‘We sloegen de kinderen dood tegen de bomen’
BRUSSEL - Twee miljoen Cambodjanen lieten het leven tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer. De wreedheden van dertig jaar geleden komen stilaan aan de oppervlakte in de processen tegen voormalige kopstukken van het regime.
‘Om kogels te sparen, pakten de beulen de kinderen vast bij hun beentjes of voeten, om hen vervolgens met hun hoofd tegen een boomstam te smakken. We moesten de kinderen doden, omdat we vreesden dat zij zich later op ons zouden wreken voor de moord op hun ouders. Ik ben strafrechtelijk aansprakelijk voor de moord op baby’s, jonge kinderen en tieners. Ik herkende de afgrijselijke beelden van baby’s die tegen bomen werden gesmakt eerst niet, maar toen ik de foto’s zag, herinnerde ik me dat het inderdaad gebeurd is.’ Dat is een van de bekentenissen die voormalig Rode Khmer-kopstuk Kaing Guek Eav, alias Duch, aflegde tegenover het oorlogstribunaal in Cambodja. Voor hij bij de Rode Khmer werd ingelijfd, was Duch een eenvoudige wiskundeleraar. Maar tijdens het bloedige regime van 1975 tot 1979 kwam hij aan het hoofd te staan van de beruchte Tuol Sleng-gevangenis, ook wel S-21 genoemd, waar onder zijn bewind zeker 14.000 mensen het leven lieten. Dertig jaar later is Duch een kleine, graatmagere oude man, die op het eerste gezicht overkomt als een lieve opa, van wie je absoluut niet verwacht dat hij ooit in staat is geweest tot het bevelen en uitvoeren van dergelijke wreedheden. Als je hem van dichterbij bekijkt, zie je de donkere kringen en rimpels rond zijn ogen en de trieste trekken om zijn mond. Of die er zijn gekomen uit berouw, verbitterdheid of verdriet, weet niemand. Duch is inmiddels 66.
‘Onmiddellijk nadat de Rode Khmer de macht had gegrepen, duwde het regime de bevolking de slavernij in op collectieve boerderijen en begon het massamoorden te plegen’, aldus Duch. De poging om een communistische utopie te creëren in Cambodja kostte bijna twee miljoen van de zowat zeven miljoen inwoners het leven, door uithongering, medische verwaarlozing, dwangarbeid, foltering en executie.
Steeds meer Rode Khmer-leden belandden mettertijd zelf in Tuol Sleng, op verdenking van ontrouw of muiterij. ‘Eerst werden ze ondervraagd en gefolterd, daarna werden ze doorgestuurd voor executie’, vertelt Duch, alsof hij het heeft over bandwerk in een fabriek. ‘Een vrachtwagen bracht duizenden mensen naar een boomgaard in de buurt van het dorpje Choeung Ek, ten zuiden van Phnom Penh. Daar moesten ze knielen voor van tevoren gedolven graven, waarna ze op het achterhoofd werden geslagen met een stalen aandrijfas. In diezelfde killing fields werden de kinderen doodgeslagen tegen de bomen.’
Strategie
Er arriveerden ook alsmaar meer Vietnamezen in S-21, maar toch blijft Duch volhouden dat hij niet wist dat er een oorlog aan de gang was tussen Cambodja en Vietnam. Handig, aangezien hem ook oorlogsmisdaden ten laste worden gelegd. Als hij niet wist dat de Vietnamezen die in zijn gevangenis gefolterd en vermoord werden krijgsgevangenen waren, dan kan de rechtbank hem daar niet voor vervolgen.
‘Ik had enkel weet van een ideologisch conflict tussen beide landen, ik wist niet dat er ook een gewapend conflict aan de gang was. Ik had het te druk met de gevangenis om het nieuws uit de wereld daarbuiten te kunnen volgen’, beweert Duch. Bovendien minimaliseert hij zijn rol binnen het centrale partijbestuur door te beweren dat hij handelde uit een voortdurende vrees voor zijn eigen leven. ‘Ten eerste deed ik wat mij gevraagd werd, niet meer, niet minder. Ten tweede verzweeg ik nooit iets. Ik heb het overleefd, voornamelijk door die oprechtheid en door het feit dat ik mijn opdrachten feilloos uitvoerde.’
Toch heeft Duch achteraf beschouwd heel veel spijt van zijn daden en grijpt hij in de rechtszaal elke gelegenheid aan om zijn litanie van berouw te uiten. ‘Ik ben kwaad op mezelf. Ik betreur oprecht dat ik heb toegegeven aan de ideeën van de anderen en dat ik de misdadige opdrachten die mij werden opgedragen, heb aanvaard. Een slechte beslissing heeft voor mij geleid tot een heel leven van spijt.’ Hij wil echter noch zijn meerderen, noch zijn ondergeschikten de schuld geven van zijn daden. Daar voegde hij nog aan toe dat niemand de gevangenis levend verliet en dat hij moet worden gestraft voor wat hij heeft gedaan. Of dat de waarheid is, valt te betwijfelen. Hij wil met deze strategie in de gunst van het publiek komen, maar probeert aan de andere kant wel zijn straf te ontlopen door de aanklachten tegen hem te omzeilen. De aanklagers zullen nu proberen zijn ontkenningen te ontkrachten met bewijsmateriaal, maar zover is het nog niet.
Cynisch
Die ‘anderen’ over wie Duch het heeft, zullen binnen de komende twee jaar gezamenlijk voor het tribunaal verschijnen. Het gaat om vier mensen uit de hoogste gelederen van de Rode Khmer: Khieu Samphan, de ex-president van het Democratische Kampuchea (het toenmalige Cambodja), Ieng Sary, de oud-minister van Buitenlandse Zaken, en diens vrouw, Ieng Thirith, de voormalige minister van Sociale Zaken. Ook Nuon Chea, ook wel ‘Brother number two’ genoemd, de hoogste in rang na ‘Brother number one’ Pol Pot, zal samen met hen terechtstaan. Hij wordt beschouwd als de ideoloog van de Rode Khmer, die volgens Duch de ‘straffen’ en de executiemethoden bedacht. Er is haast bij dat tweede proces, aangezien de beschuldigden intussen bejaard zijn. De slachtoffers en hun families vrezen dat de vier zullen sterven vooraleer de rechtbank hen kan bestraffen voor hun daden.
Hoe de overlevende slachtoffers en hun families tegenover de processen staan, is onduidelijk. Volgens Brittis Edman van Amnesty International zijn ze over het algemeen heel blij dat de processen nu eindelijk van start zijn gegaan en dat ze het hele gebeuren op de voet kunnen volgen. Ze zegt dat de verwachtingen hooggespannen zijn en dat sommige mensen zelfs hopen op enige compensatie voor wat ze hebben doorgemaakt. Anderen nemen na al die jaren genoegen met gerechtigheid. Brad Adams van Human Rights Watch schat de toestand anders in. Hij stelt dat de mensen tien jaar geleden misschien wel nog hoge verwachtingen hadden van de processen, maar dat ze die hoop intussen zijn kwijtgeraakt, onder andere door de toenemende macht van Hun Sen. Hij was een lid van de Rode Khmer, maar is nu premier van Cambodja en werd in 1998 zelfs in de adel verheven. Bovendien is er volgens Adams te veel tijd verstreken vooraleer de processen eindelijk van start gingen. ‘De huidige generatie volgt het niet meer, ze zijn jong en hebben er zelf geen herinneringen aan, ze staan er veeleer cynisch tegenover’, beweert Adams. Een schadevergoeding voor de slachtoffers is volgens hem bovendien geen realistisch verlangen, want er is niemand om die te betalen.
Visioenen
De 78-jarige Chum Mey is een van die slachtoffers. Hij werd destijds gerekruteerd als mecanicien voor de Rode Khmer en daardoor slaagde hij erin te overleven. ‘Het stoort me om te zien hoe Duch in de rechtszaal zit te praten met zijn advocaten, alsof hij een gast is van de rechtbank’, getuigde hij.
Ook Bou Meng (68) overleefde het regime, omdat hij schilder was en leider Pol Pot hem uitkoos als privé-portretschilder. Beide mannen werden opgepakt bij zuiveringen door de Rode Khmer en werden in Tuol Sleng gefolterd tot ze toegaven dat ze spionnen waren van de CIA of de KGB, organisaties waar ze nauwelijks van hadden gehoord. Hun talent redde hun het leven, maar dat van hun vrouwen en kinderen werd niet gespaard.
Tot op vandaag worden ze dagelijks achtervolgd door hun verleden. Bou Meng draagt nog altijd een foto van zijn vrouw Ma Yoeun met zich mee in zijn portefeuille. ‘Soms kijk ik nog eens naar de foto als ik thuis zit, en dan lijkt het alsof het pas gisteren was’, vertelde hij in de New York Times. ‘Dan denk ik aan het lijden dat ze heeft moeten doorstaan en vraag ik me af hoe lang ze in leven gebleven is. We waren toen nog jong, gewoon een jongen en een meisje samen. Zij is mijn beste herinnering.’
Bou Meng hertrouwde al twee keer, maar hij slaagt er niet in Ma Yoeun te vergeten. Hij zegt dat ze hem soms bezoekt in zijn dromen, die veeleer een soort van visioenen lijken. Daarin ziet ze er nog net zo uit als toen, nog steeds 28 jaar.
Soms ziet hij in die dromen ook in het zwart gehulde geesten van andere slachtoffers van het regime, die hem toefluisteren: ‘Enkel jij, Bou Meng, kan gerechtigheid voor ons vinden.’
Bou Meng hoopt dat het proces zijn wonden zal helen en dat Duch zal worden veroordeeld dankzij zijn getuigenis. Dan zal hij misschien bevrijd zijn van de rusteloze geesten die hem kwellen en de tijd die hem nog rest in vrede kunnen doorbrengen.
INES VENNEMAN
Bron: De Standaard
groeten,
Geertrui