(origineel bericht op be-more.nl)
Eerste echte werkweek
Dinsdagochtend, aangekomen bij de Rescue Center, werden ik en Tanja direct aangewezen om naar court te gaan. Het betrof een zaak over jongen die verkracht was door zijn buurvrouw. Ik was erg nieuwsgierig naar hoe een Afrikaanse rechtbank er van buiten en binnen uitzag. De Umlazi rechtbank, waar wij naartoe gingen, heeft binnenplaatsen met gras, een klein standje waar je iets te eten of drinken kunt halen en bestaat voor de rest uit gebouwen die aan elkaar vastzitten, omgeven door wandelgangen met zitjes. In deze gebouwen bevinden zich ongeveer 10 rechtszalen. Eerst zochten we het slachtoffer op. Deze wacht hier, samen met veel andere kinderen in de playroom, tot hun zaak behandeld is. Dit kan wel een hele dag duren (en als deze niet aan de beurt komt de volgende dag of de volgende etc.). Kinderen mogen pas vanaf 18 jaar en ouder in de rechtszaal komen. Ik vond het treurig om te zien dat er geen familie in de playroom aanwezig was. De kinderen zijn ontzettend zenuwachtig en onzeker en hun zaak loopt vaak al jaren (soms wel 10 jaar of langer). Zij hebben dan iemand nodig om hen gerust te stellen. Dit is dan ook vaak onze taak. Wij zeiden het jongetje echter gedag en moesten weer gaan; de rechtszaak begon.
In de rechtszaal bevindt zich voorin een ophoging; hier zit de rechter waarvoor men als hij binnenkomt moet opstaan en als hij vertrekt ook. Daarvoor staat een ronde tafel waar de prosecutor, de advocaat, een mediator en nog iemand (ben nog niet achter de functie van deze persoon gekomen) zit. Hiernaast bevindt zich een verhoging waar de translator en de getuige (indien deze aanwezig is) zich bevinden. Hiervoor bevindt zich een trap naar beneden, waar de daders die in voorhechtenis zitten naar boven komen als hun case wordt behandeld. Daarvoor zitten wij, gemixt met de daders die op borg vrij zijn gekomen. Toen we binnenliepen was het voor ons meteen duidelijk wie de dader van ons slachtoffer was. Ze zat praktisch naast ons; een vreemde gewaarwording. Het komt vaak voor dat de familie van het slachtoffer slechts een paar bankjes verwijderd zitten van de dader (de zaal is niet groot). Dit zorgt wel eens voor de nodige scheld- en vechtpartijen. Er loopt om deze reden veel politie rond. Deze bevinden zich ook bij vele zittingen. Ik geloof dat er sowieso altijd wel één (wel dan geen slapende) politieagent bij de cases zit. Je weet nooit wanneer jouw case voorkomt. Soms komen er eerst tien anderen (of de case komt helemaal niet aan bod, dan zit je eigenlijk een dag voor niets te wachten). De zaken kunnen zowel in het Zulu als in het Engels worden behandeld. De translator vertaald het in alle mogelijke talen, waar op dat moment behoefte aan is. Je moet je aandacht er dus goed bij houden. Maar het is zo vreemd, dan valt de rechter bijna in slaap en dan de translator (en dan wij)! Ongelofelijk! Vrijwel alle cases worden prosponed (uitgesteld naar een andere datum). Je weet van tevoren dat je dus een dag in court kan zittenen en dat er na 1 minuut wordt besloten dat de zaak uitgesteld wordt (naar de volgende dag of maand). Meestal is dit vanwege het gebrek aan technisch bewijs. Dus stel je voor, deze cases lopen soms al 10 jaar. Dan komt de zaak voor de vijfde keer voor, en wordt deze zaak uitgesteld vanwege gebrek aan technisch bewijs. Nu snap ik de verhalen over het werk van de politie. Je denkt, verzamel eerst al het bewijs en laat dan de rechtszaak voorkomen. Maar nee. Het is zielig en frustrerend voor de slachtoffers en hun familie. Het afsluitingsproces duurt zo heel lang en dan te bedenken dat 95% (of meer) van de daders die terechtstaan voor ‘rapezaken’ wordt vrijgesproken. Je raadt de reden al: vanwege het gebrek aan technisch bewijs (of vanwege de reden dat zij de enige zijn met een goede advocaat – die zij gratis krijgen). Onze zaak werd na 2 uur als vanzelfsprekend prosponed. Veel mensen kunnen denken: ‘wat heeft het dan voor zin om erheen te gaan’. Het heeft heel veel zin. Als de rechter ziet dat wij ‘de blanke mensen van Bobbi Bear’ bij een zaak aanwezig zijn, schijnt dit toch veel uit te maken voor de case. Helemaal aangezien wij daar uitgedost met schrijfblokken, als gekken notities zitten te maken. Dan krijgen zij het gevoel dat zij hun werk extra goed moeten doen om vragen van onze kant te voorkomen. Blanke mensen hebben hier toch een belangrijke ‘status’. Daarom gaan wij mee naar de politie ed., omdat wij de vragen wel stellen, en vooral door blijven vragen en anderen er niet gemakkelijk mee af laten komen.
Aangekomen bij de Centre hebben we lang gesproken met de Queen (bijnaam voor Eureka). Zij vertelde veel heftige verhalen, over ieders achtergrond. Als je ziet hoe positief, uitbundig en vrolijk alle Aunties zijn, is de situatie waarin zij ’s avonds thuiskomen je moeilijk voor te stellen. Heel knap! ’s Avonds ging de rest naar Durban by Night (wat ik over een paar weken ga doen) en hadden ik, Anouk en Kaylaigh een relaxed avondje thuis.
De volgende ochtend zouden we met alle volunteers, Lady Fair, Nosipho en Nemusa naar een grote case in dezelfde court gaan. Een gehandicapt kind was misbruikt door vier mannen. Deze lachten aan het einde om wat ze gedaan hadden; geen enkele vorm van spijt of schaamte. Helaas hoorden we toen we ’s ochtends bij de Centre aankwamen dat zij in een gevangenis zaten met 11.000 gevangenen, waar eigenlijk maar 6000 gevangenen in kunnen. Vanwege hun angst om naar buiten te gaan en vermoord te worden (opgewacht door familie van het slachtoffer) hebben zij hun naam veranderd. Op het moment dat zij werden opgeroepen om naar court te gaan, hielden zij zich stil. Er wordt hier niet gewerkt met paspoorten ed. Er zijn echter wel vingerafdrukken van hen gemaakt. Wat houdt dit in: De politie moet nu van alle 11.000 gevangenen de vingerafdruk af gaan nemen, om de vier betreffende daders te vinden; dit kan weken duren. De case ging dus niet door. Wel was er een andere case over een baby die door een man was verkracht. De advocate had bij de vorige zitting van deze case gezegd tegen Lady Fair waar haar ‘witte crew’ nu was. Nou daar gingen we met zijn allen, ons Bobbi Bear shirt aan, een Bobbi Bear in de arm, op naar court. Je begrijp dat, toen we dezelfde rechtszaal als de vorige dag binnenliepen, alle ogen op ons gericht waren. We keken naar de advocate a la, ‘daar zijn de whities dan’ en gingen zitten. Eerst was er een andere case van Bobbi Bear, de dader werd schuldig bevonden voor vier rapes, en voor 3 vrijgesproken. Dat is heel wat voor de gang van zaken hier; finally some justice. Wij hebben kort samengevat van 09.00 tot 15.30 in court gezeten, waarbij het vanwege zowel de monotone stemmen, als de slechte verstaanbaarheid (vooral de prosecutor mompelt, articuleren staat blijkbaar niet in zijn wetboek) soms moeilijk was om de aandacht erbij te houden. De broer van de dader, de politieagent van de betreffende dag en de politieagent die de bewijzen behandelde werden opgeroepen als getuige. Over één ding kan ik heel zeker zijn; ze laten geen detail onbehandeld. Ik zal een voorbeeld geven over een conversatie tussen de advocaat en de broer van de dader:
Advocaat: But why do you remember what the suspect was wearing?
Getuige: Because I sat next to him on the couch.
Advocaat: No, why don’t you remember what the other people were wearing, but you do rememeber what the suspect was wearing?
Getuige: Because I was with him that day and sat next to him
Advocaat: No, but why… (dit duurde ongeveer 30 minuten).
Uiteindelijk werd de case prosponed naar de volgende dag.
Na thuiskomst heb ik N. verhaaltjes voorgelezen. Toen de andere vrijwilligers in de andere cottage waren vroeg ze aan me: ‘Where are the other Aunties, did they leave you?’ Ik zei voor de grap met een zielig gezicht: ‘Yes’. Toen zei ze tegen me: ‘But Auntie Robin, I’ll never leave you, I’ll always stay with you’. Toen ik naar haar lieve gezichtje keek, kreeg ik toch zo’n brok in mijn keel. Just so you know, ik neem haar mee naar huis haha. ’s Avonds hebben we een heerlijke Mac&Cheese magnetronmaaltijd gegeten en gedanst. Het was Kayleighs laatste avond. Dus samen met de vrijwiligers in ons huisje en N. hebben we de gehele Abba CD grijsgedraaid met natuurlijk de echte Abba moves (you are the dancing Queen – N’s favoriete nummer – jammer dat ik deze foto’s niet op de blog mag zetten). Trouwens, de foto’s probeer ik er dinsdag op te zetten.
Op donderdag hadden we 3 zaken in court waarvan er 2 niet doorgingen. We kwamen om 09.00 aan en rond 12.00 konden we gaan. Het ging om dezelfde zaak als de vorige dag en het zou betrekking hebben op het DNA-bewijs. Dit vond ik, gezien mijn eerdere onderzoek, natuurlijk erg interessant. Helaas bleek om 12.00 dat de DNA-expert niet op was komen dagen. De case werd prosponed naar het einde van de maand. ’s Middags hebben we verf gekocht om Bobbi Bears te verven. Deze zijn al gebruikt door kinderen en Jackie wil deze graag veilen. Alleen kan dit niet omdat het persoonlijke verhaal van het kind op de beer staat weergegeven. Het is dan alsof zij het kind weggeeft. Daarom willen we de beren verven. ’s avonds hebben we gezellig samen gegeten (dit doen we vrijwel elke avond).
Gisteren werden de meeste vrijwilligers opgehaald voor een excursie ‘Hluhluwe’, een safari. Ik, Mirwana en Anouk zijn dit weekend aanwezig. Mirwana en Anouk gingen naar een case en ik ging samen met Studla (helemaal te gek – zie foto) en Pilani naar de Tree (over de inhoud hiervan heb ik in mijn vorige blog verteld). Ik vind het HEERLIJK om hier in de auto rond te rijden. Je ziet het prachtige landschap aan je voorbij gaan; prachtige groene heuvels, je kunt zo ver kijken als je wilt en mensen lopen langs de kant van de weg met kinderen of manden op het hoofd; dan zie je het echte Zuid- Afrika. Aangekomen bij de boom, zat er een groep vrouwen met kinderen. Erachter bevond zich een rij mannen. De mensen komen hier vooral voor steun. Zij hadden het zingen en bidden net achter de rug (wij waren er in Afrikaans tempo heengegaan). Ik werd eerst voorgesteld door Studla aan de groep. Daarna was het eerste waar we mee begonnen het openmaken van de vuilniszakken. Daarna ging ik alle rijen met mensen af. Iedereen kreeg een krop sla of enkele preibladeren. Hierna kreeg iedereen eenzelfde aantal aardappelen. Het moeilijke vond ik dat de aardappelen op een gegeven moment op waren en de ene helft dus meer eten had gekregen dan de andere helft. Hierna werd de kleding verdeeld. Iedereen kreeg één kledingstuk. Er zaten lakens tussen (zeer gewild) maar ook kleine shirtjes. Je moest het snel uitdelen. Dus soms kreeg een kleine vrouw een grote bloes en een wat vollere vrouw een klein shirtje. Je had geen tijd om dingen uit te zoeken; maar iedereen kon dit altijd wel gebruiken voor familie. Toen ik bij de mannen aankwam deelde ik enthousiast de (vrouwen)kleding uit, niet wetende dat er tevens een stapel met mannenkleding was. En wat pak ik uit mijn stapel en geef ik aan een man; een mooie roze bh. Ik begon natuurlijk een beetje te giechelen en dacht, ach dat kan hij aan zijn vrouw geven, ik geef hem nog wel iets erbij. Toen kwam er een local naar me toe om te vertellen dat er een speciale mannenkledingstapel was. Hmm… I had no idea! Ik heb de kleine kinderen ook allemaal een speciaal kledingstuk gegeven. Ook had ik de opdracht gekregen om de mensen die vroegen om een bepaald kledingstuk/laken over te slaan. Dit had ik dan weer niet in me. Zo vroegen (vooral de mannen) om het laken. Dan gaf ik ze uiteraard een ander kledingstuk. Er was als laatste speelgoed voor de kinderen. Dan zag je de kleintjes rondlopen met hun handen vol, zo blij! Daarna wachtten we totdat we weer werden opgehaald. Ik was met Studla in gesprek en zag een vrouw met een mand op haar hoofd lopen. Ik riep uit dat ik dat zo graag wilde leren en vroeg Studla of zij dat ook kon. En ja hoor, ze gaat het me leren!
Vervolgens hebben we op de Centre de Bobbi Bears gewassen, zodat we deze na het weekend kunnen verven. Er was een jongen op de Centre (van de case waar Mirwana en Anouk heengingen) waarvan er problemen waren met zijn vader en moeder. Zijn moeder is bipolair. Hij heeft al bij heel veel verschillende mensen gewoond. Het was een zeer ernstig geval met ADHD, maar toen we naar huis liepen werd hij steeds rustiger. Toen we bijna voor onze deur stonden vroeg hij ‘if we were stealing him’. Eenmaal binnen hebben we een goed gesprek met hem gevoerd. Hij heeft al zijn zorgen geuit. Hij zat in een strijd tussen zijn moeder, vader en oma. Hij had het gevoel dat zijn moeder door hem naar de crazyhouse moest enkele malen. Na hem gerust gesteld te hebben en een heerlijke toast met dikke laag boter (zijn lievelingskostje) gemaakt te hebben werd hij opgehaald door zijn vader en tante. Ik heb hem belleblaas kado gegeven en zijn familie was ons zeer dankbaar. We kregen een dikke knuffel van hem. Daarna hebben we gezellig gegeten, N. is gek op wraps. Daarna heb ik haar in bad gedaan, de oefeningen gedaan voor haar benen en armen die de fysiotherapeut heeft voorgeschreven en heb ik haar een bed time story voorgelezen.
Gisterochtend was de support Group. Dit is sinds ik hier ben de meest heftige maar tevens de meest mooie activiteit geweest. Eerst hebben we honderden boterhammen gesmeerd, waarna we op weg gingen naar de Tree (hier wordt tevens de Support Group gehouden). Toen we aankwamen zaten er zo’n 60 kinderen naast de Tree. Zij keken ons met grote ogen aan. Om zo’n grote groep kleine kinderen te zien, die op eigen houtje naar de Tree zijn gekomen (in de koude miezerregen) was zo ontzettend ontroerend. Eerst deelden we alle boterhammen uit, wat soms lastig was omdat de kinderen deze snel ophadden. Op een gegeven moment wist ik niet meer wie er nou wel en niet had gehad. Ons motto is echter, doen alsof je precies weet wie er heeft gehad anders maken ze er gebruik van. Het moment dat je een kindje voor je hebt zitten, dat je met hongerige ogen aankijkt en 2 handjes voorhoudt (dit is een dank-teken), is hartverbrekend maar tegelijkertijd hartverwarmend, omdat je dit voor haar kan doen. Vervolgens kregen de kinderen drinken, gevolgd door kledingstukken en speelgoed (verkregen door donaties). Daarna hoort normaliter de art- en playtherapie te starten waarbij we met de kinderen spelen, maar door de naderende regen ging dit niet door. Anders zouden de kinderen door de harde regen soms wel uren naar huis moeten lopen. We stonden allemaal bij elkaar en zodra je een kind een aai over het hoofd gaf of naar ze lachten, kreeg je een trotse, stralende glimlach terug. Tussen de kinderen zag ik een klein meisje zitten rond een jaar of vier. Ik keek haar aan en ze begon lief te zwaaien. Ik liep naar haar toe en ging naast haar zitten. Ze pakte mijn hand vast. Ze wreef steeds over mijn hand om te kijken of het echt was, zo schattig. Toen heb ik haar een dikke knuffel gegeven. Ze straalde en ik was helemaal ontroerd. Daar deed je het voor. Als je de kinderen aankijkt zie je direct dat ze zich zo speciaal voelen. Dit was zeker het topmoment van de week. Prachtig! Het is zielig als je ze weer terug ziet lopen naar huis; sommigen wonen zelfs onder bruggen. Ook het idee dat enkelen hiervan misbruikt zijn/worden is moeilijk te verwerken. Maar als je ze met het speelgoed en kleding/ dekens tegen de kou ziet lopen heb je wel het gevoel dat je ze in ieder geval iets goeds hebt meegegeven, naast een dikke knuffel en een glimlach.
Daarna zijn we met Jackie en haar kinderen Nonnie en Cindy naar La Galleria geweest en hebben we Italiaans gegeten. Vervolgens hebben we rondgelopen. Wat een prachtige dag. Overigens ben ik erachter gekomen waarom het hier zoveel regent en koud is: het regenseizoen is begonnen. Zoals je ziet, heb ik goed vooronderzoek gedaan haha.
Vandaag en morgen sta ik op call. Maandag is een publieke feestdag en hebben we vrij. Dinsdag heb ik mijn eerst echte case op het Centre, heel spannend.
Bedankt voor alle mensen die reageren op mijn blog, dan schrijf ik deze lange verhalen in ieder geval niet voor niets.
P.S. Mijn telefoonnummer hier (onder het motto: beter laat dan nooit) is: +27710543512.
P.P.S. Jullie zullen zo onderhand wel toe zijn aan enkele leuke feitjes.
Feit 1: mijn gezondheid**
Mijn arm, en dan precies gezegd de plek waarop mijn TBC vaccinatie is gegeven heeft wat moeilijkheden doorstaan. Deze zou namelijk zo overgaan en zou alleen bij kinderen openspringen; dit gebeurde echter beide niet. Wat er wel gebeurde, was dat het leek alsof mijn arm geprikt was door een levensgroot insect en elke dag groeide. Ik kon er ook niet meer op liggen en dacht ‘hmm… misschien is het tijd om een privékliniek op te zoeken, zie ik deze ook nog van binnen’. Ik ben er enkele dagen terug toch maar op gaan liggen met het idee ‘misschien springt het dan open (voor de mensen die mij goed kennen en denken bah, ik hou van zeer gedetailleerde verhalen). Tot mijn grote verbazing liet ik de volgende dag mijn schouder aan Michelle zien om te vragen of zij er raad mee wist, en wat zag ik daar: een prachtige arm met een wondje. Nu vraag ik je. Net alsof je naar de dokter gaat, en op het moment suprême van je probleem af bent. Dus ik kan weer door het leven met 2 gelijke normale armen. Fijn!
**
Feit 2: Afrikaanse dieren**
Tot nu toe heb ik welgeteld 5 miljoenpoten gezien, ontzettend veel apen (deze lopen hier allemaal om je heen), een levensgrote Afrikaanse tor met voelsprieten van 4 cm (ons huisdier in de woonkamer genaamd Klaas), onze huisgekko (van bovenste cottage genaamd Gerrit) en onze vreemde bladslak naast de deur (genaamd Gerard) en 1 grote stofspin (deze heeft Mirwana gelukkig ‘opgeruimd’). Mochten er behalve de apen ‘echte dieren’ langskomen zoals slangen, grote spinnen (liever niet), laat ik het direct weten. ook ben ik door de bovenste cottage opgeroepen voor een kakkerlakken strooptocht. Zij gillen, ik op weg met wc-borstel, kruk en schaaltje. Overal gezocht, maar verdwenen… denk dat dit een to be continued verhaal is; het was hilarisch.
**
Feit 3: Zuid-Afrikaans eten**
Alles is hier lekker. Ik kom serieus terug met achterzettafel, want:
a. Overal zit suiker in.
b. 1 maaltijd omvat hier de portie van 4 maaltijden.
c. Zoals ik al zei: alles is lekker. Ik heb gisteren zelfs de maag van een koe gegeten: verrukkelijk!
d. Van veel zitten (6 uur in court) krijg je trek.
Feit 4: Verbranding van Afrikaans eten**
Wat ik en enkele vrijwilligers al enkele (OK 2) malen hebben gedaan, is het op- en afrennen van de trap rondom onze cottages (lange trap). We zitten nu op de 6 keer omhoog rennen en 6 keer omlaag, gevolgd door buikspieroefeningen. Eergisteren waren ik en Tanja lekker aan het rennen (kruipen over de trap, hijgend en wel), toen Alan (man van Jackie, woont naast de trap) naar buiten kwam om te vragen waarom we om zijn huis renden. Hij heeft ons (heel aardig) aangeboden om achter ons aan te rijden als we een rondje om de heuvel wilden rennen OF om ons aan te melden voor een hardloopgroep die elke avond in de buurt rent; zij rennen slechts 10 kilometer. Dat konden wij wel toch? Hij wilde ons graag opgeven. Het was zo lief aangeboden, dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om hem mee te delen dat:
a. De trap al bijna mijn einde betekende.
b. Ik al plat op de grond zou liggen na de helft van de heuvel (schat ik zo).
c. Ik er nog niet klaar voor ben om mijn rennende x-benen bloot te stellen aan de Afrikaanse bevolking.
Kortom, ik ga door met mijn dagelijkse routine.
Dit waren de belangrijkste feiten tot nu toe!
Liefs, Robin