Nog maar even (een poging tot) een bondig verslagje van het restant van m’n trip…
**Woensdag 9-11: **Ik was dus gebleven in de trein naar Kaga Onsen. Aldaar het automuseum bezocht, wat een collectie! Helaas wel enigszins ten koste van de presentatie, het staat wel heel erg vol. Maar absoluut een must voor elke autoliefhebber. Daarna nog snel even naar Yamashiro Onsen om ook nog even van het (loei)hete water te genieten.
**Donderdag 10-11: **'s ochtends naar Hakui voor Cosmo Isle, a.k.a. het UFO-museum. Ik had vooral iets mafs verwacht, zeker ook gezien je rond het station direct aan alle kanten door aliens begroet wordt. Maar eigenlijk is het vooral toch een heel serieus en informatief ruimtevaart-museum met een zeer indrukwekkende collectie. Deels echt (Soyuz-capsule, Mercury-raket en bijbehorende capsule, ruimtepakken), deels reproductie al dan niet met gebruik van authentieke onderdelen. En vooruit, in een donker hoekje is er ook nog een imitatie van de Rosswell-alien. Terug in Kanazawa uiteraard toch ook nog Kenrokuen bezocht, mooi en groot, maar toch ontgaat me het unieke ervan een beetje. En uiteraard helpt het ook niet dat het echt overspoeld wordt door toeristen, veelal in groepen.
**Vrijdag 11-11: **bijtijds de trein in naar Unazuki Onsen. Daar is het best een stukje lopen naar m’n hotel, om als ik er bijna ben voorbij te worden gereden door de shuttlebus. Right… Na een snelle lunch het treintje in van de Kurobe Gorge Railway, en door de schitterende kloof naar Keyakidaira, veel mooier kan een treinrit niet zijn. In Keyakidaira wandelingen gemaakt naar Hitokui Iwa en Sarutobikyo, om vervolgens net de beoogde trein terug te missen. Dubbel jammer, want niet alleen wachten, maar daardoor was ook het overgrote deel van de terugrit in het pikdonker. En dan is het in zo’n open rijtuig ook wel steenkoud, iets wat ik toch met een paar dagen snotteren en kuchen heb moeten bekopen. Eenmaal terug in Unazuki van het geweldige diner en de prima onsen van het hotel genoten.
**Zaterdag 12-11: **enigszins ziek, zwak en verkouden toch vroeg weer op pad. Nog wel even een snel sightseeing-rondje gemaakt om toch ook maar even een plaatje van het oranje treintje op de rode brug te hebben de trein in naar Koriyama. Nog even overwogen alle plannen te schrappen en in het hotel te blijven, maar uiteindelijk toch maar de trein naar Sukagawa gepakt voor het Taimatsu Akashi. En voor een hoop Ultraman, die je werkelijk overal in het stadje tegenkomt. Helaas was ik al wel te laat om de enorme fakkels door de stad gesjouwd te zien worden, maar op Goro-yama worden er nog wel een aantal overeind gezet. Al snel is wel duidelijk dat dit een festival is om op tijd (twee uur voor het aansteken van het vuur dus) een goed plekje voor te zoeken, de mensenmassa is enorm en wordt door de politie ook strikt in goede banen geleid. Maar wanneer de fakkels een voor een worden aangestoken is al snel duidelijk waarom dit een van de festivals was waar ik de hele reis omheen had gepland: dit is onvergelijkbaar met alle andere festivals die ik tot nu toe gezien heb.
<div class=“lazyYT” data-youtube-id=“TbY0Vifm5dQ” data-width=“480” data-height=“270” data-parameters=“feature=oembed&wmode=opaque”></div>
**Zondag 13-11: **nog steeds niet echt op orde toch 's ochtends weer door Oyama, en van daaruit naar Tochigi. Het matsuri daar was wellicht wat minder uniek en deed ook sterk aan het eerder bezochte Fujinomiya Matsuri denken, maar door de gezellige drukte en het fanatisme van de deelnemers was het toch een zeer geslaagde ervaring.
**Maandag 14-11: **alweer de laatste dag op Honshu, en zonder concreet plan de trein in gestapt. Eens kijken of er in Saitama meer te doen is dan alleen het Railway Museum? Naar het Ome Railway Park? Weer eens een middagje door Akihabara of Nakano Broadway dwalen? Uiteindelijk schoot me toch nog iets anders binnen wat ik weleens op Youtube was tegengekomen: Shibamata. Bagage op Ueno Station in een kluisje gestopt (tip: binnen de poortjes zijn niet alleen meer kluisjes te vinden dan daarbuiten, ze zijn ook net een paar honderd yen goedkoper!), naar Nipppori om daar nog even wat treinen te filmen op wat volgens Dotaku de beste treinenspotplek van Japan is, en verder met de Keisei-lijn. Shibamata blijkt weer eens een perfect voorbeeld hoe dorps het gigantische Tokyo toch kan zijn, met een lekker nostalgisch-toeristisch straatje naar een tempel met magnifiek houtsnijwerk. En met ook volop lekker eten.
Daarna naar Haneda Airport voor m’n vlucht naar Okinawa. Alwaar ik m’n telefoon laat stuiteren, lijkt in eerste instantie zonder gevolgen, maar dat blijkt later toch even anders. Met Skymark, een lowcost airline die qua service niet onderdoet voor reguliere (maar flink duurdere) airlines. Eenmaal in Naha is het klimaat wel even een dreun: warm en vooral erg benauwd. Hotel opgzocht en daarna “even” wat gaan eten bij een barretje dat ik nog van de vorige keer kende. Maar zoals eerder al gemeld bleek dat dusdanig gezellig dat ik me een hotelovernachting had kunnen besparen. Tegen half 8 's ochtends liep ik m’n hotel weer binnen, ben nog even gaan ontbijten, en vervolgens toch nog maar even te gaan pitten…
Dinsdag 15-11: gezien het verloop van de nacht is dit een kort dagje geworden, vooral gebruikt om even de tourist info te bezoeken en wat door het centrum van naha te dwalen, gelukkig was het weer nu net even aangenamer dan op de avond van aankomst. Ook Tsuboya en het aardewerkmuseum aldaar bezocht. En dat was het wel zo’n beetje. Nog wel heerlijke ramen gegeten. Hokkaido Ramen. En daarvoor reis je dan helemaal naar Okinawa…
**Woensdag 16-11: **eerst een stukje oorlogsverleden bezocht, namelijk het hoofdkwartier van de japanse strijdkrachten ten tijde van de slag om Okinawa in WO2. In een tunnelstelsel op een berg. Erg indrukwekkend, vooral als je ziet wat voor desastreuze gevolgen de strijd voor de lokale bevolking heeft gehad. Op de berg kwam ik nog een foldertje van iets anders tegen, wat vanaf de berg gezien ook best te belopen viel: Manko Park, een wetland-gebied voor trekvogels en kleine zeediertjes. Dat bleek stiekem toch een zeer stevige wandeling. Maar ik heb me er toch prima vermaakt, je kan eindeloos blijven kijken naar de kleine krabbetjes en andere beestjes…
**Donderdag 17-11: **vroeg op, want om 9u 's ochtends een vlucht naar Taipei. Wel irritant: de monorail komt bij de domestic terminal uit, van daaruit is het nog best een wandeling naar de international terminal, zeker met zware bagage en dat warme weer. En dan is het best irritant als je te horen krijgt dat Peach ook z’n internationale vluchten uitvoert vanaf de aparte lowcost terminal, welke alleen te bereiken is middels een pendelbus die uiteraard vanaf de domestic terminal vertrekt…
Eenmaal op Taoyuan Airport de bus naar Taipei Main Station genomen en m’n hotel opggezocht. Het was al wel direct duidelijk dat het klimaat hier nog net even onaangenamer is dan op Okinawa. Na een lunch in het station meteen een missie: een nieuwe mobielte kopen. De eerder genoemde val had zich inmiddels toch doen gelden, waardoor m’n toestel alleen nog enigszins te gebruiken was zolang hij stil op tafel lag aangesloten op de lader. Niet heel erg mobiel dus. Naar Bade dus voor Guang Hua Digital Plaza, een enorme elektronicamarkt, om een nieuw toestel te ritselen. Op zich geen heel spannende missie, ware het niet dat zowel de markt zelf als het naastgelegen Syntrend Creative Park voor elke gadgetliefhebber een waar Walhalla zijn. Maar uiteindelijk wel geslaagd, en dus ben ik nu de tevreden gebruiker van een mooie Asus Zenphone. 's Avonds geen zin meer om ver op pad te gaan en me dus maar beperkt tot Ximending, maar eigenlijk te vermoeid om er echt van te kunnen genieten.
**Vrijdag 18-11: **eventjes de drukte en warmte van de stad ontvluchten, en de trein naar Rueifang gepakt met als doel Jioufen te bezoeken. In het stadje zelf ben ik uiteindelijk niet geweest, aangezien het Jinguashi Gold Mine Museum (toch mooi ook even 's werelds grootste blok zuiver goud mogen aanraken) aangevuld met de nabijgelegen Guan Yu tempel een prima middagvullend programma bleek. Helaas eindigt de middag met flinke regenbuien. En dan dacht ik geluk te hebben door vanaf de tempel een bus direct naar Taipei te kunnen nemen, maar ook in Taiwan loopt het verkeer al snel helemaal vast bij een beetje regen. En dan sta je dus doodleuk 2 uur lang in een file aan te schuiven. Tot ik ineens iets bekends zie: de tempel bij Raohe Street Night Market. Uitgestapt, en lekker over die markt gedwaald en genoten van o.a. een heerlijk coffin bread en vlees van een varkenspoot.
**Zaterdag 19-11: **de laatste dag alweer. Had daar eigenlijk nog wel iets van willen maken, maar het ondraaglijk warme weer wist dat enthousiasme heel effectief in de kiem te smoren. En dus maar vooral door de diverse ondergrondse gangen vol winkeltjes rond Taipei Main station lopen dwalen voor nog wat laatste souvenirs. En naar Dihua Street voor het leuke Puppet Theatre Museum.
En dan 's avonds onvermijdelijk toch naar het vliegveld. Eerst de eerder beschreven tegenvaller van de douches achter de security van de verkeerde terminal, vervolgens lang wachten tot er ook maar iemand opduikt bij de inchekbalies van de KLM. Na inchecken, security en douane weet ik toch niet helemaal wat ik van het vliegveld moet denken. Enerzijds zijn alle wachtruimtes ingericht naar thema’s over de lokale cultuur en natuur. Samen met de winkeltjes een prima manier om een paar uur tijd te doden. Daar staat echter tegenover dat uitgerekend in het land met de meeste convenience stores in verhouding tot z’n bevolkingsomvang zoiets voor een snelle hap of drankje op het vliegveld ontbreekt. Het aantal eetgelegenheden in de terminal is sowieso al minimaal, en gaat ook nog eens vrij vroeg dicht. En voor drinken ben je aangewezen op een handvol automaten welke deels ook nog geheel leeg danwel uitgeschakeld waren. En dus met een rammelende maag maar wel nog wat extra souvenirs het vliegtuig terug naar huis in…