De schilder van Pol Pot

door Henk Dam foto’s GPD. zaterdag 12 juli 2008 | 10:30 | Laatst bijgewerkt op: zaterdag 12 juli 2008 | 10:41

Er hangen curieuze bordjes in Tuol Sleng, ook wel bekend als S-21, het martelkamp van de Rode Khmer in de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh.

http://www.bndestem.nl/multimedia/archive/00814/Spec_-_Martel_814112h.jpg

Het zijn ronde bordjes met een rode rand, met een vrolijk gezicht erop en daar een rode streep door. Het moet zoveel betekenen als: verboden te lachen.

Alsof er in Tuol Sleng iets te lachen valt. In dit kamp, een voormalig schoolgebouw, zaten tussen 1975 en 1979 in totaal 17.000 mensen gevangen, steeds 300 tot 400 tegelijk. Die werden daar wekenlang verhoord en gemarteld, tot ze volledig waren uitgeperst. Daarna was het enkele reis Choeung Ek, een van Cambodja’s 343 beruchte ‘killing fields’.

Het vraagt niet heel veel fantasie je enigszins te kunnen voorstellen hoe het dagelijks leven in Tuol Sleng eruit zag. Overal in het gebouwencomplex zijn de stille getuigen te zien van een van de gruwelijkste episodes in de geschiedenis van de mensheid.

Je ziet de bedden waarop in 1979 de Vietnamese bevrijders de vastgebonden lijken aantroffen van de laatste veertien gevangenen, die nog gauw even door hun bewakers waren gemarteld en vermoord voor deze wegvluchtten. Je ziet de kist waarin schorpioenen werden bewaard die op doodsbange gevangenen werden gezet om ze tot een bekentenis te dwingen.

Je ziet de cellen, haastig gemetselde muurtjes in vroegere klaslokalen, waar de gevangenen op de vloer lagen te wachten tot het hun beurt was om te worden meegenomen naar een van de martelkamers. Je ziet de tangen waarmee de nagels van de gevangenen routineus een voor een werden weggeknipt. Om nog meer bekentenissen los te peuteren.

En je ziet de eindeloze rijen foto’s, lokaal na lokaal, want net als de nazi’s waren de Rode Khmer merkwaardig systematisch werkende beulen, die van elke nieuwe gevangene eerst een foto maakten. Vrijwel alle mannen, vrouwen en kinderen die je op die vergelende zwart-wit foto’s ziet, werden uiteindelijk gedood.

Hun misdaad? Doorgaans dat ze een goede opleiding hadden gehad, arts, notaris of lerares waren, een bril droegen, zachte handen hadden of een buitenlandse taal spraken. En daarmee in de weg stonden van de waanzinnige droom van Pol Pot, leider van de Rode Khmer. Hij wilde een uniforme boerensamenleving creëren met hemzelf aan het hoofd.

Van alle gevangenen van Tuol Sleng overleefde slechts zeven de hel. Dat hadden ze te danken aan het feit dat ze over een speciale vaardigheid beschikten. Ze waren fotograaf, beeldhouwer of schilder. Vann Nath (62), een vriendelijk ogende, zacht sprekende restauranthouder in Phnom Penh, was een van hen.

Hij vertelt dat hij in zijn jonge jaren tot schilder werd opgeleid, omdat het zijn droom was om filmposters en reclameborden te schilderen. Hij had ook een bedrijfje voor dat werk opgericht, maar had niet veel klandizie. Toen hij net daarmee was begonnen, brak de burgeroorlog in Cambodja uit.

Vann Nath: “Alles veranderde toen het regeringsleger in 1975 verloor van de Rode Khmer. Eerst waren we blij, omdat de oorlog voorbij was. Al na drie dagen wisten we beter. We moesten ons dorp in de provincie Battambang uit, omdat de Rode Khmer wilde dat we op het land zouden werken.”

Tot eind 1977 werkte Nath, samen met zijn vrouw en twee kinderen, op het land. Toen werd hij gearresteerd. “Ik weet nog steeds niet waarom.” Hij werd op transport gesteld naar Phnom Penh. “Ik dacht dat dat goed was, omdat de leiding van de Rode Khmer in de hoofdstad zat. Die zouden toch wel begrijpen dat ik onschuldig was.” De vrachtwagen waarmee Vann Nath werd vervoerd, stopte in Tuol Sleng. Het was de schilder al gauw duidelijk dat het daar helemaal mis was. “Ik werd geboeid en samen met andere gevangenen in een zaal gezet. We kregen bijna niets te eten. Nu en dan riepen de bewakers de namen van medegevangenen. Die werden dan meegenomen. Soms kwamen ze gemarteld, onder het bloed, terug. Anderen zagen we nooit meer.”

Vann Nath zat een maand in Tuol Sleng en was al danig verzwakt, toen het gevreesde moment ook voor hem aanbrak: zijn naam werd afgeroepen. “Ik dacht dat het afgelopen was met me.” Zijn handen werden op zijn rug gebonden. Ondersteund door bewakers werd hij door de gangen van het kamp geloodst.

Aan het eind van die tocht wachtte niet een van de martelkamers, maar het kantoor van de gevangenisdirecteur, Deuch. Vann Nath: "Deuch zei me dat hij mijn gegevens had gelezen en dat hij had gezien dat ik schilder was. Hij wilde weten hoe lang ik al schilderde. Toen pakte een van zijn wachten een foto van Pol Pot erbij. Deuch vroeg of ik wist wie dat was.

" Ik wist het eerlijk niet. Dat vonden ze wel grappig. Toen vroeg de directeur me of ik dacht dat ik die foto op een realistische en nobele manier kon naschilderen. Ik zei dat ik geen garantie kon geven, maar dat ik het in ieder geval kon proberen. Deuch gaf de wachten de opdracht mij goed te eten te geven en drie dagen te laten uitrusten."

Na drie dagen aansterken werd Vann Nath aan het werk gezet. Hij was zelf niet zo tevreden over zijn eerste poging, maar een tweede schilderij zag er al een stuk beter uit. Wat belangrijker was: Deuch was er happy mee. Het was de start van een wonderlijke routine.

Vann Nath: “Ik werd met nog een andere schilder en een beeldhouwer in een aparte kamer gezet. Daar schilderde ik van zeven uur 's morgens tot de lunch. Dan werkte ik tot het avondeten. Na het avondeten schilderde ik weer door tot half twaalf. Dan moesten we slapen. De volgende dag begon het weer van voren af aan.”

Zo schilderde Vann Nath in ruim een jaar acht grote portretten van Pol Pot, ook wel bekend staand als Broeder Nummer Een, die waren bedoeld voor de werkkamer van kaderleden van de Rode Khmer. Was hij zich bewust van wat zich elders in het kamp intussen afspeelde? Nath: “Ik wist dat er gemarteld werd. Ik zag dat niet zelf, maar hoorde wel elke dag het schreeuwen en gillen.”

Het einde kwam begin 1979. De schilder moest met de kampbewakers mee toen deze Tuol Sleng ontvluchtten, uit angst voor de oprukkende Vietnamezen. Bij een weg buiten Phnom Penh kwam het tot een vuurgevecht en wist Vann Nath in de chaos te ontsnappen. Later bleek hem, tot zijn grote geluk, dat zijn vrouw nog leefde. Hij vond haar terug op het veld waar hij haar had moeten achterlaten. Zijn kinderen waren van de honger omgekomen.

Als een soort hedendaagse Job kreeg Vann Nath na zijn hellevaart zijn vroegere leven terug. Zijn vrouw en hij kregen drie kinderen. Hij werkte opnieuw – en met succes – als schilder en opende later een restaurantje. Nath: “Ik weet dat ik onbeschrijflijk geluk heb gehad. Het was veel waarschijnlijker geweest dat ook ik, net als al die anderen, in Choeung Ek was geëindigd.”

Bron: bndestem.nl

Na Auswitch (en apartheid in Afrika) is dit het ergste wat ik ooit gezien heb.
Dat de mensheid dit uberhaupt toelaat en helaas nogsteeds…

Daar heb je een punt. Ik ben zelden ergens zo stil van geworden als tijdens dat bezoek aan Tuol Sleng.

Trouwens, je kon daar die film kopen S21: S21 - The Khmer Rouge Death Machine - S21 - La Machine de Mort Khmer Rouge (2003) ǀ Bioscoopagenda

Ik ben hier al een tijdje naar op zoek. Wie kan mij hieraan helpen?

De film “the killing fields” heb ik wel.

Hier hebben ze 'm -> http://www.amazon.com/S21-Khmer-Rouge-Killing-Machine/dp/B0007TKORS/ref=sr_1_1?ie=UTF8&s=dvd&qid=1216193698&sr=1-1

Succes!