben hier watervallen bezocht en we zijn nog naar een viewpoint gelopen, waarvandaan je een prachtig uitzicht had over Zomba. Na afloop hebben we schandalig goed gegeten bij een restaurant. Vooral de toetjes waren overheerlijk. Voor Malawiaanse begrippen was het eten hier duur, maar we hebben zo’n 10 euro per persoon uitgegeven. Ik voelde me wel een beetje schuldig toen we op onze taxi wachtten en ik de mensen van de souvenierkraampjes zag die hun uiterste best doen om wat te verkopen en bijna geen cent te makken hebben. Zondags ben ik met Georges en een van de Malawiaanse members de Ntonya mountain gaan beklimmen. Dit is een berg die we vanuit ons huisje kunnen zien. Ik had al gehoord dat de klim behoorlijk pittig was, en dat heb ik gemerkt. Het was echt mega zwaar. De meeste stukken waren heel steil. Op het einde moesten we echt over rotsen klimmen die behoorlijk glad waren van de regen. Niet zo verstandig met mijn allstars, maar gelukkig ben ik niet uitgegleden. De top van de berg kon ik constant zien, maar het leek maar alsof we hem niet konden bereiken.Ik heb behoorlijk lopen mopperen en klagen, maar na zo’n 2,5 uur waren we op de top. Eenmaal boven kon ik wel janken; er was zoveel bewolking dat we echt niks zagen, behalve mist en wolken. En toen begon het ook nog eens te regenen. Ik had me echt verheugd op een prachtig uitzicht, maar helaas. Toen we weer daalden en wat lager waren, hadden we gelukkig nog wel wat mooie uitzichten.
Wat er verder nog is gebeurd is dat ik in aanraking gekomen met een Malawiaanse vrouw die regelmatig te diep in het glaasje kijkt. Ze is dus vaak dronken en heeft van een van de mannelijke vrijwilligers al eens om zeventigduizend kwacha gevraagd (140 euro). Ik zag haar al wankelend afkomen op Nina en mij terwijl ze ‘Kiss me! Kiss me!’ riep. We ontweken haar, maar ze pakte mij nog snel en nogal onverwacht om m’n nek en drukte allemaal kusjes op m’n hoofd. Ik kon er wel om lachen, al had ze me behoorlijk stevig vast. De mensen om ons heen kwamen niet meer bij van het lachen. Dezelfde dag heb ik nog een Malawiaanse begrafenis meegemaakt. Een inwoner uit onze community was overleden. Ook al kenden we deze persoon niet, van ons als vrijwilligers werd verwacht dat we aanwezig waren bij de begrafenis omdat wij momenteel in dezelfde community leven. Nina en ik kwamen net terug van de youth meeting toen we dit hoorden, en we moesten ons nog haasten om op tijd te zijn. We konden ons gelukkig nog aansluiten achteraan de stoet. De kist werd per pick-up vervoerd. Dat was echt heel vreemd om te zien. Op dezelfde pick-up zat een twaalftal vrouwen om de kist heen. Ze waren allemaal hetzelfde gekleed (wit met paarse jurken en een paarse hoofddoek) en zongen liederen. Volgens mij waren het nonnen. De stoet zong liederen en zo liepen we langzaam richting de begraafplaats. Ik had gehoord dat de overledene een man van 35 jaar oud was en dat hij gestorven was aan de gevolgen van malaria. Ik bedacht me hoe triest dit eigenlijk was, en terwijl ik dit dacht zag ik een man voor me lopen met de tekst ‘Life is wonderful’ op zijn t-shirt. Echt heel ironisch. Eenmaal op de begraafplaats zaten de vrouwen van de mannen gescheiden. We zaten op de grond, tussen reeds bestaande graven. Echt heel raar! Sommige graven hadden niet eens een grafsteen, maar het was een hoop zand. Ik zat helemaal achteraan met Nina en de dienst werd geheel in Chichewa gesproken, dus ik kreeg er weinig (niks) van mee. Ik keek maar wat in het rond. Opnieuw viel ik in een aantal verbazingen. Een man die de tekst ‘Life is wonderful’ op z’n t-shirt tijdens draagt tijdens een begrafenis is hier blijkbaar zo gek nog niet. Zo zag ik ook een man die een oranje unox-muts (!) droeg. En links van me, op zo’n 3 meter afstand, gaf een vrouw haar kind de borst. En dat allemaal tijdens een begrafenis. De familie van de man krijste hysterisch toen ze hun laatste groet brachten. Dat was wel echt naar om te horen, maar volgens mij horen die klaagzangen hier bij de cultuur. Na wat gebeden en gezang keerde iedereen na een uur weer luid pratend, rennend en lachend huiswaarts. Het alledaagse leventje werd echt meteen weer opgepakt.
Afgelopen donderdag hebben we een bezoekje gebracht aan de internationale school in Zomba. Ik keek mee bij de kleuters. Wat een orde en wat een structuur heerste er op deze school! Ik kon meteen merken dat deze kinderen van rijkere families afkomstig waren. De meisjes hadden geen korte koppies, maar mooie lange haren die perfect gevlochten waren. De kinderen stonken niet (wat ze hier in de community wel doen) en ze hadden uniformpjes aan die er perfect uitzagen, zonder vlekken of gaten. Ook hun lunchpakket was niet te vergelijken met de rijstchips die de meeste kindjes hier in de community meekrijgen. Op deze internationale school kregen de kinderen cake, broodjes, worst en zelfs friet met een gebakken ei mee van hun ouders. De meeste kindjes waren Malawiaans, verder zaten er een aantal Britten en Amerikanen bij. In de klas was zelfs een kleedje tegen een muur gelegd. Wanneer een kind niet luisteren wil of vervelend is, moet het daar een minuut (of langer) opzitten. Die orde en structuur is hier in de community totaal niet te vinden. Kinderen lopen soms gewoon de deur uit of letten totaal niet op en maken ruzie of ouwehoeren met elkaar. Daar wordt dan vervolgens niks van gezegd. Alles kan, alles mag. Gedurende de ochtend heb ik me beziggehouden met puzzels maken, schrijfoefeningen, liedjes zingen en tekenen. Ik had al snel vriendjes gemaakt met een jochie, Abdeen. Hij wilde constant op mijn schoot zitten en mijn hand vasthouden. Hij heeft ook een paar keer voorgesteld dat ik met hem mee naar huis moest komen. ‘My mommy wants to see you!’ Abdeen was een druktemakertje. En toen hij tijdens het voorlezen niet stil genoeg was en was gaan staan (wat uitdrukkelijk door de juf verboden was) moest hij op het kleedje. Dit heeft goed geholpen, de rest van het voorlezen heeft hij braaf stilgezeten en geluisterd. Al met al was het heel interessant om eens zo’n ochtend mee te kijken op zo’n internationale school.
Dit weekend ben ik voor de tweede keer bij Cape Maclear geweest. En wederom was het genieten. Best schandalig, het enige wat ik gedaan heb is luieren, lezen, zonnen, zwemmen en eten en drinken. Maar toch wel lekker om het laatste weekend zo te benutten.
Dat was het dan weer. Ik ga nog genieten van m’n laatste paar dagen hier! Donderdag is het afscheidsfeest en vrijdag vertrekken we richting Lilongwe.
Liefs, Lisanne