Bloem's verhalen

Wauw Bloem!!!

bedankt allemaal voor de leuke reactie’s
maarre…kan wel wat hulp gebruiken…
mail versturen of niet??
nog contact opnemen of niet???

Mail versturen!!!

Oeh, wat een spannend verhaal!
Het MOET goed aflopen hoor, dus mail versturen! :smiley:

:crybaby: thanks bloem! nu heb ik weer gruwelijke heimwee! ahaha

Je moet die mail versturen!! en hij moet reageren en uitleggen waar die nu zo mee zit! misschien is er wel iets aan de hand waar wij allemaal nog niet opgekomen zijn… misschien is die ontzettend verlegen:lol:

Succes met het einde, ik kan iig niet wachten!
x

super bloem…heb er dan wel 3 dagen over gedaan. maar kij kzeker uit naar het volgende verhaal!!

xxx

zo…weer een stukkie verhaal gemaakt
het is een vervolg op mijn laatste verhaal, dus hiervoor geld hetzelfde
puur fictief en enige overeenkomsten met de werkelijkheid zijn puur toeval.

have fun :wub:

Ik voel mijn telefoon in mijn zak trillen. Een sms. Ik houd met één hand het stuur van de auto vast, en probeer met de andere mijn telefoon uit mijn broekzak te peuteren. Maar dat lukt uiteraard niet, want dan moet ik mijn been optillen en die staat nu juist op het gaspedaal…Shit, waarom zit die broek dan ook zo strak!? Als ik voor het stoplicht sta, kan ik eindelijk mijn telefoon uit mijn broekzak halen en als we weer gaan rijden, probeer ik het bericht te lezen. Nou, dit werkt niet, dit gaat straks nog fout. Ongeduldig ligt mijn telefoon op mijn schoot en ik hoop dat ik snel thuis ben. Als ik eenmaal veilig en wel stil sta, open ik het bericht. Mijn hart klopt in mijn keel als ik zie dat het van Ali is. Dus toch een reactie. Redelijk snel nog, er zaten maar twee en een halve dag tussen.

‘Merhaba askim. Heb je mail gelezen, lang hoor! JJJ hahahaa! Moest erg lachen…vooral de keus van mijn evil twin-brother, die mijn leven over genomen heeft terwijl ik verdwaald ben op excursie, vond ik erg goed gevonden. Crazy girl! Spreek je snel een keer….kus’

Wat…? Hoe…? Dit meent hij niet! Ik ben met stomheid geslagen. Ik stuur hem een mail, waarin ik heel alsjeblieft om opheldering vraag en dan krijg ik zo’n antwoord! Crazy girl! Pfff….hij is zelf helemaal gestoord om zulke spelletjes met mij te spelen. Eventjes vraag ik me af of ik een antwoord terug moet sturen, maar besluit dat nu nog niet te doen. Ik ben veel te kwaad op hem op dit moment, en misschien doe ik dan weer dingen, waar ik later dan waarschijnlijk weer spijt van krijg. Boos sluit ik de auto af, loop naar binnen en zet meteen mijn computer aan. Hopelijk is er iemand online tegen wie ik mijn gal kan spugen. Ik open mijn emailbox en zie dat ik een mailtje heb van Ali. Huh? Dus toch?
Ik durf de mail nog niet te openen en lees eerst de andere mail die ik heb ontvangen. Dan is er nog maar een ongelezen mail over, die van Ali. Ik zucht een keer diep en klik op zijn naam.

Er rolt een heel verhaal over mijn scherm. Ik scroll naar beneden om de lengte van de mail in me op te nemen…zo, die heeft flink zijn best gedaan en ik kan een gigantische glimlach toch niet onderdrukken. Maar die glimlach verdwijnt snel van mijn gezicht als ik de inhoud lees.

Hij begint heel erg lief, en verontschuldigt zich meteen voor zijn late reactie en het feit dat hij zo onduidelijk is geweest en me misschien gekwetst heeft. Hij gaat verder, met de uitleg, dat een van de opties die ik had aangedragen in de mail, inderdaad klopte.
Hij wijdt nog eventjes uit, over het feit dat hij erg gelachen heeft om mijn mail en de verschillende keuzemogelijkheden die ik hem voorgelegd had, als reden van zijn gedrag.
Nou lekker is dat, als hij maar lol heeft, niet?
Maar dan wordt de toon van de mail een stuk serieuzer en geeft hij aan, dat ik het bij het rechte eind had. Hij legt uit dat hij inderdaad uitgehuwelijkt is. Ik houd mijn adem in. Gebeurt dat nog echt? Ja, natuurlijk, dat wist ik wel, maar ik had die keuze er meer voor de grap bij gezet, omdat het mij onwaarschijnlijk leek, dat een jongen als hij, uitgehuwelijkt zou worden. Maar ja, wat weet ik nou eigenlijk helemaal van hem?
Ik lees gauw verder.
Hij geeft aan dat het nog allemaal een tikje erger wordt, omdat hij dus tegen zijn zin moet trouwen met een verre achternicht van hem. Die woont aan de grens met Georgie en die heeft hij nog nooit gezien. Jeetje hé, ik ben onder de indruk, maar ik sla bijna steil achterover, als hij me schrijft, dat die verre achternicht, die spoedig zijn bruid zal worden, zwanger is van een andere man, en om dit familiegeheim te bewaren, zal hij met haar moeten trouwen.
Ik slik, dit is nog veel erger dan ik ooit zelf had kunnen bedenken.
Hij vertelt me dat de bruiloft over anderhalve week is, en dat hij met zijn ouders die kant op zal gaan, hij met haar zal trouwen en dat hij zich dan weer thuis moet melden, omdat hij in dienst moet.

Nu knipper ik toch echt met mijn ogen. Trouwen, in dienst…jeetje. Wel een goed excuus om geen contact meer met mij te hebben. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en lees het stuk nog een keer. Het is wel erg fantasierijk, en Turken kunnen nu eenmaal goed liegen. Zou hij dit allemaal verzinnen om van me af te komen, maar in plaats dat hij gewoon zou zeggen, dat hij niets meer met me te maken wil hebben, verzint hij dit verhaal, omdat hij me niet wil kwetsen?
Zou kunnen, maar ik besluit hem het voordeel van de twijfel te gunnen en met de gedachte in mijn achterhoofd, dat mannen niet zo doortrapt zijn en dat hij vast niet zo’n grote fantasie heeft, lees ik verder.

Ok, waar was ik gebleven? Oh ja, hij gaat binnen 10 dagen trouwen met een achternicht die zwanger is van een ander en die hij nog nooit gezien heeft en daarna verdwijnt hij voor 15 maanden in het leger. Leuke wittebroodsweken zullen die twee hebben.
Ali geeft aan dat hij dit absoluut niet zou willen, maar dat hij nu eenmaal als oudste zoon van de familie zich moet opofferen voor de familie eer. Want ik moet niet vergeten dat hij echt Turks is…dus….ja, dat had ik al eerder van hem vernomen.
Nüray, zo heet dus zijn achternicht, zal bij haar ouders blijven wonen en de baby opvoeden en als hij dan weer terug is uit het leger, zullen ze samen een huisje gaan zoeken en gaan samenwonen.
Ali benadrukt nog een keer, dat hij me nooit heeft willen kwetsen. Maar dat het er niet meer toe doet, wat hij ooit voor me voelde, want dat het toch geen zin meer heeft, omdat hij nu eenmaal moet doen, wat er van hem verwacht wordt.
Van binnen juich ik, en tegelijk huil ik. Ja, hier staat het toch. Hij vond me ooit toch wel leuk, maar ik huil, omdat dit inderdaad wel heel erg onmogelijk is.
Hij sluit af met ‘askim, ik wou dat het anders was, en weet dat ik dit absoluut niet wil, maar ik moet dit accepteren. Wees alsjeblieft niet boos op mij, en insallah zal het ooit goed komen voor ons…kus’

Nu zit ik echt hardop te huilen. Ik print de mail uit en lees hem keer op keer op keer. Die nacht doe ik geen oog dicht en open telkens het sms-je dat hij me net gestuurd heeft. Ik kijk op de kaart en ik kijk waar Georgie precies ligt. Ik ben boos, boos op die achternicht, dat ze zich zwanger heeft laten maken en dat die vent blijkbaar niet goed genoeg is voor de familie om dan met haar te trouwen. Maar dan bedenk ik me, dat die vent misschien te laf is of een schoft, en heb toch een beetje medelijden met deze Nüray, zij zal het zich ook allemaal wel anders voorgesteld hebben.

Zo lig ik de hele nacht te woelen en te draaien en als ik ’s ochtend in de spiegel kijk, zijn mijn ogen opgezwollen en rood en ik voel me verschrikkelijk. Ik moet naar mijn werk, en hijs me uit bed en onder de douche. Ik pieker me suf. Wat moet ik nu nog zeggen? Moet ik hem terug mailen of sms-en. Moet ik hem sterkte wensen of boos op hem worden, dat hij er niet voor vecht? Maar ja, wie ben ik om hem te vertellen wat hij wel of niet moet doen. Ik vind het ergens wel knap van hem, dat hij zich zo kan opofferen. Ik heb ook wel eens verhalen gehoord van bloedwraak of iets dergelijks, waar zo’n meisje gewoon verstoten wordt, of zelfs nog erger….Die ellende wordt haar nu in ieder geval bespaard.

Maar het is toch wel een heel raar verhaal hoor. Het is allemaal wel erg dramatisch. En misschien kijkt hij wel elke dag naar de Turkse variant van GTST, waarin dit soort drama’s aan de orde van de dag zijn, en heeft hij op die manier inspiratie gekregen voor zijn leugens. Maar ja…waarom zou hij al die moeite doen om me af te schepen?? In mijn hoofd vormt zich de ene kronkel na de andere en de ene redenering blokkeert de andere.
Als ik op mijn werk ben, kan ik me maar met moeite concentreren. Gelukkig gaat de dag snel voorbij, en voor ik het weet, zit ik weer in de auto naar huis. Ik pak mijn spullen om te gaan sporten en werk me fanatiek in het zweet. Zo kan ik tenminste goed nadenken. Of eigenlijk, aan helemaal niets denken en op die manier, hoop ik alles een beetje op een rijtje te kunnen zetten.

Als ik me gedoucht heb en mijn spulletjes uit mijn kluisje pak, zie ik op mijn telefoon dat ik een sms heb ontvangen. Als ik hem geopend heb, lees ik: ‘sms was een geintje…heb je ook een mail gestuurd…al gelezen? L’
Ik ben verbaasd. Hij heeft nog nooit uit zichzelf een sms gestuurd en zijn mail maakte het toch wel duidelijk, dat verder contact toch redelijk zinloos is. En nu neemt hij toch weer het initiatief tot contact.
Ik typ meteen een berichtje terug: ‘ja, heb ik gelezen, ben nog aan het nadenken wat ik ervan vind. Ben straks thuis en lees hem nog een keer of 50’
De sms is weg, voor ik er erg in heb. Als ik naar mijn auto loop, krijg ik weer een sms: ‘als je thuis bent…kom dan op MSN aub…wil ff met je praten’
Nu ben ik helemaal in de war. Waarover wil hij het nu dan nog gaan hebben? Het is toch duidelijk? Of hij liegt, maar doet dat omdat hij me niet meer wil zien of spreken en dan lijkt het me zeker beter om geen contact meer te hebben. Of het is allemaal waar, en tja, dan heeft verder contact toch ook weinig zin…?

Maar als ik thuis ben, zet ik toch meteen mijn computer aan. Als de pc aan het opstarten is, zet ik thee en doe mijn sportspullen in de was. Ik kies kaneelthee en installeer me achter mijn computer. Zodra als ik me heb aangemeld voor MSN, begint Ali al tegen me te praten. Hij begint eerst met ‘hoi’ en we kletsen wat, maar al vrij snel komt het gesprek op de mail.
Hij wil me toch graag nog iets persoonlijker vertellen dat hij het echt heel erg vind. Tja, bellen is zeker te duur, maar dit is al een hele stap, dus ik mag niet te veel zeiken.
Hij legt me uit, dat zijn nicht ontdekt had dat ze 6 weken zwanger was, en dat zijn vader en zijn oom toen besloten hadden, dat hij met haar moest trouwen. Hij hoorde dat vlak voordat ik naar Turkije kwam en was er helemaal van ondersteboven. Ja, dat snap ik wel. Hij is toen ook twee dagen naar huis gegaan om met zijn ouders te praten en die hebben hem overtuigd dat dit het beste was, en dat hij dit moest doen. Hij kon er niets tegenin brengen.
Nu snap ik ook, waarom hij het zo druk had, toen ik daar op vakantie was, en hij legt uit, dat hij wel wat met me wilde afspreken, maar dat hij toen dus al wist dat het geen zin had.

Tja, het verklaart een hoop. Hij vond het leuk om me te zien, maar realiseerde zich, dat hij fout bezig was, en me alleen maar zou kwetsen als hij in zou gaan op mijn pogingen tot contact. In een zwak moment wilde hij me uitnodigen bij zijn vriend thuis, om alles uit te leggen, maar heeft dat toch afgeblazen, omdat hij dacht dat het makkelijker was, om me gewoon te negeren.
En bedankt hè!
We praten nog een hele tijd verder. Ik vraag hem hoe dat nu zit met dat leger, want ik was in de veronderstelling dat hij dat óf al gedaan had gezien zijn leeftijd, óf nog uitstel had in verband met zijn werk.
Hij legt me uit, dat hij inderdaad uitstel had vanwege zijn studie en dat hij een jaar uitstel had gehad om te werken en werkervaring op te doen, maar dat hij nu toch echt de dienstplicht zou moeten vervullen. Zijn ouders wisten dit ook en hadden dus in allerijl geregeld dat hij voor die tijd zou trouwen. Tegen de tijd dat hij en Nüray gaan trouwen is ze dus 10 weken zwanger en dit feit is dan ook nog niet zichtbaar. Ik erger me aan de manier waarop hij over haar en het feit dat ze zwanger is, praat en ik vraag hem naar de vader van het kind. Hij zegt dat hij daar niets vanaf weet, omdat Nüray dit niet wil zeggen.
Ik denk bij mezelf dat dit misschien ook maar beter is voor die man. Maar als zij het wel zou zeggen, zou haar vader vast een hard woordje met hem spreken en hem vast overhalen om met haar te trouwen. En dan hoeft Ali dat dus niet te doen.

Het heeft allemaal geen zin, de feiten liggen er nu eenmaal, en ik moet accepteren dat dit niet zo mag zijn. Ik zit meer te zuchten dan met Ali te praten en ik probeer wanhopig tussen de regels door te lezen. Maar ik kan niets vinden, dus ik besluit het Ali maar gewoon te vragen.
Mijn handen trillen boven het toetsenbord als ik hem vraag: ‘ als je niet uitgehuwelijkt zou zijn aan haar, wat was er dan tussen ons gebeurd?’
Het duurt lang voordat ik zie dat hij een antwoord typt, en eventjes denk ik dat hij weer offline zal gaan, maar dan verschijnt zijn antwoord. Hij zegt me dat het geen zin heeft om zo te denken, omdat dat nu eenmaal niet zo is. Hij heeft het blijkbaar allemaal geaccepteerd. Ik dring nog een beetje aan en dan zegt Ali dat er dan nog geen verschil zou zijn, omdat hij in ieder geval over 2 weken het leger in moet.
Ik zeg dat ik het begrijp, maar probeer toch het antwoord los te peuteren dat ik zoek. Ik herinner hem aan die keer dat hij me gevraagd had wat te gaan drinken en hoe hij die hele avond had zitten vissen, wat ik van hem vond. Nou ja, vissen…? Hij vroeg ronduit de hele tijd: ‘je vindt me wel leuk, hè?’
Ik kan toen alleen maar grijnzen en ik vraag hem of hij zich dat nog kan herinneren. Hij antwoordt meteen: ‘Ja, natuurlijk!!’
Ik leg hem uit, dat mijn antwoord overduidelijk ‘ja’ was, maar op dat moment mijn antwoord er niets toe deed omdat het niets zou veranderen aan de situatie. Maar dat hij het toch bleef vragen om het antwoord uit mijn eigen mond te kunnen horen. Puur voor de bevestiging.
Ik zeg hem dat nu zijn antwoord niets aan de situatie zal kunnen veranderen, maar dat ik het graag wil horen, gewoon om de waarheid te weten.
Dan geeft hij eindelijk toe, en zegt me, dat hij inderdaad stapel dol op me geworden was in Efese en tijdens die ene avond dat we wat zijn gaan drinken. En daarna wilde hij me dolgraag weer zien. En dat toen hij me weerzag, hij helemaal blij was geworden, maar ook verdrietig, omdat hij toen al wist, dat er geen toekomst voor ons zou zijn.

Ik slik. Ik zucht en ik slik nog een keer. Wow, dit is wel erg heftig.
Ik bedank hem voor het antwoorden op mijn vraag en zeg hem dat ik diezelfde gevoelens voor hem heb. We besluiten op dat moment maar te stoppen met ons gesprek op MSN, omdat het ons allebei een beetje te veel wordt. We nemen uitvoerig afscheid en hij wenst mij het beste toe. Ik hem ook.
Die avond zit ik nog lang achter mijn computer en overpeins alles.

Als het allemaal een grote leugen is om mij af te schepen, dan doet hij wel erg veel moeite, en ik besluit hem te geloven en te vertrouwen. Ik heb ook medelijden met hem. Als ik in bed ga liggen stuur ik hem een sms, waarin ik hem een goede nacht wens, en zeg dat ik het fijn vond om zo met hem te kunnen praten.
Ik slaap al half als ik opschrik van een binnenkomend bericht. Het is van Ali, en hij wenst me zoete dromen toe en hoopt dat alles goed komt voor mij. Tja…. Ik hoop dat alles goed komt voor ‘ons’ en ik kan een kwade gedachte richting de zwangere nicht niet onderdrukken.
Maar ik kan haar niets kwaadaardigs toewensen en de bruiloft is al over 10 dagen, dus die god van hem, mag wel heel hard zijn best gaan doen, voor een goede oplossing.
Boos en verdrietig val ik in slaap.

Er gaan enkele dagen voorbij, en elke dag stuur ik Ali een sms voor het slapen gaan. Ik spreek hem nog een enkele keer op MSN en we praten over de voorbereidingen van zijn in dienst-treding en ook voor het huwelijk. Zijn toekomstige schoonfamilie zal alles regelen en hij hoeft alleen maar te komen. Er zal niet echt een bruiloft zijn, alleen het officiële gedeelte. Daarna moet hij meteen weer terug naar het westen van Turkije. Blijkbaar voelt de schoonfamilie zich toch een beetje bezwaard, dat hij dit allemaal moet doen, om de eer van Nüray en de familie te redden, dat ze alles regelen en betalen voor de bruiloft. Maar ze zijn blijkbaar ook kwaad op Nüray, dat ze het huwelijk niet zien als een reden voor een feestje.

Ik ga naar mijn werk en ik sport en ik spreek af met vriendinnen, maar mijn gedachten zijn de hele tijd in Turkije. Bij Ali en wat hij moet doen en moet voelen, maar onbewust ook bij Nüray. Dat wil ik helemaal niet, ik probeer haar te haten, maar ergens komt toch het gevoel op, dat zij dit ook allemaal niet wil, en net zo min met Ali wil trouwen als hij met haar. En zij zal wel niet al te keurig behandeld worden door haar eigen familie, als ze het huwelijk niet eens willen vieren.

Ik vind het prettig om met Ali te sms-en en bijna altijd, stuurt hij me een berichtje terug. Ik spreek hem daarna nog 2 keer op MSN en we hebben het over de dagelijkse dingen. We hebben het natuurlijk vaak over zijn situatie, maar soms heeft hij er helemaal genoeg van en wil hij het over iets anders hebben. Hij vraagt honderd uit. Over mijn werk en mijn familie, over mijn vrienden en mijn hobby’s en hij probeert me echt te leren kennen.
Een keer merk ik op, dat dit toch niet echt de bedoeling is, maar we praten er gauw overheen, omdat we het allebei prettig vinden om gewoon met elkaar te praten. Het gaat ook zo vanzelf. Het gesprek om MSN verloopt natuurlijk en dit keer vallen er geen vervelende stiltes. Het is weer net zo vertrouwd als die keer, dat we echt wat waren gaan drinken en heel de avond hebben gekletst. Alleen nu zonder de dubbelzinnige opmerkingen en de toespelingen.

Dan breekt de dag aan, dat hij met zijn ouders richting het oosten van Turkije zal vertrekken, omdat hij de dag erna zal gaan trouwen. Ik stuur hem een sms met mijn beste wensen. Ik wens hem een goede reis en ik hoop dat er geen problemen zullen zijn bij de bruiloft en geen ruzie. Ik wens hem ook een goede terugreis alvast en ik zeg hem, dat ik in gedachten bij hem zal zijn. Ik krijg een korte sms terug: ‘Bedankt…heb het nodig…denk aan je’
Hij heeft er niets over gezegd, maar ik weet dat het beter is, om te wachten met contact op te nemen, totdat hij terug is van zijn reisje naar het Oosten, zoals wij het op MSN maar gedoopt hadden. Het woord huwelijk en bruiloft is een beetje taboe tussen ons en zo is het idee nog een beetje dragelijk.

Die drie dagen die volgen zijn waardeloos en ik ben het ook. Ik lig te woelen en te draaien in mijn bed en kan niet slapen. Op mijn werk ben ik er met mijn gedachten absoluut niet bij en er heeft zich een rare spanning in mijn onderbuik genesteld. Tegen beter weten in, hoop ik op een wonder. Misschien is er een andere neef of buurjongen, die heimelijk al jaren verliefd op Nüray is geweest en die zich ‘opoffert’ om met haar te trouwen. Misschien bedenkt de vader zich en besluit dat hij dit Ali niet kan aandoen, en gaat het hele huwelijk niet door. Misschien gebeurt er door de stress van de moeder wel iets met de baby, dat het huwelijk toch geen zin meer heeft…. Die gedachte stop ik ver weg in een hoekje en ik schaam me, dat ik dat durf te denken. Ik klamp me nog het meeste vast aan het idee, dat de vader van het kind komt en zijn verantwoordelijkheid opeist en met Nüray zal trouwen.

Ik kan het niet uitstaan dat ik niet weet wat er in Turkije met Ali gebeurd. Ik kan maar moeilijk accepteren dat hij waarschijnlijk naar het Oosten reist, gaat trouwen en dan in dienst gaat. Precies zoals de twee families het bedacht hebben.
Opgelucht ben ik, als de dag is aangebroken dat hij weer naar huis zou reizen. Ik kijk de hele dag op mijn telefoon, maar ik heb nog geen bericht van hem ontvangen. Ik ben helemaal gesloopt en ik heb ook nog eens een avonddienst en mijn werk biedt maar weinig afleiding. De uren kruipen voorbij en ik tel ze af, totdat ik naar huis mag. Ik besluit regelrecht naar huis te gaan en meteen mijn bedje in te duiken. Ik ben zo moe van alle emoties van de afgelopen dagen dat slapen me een heerlijke bezigheid lijkt, om alles te vergeten.

Thuis gekomen, controleer ik nog eventjes snel mijn email, en net als ik alles wil afsluiten, zie ik dat Ali zich aanmeld voor MSN. Hij is thuis. Hij is op MSN. Mijn hart klopt in mijn keel en ik krijg meteen bericht van hem. Hij vraagt aan me hoe het is. Ik vraag hem hetzelfde. Hij is echt net thuisgekomen en wilde kijken of ik online was. Hij had de afgelopen drie dagen niet geslapen, want de busreis was geen pretje geweest.
Ze waren woensdagmiddag vertrokken, en na een busreis van 18 uur, waren ze regelrecht naar het huis van zijn achternichtje gegaan, daar was een kleine ceremonie. Ze hadden daarna wat gegeten en gedronken, en daarna waren ze weer teruggekeerd naar het busstation, en hadden de bus terug genomen. Ik ben met stomheid geslagen. Hij vertelt, dat behalve bij de ceremonie, hij zijn achternicht niet gezien heeft, en ze geen woord met elkaar gewisseld hadden.

Ik ben perplex. Maar hij is dus wel degelijk getrouwd en na het weekend, moet hij zich melden en zal hij voor 15 maanden het leger in gaan.
Het duizelt mij allemaal een beetje en ik vraag hem hoe hij zich voelt, want voor hem, zal het allemaal nog een tikkeltje erger zijn. Hij zegt een hele tijd niets, en dan vertelt hij dat hij moest huilen. Oh jee, heb ik dat, maak ik hem ook nog aan het huilen.
Hij zegt dat het vreselijk was geweest. Zijn schoonfamilie was niet onaardig geweest tegen hem en zijn ouders, maar hij was toch wel wat anders gewend van Turkse families. Zeker gezien het feit, wat hij voor hen deed, had hij toch een warmer welkom verwacht.
Maar hij legt ook uit, dat hij opgelucht is, dat ze er niet langer hoefden te blijven en dat hij nu weer thuis is. Hoe blij ik ook ben om hem weer te spreken, mijn ogen vallen bijna dicht en ik vind het niet echt prettig om met hem te praten over zijn bruiloft. Ik merk aan hem dat hij hetzelfde voelt. We wensen elkaar welterusten en als ik mijn tanden heb gepoetst, zie ik dat ik een sms van Ali heb ontvangen.

Hij schrijft: ‘melegim, jouw woorden steunen me echt enorm….weet dat we anders begonnen zijn….maar deze vriendschap doet me goed…zal t nodig hebben…slaap lekker en spreek je vast snel weer…kus’
Ik ben een beetje gepikeerd dat hij het woord vriendschap zo uitdrukkelijk gebruikt, maar als ik er iets langer over nadenk, begrijp ik wel wat hij ermee bedoelt. We praten inderdaad vriendschappelijk op MSN en inderdaad, er is toch geen toekomst voor ons als ‘lovers.’ Dus als vriendschap het beste is wat ik van deze fantastische man kan krijgen, dan neem ik daar graag genoegen mee.
Ik stuur hem nog een sms terug: ‘dank je, doet me goed te horen…ik ben hier als je me nodig hebt arkadas :wink: slaap zacht.’
Met mijn telefoon in mijn hand val ik in slaap.

De volgende dag word ik pas tegen de middag wakker, en het voelt alsof ik honderd jaar heb geslapen. Snel kleed ik me aan en doe de dagelijkse boodschappen en ruim snel een beetje op. Ik ben blij dat ik nu weekend heb en niet hoef te werken. Ik heb gelukkig ook geen verdere afspraken in mijn agenda staan en als ik de nodige karweitjes heb gedaan, ben ik echt vrij.
Dat gehele weekend zit ik met Ali op MSN te praten. We weten allebei dat het waarschijnlijk de laatste keer is voor een heel lange tijd, dat we elkaar op deze manier kunnen spreken. We typen als razende en bespreken de ene situatie na de andere.
We praten uiteraard ook over de bruiloft en hij vertelt me alles. Hij vertelt me wat hij weet over de komende tijd in het leger. We praten over vroeger, en hoe het voor hem was om in Nederland te wonen en daarna weer naar Turkije te verhuizen.

Ik kan me met moeite los rukken van het scherm en ben bijna opgelucht als hij eventjes weg moet. Nu kan ik rustig eventjes eten koken en eten en nog wat andere dingen doen. Maar al snel is hij terug en we mailen elkaar foto’s. Van vroeger, van vakantie, alles wat ik maar aan digitale foto’s op mijn pc heb staan, gaan richting hem.
Ver na middernacht besluiten we af te sluiten en we gaan slapen. Ik krijg een lieve sms, waarin hij zegt dat het zo leuk is om met me te praten en dat het allemaal zo natuurlijk gaat.
Hij heeft gelijk. Er is zoveel te bespreken en te bepraten, dat we tijd te kort komen en we lachen wat af, achter de pc.

De volgende dag word ik wakker van een sms. Het is Ali, die vraagt of ik online kan komen, want hij heeft een verrassing voor mij. Ik kijk op de wekker. 10 uur, tja, wel een mooie tijd om op te staan, in pyjama zit ik achter mijn computer en ik brand van nieuwsgierigheid wat de verrassing zal zijn. Ik hoef niet lang te wachten want trots vertelt Ali me, dat hij vroeg is opgestaan om een webcam te kopen. Ik kijk naar het beeldscherm en zie een donker vertrek met een gele gloed. Dan zie ik ineens een warrig hoofd, met donkere haren en kijk ik in een stel donkere ogen. Het is Ali. Ik zucht en weet eventjes niet wat ik moet zeggen.
Ik heb inmiddels een paar foto’s van hem, maar het is toch al wel een paar weken geleden dat ik hem in het echt heb gezien. Ik schrik van mijn eigen gevoelens. Mijn hart klopt in mijn keel en mijn vingers trillen. Mijn buik trekt zich samen tot een knoop.
Het is zo oneerlijk! Deze mooie, prachtige man, met wie ik het zo goed kan vinden, die is niet van mij en zal het ook nooit worden! Ondanks alles.
Hij vraagt of ik hem goed kan zien, en ik ben zo druk met antwoord geven op zijn onophoudelijke vloedgolf met vragen, dat ik eventjes vergeet hoe ik me voel.

Tegen de avond heb ik helemaal vierkante ogen van die twee dagen op MSN met Ali en we nemen uitvoerig afscheid. Wat is dit moeilijk! Ik wil nog wel uren met hem doorpraten, maar we moeten allebei de volgende dag weer vroeg opstaan. We nemen wel een uur lang afscheid van elkaar, want telkens bedenkt een van ons beiden nog iets dat gezegd moet worden, of gevraagd moet worden.
We weten allebei dat dit de laatste keer is, en willen geen van beiden als eerste afsluiten.
Ik vind dit verschrikkelijk moeilijk, maar houd me groot en wens hem het allerbeste. Hij belooft me contact met mij te zullen opnemen, zodra het kan.

Dan is hij ineens offline. Huh? Hoe kan dit nou? Dat is wel erg dramatisch en rigoureus! Ik wacht een tijdje, want het gebeurd wel vaker, dat je ineens van MSN afgegooid wordt, maar hij komt niet meer terug. Teleurgesteld sluit ik de computer af en wil gaan slapen. Ik ben zo moe. Ik pak net mijn telefoon om een sms te sturen, als ik er al eentje van hem krijg. ‘sorry…ineens offline…problemen met MSN…krijg t nie meer goed…slaap lekker en spreek je hopelijk snel…ik denk aan je…kus’
Tja, dat dacht ik al. Ik ga in bed liggen en sms hem terug dat het ok is en dat we toch een keertje moesten afsluiten. Ik wens hem een goede nacht en het allerbeste de komende tijd in het leger.
Die nacht slaap ik onrustig en droom rare dingen over Ali die met een wapen in de woestijn loopt. Ik kan er geen touw aan vastknopen en word onrustig wakker. Ik kan niet meer in slaap komen en ben blij als ik mag gaan werken.

tja…heb nu eenmaal een rijke fantasie :unibrow:
maar weet ook hoe het verder moet gaan, dus have nog fear…:wub: …

wordt vervolgd…

@Bloem
Je hebt goed je best gedaan meis!!! Je verwent ons!! Ben nieuwsgierig naar het vervolg en vraag me af wat waar gebeurd is en wat fictie. Want tja…we blijven nieuwsgierig hier. Maar dat houd je maar mooi voor jezelf :wink:

geweldig,…! maakt me dagje ziek thuis toch nog goed! :dope:

Smullen!!! :thumbsup: :thumbsup: :thumbsup: :thumbsup: :thumbsup:

@Bloemmie, vanmorgen tijd gevonden…doe hier iets mee, dit is een gave, zeker als ik eraan denk dat het laatste deel dus fictie is!!! KANJER!!!

the story continues…

De volgende dagen zijn slopend. Ik weet dat Ali geen contact op kan nemen, maar tegen beter weten in, hoop ik toch dat hij het wel zal doen. Ik ga naar mijn werk en probeer ook echt iets te doen op mijn werk en langzaamaan kom ik weer een beetje in mijn normale ritme.
Er komt weer eens wat uit mijn handen op mijn werk en ook thuis verloopt alles veel beter. De computer staat nu vaker uit dan aan en dat is weleens andersom geweest. Ik mis het wel. Ik mis het om elke avond voor het slapen gaan hem een sms te sturen en ik mis het vreselijk om niks meer van hem te horen. We hadden dit van te voren besproken, dat hij een lange tijd geen contact zou kunnen opnemen, omdat hij zijn mobiel niet mag meenemen en niet op internet kan komen. Ik weet dit allemaal, maar het doet wel zeer en ik mis hem vreselijk.

Het is nu echt herfst en de winter staat al bijna voor de deur. Als ik de stad in ga, vechten Sinterklaas en de Kerstman om de meeste ruimte in de etalages. De dagen gaan voorbij en ik probeer zoveel mogelijk leuke dingen te doen met vrienden en vriendinnen. Door het gure weer en de korte dagen lijkt het een eeuwigheid geleden dat ik op blote voeten en in een kort rokje langs de zee in Turkije liep. Efese en Ali lijken een vage herinnering. Ik kijk elke dag een paar keer naar de mooiste foto’s die op mijn computer staan. Ik ben blij met de foto’s die Ali mij van zichzelf gegeven heeft, maar het voelt toch raar, want ze zijn genomen voordat ik hem kende en ze zijn niet echt van mij.

Samen met enkele vrienden organiseer ik een Sinterklaasavond en ik heb de grootste lol met de voorbereidingen. Uiteraard komt het organisatiecomité een paar keer samen om de bewuste avond voor te bereiden en te plannen. Onder het genot van warme chocolademelk en pepernoten maken we plannen. Als de chocolademelk op is, gaat de ene fles rosé na de andere open. Ik heb het druk de dagen voor Sinterklaas. Uiteraard met de verdere organisatie van de avond, maar ook met het kopen van een cadeau en een bijpassende surprise te maken. Ik houd eigenlijk helemaal niet van Sinterklaas, maar ja, het is wel erg gezellig zo met z’n allen en met een knorrig gezicht zit ik op een zondagmiddag te knippen en te plakken. Ik ben trots op mezelf dat ik een mooie stoomboot van Sinterklaas gemaakt heb. Ok, niet bijster origineel, maar vindt het al behoorlijk knap van mezelf. Het gedicht kost me aanzienlijk minder moeite. Ik rijm en dicht er lustig op los, print alles netjes uit, en verstop het in het ruim van de boot. Ik ben er helemaal klaar voor!

Die avond hebben we de grootste lol. Met het organisatiecomité drinken we rustig in en als de anderen komen is het een gelach en geschreeuw van jewelste. De flesjes bier en de rosé gaan hard. Iemand heeft een roze pluche dobbelsteen meegenomen en we verzinnen een heel spel, zodat iedereen één voor één een opdracht moet uitvoeren en daarna zijn surprise mag uitpakken en het cadeautje mag open maken. Ik begin een beetje te gloeien van de wijn en de warmte, maar ik heb het prima naar mijn zin. De hele avond heb ik nog niet aan Ali gedacht, als het tijd is voor mij om mijn surprise te pakken. Het is een grote reischeque, ter waarde van twee weken vakantie in Turkije. Mijn vrienden hebben natuurlijk ook wel gemerkt dat ik de afgelopen weken en maanden met maar één ding bezig ben geweest en ze hebben er een flinke grap van gemaakt. Het gedicht ontroert me. Ik kijk de kring rond en ik weet precies van wie het afkomstig is. Mijn vriendinnetje Manon van het werk, die bijna als enige weet wat er echt allemaal precies gebeurd is en die alles intens meegeleefd heeft. Het gedicht gaat over al mijn vakanties in Turkije en de teleurstellingen die daarmee gepaard gingen.
Ik weet niet of het de wijn is of iets anders, maar ik word een beetje emotioneel en kan met moeite mijn tranen bedwingen, als ik het cadeautje openmaak. Het is een scrapboekje met allemaal leuke memorabilia van Turkije en mijn vakantie. Ik ben verbaasd. Het boekje is echt heel erg mooi, maar er zitten allemaal foto’s in die van mij zijn. Zou ze die uit mijn computer gejat hebben? Ik kom het nooit te weten, want ze wil het me niet vertellen.

Gelukkig is er gauw iemand anders aan de buurt om zijn surprise te pakken, en ik ben blij met de afleiding. Eventjes zijn de ogen niet meer op mij gericht en ik bladder door het boekje. Het is echt prachtig. Als ik opkijk, kijkt Manon me aan en geeft me een dikke knipoog. Ik lach naar haar en leg dan het boekje weg en concentreer me wat er in de rest van de groep gebeurd.
Als het hele Sinterklaasgebeuren achter de rug is, ruimen we snel op en gaan we met z’n allen naar de kroeg. Die ochtend kom ik pas thuis, als het al licht is. Wat heb ik toch een stel geweldige vrienden! Manon had me wel vertelt dat ze dat idee voor het scrapboekje voor mij al lange tijd had, maar toen ze het lootje met mijn naam erop had gekregen voor deze Sinterklaasavond, wist ze dat ze het me als cadeau mooi kon geven. Ik ben erg blij dat ze dat gedaan heeft en bedank haar uitvoerig.
Gelukkig is mijn stoomboot ook redelijk in de smaak gevallen, dus dit was op alle fronten een geslaagde avond.

Ik moet nog dagen bijkomen van de Sinterklaasavond en ben blij als ik weer een beetje bijgeslapen ben. Ik blader bijna elke dag door het mooie scrapboekje, maar het doet niet meer zo’n pijn als eerst. Zo gauw als Sinterklaas weg is, plan ik een middagje vrij, en haal de kerstspullen te voorschijn. Ik zet mijn boom op, worstel een flinke tijd met de vervelende kerstverlichting en vervloek het feit, dat ik geen kunstboom heb gekocht, waar al lichtjes in zitten. Als je ooit een man nodig zou hebben, dan is het wel tijdens het optuigen van de kerstboom met lampjes.
Uiteindelijk ben ik enigszins tevreden en kan ik de kerstballen en kerststerren te voorschijn halen. Ik ga eventjes rustig in mijn stoel zitten en sta telkens op om nog eventjes een rode kerstbal te verwisselen voor een zilveren. Uiteindelijk ben ik tevreden en hangt alles op de plek waar ik het hebben wil.
Ik steek gezellig wat kaarsjes aan en druk nog een keer op ‘play’ zodat de CD met de 50 beste kerstliedjes nog een keer opnieuw begint.
Tevreden zit ik te genieten van mijn gepimpte huiskamertje en ben helemaal gelukkig.

Ik ben de enige in mijn straat die het huis al in kerststemming heeft gebracht, maar het kan me niets schelen. De week erna staat de overbuurvrouw de ramen te lappen en brengt rode ruiten aan op het raam, brengt er spuitsneeuw op aan en versiert ook de rest van haar huis. Na het weekend is er bijna geen huis meer in de straat dat niet versierd is. Ik maak het zo gezellig mogelijk en geniet echt een beetje van deze tijd van het jaar. Ik kan op mijn werk overwerken en ik grijp die kans aan. Ik maak dagen van 14 uur, de ene dienst op de ene afdeling, een andere dienst bij een andere afdeling. Het is zwaar en ik kom alleen nog maar thuis aan slapen toe, maar ik bedenk me, hoeveel geld en vrije tijd ik hiervoor terugkrijg en begin aan een nieuwe stapel papieren.

Iedereen maakt plannen voor de kerstdagen en ik ook. Ik ga lekker helemaal niets doen. Ik ga eten bij mijn ouders en verder helemaal niets. Oud en Nieuw zal al druk genoeg worden, want Manon en haar vriend geven een groots feest, en ik ga haar helpen met de voorbereidingen. Ze verwacht een man of 70, bij haar thuis. Dat zal een leuk feestje worden.
Ik heb er zin in.

Tijdens de kerst hoor ik niets van Ali en ik vind het wel best. Elke keer als ik aan hem denk, racen mijn gevoelens voor hem door mijn lichaam. Van mijn buik, door mijn hoofd richting mijn hart. Vaak botsen ze op elkaar, en ben ik dagenlang niet te genieten. Dus ik probeer zo min mogelijk aan hem te denken en dat gaat redelijk goed.
De kerstdagen zijn heerlijk en ik slaap behoorlijk bij. Het is gezellig bij mijn ouders, maar ik ben blij als ik weer kan gaan werken. Die dagen waarin je gedwongen niets doet, die maken je toch maar lui.
Op mijn afdeling is het een drukte van jewelste en erg gezellig. Elke pauze spreek ik met Manon af, en we maken lijstjes. Wat er nog gedaan moet worden, welke boodschappen we wanneer gaan halen en wat er al gedaan is, en wat we vergeten zijn. Ik vind het leuk om haar te helpen, al is ze wel een beetje gestrest. Het lijkt net alsof het mijn feestje is, maar ik hoef tenminste niet te betalen. De vriend van Manon, Thomas, heeft bijna 40 mensen uitgenodigd, maar helpt niet echt mee. Voor zijn werk is hij veel op pad, maar hij heeft beloofd op oudejaarsdag te helpen met het huis in orde te maken. Ik hoop het maar, anders hebben we een groot probleem.

Op 31 december sta ik al om 9.00 bij Manon op de stoep. We gaan samen naar de supermarkt om de laatste verse dingen te halen en we staan de hele verdere dag in de keuken om lekkere dingen te maken. Het gaat niet echt snel, want we giebelen en kwebbelen veels te veel. Ook moeten we alle instructies bijna spellen voor Thomas, en ik ben blij als hij een vriend belt, om hem te helpen.

Ik sta in de keuken en ben van top tot teen besmeurd met oliebollen beslag als de deurbel gaat. Oh, help. Manon en Thomas staan in de woonkamer te kibbelen over welke tafel waar moet komen te staan, en ik loop naar de voordeur. Dit moet de vriend van Thomas wel zijn. Ik doe de deur open en sleur hem bijna naar binnen. Hij zegt: ‘Hoi! Ik ben Corné,’ en hij steekt zijn hand naar me uit. Mijn handen zitten onder het beslag en ik kijk hem hulpeloos aan. Hij lacht en zegt: ‘Jut en Juul hebben jou zo te zien ook al voor hun karretje gespannen?’ Ik lach alleen maar, maar zeg niets, en knik richting de woonkamer. Maar goed dat hij niet doorheeft dat ik net een roomsoes in mijn mond had gestopt en daarom geen antwoord kan geven.

Manon komt mij weer helpen in de keuken en zegt: ‘Zo, dus je hebt Corné al ontmoet? Goede vriend van Thomas, maar volgens mij weet Thomas niet dat Corné homo is.’ Ik reageer verbaasd en kijk om het hoekje van de keuken, de woonkamer in. Hij lijkt me niet echt homo, maar als Manon het zegt dan zal het wel waar zijn. Haar broer is ook homo, dus zij heeft daar wel een beetje een oog voor.
Ik ben al helemaal gesloopt en het is nog niet eens 6 uur! Ik maak de laatste dingetjes af en zeg dan tegen Manon dat ik naar huis ga om eventjes wat te slapen en te douchen en dat ik op tijd terug ben voor het feestje van vanavond.

Die avond is een heerlijke oudejaarsavond. Ik voel me toppie en iedereen maakt complimenten over het eten en de hapjes en de versiering, dus ik ben helemaal blij. Met een glas wijn, loop ik langs de mensen en maak een praatje met enkele collega’s en ga lekker staan ouwehoeren bij een stel vrienden van mij. Dan komt ineens Thomas op me af gelopen met aan zijn zijde een man. Hij heeft een vaal grijs jasje aan en begint al een beetje kaal te worden, terwijl hij toch niet veel ouder kan zijn als 32 ofzo. Ik krijg een vaag vermoeden wat hij komt doen. Thomas stelt de man aan me voor en laat hem vervolgens bij mij achter. Ik kijk zoekend om me heen. Help, wat moet ik met deze vent…Ik weet niet wat Thomas hem over mij vertelt heeft, maar hij denkt vast dat ik een radeloze, smachtende vrijgezel ben, want hij maakt allerlei toespelingen, dat we maar een ‘gezellig iets leuks moeten gaan doen.’ Nou, dacht het niet vriend. Ik krijg de rillingen van deze engerd en zoek met mijn ogen naar steun. Waarom staat er nou niemand om me heen, die ik goed ken, waarmee ik echt eventjes moet bijpraten??

Ik word gered door Corné. Hij komt op me aflopen, slaat een arm om mijn schouder er roept net iets te hard: ‘Ah, daar ben je, Manon heeft je dringend nodig in de keuken.’ En hij voert me mee, richting keuken. Oh, dank je wel, dank je wel. Ik ben zo opgelucht, dat Corné hard begint te lachen als we in de keuken zijn. Hij ziet het aan mijn gezicht en begint te schaterlachen. Zijn lach werkt zo aanstekelijk, dat het niet lang duurt of we hangen gierend van het lachen tegen elkaar aan. Ik weet niet of ik lach om de situatie, of omdat Corné zo aanstekelijk lacht, maar ik kom niet meer bij.

Als ik terug kom van een hoognodig bezoekje aan de toilet, staat Corné me al op te wachten in de gang, duwt me een glas rosé in mijn handen en voert me terug naar het feest. Samen lopen we richting een hoekje en staan we te kijken naar de mensen. Ik heb me inmiddels netjes aan hem voorgesteld en we roddelen een beetje over de organisatietalenten van Jut en Juul. Het dynamische duo Manon en Thomas. Dan wijst hij me een collegaatje van mij aan. Ik mag haar niet, en Corné blijkbaar ook niet, want hij maakt de ene hatelijke opmerking na de andere over haar. Als ik vraag of hij haar kent, zegt hij heel droog: ‘Nee, gelukkig niet.’ We moeten ons lachen een beetje inhouden, dus we richten ons op een man die we allebei niet kennen. We bekritiseren en becommantariseren hem zonder problemen en gaan op zoek naar een volgend slachtoffer. Dit is leuk!

Ik breng bijna de hele avond door aan de zijde van Corne en heb de grootste lol met hem. Ik denk nu inderdaad ook dat hij homo is, en ik waardeer zijn gevoel voor humor. Hij is droog en kritisch, maar kan feilloos allerlei typetjes nadoen en stemmen imiteren. We blijken dezelfde voorliefde te hebben voor foute tv-series en ik ben verbaasd als het al bijna 12 uur is. Iedereen begint af te tellen en ik krijg een glas champagne in mijn handen gedrukt. De tijd is vanavond snel gegaan en ik heb me echt vermaakt, dankzij Corné.

3…2….1………Gelukkig Nieuwjaar!
Ik toost met Corné en zoek naar Manon, maar ondertussen word ik beladen met zoenen en nieuwjaarswensen door collega’s en vrienden. Ook de vrienden en collega’s van Thomas grijpen kun kans, en ik baan me een weg langs iedereen. Buiten barst het vuurwerk los, en de ene fles champagne na de andere wordt ontkurkt. Het is gezellig en iedereen lijkt het naar hun zin te hebben. Ik vind Manon en we knuffelen elkaar lang en hard. Ze is al behoorlijk dronken, maar des al niet te min, is ze helemaal gelukkig. Ze laat me haar hand zien, waaraan een mooie ring prijkt. Die heeft Thomas haar om middernacht gegeven. Het duurt eventjes voordat de betekenis hiervan tot me doordringt, maar dan valt het kwartje….Ze gaan trouwen! Ik gil het bijna uit, want dit wilde Manon al heel erg lang en gil hard: GE-FE-LI-CI-TEERD!!

Deze avond kan echt niet meer stuk. We toosten op het nieuwe jaar en we toosten op de verloving. Ik ben zo blij voor haar. Het lijkt alsof ik zweef, dus hoe zal het voor Manon wel niet aanvoelen? Het ene glas champagne na het andere wordt achterovergeslagen en als Thomas aankondigt, dat hij de laatste fles open maakt, gaan de eerste mensen naar huis. Nou ja, naar huis, ze gaan in ieder geval weg. Als de laatste mensen naar buiten vertrekken, en ik Manon en Thomas help met opruimen, is alleen Corné nog maar overgebleven. We ruimen de lege flessen op en rapen het afval bij elkaar. Manon en Thomas kunnen niet van elkaar afblijven, dus Corné en ik besluiten ze maar alleen te laten en we vertrekken richting de stad. Onderweg horen we nog een enkele strijker afgaan, maar verder is het stil. Maar hoe dichter we bij de stad komen, hoe lawaaieriger het wordt. Het is er gezellig.

We dansen en we lachen en we drinken. Ik ben inmiddels al mijlenver verwijderd van het punt van aangeschoten zijn, en begin alles waziger en waziger te zien. Ach, het is oud en nieuw, het mag wel weer voor een keertje. De rest van de nacht gaat als een roes aan me voorbij en als ik voor de zoveelste keer op het toilet zit en bijna in slaap val, besluit ik dat het mooi is geweest en dat ik naar huis ga.

Ik hoor een vervelend geluid. Oh, wat is dat irritant, laat het ophouden, laat het ophouden! Ik voel mijn lichaam langzaam terugkeren naar de bewoonde wereld en het lijkt alsof ik achteruit omhoog val. Mijn hoofd vecht tegen het spinrag en langzaam trekt de mist weg. Ik open mijn ogen. Ik sluit ze. Dat geluid, stop, alsjeblieft.
Dan gaat alles heel snel, ik keer terug in de wereld van licht en geluid en laat het donker en de stomme film die zich in mijn hoofd afspeelde achter me. Telefoon. Mijn hand tast het nachtkastje af en ik hoor allerlei andere dingen omvallen. Eindelijk, hebbes! Ik graai naar het ding, maar door mijn wilde actie, valt mijn telefoon op de grond. Half in en half uit bed krabbel ik over de vloer. De telefoon is onder mijn bed geschoven en ik hang over de rand van mijn bed, met mijn hoofd eronder. Oh, help, dit voelt niet goed. In een ultieme krachtsinspanning, grijp ik naar het ding. Ja, het geluid stopt. Ik kom weer overeind en voel het bloed weer terug zakken. Ik houd mijn telefoon bij mijn oor, maar ik hoor niets. Ik zeg mijn naam, maar hoor niets.

‘Hallo?’ Nu hoor ik wat, ik schraap mijn keel en zeg nogmaals mijn naam. Mijn moeder. Oh, shit, ik kijk op de wekker en zie dat het al 17.00 uur is. Oh shit, oh shit, OH SHIT! Ik had al een uur geleden bij ze moeten zijn voor een Nieuwjaarsborrel.
Gelukkig is ze niet kwaad en zegt dat ik wel later kan komen. Ja, geweldig. Ik voel me alsof er een trein over me heen heeft gereden en nu moet ik me ook nog haasten om nog enigszins op tijd bij mijn ouders te zijn.
Ik hang op en met een zucht laat ik me weer achterover op bed vallen.

Oh, wat een ellende. Ik probeer de stappen van gisteren terug te volgen, maar ik kom niet veel verder dan dat ik op de wc zat. Ik kijk nog een keer op mijn telefoon. Hé…? Een sms. Ik open hem. Het is een Turks nummer. Het is een TURKS nummer! Mijn hart klopt in mijn keel en ik open het bericht. Ik ken het nummer niet, maar de sms luid: ‘Hi melegim….Gelukkig Nieuwjaar….het allerbeste voor dit nieuwe jaar voor jou….en voor mij :wink: dit is het nummer van een vriend…niet antwoorden dus….heb over 6 weken mijn eigen telefoon weer….spreek je dan…kus van Ali.’

Een sms van Ali. Ik begrijp helemaal niets van wat er staat, want de lettertjes dansen op het schermpje van mijn telefoon. Het enige dat ik weet is dat de sms van Ali is. Met een ruk sla ik mijn dekbed terug en wil uit bed springen, als ik heel hard ‘AUW!’ hoor. Wat de….?
Ik kijk om, en zie een bobbel naast me liggen. Er ligt iemand in mijn bed. Ik zie nu ook een hoofd, dat met een chagrijnig gezicht me aankijkt. ‘Je sloeg me!’ hoor ik de bobbel in mijn bed zeggen. De bobbel is Corné.
Snel kijk ik naar mezelf. Mijn broek ligt op de grond, maar voor de rest draag ik nog de kleren van gisteren.

Nu wordt het pas echt licht en het geluid dringt nu wat beter tot me door. Ook begin ik weer een beetje te herinneren wat er verder nog gebeurd is. Er staat me vaag iets bij, dat Corné me heeft thuisgebracht en dat we zwalkend en lallend over straat naar mijn huis zijn gekropen.
Ik weet nog dat ik mijn schoenen in de gang heb uitgeschopt en toen ik in mijn kamer was aangekomen, Corné al languit en KO. op mijn bed zag liggen. De enige conclusie die ik kan trekken, is dat ik er toen bij gekropen ben en in een diepe coma gevallen ben.
Ok, duidelijk.

Ik open de deur van mijn kamer en kan me in de gang nog maar net overeind houden…de schoenen. Erg handig. Ik breek bijna mijn nek en loop mopperend naar de badkamer. Ik heb dorst. Hoofdpijn. Keelpijn. En ik ben moe. Getverdemme, en ik moet ook nog eens naar mijn ouders. Joepie wat een feest!
Maar de warme stralen van de douche, doen hun werking goed, en ik voel me al een stuk beter, als ik me in een spijkerbroek hijs en een dikke trui over mijn hoofd trek.
Zo, het moet maar. Uit zelfbescherming kijk ik maar niet in de spiegel, want ik vrees, dat het zo erg is, dat er toch niets aan te doen is.

Als ik weer terugkom beneden heeft Corné koffie gezet en zwijgend zitten we aan de keukentafel. Ik kijk hem aan, zijn haar zit warrig en hij ziet eruit, zoals ik me voel. Ik moet het toch weten…aarzelend vraag ik hem: ‘Zeg, uhmmmm…Corné? Gisteravond hè? Of eigenlijk vanochtend…? Wat uhm….? Hebben wij gedaan?’
Hij kijkt me eventjes niets begrijpend aan, en dan klaart zijn gezicht op. Hij begrijpt wat ik bedoel. Hij schudt zijn hoofd. ‘ Niks, dat zou ik nooit doen.’
Ik knik, en dat is het. We hebben het er niet meer over. Corné gaat zich ook eventjes opfrissen en ik zet hem bij hem thuis af en rij richting mijn ouders.

Als ik later die avond terug thuis ben, ben ik blij dat ik deze dag overleefd heb. Hoe kort hij ook was. Morgen moet ik alweer werken en ik vervloek het feit, dat ik dat zelf had aangegeven. Ik kruip in mijn bedje en denk dan pas weer aan de sms. Ik pak mijn telefoon er weer bij, en lees het berichtje nog een keer.
‘Hi melegim….Gelukkig Nieuwjaar….het allerbeste voor dit nieuwe jaar voor jou….en voor mij :wink: dit is het nummer van een vriend…nie antwoorden dus…….’
Voordat ik de helft gelezen heb, val ik al in slaap.

De volgende dag is een marteling. Ik voel me nog steeds niet topfit en heb te weinig geslapen naar mijn mening. Verder moet alles en iedereen gezoend worden en ik houd niet van dat vervelende, niets betekende gesmak in de leegte en al die vieze mannetjes, die bij de derde zoen, net een beetje jouw wang missen. Natuurlijk wordt er flink geroddeld over wie met wie naar huis is gegaan en ook ik ontspring de dans niet. In het laatste café, waren veel collega’s van mij aanwezig en die hebben mij zien vertrekken met Corné. Nou ja, laat ze maar denken. Ik ben blij, dat Manon een beetje als bliksemafleider fungeert, met haar romantische verhaal van ‘het aanzoek’ tijdens de jaarwisseling. Ze straalt helemaal en ik ben echt blij voor haar.
Ik ben erg blij als ik naar huis mag.

De dagen daarna staan allemaal in het teken van herstellen. Ik voel me nog steeds belabberd en het feit dat ik nog meer nieuwjaarsfeestjes afmoet, helpt daar niet aan mee. Gelukkig wil Corné me vaak vergezellen op die verschillende avondjes, en samen hebben we het weer erg gezellig.
Ook komt hij een keer in de week bij mij tv kijken. Met een grote schaal chips en twee flessen rosé tussen ons in, kijken we dan de ene flut-serie na de andere. Af en toe springt hij op om iemand van tv na te doen, en dan gier ik het uit van het lachen.
Het voelt goed tussen Corné en mij, en ik voel me op mijn gemak bij hem. Ademloos luister ik naar zijn verhalen en anekdotes, want hij heeft heel wat te vertellen. Hij heeft een camper en daarmee is hij al heel Europa doorgeweest. Ik denk dat ik me deels zo op mijn gemak voel bij hem, omdat ik weet dat hij niets van me wil, en me toch een knuffel geeft en een arm om mijn schouders. Dat is net waar ik op dit moment behoefte aan heb.

Als we op een middag eind januari bij hem thuis zijn en net het laatste seizoen van de serie ‘Friends’ in een marathonzitting hebben gekeken, valt mijn oog op zijn boekenkast. Die staat helemaal vol met dikke fotoalbums. Ik vraag hem, of ik ze mag inkijken. De rest van de middag zit ik aan de keukentafel, met Corné over me heen gebogen. Ik bladder door de albums en bij elke foto kan hij vertellen wanneer die genomen was en waar en wat er allemaal gebeurd was en meer van dat soort dingen. Ik ben onder de indruk.
Als ik zuchtend opmerk, dat het me heerlijk lijkt om een keer met een camper door Griekenland te trekken, zegt Corné: ‘Doen we dat toch gewoon…!’

En met dat kleine zinnetje is het beslist en besloten. Eind mei gaan wij met z’n tweeën drie en een halve week met de camper naar Griekenland! We maken er verder geen woorden aan vuil of we dat wel zouden doen met ons tweeën en we gaan gewoon. Hij zegt dat hij voor de camper zorgt en ik alleen maar hoef te genieten.
Het is heerlijk om weer iets te hebben om naartoe te leven, ook al is het nog vier maanden weg.

De tijd kruipt voorbij en als ik halverwege februari een sms krijg van Ali, dat hij zijn telefoon weer terug heeft, racen mijn gevoelens niet meer zo kriskras door elkaar heen. Ik zeg niet dat al mijn gevoelens voor Ali weg zijn, maar ik heb besloten, dat ik de situatie maar moet accepteren zoals hij is. Ali is getrouwd en zit in het leger. Bovendien ben ik 3200 km van hem verwijderd en moet ik zelf mijn eigen leven een beetje op orde maken.
Ik kan nu veel makkelijker op Ali’s sms-en reageren en hoef niet meer 20 keer na te denken of ik iets wel of niet kan schrijven.
Wanneer het kan, zit ik met Ali op MSN en ik probeer hem zo goed en zo kwaad als het gaat te steunen. Hij heeft het zwaar in het leger. Hij zit ergens in het oosten van het land en de kans is groot dat hij echt zal moeten vechten met Koerdische rebellen. Ik ben wel een beetje bang namens hem, maar hij probeert zich groot te houden. Ik luister naar hem als hij vertelt en stuur hem bemoedigende berichten. Ik merk dat hij mijn spontaniteit waardeert en het contact wordt steeds makkelijker voor mij.