(origineel bericht op be-more.nl)
De meest heftige periode bij Bobbi Bear – het einde 2
Maandag heb ik aan de hand van aantekeningen van de volunteers een speech geschreven voor op de begrafenis van Angel. We hadden niet veel tijd dus ik ben afgegaan op het eerste gevoel. Hierna hebben we het Centre klaargemaakt voor de funeral en heb ik het programmaboekje gemaakt. Ik heb nog lang met Sdudla, Lorna en Cindy gekletst en getennist met J. Het is prachtig om te zien hoe zij op kan gaan in spelletjes en dingen die ze leuk vind. Het is een veel gepassioneerder kind dan je zou denken wanneer je haar ontmoet. Ze heeft zoveel potentieel. Ik hoop dat ze later de kans krijgt dit te uiten. Daarnaast hebben we donaties in- en uitgepakt en heb ik veel bij Eureka gezeten. Nu ik bijna wegga wil ik zoveel mogelijk tijd met haar doorbrengen.
Ik heb verder nog meer spellen met J. gespeeld, ze verdient extra aandacht na het zware nieuws dat ze de avond ervoor had gekregen. Weer kwam ze naar me toe om te zeggen dat ze haar oma zo miste. Wat ouders hun kinderen aandoen hebben ze zelf niet door. Ze denken, gemakkelijk, Bobbi Bear zorgt wel voor ze maar denken niet na over de impact die dit op de kinderen zelf heeft. Ik heb lang met N. gedanst en J. naar bed gebracht. Morgen is de begrafenis dus daar moesten we uitgerust voor zijn. Ik merk dat ik, nu ik bijna wegga, weer rusteloos wordt. Ook merk ik dat ik nog lang niet bij Bobbi Bear weg wil. Het gevoel hier, de staff, het werk, het voelt werkelijk als een thuis, waar je meer kan betekenen voor kinderen dan ik ooit had gedacht.
Op dinsdagochtend 10 uur kwamen veel mensen aan, zowel mensen van de Tree, als klasgenootjes van Angel, als vrienden en staff van Bobbi Bear. De begrafenisauto kwam aan. De kist was van mooi licht hout met een paarse (paars was de kleur van de begrafenisondernemer) doek eroverheen. Deze werd onder Zulu gezang het Centre binnen gedragen. Iedereen was aan het huilen. Naast mij stond Mnosi, de stoere politieagente die geheel brak. Ik hield haar stevig vast. Ik zeg het nogmaals, de Zulu-cultuur waarin iedereen elkaars pijn voelt en deelt is prachtig. Je staat er samen, en rouwt samen. Binnen begon eerst de pastoor met een gebed. Kinderen uit Angels klas hielden een toespraak, de leraar, Eureka en toen was ik aan de beurt (alle volunteers stonden op een rij naast de kist – zo staan we ook in de krant). Dit wil ik graag met jullie delen, omdat het precies is wat wij als volunteers op dat moment voelden:
<em>“Dearest Angel,</em>
<em> </em>
<em>When we came to Africa, we had no idea what we could expect of our time here. The only wish we had was to help at least one child in serious need. And there you were, with your sister P. When you walked into Bobbi Bear on Thursday, we knew that we wanted to do everything to help you, make you healthy and put a smile on your beautiful face. </em><em>You looked frightened, insecure and very sick. </em>
<em> </em>
<em>On Friday two of us took you to Blue Roof. There we saw the beginning of the real you. With a big smile on your face, like you see on that picture (point at the picture on the grave), you sang and danced on your most favorite music from Rihanna and Chris Brown. You had a twinkle in your eyes and you were glowing of happiness. That smile touched our hearts and is something we will never ever forget. We ate pizza, which you enjoyed so much, that you wanted to save a few pieces for the next morning. The thing you truly loved was taking a bath; here you could totally relax. You didn’t want to be alone when you were laying on the couch. We stayed with you the entire time, holding a tissue on your cheek when the infection hurted too badly. We carried you up and down the stairs. We remember asking you, during Holly’s birthday party, what you wanted to do. You were in so much pain but said: ‘I want to party’. You had an entire plate filled with crisps and pie’s and filled the space with your presence. </em>
<em> </em>
<em>On Sunday, we all went to the Animal Farm. This was the first trip you ever had in your short life. Even though you were exhausted, you had a peaceful look in your eyes and we knew that you were enjoying every single second. Besides your sweet, loving and bubbly personality, you were also a person that knew exactly what she wanted, which outfit to wear and how to work around the vegetables in our healthy meals. </em><em>We had the best time with you. </em>
<em> </em>
<em>Unfortunately, we couldn’t keep you with us for a longer amount of time. You were so sick that you had to go to the hospital. Two of us stayed with you all night, but had to leave you behind. </em><em>You were so brave. </em><em>You have no idea how proud we were and still are of you. You were a true fighter, but after fighting to survive for 2 years, your body just couldn’t cope anymore. </em>
<em> </em>
<em>No matter how sad we are because you didn’t deserve to leave us this way, we’re happy that you’re finally in a place without pain, and without sorrow. When we saw you a few days ago, you had a peaceful glow over you. We know that you’re in a safe place right now; watching over your sister. You were the most beautiful angel when you were with us. Now you’re an Angel looking down upon us. Hopefully with the same smile that we got to see every day. I can speak for all of us if I say that we’re so happy that we were able to give you the love you deserved, even if it was only for a few days. I’m glad you left our world knowing that there we’re so many people that cared about you and that you were truly loved. </em>
<em> </em>
<em>All the love,</em>
<em>Your volunteers”</em>
<em> </em>
<em>Gevolgd door nummer Rihanna - Farewell</em>
<em> </em>
Hierna reden we naar de begraafplaats, ongeveer 20 minuten verderop. Het is in Zuid-Afrika gepast dat je je alarmlichten aandoet als je in een begrafenisstoet rijdt. De begraafplaats was mooi en rustig. Er stond een paarse tent waar de familie (P.) onder kon zitten. Helaas begon het keihard te regenen. Er werden meer liederen gezongen en Eureka hield een laatste toespraak evenals de pastoor, gevolgd door een gebed. Het was onwerkelijk, er stonden mannen om het graf heen met een schep. Ze lieten de kist zakken en gingen het gat recht voor onze neus dichtscheppen. Dit was niet vervelend, het hoorde er op de één of andere manier bij. Eureka liet een tintal witte ballonnen los in de lucht en regen. Deze vlogen direct richting Bobbi Bear. Mooie gedachte dat Angel naar de plaats toeging waar ze de enige liefde in haar leven heeft gekend. Het klopte. De begrafenis was precies zoals het had moeten zijn. Terug op het Centre stond er veel eten klaar. Sandwiches en warme dingen. We hebben nagekletst, P. gesteund en met de dokter gesproken die Angel alle medicijnen had opgestuurd en de catering had gesponsord. Ik vroeg haar wat we met J.’s hoest aanmoesten; deze leek steeds erger te worden. Ook nu kregen we medicatie toegeschreven. Mooie vrouw met een goed hart. Eureka had een goed gevoel over de begrafenis. Ze heeft er alles aan gedaan om het voor elkaar te krijgen en het was haar gelukt. Ik ben ongelofelijk trots op haar. Ze heeft heel haar hart en inspanning gegeven om Angel een waardig einde te geven. Het is prachtig als dit ook daadwerkelijk lukt. P. bleef die nacht bij ons slapen, we hebben bij haar gezeten tot ze bijna in slaap viel. Ik denk dat ze tevreden was met het afscheid van haar zusje. We hebben alles gedaan wat we konden om het mooi af te sluiten; dit wist zij denk ik ook. Hierna gingen we naar bed. Ik was zo moe na de hele dag in een soort roes doorgebracht te hebben.
Woensdagochtend hadden we geregeld om naar de Victoria Street Market te gaan. Deze ligt in Durban en is een soort bazaar waar je leuke souvenirs kan kopen voor familie/vrienden. Ik ging samen met alle volunteers mee. P. ging ook mee. Alle vormen van afleiding waren goed voor haar. Michelle bracht ons. Je zag dat ze moe was van alle drukte, dit gold ook voor de rest van de staff. Van oktober tot en met januari is de hoogste piek van rape and abuse. Na zo’n zware tijd met veel geregel, rekening houdende met het feit dat sommigen al 7 jaar geen dag vrij zijn geweest, was iedereen erg moe.
De Victoria Street Market was precies zoals ik me had voorgesteld. Ik was blij dat ik nog geen souvenirs hoefde te kopen want ze hadden zoveel (past nu nog niet in mijn tas – ga ervan uit dat ze in Uganda even leuke dingen hebben). P. nam mij mee aan de hand en samen zijn we de market over gewandeld. Het was erg gezellig. Het is bizar om te zien hoe anders je wordt behandeld: als ik alleen liep kwam iedereen schreeuwend naar mij (you look into my shop!). Als ik met P. liep lieten ze mij met rust. Na een tijdje lopen zijn we even buiten gaan zitten om bij te komen. Ik voelde dat P. zich erg schuldig voelde over de dood van haar zusje, alsof ze eerder in had moeten grijpen. Je zag het in haar ogen. Ik vond dat ik er iets over moest zeggen. Ik vertelde haar dat ze niets had om zich schuldig over te voelen, dat ze al het mogelijke had gedaan. Dat zij naar de school geweest was om aan te geven dat haar zusje lange tijd weg was en zij haar uit de levensbedreigende situatie had gehaald. Ik zei dat schuldgevoel vaak samen ging met dit soort situaties maar dat dit echt niet nodig was. Toen ik vroeg of ze het begreep keek ze me aan met tranen in haar ogen. Ze knikte. Natuurlijk zal haar schuldgevoel hier niet van verdwijnen, maar des te vaker mensen dit tegen haar zullen zeggen, des te meer zij het misschien zal gaan geloven en voelen. Hierna kreeg ik een dikke knuffel en we liepen hand in hand terug. We hebben erg gelachen om gekke dingen die te koop waren. Toen ik er wel klaar mee was kwamen Tanja en Michelle aanlopen. We hebben een Bunny Chow met de handen gegeten (broodhomp met curry erin - heerlijk) en zijn terug gereden.
Ik ben vervolgens samen met Renske P. thuis gaan brengen (bij haar Auntie waar ze enkele jaren geleden ook had gewoond). Dit was een rit van anderhalf uur. Aangekomen bij het huis, dat er netjes uitzag met uitzicht over de zee, zag je de twinkeling in P.’s ogen. Je zag dat ze zich hier thuis voelde. Ik vroeg of ze gelukkig was om hier weer te gaan wonen en ik kreeg een volmondige JA. We werden meegenomen naar binnen waar wij denken haar tante te hebben ontmoet en enkele jonge meisjes. Eén hiervan hield een baby vast. Deze was zo schattig dat ik hem vast MOEST houden, zo ook Renske. We zijn met zijn alleen op de foto geweest en hebben afscheid genomen. P. was zo verdrietig dat wij niet meer op Bobbi Bear zouden zijn aan het einde van de week. Ze had tranen in haar ogen en omhelsde ons. Je merkte dat ze het moeilijk vond om ons los te laten. We hebben haar nummer en zullen contact met haar houden. Toen we wegreden drong het feit weer tot me door dat ik bijna wegging. Ik deed al weken alsof ik niet doorhad dat we bijna weggingen en wilde het er ook niet over hebben. Nu was het al woensdag en kwam het wel heel dichtbij. Gelukkig kon ik de gedachten steeds naar de achtergrond plaatsen. Opvallend was dat de arm/schouder van mij en Renske beide opzwollen. Misschien had de baby toch niet zulke goede hygiëne.
Op het Centre aangekomen was het al laat. Tanja moest nog dingen inpakken in de cottages en daarna zouden we uit eten gaan. We liepen naar de cottages met de kinderen en zette deze af bij Alan; hij zou oppassen. We liepen de trap af naar ons oude huisje; de plaats waar het allemaal is begonnen. Een steek in mijn hart van de goede herinneringen (het moment dat we aankwamen lijkt al jaren gelden) maar ook van verdriet omdat je er over een paar dagen niet meer zal zijn (dit was de laatste keer dat we er waren, en de honden konden knuffelen). De rest van de volunteers was nog niet naar de View geweest en aangezien het eten uitmuntend is en de view prachtig, moesten zij hier wel geweest zijn voor hun vertrek naar Nederland. Het was een hele gezellige avond en ik had mijn mooiste Afrikaanse jurk ervoor aangetrokken. We hebben de kinderen hierna opgehaald en Bradley heeft ons thuisgebracht. Ik bedenk me nu ineens dat ik Alan eigenlijk helemaal geen gedag meer heb gezegd omdat ik dacht hem nog te zien – wat erg! Hierna ging iedereen naar bed. Ik was al een week tot laat op en was wederom de laatste die naar bed ging. Alleen in het kantoor kon ik goed mijn gedachten ordenen en kon je de Bobbi Bear geur en sfeer goed opsnuiven. Heerlijk vond ik dit. In de korte tijd dat we er nog waren wilde ik er zoveel mogelijk van meekrijgen. Klinkt gek, maar toen kon het nog. De foto’s, de beren, de formulieren en verslagen. Het is zo vertrouwd en ik wilde er nog geen afscheid van nemen. Het was nu niet alleen werk, het was ook thuis. Elke keer dat ik de kamer instapte om naar bed te gaan liep ik langs N. die voor mijn bed lag te slapen op haar matrasje, knielde naast haar neer, keek naar haar slapende gezichtje en gaf haar een dikke kus. Na daarna nog alle lichten uitgedaan te hebben, alle hekken en deuren op slot te hebben gedaan, probeerde ik in slaap te komen.
De volgende ochtend werd ik wakker, direct met de gedachte: dit is de laatste hele dag die we nog hebben. Er waren nog zoveel dingen die ik wilde doen: afscheidscadeautjes kopen, brieven schrijven, inpakken, met iedereen kletsen, foto’s maken. Eén dag leek veel te kort. Eerst ben ik op Michelle’s office de rapporten gaan typen die nog gedaan moest worden. Daarna heb ik lang bij Eureka op het kantoor gezeten en heb ik de halve dag met Lorna gekletst. We hebben veel ideeën uitgewisseld. Ze zei: ‘bij sommige volunteers weet je dat ze niet terugkomen. Bij jou twijfel ik niet aan het feit dat je hier zo weer op de stoep staat. Je komt zo snel mogelijk terug en blijft voor lange tijd, dat weet ik zeker’. We hebben mooie diepe gesprekken gehad. Zo ook met andere leden van de staff. Ik heb vooral veel geknuffeld en op veel momenten geprobeerd mijn tranen in te houden. Sdudla en ik hebben al weken de grap dat we verkering hebben en dat Tanja ons kind is. Dit zorgde weer voor grappige momenten. We hadden J. beloofd om curry te eten, aangezien dit haar lievelingsgerecht is. Maar we waren ons ervan bewust dat wij niet in staat waren dit voor haar te koken (Indiaas is niet zo gemakkelijk als het lijkt, vooral niet met alle spices die hier worden gebruikt). Michelle is met mij en Marian mee geweest om de curry te halen. Uiteindelijk had niemand trek en bleek het zo pittig te zijn dat het vuur uit de oren kwam. Gelukkig vond J. het heerlijk. N. zei met een klein stemmetje: ‘Auntie, the food is very spicey’. Ahhh… Maar ze vond het wel lekker. Ik ben naar Eureka gegaan en heb nog even met haar gekletst. Plotseling zei ze, je wilt echt niet weg hé. Ze zei dat ik altijd welkom was en er elk moment kon komen werken. Alleen betaald werken ging niet. Het is wel fijn om te weten. Plan B is een sponsor zoeken en het goede werk voortzetten (plan A is zelf een project opzetten). We gaven elkaar een dikke knuffel en voelden hoe zeer we beide opzagen tegen de volgende dag. Hierna was het tijd om in te pakken, maar J. die wist dat we de volgende dag weg gingen klampte zich aan mij vast. Ze wilde dat ik haar in bad deed en verhaaltjes voor zou lezen. Dit zou echter uren duren. Ik vroeg haar om alvast in bad te gaan en zei dat ik er later bij kwam zitten. N. moest in een ander bedje gelegd worden omdat ze anders wakker zou blijven vanwege het inpakken. We hebben haar met een paar volunteers naar bed gebracht en een verhaaltje verteld. We hebben haar verteld dat we naar de moon gingen (dit wordt haar door alle volunteers verteld als ze weggaan). N. zegt dat ze ooit op een bepaald moment naar de moon wil, waar al haar Aunties op haar wachten. Een mooie gedachte. Toen we weggingen zette het op een gillen. Je merkte dat we allemaal nogal gestressed waren.
Marian ging mee om bij J. in bad te zitten. J. zei dat ik nooit tijd voor haar had, wat natuurlijk niet waar was. Maar ik kan haar inderdaad geen 24 uur per dag bezig houden. Toch deed het pijn. Fijn dat Marian voor mij opkwam. Zij bedacht ook een leuk afscheidsspel. We zouden voor het slapen gaan bij elkaar zitten en iets positiefs zeggen over wat wij zo leuk vonden aan J. Vervolgens moest zij iets aardigs over ons zeggen. Een mooie afsluiting. Tussendoor pakte ik mijn tas in. N. was gekalmeerd. Het blijft een gedoe je tas inpakken. Ik wilde kleding achterlaten maar vrijwel alles was essentieel voor Uganda (dikke broeken tegen de jungle, jurk voor weekend en lange shirts tegen muggen). Maar uiteindelijk had ik alles erin en woog mijn backpack slechts een volle 20.4 kg. Netjes!!! J. kwam uit bad en we gingen op haar kamer zitten. We vertelden allemaal wat we zo leuk aan haar vonden; haar lieve vrolijke aanstekelijke lach, haar gedrevenheid en concentratie op spelletjes, en ga zo maar door. Toen was het moment dat ze iets over ons moest zeggen. Bij mij zei ze dat ik precies leek op haar oma, en dat ze evenveel van mij hield. Daar kwamen de tranen alweer (deze waren niet om het idee dat ik leek op een oma haha). Sterk zijn Robin! Hierna heb ik haar een verhaaltje voorgelezen, dikke kus gegeven en ben ik weer op het kantoor gaan zitten. Ik moest nog enkele dingen doen maar had er de kracht niet meer voor. Dit zou ik de volgende dag wel doen. Ik gaf N. een kus en knuffel en ging in bed liggen. Mijn laatste nacht bij Bobbi Bear. Begrijp me niet verkeerd, ik had vreselijk veel zin in het Uganda avontuur. Dit is het land waar ik als kind al van droomde en heen wilde. Maar ik had dan ook niet verwacht dat ik mijn hart zo zou verliezen in een project en aan de mensen. Prachtig dat ik zoiets mee heb mogen maken.
De volgende ochtend werden we wakker met een onwerkelijk gevoel. We hebben de rest van onze spullen ingepakt en de bovenverdieping schoongemaakt. Daarna heb ik enkele bemoedigende en dankbrieven geschreven en de resterende dingen gedaan die nog moesten gebeuren. Helaas had ik hierdoor niet veel tijd om met N. door te brengen of met de staffleden. Ik heb wel nog lang met Lorna gezeten en even bij Eureka. Michelle heb ik steeds een knuffel gegeven als ik haar tegenkwam. Toen begon het keihard te regenen. Keihard is geen een goede omschrijving van het woord. Het leek op een moessonregenbui. Alle wegen werden gesloten aangezien deze niet meer te bereiken of te berijden waren. We moesten dus nog eerder weg, rond kwart over één. Rond twaalf uur was de tijd aangekomen voor het afscheid. Ik ging op de bank zitten waar 6 weken geleden de andere volunteers hadden gezeten. Ik had me de hele dag, de hele week goed gehouden. Hier zittend op de bank, om je heen kijkende en bedenkende wat zich hier allemaal had afgespeeld en de gezichten van je vrienden ziende waar je zoveel bewondering voor hebt; het werd teveel. Nog voordat Michelle begon te spreken begon ik te snikken/blèren als een baby (verschrikkelijk – gelukkig was ik niet de enige). Na me hersteld te hebben begon Michelle met haar speech. Ook bij haar liepen de tranen over haar wangen. Ze zei dat ze niet goed was in het geven van gevoelige speeches en dat ze lang op de computer had gezocht naar de juiste woorden, maar dat deze er niet waren. Ze heeft het geweldig gedaan. Ze zei dat we het zo goed hadden gedaan en ons helemaal hadden gegeven. Ook zei ze over mij en Tanja, die er toch wat langer waren geweest, dat we vrienden waren geworden, familie, die elkaar niet meer uit het hart zouden verliezen (nieuwe brullende huilbui). Zo voelt het ook, Michelle is maar 4 jaar ouder dan ik. Ik heb zoveel momenten met haar gedeeld en nieuwe levensveranderingen doorgemaakt (zowel van mij als van haar) en moeilijkheden. Als de klik er is, dan zal deze ook niet meer weggaan. Hierna kwam Eureka binnen en nam het over. Ook zei pinkte de traantjes weg. Ze wenste me veel succes met mijn werk in Uganda en zei dat ze zo trots was op hoe we met Angel zijn omgegaan en dat we hier zijn gekomen, niet om Afrika te veranderen, maar om één kind te redden of één leven beter te maken. Ze zei dat we heel trots mochten zijn omdat we in ieder geval Angels leven hadden verbeterd. We hebben haar leven niet kunnen redden maar op de één of andere manier toch ook weer wel. We kregen onze Zulu namen uitgedeeld. Mijn naam is Zinhle en betekent Pretty Angel. Ik voelde me erg vereerd met de naam omdat ik weet dat de naam Angel altijd erg belangrijk voor ze is. Alle staff omhelsde ons en we kregen onze certificaat uitgedeeld. J. zat verdrietig in een hoekje. We hebben haar een fotoalbum gegeven met foto’s van haar, foto’s van haar samen met N., P. en ons erin. Ook zat er een lief briefje in. Voor N. had ik ook een foto met briefje in haar mapje gedaan. Na iedereen geknuffeld te hebben, en nog een keer, en nog een keer zag ik N. Ik had haar de hele ochtend niet meer gezien en ook geen privémomentje meer met haar gehad, maar misschien was dit ook maar beter. Afscheid nemen kon ik niet. Ik nam haar in mijn armen, keek haar aan en gaf haar een dikke kus. Ik kreeg een lief zoentje terug. Ik zei dat ik haar snel weer zou zien en gaf haar de dikste knuffel mogelijk. Toen heb ik haar aan iemand anders gegeven om mijn tranen te verbergen. Ik wil niet dat ze die ziet, maar dat ze de moon ziet als een mooie plaats om heen te gaan. Ik gaf Lorna een dikke knuffel, zei dat ik haar zou stalken (was de afspraak - helaas heb ik nu vrijwel geen internet) en bedankte haar voor al haar liefde en zorgen. Hetzelfde deed ik bij Eureka. Ik ben haar zo dankbaar voor de vele dingen waarbij zij mij de ogen heeft geopend. Ik stond op het punt om gewoon te zeggen, weet je wat, laat maar, ik blijf gewoon hier. Maar dit hoort bij mijn moeite met afscheid nemen. In Uganda wachten mensen die mijn hulp even goed kunnen gebruiken en waar ik hopelijk iets kan bijdragen aan verschillende soorten problematiek. Ik heb een plan, en daar houd ik me aan. Nu is het tijd voor mijn tweede droom, het ‘woeste’ Afrika in, dat niet wordt verscheurd (nog steeds) door de Apartheid, maar waar niemand iets heeft.
J. stond bij de auto. Het arme kind zag eruit alsof ze zo hard moest huilen, maar door haar opgebouwde hardheid in alle jaren, kwam het er zelfs op dit moment niet uit. Ze stond met haar fotoalbum in haar handen en vroeg mij het briefje voor te lezen. Dit deed ik en ik zag dat het haar raakte. Er is nooit een perfect afscheid, maar te midden van de brullende auto’s en mensen die roepen dat we moeten gaan kan je haar niet de tijd geven die ze nodig heeft. Het moet sneller. Al denk ik dat er in dit soort situaties nooit genoeg tijd is. Ik rende nog een keer op Lorna en Eureka af en liep naar de auto’s (teveel tassen en mensen voor in één auto). Ik keek voor een laatste keer om naar het Centre, keek naar Lorna die naar mij riep: ‘Say hay to Jesus!!!’ (ik heb haar een foto van Andrew met lange baard en haar laten zien). Ik zei: ‘I will’. J. gaf me een laatste knuffel en wilde niet loslaten, ik moest haar handen van mij af trekken. Hartverscheurend. Toen stapte ik in de auto en we reden weg, om het Centre heen, de weg op. Ze bleven ons nazwaaien. Als verdoofd zat ik in de auto. Wat doe je dan op zo’n moment, ik ga grapjes maken (van de flauwste soort). Ik zat met Michelle, haar man, Tanja, en Marian in de auto. We hebben gegierd van het lachen. Onderweg zag de andere groep nog een groot auto-ongeluk gebeuren waarbij een auto over de kop de berm in rolde. Het goot nog steeds van de regen alsof Zuid-Afrika ons een teken wilde geven niet weg te gaan (dagenlange vertraging). Op het vliegveld was het moeilijkste moment aangebroken, afscheid nemen van Michelle. Eerst heb ik afscheid genomen van Marian, die ging nog rondreizen in Zuid-Afrika. Daarna heb ik iemand nog nooit (oké, dat is niet waar) zo’n dikke knuffel gegeven. In ieder geval niet zo’n lange. Er zijn veel dingen gezegd die ik nooit zal vergeten. Dit is geen goodbye, but defenitely a see you later. Toen ze wegreed en ons na zwaaide vanuit de auto liepen de tranen over onze wangen.‘Don’t cry my Angels, she said’ en we liepen met zijn allen het vliegveld in. Op naar het volgende avontuur.
Na dit uiterst verdrietig en cliché klinkende verhaal (sorry, maar zo voelde het nu eenmaal) even een positief praatje. Afscheid is altijd moeilijk, vooral van zo’n mooi project en zulke gedreven, hardwerkende, liefhebbende mensen. Het mooie hieraan is dat ik het heb mogen meemaken. Ik heb de wereld gezien waarin zij leven en de problemen ervaren waar zij dagelijks tegenaan lopen. Ik heb geleerd dat de baan in Afrika, waarin mensen hun hele leven en hart geven om kinderen van alle soorten, maten en soorten problematiek proberen te helpen (dag en nacht) bestaat. Dit is waar ik altijd naar op zoek ben geweest. Dit is waar ik mijn leven aan wil wijden. Ik ben dankbaar dat ik dit heb mogen meemaken en zal deze tijd nooit vergeten. Dit is allemaal te danken aan de steun van de mensen thuis en aan de staff die uit dezelfde problemen komen of hier nog steeds in leven, maar elke dag met een glimlach, hoop en liefde, op werk komen om in ieder geval één iemand te helpen. En dat doen ze, dag in dag uit, ook al hebben ze het zelf niet altijd door. Respect is een woord dat te pas en onpas wordt gebruikt en het is niet genoeg om uit te drukken wat ik voor hen voel.
Ik weet dat blogs soms vertaald worden op de projecten. Daarom bij deze:‘Thank you guys for everything that you do on a daily basis. Keep the passion, that you work with every day for the children and for each other. I love you guys and I’ll see you soon!’
Op naar Uganda, mijn tweede droom die uitkomt……
To be continued.
P.S. Ik hoorde van veel mensen dat zij mijn weblog lezen en dat Be More een note op facebook had gezet over mijn blog. Ik ben blij dat jullie kunnen genieten van mijn verhalen en zal proberen op dezelfde wijze te blijven schrijven in Uganda.
Ik ben nu (stiekem) al een week in Uganda en weet nu al dat er zich hier veel avonturen zullen voordoen (en al hebben gedaan) die geweldig zijn om te beschrijven. Hier doen zich vooral ook veel hilarische momenten voor. Laat ik het zo zeggen: ik ben nu in het echte Afrika beland. Niets is hier Westers, niets gaat hier via de bekende weg. Het is één groot avontuur. Het is interessant om te zien hoe je mensen nu op een geheel andere wijze evenveel kunt helpen (via het bouwen van chickenfarms ed. – daarover later meer). Mijn nieuwe telefoonnummer is: +256783984282. Berichten komen niet altijd aan (wederzijds) vanwege het niet altijd werkende netwerk. Ik heb alleen internet als ik in de backpackers ben. Ik hoop jullie via de weblog op de hoogte te kunnen houden.
Dikke kus van mij.