(origineel bericht op be-more.nl)
Dankbaar
Een paar dagen geleden hield medevrijwilligster Gerdien het tijdschrift Happinez ineens omhoog met daarbij de vraag of ik dat ook zo een leuk tijdschrift vind. Mijn antwoord was een volmondig ja want ik heb al een tijd een abonnement en sta altijd te juigen als er een nieuwe versie in de brievenbus ligt. Aangezien ik de versie die Gerdien bij zich had thuis allang had ontvangen en driedubbel had doorgebladerd was ik alweer vergeten wat het thema was, tot ik met het omhooghouden in grote letters het woord ‘dankbaar’ zag verschijnen. Op dat moment dacht ik al wat toepasselijk op de situatie waar we nu inzitten en nu een paar dagen verder en veel ervaringen rijker heb ik dit woord op mijn netvlies gebrand staan: ‘Dankbaar’ Ik denk dat ik altijd wel een bepaalde dankbaarheid heb gehad, voor alle dingen die ik in mijn leven heb gekregen, maar daar wordt je je des te meer bewust van als je op een andere plek zit en tegen andere dingen aanloopt of ervaart dan je gewend bent. Meestal zit de dankbaarheid het in wat jij ontvangt en wat jij krijgt en niet in wat je geeft aan anderen of wat anderen onbewust aan je geven zonder dat je weet waar je dankbaar voor kan zijn. Vaak zijn we dankbaar voor de dingen die we graag willen maar de dingen die we onverwachts krijgen/ontvangen wordt niet lang bij stilgestaan en afgedaan met een korte ‘dank je’. Toen ik vorige week in Afrika aankwam met een fikse verkoudheid, was het enige waar ik aan kon denken, maar dit is niet wat ik wilde en nu kan ik niet genieten van alles wat er gebeurd en nu kan ik niks voor de kinderen betekenen. Aangezien deze dagen vrij snel voorbij waren, ga je al snel over in wat je wel allemaal kan en daarbij ook dat je daar heel dankbaar voor mag zijn. Een week later was de verkoudheid blijkbaar helemaal niet zo snel weg en heeft het zitten broeien totdat het een infectie werd. Opnieuw lig ik op bed met nu een fikse griep. In de tussentijd heb ik een hoop met de kinderen kunnen doen en anderhalve week later aanzienlijk minder. Toch voelt het nu veel minder erg (terwijl ik veel zieker ben dan daarvoor) en veel minder rot voor mijzelf omdat ik niet kan genieten van de kinderen of iets met ze kan doen. Tuurlijk zou ik liever heel de dag met hun op stap zijn dan in mijn bed liggen maar ‘ít is what it is.’ Ondertussen zijn de kinderen toch wel dankbaar dat ik er ben, dat ze even aan de deur kunnen komen voor een praatje en zelfs om te vragen hoe het met mij gaat. Dankbaar lijken ze toch wel te zijn voor dat je gekomen bent en dat je blijft. Dankbaar ben ik zelf voor alle aandacht en zorg die ik van iedereen om me heen krijg. In Nederland krijg je met alle social media van tegenwoordig waarschijnlijk een berichtje over de sms en ook nog eens op facebook met ‘beterschap.’ Hier krijg ik medewerkers en kinderen aan mijn deur en zelfs aan mijn bed. Dan welteverstaan alleen voor een griepje. Hoe vervelend ook voor mij, een hoop kinderen van het project slikken dagelijks medicijnen om te kunnen leven met hiv en uiteindelijk niet over te gaan in de fase aids waarin de bacteriën die ik nu bij me draag dodelijk voor hun kunnen zijn. En dan ben je pas 2,4,6,8 of hooguit 20 als je geluk hebt. Wat mag ik dan dankbaar zijn met de gezondheid die ik heb ondanks dat ik een griepje heb. En diezelfde kinderen staan iedere dag aan de deur om te vragen of ik nog ziek ben, en staan met grote ogen te kijken dat ik zoveel medicijnen moet slikken. Helemaal niet bezig met dat ze zelf waarschijnlijk ook iedere dag medicijnen slikken en hier ook de rest van hun leven niet meer mee zullen stoppen. Wie moet er hier nou dankbaar zijn voor zoveel liefde en aandacht: ‘de kinderen’ of ‘ik’? En wat een keerzijde van de munt als ik me niet lekker voel en het eerste wat ik denk is: ‘ik wil naar huis, naar mijn ouders.’ Waar gaan deze kinderen dan heen als zij zich echt niet lekker voelen? Als ik uit de dokterspraktijk kom, staat onze chauffeur Willie met een bus vol kinderen die hij heeft opgehaald van school op mij te wachten. De kinderen kijken allemaal een beetje bang naar me en een aantal durven wel te vragen of ik ziek ben en of het goed gaat. Anderen kijken alleen af en toe om en kijken me aan alsof er iets heel ergs aan de hand is. Ik blijf maar tegen ze zeggen dat het niet ernstig is en dat ze maar moeten lachen naar me en zingen en dat ik me dan beter voel. Een aantal pakken dit gelijk enthousiast op, sommige vinden het toch wel wat eng. Ik ben dankbaar voor alle glimlachen en liedjes die ik krijg, maar ik sta er niet bij stil wat dit misschien met sommige kinderen doet die hun ouders ziek hebben zien worden en daarna hebben zien overlijden. Ja dan komt het misschien toch wel heel erg dichtbij als een vrijwilligster ook ineens ziek is…… Deze dagen gonst dan ook het woord dankbaar door mijn hoofd. Dankbaar dat het een griepje is, dankbaar dat iedereen zich zo een zorgen maakt en toch ook wel erg dankbaar dat ik als kind zijnde dit soort dingen niet zo hoefde mee te maken.
Maar zit het dankbaar zijn het dan alleen maar in een goede gezondheid. Wij noemen het in Nederland wel als een van de belangrijkste dingen om dankbaar voor te zijn, maar is er nog meer? Ondanks dat ik ziek ben, ga ik een avond toch met de meiden en de zoon van onze chauffeur Willie op Mother of Peace mee om door Durban ‘s avonds te rijden. Martin is politieagent en kent alle ‘echte’ plekken en verhalen van Durban. Durban is een van de gevaarlijkste steden maar zowel Willie als Martin hebben hier samen met mij ook al stiekem om gelachen. Tuurlijk is het gevaarlijk en komt er veel geweld voor en moet je als toerist zijnde niet op bepaalde plekken komen, maar als ik vertel dat ik uit de buurt van Rotterdam kom, kunnen Willie en Martin allebei beamen dat het daar ook gebeurt. Volgens hun misschien nog wel minder dan in Durban, maar als ik vertel dat toen ik pas van werk naar huis ging dat er eerst een lijk uit de vijver gevist moest worden, gaan ook zij twijfelen. Toch ben ik stiekem wel heel benieuwd want er wordt wel verteld over townships en we weten ergens half waar de kinderen van Mother of Peace vandaan komen.
En dan wordt je op een bepaald moment toch met je neus op de feiten gedrukt. Je hoort van golfplaathuisjes en je weet dat dit niet prettig is, maar als je dan door een gebeid van misschien 20 km rijdt met alleen maar golfplaathuisjes…… Martin rijdt tot voor de deur en legt uit dat ze met zijn 7-en in een kamer van 1 bij 1 zitten. Het regent hard en Martin vertelt dat door de golfplaatshuisjes alles heen gaat en er dus alleen maar modder en bagger binnenligt. Buiten staan hooguit 5 portocabins wc’s voor 200/300 man. Even schieten de tranen in mijn ogen. Ondanks dat je weet (sinds je het journaal op tv snapt) dat je blij mag zijn met een dak boven je hoofd en een normale douche en wc, is het toch een moment waarin je daadwerkelijk dankbaar bent dat je ook echt dat dak hebt (waarin niks doorlekt) en dat je de mogelijkheid hebt om zoals ikzelf alles voor je eigen alleen te kunnen hebben. Daarbij wordt ook gelijk duidelijk welke situatie de kinderen uitkomen, nog niet eens meegerekend hoe wanhopig ouders kunnen zijn en daardoor misschien ook gekke dingen doen in bijzijn van de kinderen. Martin kent deze achtergronden ook omdat hij bij Child protective services heeft gewerkt en kinderen ook uit bepaalde situaties heeft gehaald. Hij is hier na een aantal jaar mee gestopt omdat sommige situaties toch te moeilijk waren om te verwerken. In de tussentijd verteld hij hoe het in het land eraan toe gaat en hoe politici het land leiden. Hij zegt heel eerlijk: ‘ ik hou van mijn land en ik blijf er wonen maar een hoop dingen kloppen gewoon niet.’ Even denk ik weer terug aan Nederland, een van de vele dingen die wij doen is ook klagen over de politiek en dat er nooit wat gebeurt, maar als je recht voor de huisjes staat waar mensen wonen, of onder een immense brug waar zoveel mensen bij elkaar slapen en schuilen voor de regen, kan ik niet anders dan denken waar klagen wij dan over?! Zo vertelt Martin nog vele verhalen (met name over het WK en het geld wat het gekost heeft) waarin ik alleen maar kan denken aan hoe dankbaar ik mag zijn voor wat ik heb, naast een ook nog eens goede gezondheid. Daarnaast zeg ik ook tegen Martin dat ik hem dankbaar ben dat hij ons dit laat zien en dat het heftig is maar ook goed om dit te kunnen zien. Martin lijkt dit ook wel o prijs te stellen alleen het emotionele gedeelte wijdt hij aan mijn vele medicatie.
Toen ik naar Afrika ging wist ik wel dat ik waarschijnlijk dingen zou zien en meemaken die bij ons niet zo gebruikelijk zijn en dat dit confronterend zou zijn. Maar uiteindelijk zijn er nog zoveel meer dingen die je tegenkomt ,waar je je eigenlijk helemaal niet bewust van bent. Tuurlijk weten wij in Nederland dat we het goed hebben en dat we voor een hoop dingen die we meemaken of krijgen in het leven dankbaar mogen zijn, maar staan we daar ook weleens bij stil en zijn we daar dan ook echt dankbaar voor? Dingen zoals een dak boven ons hoofd, eten, gezondheid zijn, denk ik, de dingen waar we altijd wel echt dankbaar voor zijn. Maar de kleine dingen……….onthouden we dat ook? Complimentjes, schouderklopjes, aai over je bol of gewoon een knuffel. Iemand die even naar je luistert of vraagt hoe het met je gaat? Van de week vroeg een van de wat oudere jongens aan me ‘waarom stel je zoveel vragen? Ik moest even goed nadenken (deed ik dat dan) en legde uit dat ik zo nieuwsgierig ben dat ik alles over hem wil weten. Hierop werd hij een beetje verlegen maar moest ook lachen en leek het uiteindelijk toch ook wel een soort van leuk te vinden. In Nederland zouden we waarschijnlijk ook zeggen: ‘laat me nou maar met rust’, maar voor de kinderen hier is het raar dat je zoveel interesse in ze hebt. De kleine dingen zijn hier al genoeg voor hun om dankbaar voor te zijn, het doen van een spelletje, even oppakken en knuffelen, een geintje of een praatje maken, muziek luisteren of zingen of gewoon een pleister op een wondje. Als ik straks terugkom in Nederland hoop ik te kunnen zeggen dat ik nog steeds dankbaar en voor alle genoemde dingen. Voor nu ben ik in ieder geval erg dankbaar voor deze gehele ervaring!
Tot snel
Kim