:d
:biggrin:
Belangrijk: dit is een fictief verhaal. Deels dan. De scene’s zijn fictief en nooit echt gebeurd en simpel bedoelt als achtergrond. de dialogen zijn echter woord voor woord overgenomen uit het echte leven.
Personage’s en namen in het verhaal zijn verzonnen, maar wel op echte personen gebaseerd, mocht je dus iemand denken te herkennen, houdt er dan rekening mee, dat ze alleen in mijn verhaal een rol spelen en dat dit niets zegt over de persoon zelf. :finger:
Nou ja, veel lees plezier, ik zit ff vast, dus vertel maar hoe het af zou moeten lopen volgens jullie…
Ik zucht een keer diep en draai dan mijn handtas over mijn buik, ik hijs de strandtas op mijn schouder er ik rol mijn koffer voor me uit. Oh, ja, dit is het nadeel van alleen reizen, je moet zelf al je bagage in de gaten houden en nog veel vervelender, zelf versjouwen.
Ik kan natuurlijk een karretje pakken, maar het gedoe en gezoek naar een euro of een lira, is me te veel moeite, dus ik negeer de mannetjes die de karretjes aanbieden. Ik negeer ook de mannetjes die geld willen wisselen voor die karretjes en loop richting de uitgang. Ik stop even, zucht nogmaals diep en loop door de deuren. Ik knipper tegen het felle licht. Oei! Waar is mijn zonnebril?
Zucht, onderop de strandtas die helemaal volgestouwd zit met mijn toilettas, een jas, een sjaal, 3 boeken, een doos Cd’s, een diskman, een geplette krentenbol en….Hebbes!
Ik hijs alles weer goed en kijk om me heen. Ik ben als eerste buiten en ik zie niemand die me enigszins bekend voor komt. Ik voel me alleen. Waarom moest Eefje nou zo nodig afzeggen? We hadden deze trip al in het voorjaar bedacht en ik had keurig netjes de weken vrij gepland in mijn agenda. Op mijn werk keken ze wel een beetje moeilijk, toen ik alweer een verlofaanvraag indiende, maar goed, het mocht allemaal. En nu had ze een week van te voren afgezegd!
Ongelooflijk. Een of andere vriendin van de nicht van een goede klant van haar ging trouwen en alle dames die op die bruiloft zouden komen, zouden een vrijgezellenweekend houden, waarbij een uitgebreide manicure en pedicure was opgenomen in het programma. Het ging om 150 dames. Leuk vrijgezellenfeestje, dacht ik toen ik het hoorde, maar ze kon dus al deze 150 dames behandelen en waarschijnlijk 60% als vaste klant in haar bestand voegen. Als zelfstandige ondernemer met een nagelstudio had ze het niet makkelijk gehad, de zaken gingen goed, en daarom had ze de zaak uitgebreid. Ze was doodop van de verbouwingen en alle problemen eromheen, en wilde dolgraag op vakantie. Helaas bleef de verwachtte klantengroei uit, dus ze had wel tijd om de zaak te sluiten en samen met mij naar Turkije te gaan. Maar ja, zo’n aanbod kon ze toch niet laten lopen? Nee, natuurlijk niet. Ze kon in een klap haar vaste klantenbestand verdubbelen.
Ik voelde me behoorlijk verraden, want wat moest ik nou doen? Niet gaan en drie weken thuis zitten? Wel gaan, maar alleen? Iemand anders zoeken? Maar ja, niemand uit mij kennissenkring, met wie ik 2 weken op vakantie zou willen, kon op zo’n korte termijn vrij krijgen. Ik besloot dan maar alleen te gaan. Maar op het moment dat ik door de deuren van de arrivals liep, voelde ik me echt alleen en dood en dood ongelukkig. We hadden altijd zo’n lol samen en nu moest ik alles alleen gaan doen. Ik had wel een beetje medelijden met haar, want ik hoopte toch wel te gaan genieten van mijn vakantie en ik had inmiddels genoeg vrienden in Turkije en ik hoopte ook nieuwe vrienden te maken, waarmee ik leuke dingen zou gaan doen. En dan zat zij, in het koude, regenachtige Nederland, een beetje van 150 dames de nagels te doen. 150 dames. Dat zijn erg veel nagels. 3000! Op dat moment besluit ik niet langer meer medelijden met mezelf te hebben en er gewoon van te gaan genieten, want er is altijd iemand die er erger aan toe is dan ik.
Inmiddels zijn er meer vakantiegangers naar buiten gekomen, en ook zij, staan vragend om zich heen te kijken. Meestal staan er toch wel mensen van de reisorganisators de mensen op te wachten, maar er staat niemand. Alleen een taxi chauffeur komt in beweging, omdat hij denkt dat wij hem nodig hebben. Ik kan hem met moeite afwimpelen. Buiten is het nu een chaos van jewelste geworden, en iedereen praat door elkaar heen. De koffers staan her en der op de stoep en sommige mensen staan in een rij te wachten voor een leeg loket van een touroperator. Ik snap er niks van….zijn we soms zoveel uur te vroeg ofzo?
Ik heb dit nog nooit meegemaakt en ik voel de slappe lach al in me omhoog kriebelen. Ik kan het niet onderdrukken en begin als een dolle te lachen en gierend buig ik me over mijn koffer.
De groep jongens naast me zien er ook wel de lol van in, en ze gooien hun tassen naast me neer. Ze halen een flink aantal blikjes bier tevoorschijn en toosten op ‘Turkije.’ Ze zijn hier nog nooit geweest, en zijn al een beetje sceptisch over het land en haar inwoners, en dit oponthoud versterkt dat gevoel behoorlijk. Maar ze klagen niet. Ik had ze ookal in het vliegtuig gezien, waar ze met een groep van 4 jongens een paar rijen voor mij zaten. Ik ben verbaasd dat ze nog bier overhebben, want volgens mij hadden ze al behoorlijk gedronken.
Andere toeristen beginnen te mopperen en ik hoor klachten als ‘ typisch Turkije’ en ‘ ik had nog zo tegen Wim gezegd dat we met de kinderen toch niet naar Turkije konden gaan, maar ja, het was zo goedkoop, en nu hebben we dit weer.’
Ik erger me nu al en besluit me er niet mee te gaan bemoeien. Een van de jongens hoort de vrouw ook klagen en kijkt mij aan, en samen schieten we in de lach. Hij stelt zichzelf en zijn maten voor en ze bieden me ook een blikje bier aan, dat ik beleeft afsla. Het is 11.00 uur ’s ochtend. Het blijkt dat de jongens dus nog nooit in Turkije zijn geweest en met dezelfde organisatie zijn als ik en ook nog eens naar hetzelfde hotel toegaan. Ik ben er al vaker geweest en kan ze het een en ander vertellen over het hotel en de omgeving. Ze vragen honderd uit over leuke eetgelegenheden, waar ze goedkoop kunnen zuipen en waar de lekkerste wijven gaan dansen….uhm? Lieve vriend, het is eind september. Zoveel lekkere vrijgezelle ‘wijven’ zul je nu niet aantreffen, maar ik laat ze maar in de waan dat ze een heerlijke vakantie zullen beleven met een hoog ‘Salou-gehalte.’
Dan ineens komt er een dame op hoge hakken aantippelen en zij neemt een groot deel van de groep wachtende toeristen voor haar rekening. Ik zou niet graag in haar schoenen willen staan, maar ik vang iets op van een politiecontrole, waardoor ze zo laat is. Nou ja, allemaal mooi en wel, maar zij is van een andere reisorganisatie, dus daar heb ik niets aan. Maar het is een geruststellende gedachte, dat het vast allemaal goed komt, ze zijn alleen een beetje laat. Als de hostess haar gasten in de juiste bus heeft gezet, komt ze naar ons toe en zegt dat onze host er snel aan zal komen. Snel….uhm……ok!
Uit vervelling pak ik mijn mobiele telefoon en lees nog eens een keer de sms-jes die ik vandaag heb ontvangen. Eentje is van Eefje, ze wenst me heel erg veel plezier en ik moet haar precies op de hoogte houden van de vakantie, en vooral genieten en nogmaals sorry, en ze wou dat ze bij me was. Ik lach toch een beetje, arme meid. Eentje van mijn vader, goede reis en tot over 2 weken. Zucht. Leuk en lief. Ik blader door de inbox en kom weer een berichtje tegen van Ali. Zucht……Ali. ‘Dat kun je alleen maar meemaken……kus’ Ik druk het gauw weg, voordat ik sentimenteel ga worden. Maar het is al te laat. Ik ga op mijn koffer zitten en denk terug aan die ene middag, waarop ik zijn sms ontving.
Ik kende Ali nog van mijn vorige vakantie en was samen met hem en een vriend en een grote groep Nederlanders op excursie geweest naar Efese in mei. Ali had nog niet zijn officiële ‘gidsstatus’ dus hij ging mee met zijn vriend Hakan en samen konden ze zo dus alles vertellen over Efese.
Ik was met een andere vriendin, Linda, op vakantie in Gümbet en het was bijna het einde van onze vakantie en we wilden toch graag nog iets cultureel verantwoords gaan doen en hadden besloten naar Efese te gaan. Linda was nog nooit naar Efese geweest. Ik inmiddels al 3 keer en we hadden Efese uitvoerig behandeld tijdens een heel semester op de universiteit tijdens mijn studie van de Griekse en Latijnse Taal en Cultuur. Tot in den treuren had ik alle jaartallen en gebouwen moeten leren en voor dat tentamen had ik een geweldige 8,5 gehaald. Ik vond het daarom absoluut niet erg om voor de 4e keer naar Efese toe te gaan, maar ik was liever met een huurauto gegaan dan met zo’n suffe excursie. Nu moesten we belachelijk vroeg opstaan en vast en zeker heel de dag naar zo’n suffe, stoffige gids luisteren en meer van dat soort onzin.
Maar zo gauw ik onze gids Ali die ochtend zag, vond ik dat helemaal niet meer erg. Hij is lang, knap en heeft een twinkeling in zijn ogen, die elke keer dat hij me aankijkt, de grond onder mijn voeten laat verdwijnen.
En hij laat er geen gras over groeien. Een echte Turk zou ik haast zeggen, maar dat is iets te generaliserend. Tijdens het ontbijt met uitzicht op het prachtige Bafa meer, zorgt hij ervoor dat wij tweeën bij hem en Hakan aan de tafel zitten en gooit hij meteen al zijn charme in de strijd. Hij vraagt ons, wat een stel lieftallige dames als wij doen op zo’n suffige, stoffige excursie met allemaal mensen die de pensioengerechtigde leeftijd al lang gepasseerd zijn.
Het werkt, Linda en ik moeten lachen.
De rest van de dag was heerlijk. Linda heeft al erg snel de interesse van Hakan gewekt en Ali en ik zijn constant aan het kibbelen over jaartallen en bouwperiodes. Zo gauw een van de twee gidsen is uitverteld en eventjes 5 minuten inlast om de bejaarden alles zelf te laten bekijken, krijgen wij twee de volledige aandacht van hun.
Ali is geboren in Nederland en wonder boven wonder niet ver van mijn geboorteplaats. Hij heeft er de eerste 12 jaar gewoond en daarom spreekt hij nog zo goed Nederlands. Daarna zijn zijn ouders weer terug verhuisd naar Turkije en nu werkt hij dus als gids in Bodrum.
De dag gaat vliegensvlug voorbij en ik vind het erg jammer dat de leuke dag alweer ten einde liep. Wanneer Hakan en Ali ons aan het einde van dag weer afzetten bij ons hotel, vragen ze of wij zin hebben om vanavond iets met ze te gaan drinken. Ikzelf zie het niet zo zitten, aangezien ik het net heb uitgemaakt met mijn vriendje en juist eventjes niets met een man te maken wil hebben. En daarbij begin ik alweer verdacht rare gevoelens te krijgen, voor deze mooie Turkse man, maar dat durf ik niet hardop uit te spreken. Maar Linda is stapelverliefd op Hakan en zij wil dan ook erg graag iets afspreken, dus we stemmen toe. We zullen ze vanavond treffen bij een leuk barretje en dan gaan we wat drinken.
Tijdens het diner die avond, blijft Linda maar doorratelen, over hoe leuk Hakan wel niet is en wat hij allemaal gezegd heeft, en wat zij toen had geantwoord en hoe ze toen samen hadden moeten lachen en…. Ik probeer te luisteren, maar mijn gedachten zweven langzaam weg. Zucht. Ik heb een heerlijke dag gehad, met een onwaarschijnlijke aardige Turkse jongen. Hij is iets ouder dan ik, en heeft de charme van een Turk, maar niet de hinderlijke taalbarrière omdat hij vloeiend Nederlands spreekt. Mr. Perfect. Maar toch, ik wil niet te snel toehappen, want ik heb het dus net uit gemaakt met mijn vriend, en heb op dit moment eventjes mijn buik helemaal vol van leugenachtige, vreemdgaande mannen.
Die avond treffen we Hakan en Ali in de bar en met zijn vieren gaan we wat drinken. Linda zit naast Hakan en ze zitten de hele tijd aan elkaar te plukken. Ik denk zelfs eventjes dat hij aan haar oor zit te sabbelen, waar wij bij zitten. Ze lacht opzichtig om elk grapje dat hij maakt en ik erger me dood aan haar. Als ze gebeld wordt en wegloopt om te gaan telefoneren, zit ik alleen met Hakan omdat Ali net nieuwe drankjes bij de bar is gaan halen. Ik kan mijn oren niet geloven, als Hakan aan mij vraagt of ik met hem mee ga naar het strand. Als ik hem ongelovig vraag: ‘en Linda dan’ haalt hij onverschillig zijn schouders op. ‘Die heb ik al gehad.’ Ik kan mijn oren niet geloven. Blijkbaar waren ze tijdens de lunch samen naar de wc geglipt en ik had niets gemerkt. Maar dat is nog niet eens het ergste. Het feit dat hij haar als een gebruiksvoorwerp beschouwt, maar goed voor een keer, vind ik ronduit walgelijk. Ik walg van deze jongen. Ik zeg nog tegen hem dat ze hem echt heel erg leuk vind, maar hij antwoord; ‘ ik heb al genoeg vriendinnetjes, ik hoef er niet nog zo’n domme koe bij, die denkt dat ik met haar ga trouwen.’
Ik ben met stomheid geslagen. Linda komt terug en ik wil eigenlijk meteen weggaan, maar ze wil niet mee. Ik stel voor om samen naar het toilet te gaan, zodat ik haar kan vertellen wat Hakan net over haar gezegd heeft. Maar op dat moment, fluistert hij haar aan de andere kant iets in haar oor en daarna staan ze samen op. Ik kijk haar boos aan. Op mijn vraag waar ze naartoe gaat, giechelt ze in mijn oor: ‘we gaan naar het strand, wacht vannacht maar niet op mij.’
Ali ziet wat er allemaal gebeurt en als Linda met Hakan uit het zicht is verdwenen, vraagt hij of ik ook weg wil. Ik kijk hem ontzet aan. Begint hij nu ookal?? Hij ziet aan mijn gezicht wat ik denk en probeert snel het misverstand recht te zetten. Zijn uitleg klinkt logisch, aangezien ik in eerste instantie liever niet met hun mee was gegaan vanavond en het alleen voor Linda heb gedaan. Hij denkt, nu Linda eenmaal weg is, dat ik niet langer met hem wil blijven zitten. Maar ik kan het erg goed met hem vinden en zeg dat ik graag nog eventjes met hem wil blijven praten. Hij zucht en zegt; ‘gelukkig, ik vind het namelijk erg gezellig en ik hoop dat jij dat ook vindt.’ Het is erg verwarrend, dus ik probeer hem eventjes uit. Nonchalant merk ik op: ‘dus je stelde niet voor om hier weg te gaan, zodat we ergens anders alleen kunnen zijn, net als Hakan?’
Hij lacht en denkt eventjes na. ‘Nee, daarom stelde ik het niet voor, maar ik zou het niet erg vinden.’ Ik zit eventjes met mijn oren te klapperen. Stelt hij nu toch voor om….Ik begrijp er niets van, maar dan stelt Ali de ene vraag na de andere en ik geef braaf antwoord op zijn vragen.
Het is erg gezellig en ik drink niet alleen mijn ene drankje op, maar ook het volgende en ook het drankje daarna.
Hij vraagt of hij mijn telefoonnummer mag hebben. Ik twijfel. Ik vind hem echt heel erg leuk, maar wil niet te gretig lijken en tja, wat moet ik met hem? Ok, ik vind hem leuk en hij vind mij blijkbaar ook leuk, en dan? Dat heeft toch geen enkele zin. Hij legt zijn telefoon op tafel en ik mag er mee doen wat ik wil. Ik doe niks. Ik durf niet. Ik wil niet toegeven aan mezelf dat ik hem leuk vind. Ik grabbel wat in mijn tas en voel mijn fototoestel. Zou hij het heel stom vinden als ik vraag of ik van hem een foto mag maken? Linda zou vandaag haar fototoestel meenemen naar Efese, maar ze had geen rolletje erin gedaan, dus ik heb nog geen enkele foto van onze mooie gids. Ik durf het niet te vragen. Shit, shit, shit, wat ben ik toch voor een schijtluis.
Ik kan alleen maar naar hem kijken. Ik kijk naar zijn ogen, naar zijn kaaklijn, naar zijn neus en weer naar zijn ogen. Als hij vraagt: ‘wat??’ merk ik pas dat ik van oor tot oor zit te grijnzen.
Dit gaat niet goed, ik heb kriebels in mijn buik.
Tijd om te gaan!
Maar ondanks dat ik eigenlijk liever niet naar het hotel terugkeer, voel ik dat ik erg moe ben. Het was vanochtend dan ook belachelijk vroeg. En datzelfde geldt voor hem.
Als we opstaan en dicht naast elkaar staan, merk ik op hoe lang hij wel niet is, en dat voor een Turk. Ik kan mijn verwondering niet voor me houden en flap het er zo uit. Hij grijnst en buigt zich naar mij toe. ‘Is dat een probleem dan?’ Ik weet absoluut niet wat ik met deze opmerking aan moet en vraag: ‘Ligt eraan wat jij van plan bent?’
Dit is echt te gek voor woorden. Zijn glimlach beneemt me de adem en ik voel de grond langzaam onder mijn voeten verdwijnen. Ze raken nu alleen nog maar vederlichte wolken aan. Samen lopen we naar mijn hotel, maar hij loopt niet naast me, maar ongeveer 1,5 meter bij me vandaan.
Hij zegt dat hij geen verkeerde indruk wil wekken of mij een slechte naam wil geven en ik begrijp er helemaal niets van. Verkeerde indruk voor wie? Ik ben een toerist, ik heb bij voorbaat al een slechte naam….
Bij het hotel staan we nog eventjes te praten. Hij zegt dat hij me leuk vindt. Ik zucht. Ik vraag hem wat hij van me wil. Ik vind dit maar verwarrend hoor. Meent hij het of niet? Ik wou dat mannen gewoon zouden zeggen waar het op staat. Dat ze gewoon zouden zeggen: ‘met jou zou ik wel sex kunnen hebben,’ zodat je tenminste weet waar je aan toe bent. Als een man dan zegt: ‘ik vind je leuk,’ dat je hem dan ook kunt vertrouwen en je de gevoelens ook echt kunt toelaten. Maar ja, dat kan ik hem natuurlijk niet zeggen.
Maar ja, wat zou ik doen als hij dat eerste zou zeggen? En nog veel erger, wat zou ik doen als hij het echt meent?
Ik ben in de war en probeer hem uit te leggen dat ik er net achter ben gekomen dat mijn vriend al jaren vreemdging en nu dus absoluut geen behoefte heb aan een nieuwe relatie.
Zijn houding verhard. Hij slaat zijn armen over elkaar voor zijn borst en vraagt of ik nog van mijn ex houd. Zonder aarzelen kan ik hem antwoord geven. ‘Nee, absoluut niet.’ Het is dat hij zijn armen gekruist heeft, anders zou ik nu naar hem toe willen lopen om hem te zoenen…
Op dat moment gaat mijn telefoon. Shit! Wie…oh nee, Linda! Ze hangt huilend aan de telefoon en ik kan er geen touw aan vastknopen. Wat ik wel begrijp is dat ze op het strand is en dat Hakan er vandoor is met een ander meisje. De schoft. Bellend met Linda loop ik terug, richting het strand. Ali loopt met me mee, maar omdat ik Linda over de telefoon probeer te kalmeren, praten we niet verder. Als we haar eindelijk hebben gevonden, is ze bijna hysterisch. Ze heeft het koud en is helemaal doorweekt. Ze heeft alleen haar BH en haar rok aan. Haar tas is weg, ze heeft alleen haar mobieltje nog bij zich. Als zij me ziet, klampt ze zich aan mij vast en begint hartverscheurend te huilen. Het enige wat ik versta is een ‘ Hhhaa-ha-k-annn-hhh!!’
Maar als ze Ali ziet, stopt ze direct met huilen. Ze haalt fel naar hem uit en scheldt hem de huid vol. Ik snap er helemaal niets van, maar ze denkt natuurlijk dat die twee dikke boezemvrienden zijn. Terwijl Ali me juist had uitgelegd dat de enige manier om te mogen gidsen zonder vergunning is, als je met een andere gids mee gaat. Aangezien Hakan de enige Nederlandstalige gids is voor Gümbet, moet bij wel met hem mee. Zo goed zijn ze dus helemaal niet bevriend.
Maar ik kan maar net voorkomen dat Linda Ali aanvalt en hem de ogen uitkrab en dwing haar met mij mee te lopen. Ik laat Ali achter op het strand. Linda begint te rennen en ik ren met haar mee. Ik snap wel dat ze zo snel mogelijk weg wil van dit strand, maar ik zou graag eventjes afscheid willen nemen van Ali. Ik hoor mijn naam, maar krijg geen kans om om te kijken en samen rennen we naar het hotel.
Als Linda wat gekalmeerd is, vertelt ze me, dat zij en Hakan naar het strand zijn geweest en dat alles prachtig en fantastisch was. Ik zie een twinkeling in haar ogen en zie haar eventjes weg zwijmelen bij het idee van het begin van haar ‘avontuurtje.’ Maar als zij zich vervolgens weer wil aankleden en gezellig en romantisch wil genieten van de zee en haar nieuwe lover, krijgen ze ruzie. Hakan wil nog een keer sex en snauwt haar toe, dat hoeren altijd precies moeten doen wat de man wil. Linda begint weer te snikken en ik denk dat het eerder is door de vernederende woorden van Hakan, dan door het feit dat hij iets wil wat zij niet wil. Maar dan vertelt ze dat Hakan op dat moment gewoon met een ander meisje ging bellen en vroeg naar het strand te komen. Daarna was Hakan weer erg lief tegen haar en hebben ze nog eventjes zitten zoenen. Ik voel al wel aan dat Hakan haar gewoon gebruikt, maar ik zeg niets. Linda gaat verder dat er op dat moment een meisje aan kwam lopen en dat Hakan haar voorstelde als ‘zijn Duitse vriendin’ en daarna wilde hij met dat meisje weggaan. Maar Linda is toen zo kwaad geworden dat ze met het Duitse meisje heeft gevochten. Later moet ik hier heel hard om lachen, maar op het moment dat ze dit vertelt is het helemaal niet grappig. De meiden hadden dus met elkaar gevochten. Om Hakan! Blijkbaar heeft Linda haar tegen de grond gewerkt en zijn er heel wat klappen gevallen en kleren gescheurd. Ze hebben dus op het strand, in de branding gevochten. Linda heeft een paar aardige krassen op haar arm, maar is tevreden, want zij heeft het Duitse meisje ook flink toegetakeld. Ik zeg maar niks. Uiteindelijk zijn Hakan en het Duitse meisje ervandoor gegaan en hebben Linda gewoon achtergelaten.
Ik vind het allemaal wel een beetje erg dramatisch, maar Linda wil het er verder niet meer over hebben. Ik ben wel blij dat Linda uiteindelijk mij gebeld heeft. Wie weet wat er had kunnen gebeuren, als iemand anders haar op het strand had aangetroffen.
Uiteindelijk valt Linda in slaap en ik hoop dat ze deze nare ervaring snel kan vergeten. Zelf doe ik die nacht geen oog dicht. Als een film speelt de hele avond weer aan me voorbij. Ik zie Ali en mezelf zitten op het terrasje. We praten over onszelf en we maken grapjes. Ik speel de scènes een voor een terug in mijn hoofd en pijnig mijn hersenen over alles wat hij die avond heeft gezegd. Het lijkt wel of elke zin een diepere betekenis had.
Bijvoorbeeld toen ik voorstelde om naar het hotel te gaan, omdat ik moe was, zei hij dat het voor hem niets uit zou maken, omdat hij toch vannacht niet zou kunnen slapen. Op mijn aandringen wilde hij dat wel uitleggen. Hij vertelde dat hij deze avond telkens als een film zou afspelen en nog vele malen ons gesprek zou herhalen. Ik glimlach. Net als ik nu doe. Doen mannen dat?? Is dat niet typisch iets voor vrouwen.
Ik pijnig mijn hersenen ook over zijn voorstel om mij een privé rondleiding te geven in Pamukkale. Daar ben ik namelijk nog nooit geweest en toen ik zei, dat ik daar graag naartoe wilde, als ik in september weer zou komen, bood hij dit aan.
Zou hij het menen?
Maar ergens tegen de ochtend, besluit ik dat het toch niets uit maakt. Ik heb zijn telefoonnummer niet, en hij die van mij ook niet. Geen e-mailadres, niets. Zelfs niet eens een foto, zodat ik hem nog een keer kan herinneren.
Er lijkt niets anders op te zitten, dan te wachten tot september en dan maar hopen dat hij dan weer mijn gids zou zijn. Maar ja, dat zou nog moeilijk gaan worden, want hij zou binnen enkele dagen een test moeten maken en als hij daarvoor zou slagen (natuurlijk!) zou hij daarna als zelfstandige gids kunnen werken. Maar hij wist nog niet voor welk bedrijf, dus ja, dan moet het geluk wel een beetje meewerken.
Of misschien….misschien komt hij morgen wel langs het hotel. Hij weet in welk hotel we logeren en de naam van Linda, die we gebruikt hebben voor de boeking. Stond daarop ook ons kamernummer vermeld?? Met deze vragen in mijn hoofd val ik in slaap als het al licht is.
Ook Linda is uitgeput en we slapen het grootste deel van de dag. Daarna gaan we nog eventjes bij het zwembad liggen en ik denk de hele dag aan Ali. Hij is nu op excursie naar Dalyan. Volgens mij niet met Hakan, maar met een Engelse gids, maar ik durf het Linda niet te vragen. Hoe laat zou hij daarvan terug zijn? Ik vervloek mezelf voor het feit dat ik zijn telefoonnummer niet heb of hij die van mij. Waarom, waarom ben ik toch zo’n uilskuiken? Dit is gewoon de perfecte man en je laat hem zo lopen, omdat je bang bent voor je eigen gevoelens. En nu buitelen die gevoelens als een doldwaze door mijn hoofd en mijn buik. En mijn hart. Het doet zeer. Ik kan wel janken, maar dat doet Linda al voor twee, dus ik houd me groot.
Als we tegen de avond langs de receptie lopen, op weg naar de bar, wenkt de receptionist mij. Ulas is een aardige jongen, die ons ontzettend goed geholpen heeft hier in het hotel en die ik eerder al had gevraagd, me te waarschuwen als Ali langs zou komen. Het zou zomaar kunnen dat hij gasten moet afzetten in ons hotel. Ulas kent Ali wel van gezicht en zegt mij dat Ali inderdaad langs is geweest om gasten af te zetten. Ik kijk hem vol verwondering aan. ‘En?’ vraag ik hoopvol, ‘heeft hij iets gezegd?’ Maar Ulas zuigt de lucht tussen zijn tanden weg, en ik weet dat dit geluid ‘nee’ betekent. Vol ongeloof kijk ik hem aan. Ik klamp me vast aan de receptie. Hij is dus langs geweest in ons hotel, maar heeft niet naar mij gevraagd of een briefje achtergelaten, terwijl hij weet dat we morgenochtend vroeg weer naar huis gaan. Dit was zijn kans om alsnog iets te doen om contact te blijven houden en die heeft hij niet genomen.
Ulas ziet dat mijn ogen zich met tranen vullen en merkt op dat Ali zich misschien niet wilde laten kennen ten opzichte van hem en daarom niet naar mij gevraagd heeft. Ik knik bedeest en loop met Linda richting de bar. Heel de avond zitten we aan de bar, want Linda durft het hotel niet meer te verlaten, omdat ze bang is om Hakan tegen te komen. Ik zou juist dolgraag het hotel verlaten, in de hoop om Ali tegen te komen. Ik ga zo aan de bar zitten, dat ik de receptie kan zien, maar Ali komt uiteraard niet nog een keer langs.
Die nacht worden we om 05.00 uur ’s ochtends opgehaald en diezelfde middag zit ik alweer met mijn ouders bij te kletsen in Nederland. Ik ben moe en helemaal uitgeput, door alle emoties van de afgelopen 48 uur en ik wil eigenlijk niets liever dan meteen weer terug, in de hoop Ali weer te zien. Dan wel zonder Linda uiteraard. Maar dat kan natuurlijk helemaal niet, dat weet ik ook wel. Ik heb nog wel een week vakantie en zoek stiekem op internet naar een goedkope aanbieding. En tot overmaat van ramp zijn die er ook nog. Maar ik ga niet.
De tijd gaat voorbij en nachtenlang lig ik te woelen en te draaien in mijn bed. Telkens speel ik de film van de dag in Efese en die avond in mijn hoofd. Ik spoel telkens terug bij dezelfde stukjes en geniet van de hoofdrolspeler Ali en zijn zinnetjes in de film. In mijn hoofd gil ik vaak zijn naam. Ik struin heel het internet af en Google me helemaal suf, maar ik kan niets over hem vinden.
De dagen dat hij in Ankara zit voor zijn examen, duim ik heel de dag non stop en zend hem in gedachten mijn gelukwensen.
Uiteindelijk vind ik iemand op het internet die snel naar Gümbet op vakantie gaat en die kent iemand die met Ali bevriend is en die wil wel voor mij op zoek. Oh, ik ben zo blij en tel nog harder de dagen af, totdat ze op vakantie gaat, dan zijzelf waarschijnlijk. Gespannen wacht ik af. Ze is nu in het hotel, ik kan nu elk moment bericht krijgen. Ze heeft mijn telefoonnummer en emailadres en zal dit aan hem geven als ze de kans heeft. Ik moet natuurlijk ook gewoon werken, maar ik ben nog nooit zo non-productief geweest en kijk wel honderd keer per dag op mijn mobiele telefoon. Nee, niets, geen bericht.
Net op het punt als ik bijna wanhopig word, krijg ik op zondagavond een sms. Ik zit met vrienden wat te drinken in een café en ik krijg een geweldige sms. Hij is blij dat ik contact op neem en wil maar al te graag zijn emailadres geven. Tenminste, dat is ongeveer de boodschap van mijn digitale vriendin. Ik weet het niet helemaal, want het enige dat ik zie staan is zijn e-mailadres. Natuurlijk! Nu weet ik het weer. Ik kon maar niet meer op zijn achternaam komen, terwijl ik die wel gezien had op zijn identiteitsbewijs. Shit, ik wil naar huis. Als ik uitleg aan mijn vrienden, waarom, komt de bardame met een laptop aanlopen. ‘Hier, die mag je wel gebruiken.’ Dolgelukkig open ik mijn eigen email en begin een nieuw bericht op te stellen.
Jeetje, wat moet ik nou toch schrijven? Een half uur later heb ik een kort en bondig, luchtig email-tje opgesteld en het al 4x opnieuw gelezen, als ik besluit het gewoon te versturen.
There goes nothing.
Natuurlijk voeg ik het adres meteen toe aan mijn contactpersonen en mijn msn-lijst. Tot mijn verbazing krijg ik meteen bericht dat hij online is. Nu krijg ik het toch wel heel erg warm. Oh, jeetje, oh jeetje.
Maar ik krijg het nog warmer als de Ali die daar op MSN staat, in het Engels aan mij vraagt wie ik ben. Huh? Het is nog maar 5 of 6 weken geleden, zo snel kan hij me toch niet vergeten. Ik stel wat vragen over en weer en het blijkt dat dit niet de juiste Ali is. Deze Ali heeft precies dezelfde naam als ‘mijn’ Alie en is ook Turk, maar absoluut geen gids en zelfs nog nooit in Bodrum geweest. Hij woont in Duitsland en is daar geboren en getogen. Oh.
Ik ben helemaal verbijsterd over het toeval en helemaal teleurgesteld. Met tranen in mijn ogen stuur ik een sms naar mijn digitale vriendin die nu in Turkije is, en die mij dit email adres net gesms-t heeft. Ik probeer het kort en bondig uit te leggen. Ze zal nog eens informeren.
’s Nachts lig ik in bed en neem de sms-jes nog een keer door. Zou ze het verkeerd begrepen hebben? Ik stuur nogmaals een uitvoerige sms met alle details en wat er fout gaat. Het is al laat in Turkije maar ze sms-t gelukkig toch terug. Morgen probeert ze het nog eens.
De volgende dag krijg ik inderdaad een sms van haar. Uit haar uitleg begrijp ik dat ze heel veel moeite heeft moeten doen en veel mensen heeft moeten lastigvallen, maar er was een streepje weggevallen op de fax en nu stuurt ze nogmaals Ali’s email adres door. Ik maak nogmaals een mail en stuur hem weg.
Uiteraard bedank ik haar uitvoerig, maar ik heb geen idee of het nu wel klopt. Ik krijg de mail in ieder geval niet terug, maar ik krijg ook geen antwoord.
Wanneer ik maar kan, controleer ik mijn email, maar telkens geen email van Ali. Hevig gefrustreerd lees ik keer op keer de sms. Tja, daar staat het toch echt. Hij was blij dat ik zijn email adres wilde en wilde maar wat graag met mij in contact komen.
Nou doe dat dan ook!!
Eindelijk, na een slopende week wachten, krijg ik een email-tje terug. Ik weet niet of ik meer opgelucht ben, dat het emailadres nu wel klopt en mijn vriendin dus niet voor niets al die moeite heeft gedaan, of dat ik opgelucht ben dat hij eindelijk terug mailt. Ik ben inmiddels al behoorlijk pissig op hem, dat hij me zo lang heeft laten wachten, dat ik bijna ontplof als ik die paar regeltjes lees, die hij me als antwoord terug heeft gestuurd.
hoi…
fijn nog wat van je te hooren…geen vragen over die avond want dat is afgelopen en er is helemaal niks gebeurd…maak je niet druk…
ben naar ankara geweest en alles perfect afgelopen …ben nu een gids geworden…en heb je wel erg gemist…maar ja…
ben druk aan het werken…waar ben jij nu?
nu kan ik heel ff niet zo lang schrijven vanwege mn drukke werk maar een ding moet je niet vergeten,het was niet zomaar een avond voor mij…herinner aub dat ik een turk ben dus…
we houden contact lieverd we spreken elkaar snel… groetjes en een dikke kus van ali
En dat is het.
Ik lees het nog een keer.
‘Hoi…’ Wat? Is hij mijn naam eventjes vergeten ofzo?
‘Ik heb je wel erg gemist…’ nou das mooi, heb ik anders niets van gemerkt. Maar ja, hij heeft me wel ‘erg gemist…’ Niet zomaar gemist, nee: ‘erg gemist…’
‘Maar ja…’ Ja, wat nou maar ja! Nee, we konden er niets aan doen, maar dan nog.
‘Maar een ding moet je niet vergeten, het was niet zomaar een avond voor mij…’ Gelukkig. Dus toch. Yes, yes, yes!
Maar dan… ‘herinner aub dat ik een turk ben dus….’ Hij is een Turk. Ja, dat wist is al. Maar wat bedoelt hij ermee. Staan die bekend om hun geweldige eerlijkheid en geeft hij daarmee kracht aan het feit dat het niet zomaar een avond voor hem was. Of bedoelt hij ‘ik ben een turk, en ookal was de avond speciaal, je moet nu niet denken dat jij dat bent, want zo zijn wij turken nu eenmaal?’
En nog belangrijker, wat betekent in hemelsnaam dat dus. Puntje, puntje, puntje, puntje.
Dus….
‘We houden contact’ Ja, als het aan mij ligt wel, maar jij werkt niet echt mee.
‘Lieverd’ Uhm. Lieverd. Askim. Stopwoordje of meent hij het echt.
‘We spreken elkaar snel’ Oh?! Wanneer dan? Hoe dan? Wat is snel? Volgende week misschien weer een keertje?
‘Groetjes’ Aan wie? Aan Linda? Zal ze leuk vinden.
‘En een dikke kus van ali’ Ja, kom op dan, GEEF!
Ik lees het nog een keer. ‘Herinner aub dat ik een Turk ben dus…’
‘We houden contact lieverd, we spreken elkaar snel.’
Of staat er eigenlijk ‘we houden contact. Lieverd, we spreken elkaar snel…’
Nee, er staat: ‘We houden contact lieverd we spreken elkaar snel….’
Ik lees de mail nog een keer en nog een keer, ik houd mijn hoofd scheef, knijp mijn ogen samen en hoop dat als ik weer rechtop kom te zitten, dat het ineens duidelijk is. Maar dankzij de hoofdpijn kan ik nu helemaal niet meer helder nadenken en besluit de computer af te sluiten en er niet meer aan te denken. Ja, tuurlijk. De hele dag spookt het door mijn hoofd en ’s middags kan ik het niet laten en replay de mail. Ik weet allemaal niet meer wat ik schrijf, maar de tekst word langer en langer. Dan ineens hoor ik een pling. ‘Bodrum-guide heeft zich aangemeld op MSN.’ Bodrum-guide, wie is…? Het kwartje valt. Ik kijk naar het emailadres. Ja, het is hem. Oeps. Uhm….wat moet ik doen? Ik maak de zin af, waarmee ik bezig was, en typ dan dat ik nu zie dat hij zich aanmeldt op MSN en ik verstuur de mail meteen weg. Shit! Wat heb ik in hemelsnaam geschreven? Ik weet het nu al niet meer. Er gebeurt niets. Ongeduldig tuur ik naar mijn beeldscherm, maar ik krijg geen pop-up dat hij iets tegen me zegt.
Dan houd ik het niet langer uit, en neem het initiatief. We kletsen wat en ik vraag of hij mijn mail heeft ontvangen. Hij zegt dat hij hem net aan het lezen is, maar dat hij zo lang is. Ja, sorry.
We praten over die ene avond. Ik zeg hem dat ik hem echt heel erg leuk vond toen en nog steeds. Hij zegt dat hij elk woord meende, wat hij die avond gezegd heeft.
In de tussentijd gaat hij 2 keer offline en komt hij weer terug.
Ik maak een plagerige opmerking dat de verbinding zo goed is en hij zegt, dat het Turkije blijft. Ik merk op dat ik nooit problemen had bij een bepaald internetcafé.
Hij is helemaal verbaasd als ik hem beken dat ik hem eigenlijk net wilde gaan zoenen, toen Linda belde. Hij is helemaal verbaasd. Is hij verbaasd over het feit dat IK hem wilde zoenden, of is hij verbaasd dat ik het gewoon wilde, of is hij verbaasd dat ik het niet gedaan heb?
Ik weet het niet en ik kan het ook niet vragen, want voordat ik het weet, vraagt hij om een minuutje en zegt niets meer. Hij reageert niet. Ik word ongeduldig. Ik ga eventjes een email-tje beantwoorden en ik klets met een kennis op internet. Er zijn inmiddels 20 minuten voorbij en heb ik niets van hem gehoord. Ik moet nu echt gaan werken, maar wil toch een soort van afscheid nemen.
Ik stuur hem de vraag of zijn minuutjes altijd zo lang duren, maar daarna is hij meteen offline. Wel alle….! Ik stuur hem een luchtige email, dat ik erg ongeduldig ben en hem nog wel een keertje spreek. Er zitten zelfs enkele niet sarcastische grapjes in.
Een hele tijd hoor ik niets van hem. Af en toe zie ik dat hij online komt, maar dan zegt hij niets tegen mij. Soms probeer ik iets te zeggen, maar dan krijg ik gewoon geen antwoord. Soms kletsen we een paar zinnetjes, maar dan is hij weer net zo snel offline zonder afscheid te nemen. Ik word er radeloos van, maar durf hem niet nog een keer een e-mail te sturen met verwijten en de vraag om opheldering.
Hij zal het wel druk hebben. Ook ik heb het druk. Met werk, met vrienden en meer van dat soort dingen. Linda heeft op een enkele email niets meer van zich laten horen en ze geeft mij de schuld van alles. Niet te geloven dat ze me zo laat stikken. Maar ik vind het allemaal allang best. Samen met Eefje maak ik concrete plannen om in september terug te gaan naar Turkije. Ze laat me beloven dat mocht ik Ali weer zien, en mocht het weer zo klikken tussen ons als de laatste keer, dat ik haar dan niet heel de vakantie in de steek laat. Het is een makkelijke belofte, want afgezien van wat loze zinnetjes op MSN spreek ik Ali amper. Echt tot een gesprek komt het nooit, en ik twijfel of er wel echt iets tussen ons was die ene avond. Ironisch genoeg laat zij mij dus in de steek, nota bene een week voordat we vertrekken!
Ergens halverwege augustus spreek ik Ali weer op MSN en vraag hem, of hij dat meende van die privé-rondleiding door Pamukkale. Hij vraagt zo enthousiast en verbaasd of ik dan al in Turkije ben, dat ik eventjes weer een sprankje hoop krijg. Helaas ben ik dus nog niet in Turkije, maar we wisselen wel telefoonnummers uit, zodat ik hem kan sms-en als ik wel in Turkije ben.
Ik sla het nummer meteen op. Elke dag moet ik mezelf bedwingen om niet zomaar ‘out of the blue’ naar hem te sms-en.
Als Eefje me een week voor de vakantie vertelt dat ze niet mee kan, lijkt de hele vakantie niet door te gaan. Maar ik besluit toch te gaan, dan maar alleen. Daarvoor mis ik Turkije te erg, om te moeten wachten tot volgend jaar. Toevallig spreek ik Ali diezelfde dag en in mijn achterhoofd het idee, dat ik best wel wat avonden alleen zal zijn, vraag ik hem, of hij het leuk vindt om dan een avondje iets met mij te gaan drinken. Zijn antwoord komt als een koude douche: ‘als er niets tussen komt.’ Ik ben nogal verbaasd en heb geen idee wat hij bedoelt, maar als hij het begint uit te leggen, begrijp ik dat hij ‘insallah’ bedoelt. Ja, dat snap ik wel, maar als je het zo zegt, dan klinkt het toch best wel dreigend.
Ook zegt hij dat hij het nog steeds heel erg druk heeft en het niet kan beloven. En dat hij nu eenmaal een Turkse jongen is, en dat die heel anders zijn dan Nederlandse. Ook dat klinkt weer erg dreigend en het komt op mij over alsof, hij het ene na het andere excuus verzint, om me maar niet rechtstreeks te hoeven zeggen, dat hij er geen zin in heeft. Ik leg hem dit voor, en hij begrijpt het gelukkig. Ik krijg eindelijk een beetje een vrolijke, enthousiaste reactie van hem.
Weer is hij zomaar offline, en ik besluit dat dit het moment is, om hem eindelijk een keer te sms-en. Want dan heeft hij ook meteen mijn nummer, altijd handig.
Ik stuur hem wederom een luchtig sms-je, dat ik verder moet en dat als ik in Gümbet ben, we wel wat afspreken en hij me alles mag uitleggen over het verschil tussen Turkse en Nederlandse jongens.
Ik moet grijnzen als ik hoor dat ik binnen een minuut een sms krijg. Joepie, het is ook nog van hem ook!
‘Dat kun je alleen maar meemaken…kus’
Dat kun je alleen maar meemaken….hoe dreigend klinkt dat. En hoe stout klinkt dat ook weer. Wat bedoelt hij daar nou weer mee!
En dan…kus. Geen ‘X’ of –xxx-, maar ‘kus.’
Deze man heeft echt het communicatieve vermogen van een goudvis.
Eerst dacht ik nog dat het misschien aan de geschreven taal zou liggen, of dat hij gewoon niet zo’n schrijver zou zijn, maar ik verbaas me telkens weer over zijn reacties, als ik al een reactie krijg.
En daar sta ik dan. Te wachten op een host op Bodrum Airport. De groep mensen die bij mij in het vliegtuig zaten, is behoorlijk uitgedund, en behalve ik en de groep jongens, zijn er enkel nog 2 oudere stelletjes over en twee vrouwen met een jongetje en een meisje. Blijkbaar allemaal van dezelfde reisorganisatie.
Ik besluit meteen een sms naar Ali te sturen. Dat had ik me thuis al voorgenomen. Ik zou hem een sms sturen, dat ik vanaf nu 2 weken in Gümbet zou zijn en als meneer een keertje tijd en zin zou hebben, hij maar iets moest laten weten, dan konden we afspreken. Ik toets vliegensvlug de tekst van de sms, lees hem nog een keer over, sla hem op en lees hem nog een keer en dan verstuur ik het bericht.
Ik krijg meteen een sms van Ali terug. ‘Hos Geldiniz. Welkom in Turkije. In welk hotel verblijf je?’
Blij, sms ik terug dat het fijn is om weer terug te zijn, en dat ik in hetzelfde hotel verblijf als de laatste keer, als ik er al ooit een keer ga komen, want ik sta nog steeds op het vliegveld. Ik leg uiteraard ook uit waarom.
Ik ben verbaasd als ik weer een berichtje terug ontvang, met de tekst ‘dan zie ik je straks wel….kus.’ Ik snap niets van dit laatste bericht en besluit niets meer terug te sturen. Zou hij me bij het hotel soms op staan te wachten? Nee, dat lijkt me sterk.
En zo staan we daar een tijdje te wachten. Ik maak ook kennis met de andere toeristen en het wordt al een beetje gezellig.2 van de jongens staan in ontbloot bovenlijf te voetballen. Waar halen ze die nou toch vandaan? Nemen ze die mee als handbagage ofzo? De jongens heten Pieter, Sander, Robert en….uhm….hoe heet die vierde jongen nou ook alweer? Hij had zich als eerste voorgesteld en ik ben glad zijn naam vergeten. Nou ja, ik noem hem wel gewoon Jeroen, dat is wel zo makkelijk.
Ik sta met Robert te praten en het is meteen al duidelijk dat het wel klikt tussen ons. Hij stelt zich voor als Joris, dolfijnenverzorger, en ik ben ineens Natasha, Russische spion. De rest van de vakantie noemen we elkaar zo en we hebben grote lol met ons tweeën.
Stuk voor stuk zien de jongens er niet verkeerd uit en ze staan zich verschrikkelijk uit te sloven met het voetbal. Maar als de bal mijn kant uitrolt, probeer ik hem terug te trappen. Het lukt ook nog aardig en ik ben blij dat ik me niet volkomen belachelijk maak. Maar ja, dat kan natuurlijk maar een keer goed gaan en als de bal weer onze kant opkomt, trap ik hem overmoedig weer weg. Nou ja, ik probeer het. Ik schop over de bal heen, tegen het scheenbeen van Robert aan. Geschrokken pak ik hem bij zijn schouders, en hij krimpt in een van de pijn. Maar de bal ligt nog achter mij, en als ik een stap naar achteren doe, om Robert de ruimte te geven, glijd ik uit over de bal, val, en trek Robert in mijn val mee naar beneden. Hij landt boven op mij en ik voel de schaamte over mij heen trekken. Als we met veel moeite weer overeind zijn gekrabbeld en allebei weer stevig op onze benen staan, kijk ik op.
Uiteraard staat iedereen naar ons te kijken. De drie vrienden van Robert, 5 taxichauffeurs, de stelletjes en de twee vrouwen met hun kinderen. En onze host. Tenminste ik denk dat het onze host is, want hij heeft een T-shirt aan met het logo van de reisorganisatie waar ik deze vakantie heb geboekt. Hij is er dus eindelijk, denk ik.
De host knijpt zijn ogen samen en kijkt boos in mijn richting.
Ik word rood. Ik geloof niet dat ik me ooit zo geschaamd heb. Het is Ali. ‘Dan zie ik je straks wel.’ Ali is onze host, hoe kan dat nou?
Maar ik krijg meteen antwoord op mijn vraag. Ali legt aan de groep toeristen uit, dat zijn collega is tegengehouden bij een politiecontrole en dat hij toen in alle haast als vervanging naar de luchthaven is gegaan.
Hij kijkt op zijn papiertje, 6 mensen voor hotel Blue Dreams, 2 voor Bodrum View en 5 mensen voor Gümbet Delight. Dat ben ik met de 4 jongens.
Ali kijkt me niet aan en zegt ook niets tegen me, als ik in het busje stap. Als hij de papieren voor de welkomstbijeenkomst uitdeelt, vraagt hij of de anderen het door willen geven, zodat hij niet door de bus hoeft te lopen. Het is stil in de bus en als de 4 jongens grappen beginnen te maken, sluit ik mijn ogen. Wat heeft hij allemaal gezien? Blijkbaar iets dat hem niet bevalt, dat hij nu zo koud doet. Of heeft hij helemaal niets gezien en handelt hij gewoon ‘professioneel’?
Ik open mijn ogen en probeer naar Ali te kijken. Ik kan hem zien in de zijspiegel van het busje, maar hij merkt niets. Hij heeft een stuurse blik op zijn gezicht en kijkt naar de weg. Ik pak mijn telefoon. Zal ik een sms sturen? ‘Waar blijft die kus nou?’ Zoiets? Ik durf het niet, ik pieker me suf, wat ik hem kan sturen, als Robert zich naar me omdraait en samen met Sander praten we de rest van de weg naar Gümbet.
Wij zijn de laatste die uitstappen en Ali loopt mee naar de receptie. Ulas staat niet achter de receptie, maar de receptioniste die er wel staat, die ken ik niet. Ik hoor Ali in het Turks zeggen dat we met 5 mensen zijn. De receptioniste zoekt in de computer, maar kan geen boeking van vijf personen vinden. Ali vraagt aan ons: ‘jullie zijn toch met 5?’ De jongens leggen uit op welke naam ze geboekt hebben en dat ze maar met 4 personen zijn.
Ali wendt zich eindelijk tot mij en ik kan hem uitleggen dat ik alleen op vakantie ben, en dat ik eerst met een vriendin zou komen, maar dat zij op het laatste moment af gezegd heeft. Hij pakt me bij mijn mouw en draait me weg van de receptie: ‘dus je bent niet met die gasten op vakantie?’
Ah! Dat is het natuurlijk! Hij dacht natuurlijk dat ik bij hen hoorde en misschien zelfs wel dat een van hen mijn vriendje was, aangezien ik daarmee op de grond lag. Ik lach naar hem. ‘Natuurlijk niet! Zou ik dan met jou sms-en?’ Maar dan komt Robert naar ons toe en zegt plagend: ‘Schat? Ben je klaar om onze bruidssuite in te wijden?’ Wat zegt hij nou? Oh, shit. Ali zegt dat wij hem niet meer nodig hebben, zegt gedag tegen de receptioniste en verlaat zonder nog iets te zeggen het hotel.
Nee, dit gaat helemaal fout. Ik kijk Robert woedend aan en probeer achter Ali aan naar buiten te lopen, maar hij is al weg.
Als ik eenmaal ben ingecheckt en alleen op mijn kamer zit, draai ik mijn telefoon rond in mijn hand. Wat…? Hoe…? Ik weet het niet meer. Ik schrik op als de telefoon van mijn kamer gaat. Wie…? Ik neem op en het is Pieter die vraagt of ik meega eten in het restaurant. Tja, ik heb best wel honger, dus ik trek gauw een rokje aan en loop naar beneden.
Het is super gezellig met de jongens en blijkbaar hebben ze zich voorgenomen om mij zo min mogelijk alleen te laten, want elke dag lunchen we samen, we liggen met z’n vijven heel de dag bij het zwembad en ’s avonds gaan we samen dineren in het hotel. De jongens gaan elke avond op stap en afhankelijk van mijn stemming ga ik mee. Ze drinken wel erg veel en de grappen en grollen vliegen me om de oren. Gelukkig houdt Robert zich een beetje gedeisd, na mijn boze blik bij de receptie, en is gewoon Robert. We kunnen het erg goed vinden en maar af en toe verandert hij in Joris, de dolfijnenverzorger. Dan flirt hij met me en spelen we samen een toneelstukje.
Ik hoor niets van Ali. De eerste dag niet, en ook de tweede dag niet. Wat moet ik doen? Ik heb niets verkeerds gedaan en wil hem graag zien. Tijdens de derde dag besluit ik hem die avond te sms-en. Als het kouder wordt en we van het zwembad naar de bar verhuizen, begin ik al nerveus te worden. Ik ben nog moe van de avond daarvoor en ik spreek met de jongens af, dat ze vanavond maar zonder mij moeten gaan eten, want ik wil wat slapen en vanavond misschien buiten het hotel eten.
Ik ga naar mijn kamer en denk na. Ik zucht. Wat is dit moeilijk. Als ik nu weer de eerste stap moet zetten en hij wijst me weer af, wat dan? Het is zeven uur en ik besluit gewoon de sms te versturen.
‘Hi Bodrum-guide.’ Hoest allemaal? Eten in het hotel is slecht, ga vanavond kebab eten, heb je zin om me gezelschap te houden? Als je tijd hebt. Ik hoor het wel. X.’
Ik zet de tv aan en zap wat tussen de kanalen. Ik kijk naar een videoclip van Tarkan. Wereldberoemd in eigen land. Ik drentel heen en weer. Ik kijk op mijn telefoon. Hé? Ik heb een bericht ontvangen, wanneer is die nou binnengekomen dan? Ik lees: ‘Sorry, heb al gegeten en ben nu bij een vriend, dus…’
Ja, wat dus? Nu al gegeten? Ik dacht dat ze in zuidelijke landen altijd zo laat aten? Oh, jee, wat heb ik nu weer voorgesteld? Zou hij aan de Ramadan doen? Ik besluit me dan maar te gaan douchen en alsnog met de jongens te gaan eten.
Als ik klaar ben met douchen, heb ik weer een bericht ontvangen. ‘Misschien dat we elkaar vanavond ergens kunnen treffen…’
Goh, echt spraakzaam is hij niet.
Ik sms terug: ‘Misschien dat we elkaar vanavond ergens kunnen treffen…? Ja, als we misschien wat afspreken, wil dat misschien wel lukken. Wat dacht je van bar Cheers om 22.00 uur? Lijkt me leuk.’
Ik krijg meteen weer bericht terug: ‘Ik sms je wel…kus.’ Is dat nou een afspraak of niet? Wat moet ik hier nou mee?
Ik word echt helemaal gek van deze gast, en dan telkens dat ‘kus.’ Ik wou dat hij dat eens een keertje deed.
Ik besluit het allemaal eventjes te laten rusten en loop naar het restaurant om te eten. Ik houd wel mijn telefoon binnen handbereik en kijk er om de zoveel minuten op. Ik heb de grootste lol en besluit die avond samen met de jongens te gaan dansen. We gaan als eerste naar Stars of Gümbet en ik heb een top avond. Het is gezellig en druk en Robert is veranderd in Joris, de dolfijnenverzorger en we flirten erop los.
Dan sta ik opeens eventjes alleen aan de bar, want de jongens zijn met andere dingen bezig. Pieter zit een meisje af te lebberen in de hoek, Sander en Robert zijn naar de wc en dinges, uhm, Jeroen zegt niet veel tegen me, en staat tegen de muur geleund.
Dan zie ik in eens Ali de trap op lopen en bedenk me geen moment. In plaats van nonchalant te blijven staan en te wachten tot hij goed en wel binnen is, en mij ziet staan, loop ik direct op hem af. Wow! Wat ziet hij er toch goed uit. Toen hij zo boos keek op het vliegveld kon ik het niet goed zien, maar nu toont hij me een stralende glimlach en ziet hij er betoverend uit. Ik ben verbaasd dat hij hier nu is, maar dit is natuurlijk wel de place to be in Gümbet. Ik krijg 3 zoenen van hem en hij staat rond te kijken. Hij kijkt alsof hij hier nog nooit geweest is. Hij ruikt naar de frisse buitenlucht en ik voel een tinteling door mijn lijf trekken.
Hoe heb ik in hemelsnaam nee kunnen zeggen toen deze jongen mijn telefoonnummer vroeg?
Hij kijkt me grijnzend aan, en ik bied mijn excuses aan voor de uitnodiging om met mij te gaan eten, omdat ik denk dat hij aan de Ramadan doet. Hij zegt dat hij een hele slechte moslim zou zijn, omdat ze vanavond al flink wat bier hebben gedronken en daaruit maak ik op, dat hij me niet heeft afgewezen omdat hij aan de Ramadan doet.
De muziek staat snoeihard, dus dat is een goed excuus om dichtbij hem te staan. Mijn arm hangt losjes om zijn middel en hij heeft zijn hand op mijn schouder. Mijn blote schouder. Zucht. Ik bedenk me dat dit pas de eerste keer is dat we elkaar aanraken en het voelt goed, erg goed. Ik voel zijn middel onder mijn arm en mijn vingers voelen onder de stof, de spieren van zijn rug. Hij legt uit dat hij op de scooter gekomen is en dat hij niet meer in Gümbet woont. Ik ben verbaasd. Hij woont nu in een dorpje verderop en gaat eigenlijk nooit uit hier. Hij gaat eigenlijk helemaal niet uit, maar hij legt uit dat hij zijn vrienden heeft overgehaald om toch naar Gümbet toe te gaan. Nu pas zie ik 2 jongens in de hoek staan, allebei met hun jas nog aan.
Door dit verhaal krijg ik de indruk dat hij speciaal voor mij naar Gümbet is gekomen, maar dat vraag ik hem uiteraard niet. Ik leg hem uit dat ik de jongens tijdens het wachten heb ontmoet en dat ik blij ben om niet 2 weken alleen door te hoeven brengen en dat die ene jongen, gewoon aan het geinen was.
Ik merk dat hij nogal ongemakkelijk om zich heen staat te kijken en telkens naar zijn vrienden kijkt. Hij gaat eventjes met ze praten en ik loop naar uhm, Jeroen toe, en zeg hem dat hij en de anderen me eventjes met rust moet laten, want dat ik al 4 maanden hierop wacht.
Gelukkig komt Robert niet om me nek hangen, als hij terug komt en ik weer met Ali sta te praten. Zijn vrienden zijn weg maar wij praten lekker verder. Onder andere over het dramatische einde van onze vorige ‘date’ en hij vertelt dat hij geen contact meer met Hakan heeft en hoopt dat alles ok is met Linda. Tuurlijk.
Hij staat nog steeds ongemakkelijk om zich heen te kijken en zegt dan dat hij naar zijn vrienden toe gaat, die naar de bar ernaast zijn gegaan. Dat komt mooi uit, want dat waren wij ook al van plan, en nu kan hij mooi gaan en dan ga ik er vast ook zo met de 4 jongens heen.
Ik knik en wil bij hem weglopen, als ik me bedenk en me weer naar hem omdraai. Ik buig me naar zijn oor en zeg hem, dat ik het erg leuk vond om weer met hem te praten en hem weer te zien. Ik laat zijn arm los en wil me nu echt omdraaien, zodat hij weg kan gaan, als hij zich naar mij toebuigt. De muziek staat erg hard, dus ik draai mijn oor naar hem toe, zodat ik ook kan verstaan wat hij zegt. ‘Dat vind ik ook, erg leuk.’ Ik voel zijn lippen op mijn wang als hij het zegt, en het tintelt er helemaal van.
Dan is hij weg en ik ga weer bij de jongens staan. Ze willen natuurlijk precies weten hoe het allemaal zit en blijkbaar hebben ze hem niet herkend als de host die ons een paar dagen geleden kwam ophalen op het vliegveld. Ik zweef. Ik dans nog wat, maar voel me ongeduldig, dat ik hier sta met 4 jongens, terwijl de enige man, met wie ik wil zijn, in de bar ernaast zit. Ongeduldig vraag ik aan Sander of we nog van plan waren om naar Club Cool te gaan. Gelukkig hadden de jongens het er net over gehad, ik pak mijn tas en we lopen naar de buren. Ook daar is het druk en de doorman en enkele dansers herkennen mij. Ik zie meteen waar Ali zit. Hij leunt met een vriend tegen een tafeltje en heeft eindelijk zijn jack uitgetrokken. Hij draagt een rode sweater. Zucht. Het moest verboden worden, Turken in het rood. Staat ze veels te goed. Ik doe net of ik hem niet zie en volg de jongens naar achteren waar ze meteen hun bestelling doorgeven aan de bar. Ik voel dat Ali naar me kijkt, maar ja, wat moet ik doen.
Ik draai me om en dan zie ik dat hij inderdaad naar me staat te kijken, ik hef mijn hand op en loop naar hem toe. Ik sta een tijdje naast hem. Hij houdt zijn blik op de dansvloer gericht en ik probeer met grapjes een conversatie op te starten. Nou, echt gezellig is hij niet. Wat is er in hemelsnaam met hem gebeurd? Hij reageert amper op mijn vragen en als het gesprek voor de 3e keer dood valt en ik zwijgend naast hem sta en hij me niet eens aan kijkt, besluit ik me gewoon maar te vermaken. Ik zeg dag en ga weer naar de jongens toe. We staan een tijdje te dansen en een lastige Turk, denkt dat hij tegen me aan kan rijden. Ik kan hem maar met moeite op andere gedachten brengen.
Ik heb het helemaal niet meer zo naar mijn zin. Pieter is een ander meisje tegengekomen en ze zijn samen naar buiten gegaan. Jeroen is al zo dronken, dat hij in een hoekje hangt en nog maar amper voor zich uit kan kijken en Sander en Robert zijn bezig een groepje jongen meiden te versieren. Oh, wat mis ik Eefje, of zelfs Linda. Alleen is het helemaal niet leuk.
Ik besluit terug te gaan naar het hotel en loop weer richting Ali om afscheid te nemen. Ik zeg dat ik naar het hotel ga en of hij eventjes mee wil lopen, zodat ik niet alleen hoef te gaan. Pieter was nergens meer te bekennen en Jeroen hing kotsend boven de wc. Sander zei dat ik hem niet moest storen en Robert was net met een van de meisjes aan het zoenen, dus ik vraag het Ali echt meer uit noodzaak, dan dat ik er iets mee bedoel.
Ik ben met stomheid geslagen als hij zegt: ‘Dat lijkt me niet zo’n goed idee.’ Niet zo’n goed idee? Nee, alleen om half vier ’s nachts terug lopen, dat is een goed idee? Ik leg hem het voor, maar hij herhaalt wat hij net ook al zei. Ik begin nu echt boos te worden op hem. Het is allemaal zo verwarrend, maar als ik hem dan echt nodig heb, dan laat hij me gewoon echt barsten.
Ik stamvoet terug naar mijn hotel en boos val ik in slaap.
De volgende dag slaap ik lang uit en zodra ik wakker word, kijk ik op mijn telefoon, of ik een berichtje heb ontvangen. Niets. Tegen beter weten in, begin ik aan een nieuw bericht. Dan wis ik het en spreek mezelf vermanend toe. Doe even normaal joh, je gaat nou toch niet weer een bericht sturen naar Ali? Hoe moet hij het nog duidelijker maken? Hij moet je niet? Heb je dan helemaal geen zelfrespect om zo wanhopig achter hem aan te zitten. Dat is de reden waarom hij volkomen op je afgeknapt is, je bent veel te drammerig.
Ja, ik heb gelijk, maar ik typ toch een sms. ‘Lekker uitgeslapen op je vrije dag? X’ Zo! Lekker kort maar krachtig, toch een opening en nu ligt de bal weer op zijn speelhelft. Boos kijk ik naar mezelf in de spiegel. Mijn hersens zijn het absoluut niet met mezelf eens. Maar ik handel puur op gevoel, en mijn gevoel zegt me, dat deze jongen gewoon een duwtje in de rug nodig heeft.
Ik ben erg goed in mezelf voor de gek houden.
De rest van de dag probeer ik niet aan de avond ervoor te denken, maar de 4 jongens vertellen in geuren en kleuren hoe laat ze thuis waren en met wie en hoe vaak en…IK WIL HET NIET HOREN!!
Maar het is wel weer gezellig en we lachen de hele tijd. Ik word een paar keer hardhandig het zwembad ingewerkt door een van de jongens en de plagerijtjes vliegen over en weer.
Tegen het eind van de middag kan ik het toch niet laten en stuur nog een sms: ‘Ben je zo aan het uitslapen dat je er nu nog mee bezig bent?’ Wederom geen antwoord. Ik hoor helemaal niets van Ali en ik zie hem ook niet.
Dit is werkelijk mega frustrerend, maar ik besluit het kleine beetje waardigheid dat ik nog heb, te behouden en laat ook eventjes niets meer van me horen.
Ik vergeet hem zelfs een beetje, voor zover dat mogelijk is. Er broeit wat tussen Robert en mij, of liever gezegd, tussen Joris de dolfijnenverzorger en Natasha, de Russische spion. We praten veel en lang. Aan de bar van het zwembad, tijdens het zonnen, tijdens het eten en na het eten aan de bar. De andere drie jongens laten ons steeds meer en vaker alleen en ik ben er maar druk mee. Maar toch, blijft het beeld van Robert die in Club Cool uitgebreid staat te zoenen met een willekeurig meisje, op mijn netvlies gebrand. Hij is gewoon uit op een vakantieavontuurtje en ik wil me daarvoor niet lenen. Alsof het allemaal nog niet ingewikkeld genoeg is. Bijna zoent hij me, als we ’s avonds alleen aan de bar zitten en ik de hele tijd naar hem toe moet leunen om te verstaan wat hij zegt. Maar we worden gered door de barman, die vraagt of ik nog wat wil drinken. Mijn glas is nog niet leeg, dus ik verdenk hem ervan, dat hij het ziet aankomen en niet wil dat Robert mij zoent. Ik weet niet of ik het zou willen.
Er gaan zo een paar dagen voorbij en uiteindelijk besluit ik Ali gewoon maar eens te bellen. Ik ben het wachten nu meer dan beu en wil hem graag zien en spreken. Alleen, en op een rustige plaats, niet midden in de disco, waar de muziek te luid is om met elkaar te praten. Je zou kunnen zeggen dat de boodschap toch wel duidelijk moet zijn, maar ik negeer zijn afstandelijke houding en denk aan de moeite die hij in het voorjaar gedaan had, om mij mee te krijgen voor een drankje. Ik denk aan het vreugde dansje dat hij deed, toen ik zei dat ik mee zou gaan en ik denk aan al die lieve dingen die hij die avond gezegd heeft. Er is vast iets aan de hand, maar ik weiger te geloven dat al die dingen zomaar weg zijn en besluit hem dus gewoon te bellen. Ik kijk op de klok. Het is half acht. Hij zal nu toch wel klaar zijn met werken als hij al aan het werk is vandaag.
Met trillende vingers toets ik zijn nummer in. De telefoon gaat over. Ik word misselijk. Dan neemt hij op. Niet met het standaard ‘efendim’ maar gewoon, met ‘hallo.’ Hij heeft dus gezien dat ik het ben. Ik vraag hem wat hij aan het doen is, want ik wil hem niet storen en als het niet uitkomt, dan bel ik hem graag een andere keer terug. Hij zegt dat hij inderdaad druk bezig is, maar praat er daarna overheen en we kletsen een beetje. Hij is niet echt spraakzaam en het gesprek valt meerdere keren stil. De dingen die ik wil zeggen, komen er niet uit. Ik krijg de kans niet. Dan maakt hij een einde aan het gesprek door te zeggen dat hij verder moet. ‘Oh, ja, ok,’ zeg ik. ‘Ja, goed, ok? Ok! Doei.’ En weg is hij. Hij zegt niets meer. Hij zegt niet wanneer het dan wel uit komt om met me te praten en hij laat ook niets blijken dat hij iets wil afspreken om elkaar te zien. Ik kan mezelf nauwelijks bedwingen om de telefoon niet tegen de muur te smijten. Ik begin te huilen en voel me diep en diep ongelukkig. Het is al lang geleden sinds ik voor het laatst om een vent gehuild heb, en nu huil ik zelfs om een man, met wie ik zelf nog nooit gezoend heb!
Ik ga die avond weer eten met de jongens en probeer alles te vergeten. Het lukt Robert en zijn vrienden aardig om mij aan het lachen te maken en af en toe kijk ik naar Robert als hij het niet in de gaten heeft. Hij is wel erg lief voor mij. Hij weet precies wat hij moet zeggen op het juiste moment, maar toch is er iets dat me weerhoudt om ervoor te gaan. Het is Ali. Hij is de hele tijd in mijn gedachten. En ookal zit er een jongen tegenover me, die me alle aandacht geeft die ik zoek en ontzettend lief voor me is, en duidelijk stapeldol op me is, ik kan me er niet aan overgeven.
Samen met de jongens ga ik een dagje naar Kos en we maken zelfs een boottocht. Het is heerlijk en ik ben blij dat ik deze jongens ben tegengekomen en ondanks al het gedoe met Ali, heb ik een heel erg leuke vakantie. Ik besluit ook niets met Robert te beginnen, want dat zou alles verpesten en ik verkies het, om vrienden met hen alle vier te zijn. Ik probeer het Robert duidelijk te maken en noem hem geen Joris meer, de dolfijnenverzorger.
Als ik later thuis ben, denk ik nog wel vaak aan hem, en moet elke keer lachen als ik denk aan zijn manier van versieren. Het werkt vast vaak, dat hij verandert in Joris de dolfijnenverzorger, want het is een geweldige openingszin. Meiden zijn nu eenmaal gek op dolfijnen….
Tegen het einde van de vakantie ga ik na het diner nog een keertje shoppen. Ik voel me thuis is Gümbet, dus ik ga rustig alleen. De jongens kijken een of andere voetbal wedstrijd en ik wil ze niet vermoeien met mijn geshop. Het is al donker als ik weer terug loop richting het hotel. Onderweg kom ik maar nauwelijks vooruit, want alle mannen en jongens in de winkeltjes en bars, proberen mijn aandacht te trekken. Ze willen dat ik óf naar binnen ga om iets te kopen, zodat ze geld aan me kunnen verdienen. Óf ze willen dat ik naar binnen ga, zodat ze me kunnen versieren. De allerbeste proberen het allebei. Ik negeer ze zoveel mogelijk, want ik ben uitgewinkeld en wil terug naar het hotel. Morgenvroeg worden we weer opgehaald en ik zie er niks in om tot 12.00 uur ’s nachts hier rond te lopen.
Ik loop over straat en kijk naar de straat, zodat ik niet naar de winkeltjes hoef te kijken en naar de mannen die daar mijn aandacht proberen te trekken. Dan ineens komt er iemand voorbij om een scooter. Ik herken hem. Hij knijpt in zijn remmen en ik loop achteruit terug. Het is Ali. Hij vraagt hoe het met me is. Jemig, wat ziet hij er goed uit. Hij zegt niets over het telefoontje of de vele sms-jes die hij niet beantwoord. We praten wat en hij vraagt wat ik ga doen. Ik zeg dat ik nog wat ga drinken met een stel bekenden. Hij vraagt of ik daarna zin heb om naar hem toe te komen. Hij gaat naar een vriend toe en legt me precies uit hoe ik er moet komen. Als ik bij de taxi standplaats ben, moet ik hem maar eventjes bellen, dan komt hij me halen. Ik kijk hem aan. Wat stelt hij nu weer voor? Eerst speelt hij de koude, koele kikker die te druk is om met me af te spreken en nu nodigt hij me uit bij hem thuis. Nou ja, thuis bij een vriend van hem. Ik vraag hem of zijn vriend dat dan niet erg vindt, en hij zegt van niet. ‘Ik kan hem zelfs wegsturen als je dat wilt, dat doet hij wel.’ Nu ben ik helemaal met stomheid geslagen. Dit klinkt toch alsof hij hele anderen plannen heeft.
Ik zeg dat ik wel kijk, hoe laat ik klaar ben. Het liefste wil ik nu bij hem achterop de scooter klimmen, me aan hem vastklampen en samen met hem naar dat huis gaan. Maar dat doe ik niet. We nemen afscheid. Hij moet weer verder. Ik buig me voorover, zodat hij me drie zoenen kan geven.
Als hij wegrijdt, maak ik een klein vreugdedansje op straat. De jongens aan de overkant hebben alles gezien en kijken me verbaasd en lachend aan. Ik word rood maar het is toch donker en het kan me eigenlijk ook niets schelen ook!
Ik ren bijna terug naar mijn hotelkamer. Ik poets mijn tanden en dan nog een keer. Ik heb namelijk tijdens het winkelen een Döner Dürüm gegeten met knoflooksaus en chilisaus, dus ik poets nog maar een keer mijn tanden. Ik kijk in de spiegel. Ach, kan er mee door. Ik kijk op mijn horloge. Shit, het is nog te vroeg om naar hem toe te gaan, want dan geloofd hij nooit dat ik al mijn drankje gedronken heb met mijn bekenden, zoals ik eerder gezegd had. Ik besluit naar de bar te gaan en drink daar een wijntje, een beetje moed indrinken. Ik klets wat met de vier jongens en dan ineens krijg ik een sms. Van Ali: ‘Nie komen, we gaan ergens anders heen….’
Ze gaan ergens anders heen….waarheen dan? Kan ik daar toch naartoe komen. Waarom laat hij die vriend van hem niet gewoon daarheen gaan en wacht hij op mij. Shit, shit, shit!! Ik kan amper geloven dat het nu weer mis gaat. Hij laat me zitten.
Ok, het was niet echt een vaste afspraak, maar het blijkt maar weer hoe graag hij me zien, dat hij daarvoor alles opzij zet. Not! Ik had hem nog zo vertelt dat ik morgen weer naar huis zou gaan. Twee weken. Twee weken heeft hij de tijd gehad om me weer te zien, om me te spreken, en nu krijgt hij een laatste kans en die laat hij zo lopen.
Hevig teleurgesteld val ik die avond in slaap en met gemengde gevoelens zit ik in het vliegtuig terug naar huis. Tuurlijk, ik heb een leuke vakantie gehad en heb echt wel lol gehad, zoals ik me had voorgenomen. En ja, ik heb Ali nog wel een keertje gezien, maar ben behoorlijk teleurgesteld over hoe het verlopen is.
Maar ja, wat had ik mezelf nou helemaal voorgesteld. Dat hij me vanaf dag een in de armen zou vallen en dat we samen twee super romantische vakantie weken zouden hebben, waarbij we elke dag en avond samen zouden zijn?
Ja, als ik heel eerlijk ben tegenover mezelf, had ik me dat wel voorgesteld.
Als ik terug ben, wil Eefje alles van me weten en is behoorlijk teleurgesteld als ik haar vertel dat ik Ali maar 2 keer gezien heb en dat er dus helemaal niets gebeurd is tussen ons. Ze moest eens weten hoe teleurgesteld ik ben!
Gelukkig voor haar, heeft ze 97 nieuwe klanten overgehouden aan het vrijgezelle feestje en zijn we allebei uitgenodigd voor de bruiloft. Net wat ik nodig heb, zien hoe twee anderen mensen wel gelukkig samen zijn. Nou bedankt. Eefje haalt een ijzersterk argument uit de kast, waarmee ze me overhaalt met haar mee te gaan naar de bruiloft: ‘ Misschien komen we wel een super leuke man tegen…’ Tja, misschien wel, maar er is maar een man, die ik leuk genoeg vind. Maar ja, het mag niet zo zijn.
Er gaan enkele weken voorbij en telkens speel ik stukjes terug uit de film die ‘Ali en Me’ heet. Het is soms wel een leuke film, met romantische stukjes, maar ze hadden de film beter ‘Me without Ali’ kunnen noemen, of ‘Ali’ want we spelen maar af en toe een scène samen.
Ik pieker me suf. Zou hij soms een vriendin hebben gehad en daarom amper op mijn sms-jes en berichten gereageerd hebben?
Maar dan zou hij nooit voorgesteld hebben om naar het huis van zijn vriend te komen, dat zou hij nooit doen.
Zou hij zo afgeknapt op me zijn geweest, toen hij me weerzag? Het zou heel goed kunnen, maar dan had hij nooit tegen me gezegd dat hij het ook leuk had gevonden om me weer te zien. Tijdens het gesprek in de Stars of Gümbet, zei hij ook nog eens, dat we wel rustig konden praten als we eenmaal op excursie waren naar Pamukkale. Hij was dat dus niet vergeten en was er zelf weer over begonnen.
En dan zou hij me toch nooit hebben uitgenodigd bij hem thuis?
Alle vragen draaien in mijn hoofd rond. Zou hij uitgehuwelijkt zijn en tegen beter weten in met me hebben afgesproken? Maar zou hij op dat moment beseft hebben dat het geen toekomst heeft en daarom me daarna weer hebben laten vallen?
Ik weet het gewoon echt niet. Ik kan er met bijna niemand over praten. Linda was er deels bij, maar zij heeft alle banden met me verbroken, omdat ik haar herinner aan Hakan, en niemand van mijn vrienden was er de laatste vakantie bij. Ik zit vast. Muurvast. Ik ga uit met leuke, lieve, slimme mannen, maar kan met moeite naar ze luisteren of aardig tegen ze doen. Ik probeer Ali te vergeten, maar het lukt niet. Niet voordat ik weet waarom er niet gebeurd is, wat er eigenlijk had moeten gebeuren.
Ik besluit hem een email te sturen.
In het begin verontschuldig ik me vast, voor de lange mail, maar ik leg hem uit dat ik moet weten wat er gebeurd is, voordat ik hem kan vergeten en verder kan gaan met mijn leven.
Ik leg hem zelfs de verschillende mogelijkheden voor, die ik bedacht heb. Ik hoop natuurlijk dat hij absoluut geen vriendin heeft, niet is uitgehuwelijkt en al helemaal niet op mij was afgeknapt, maar toch hoop ik dat het wel een van die reden is. Want als het niet een van die redenen is, wat dan wel? Gewoon onverschilligheid. Gewoon druk? Dat geloof ik gewoon niet.
Ik probeer de mail niet verwijtend te laten klinken, want ik wil echt graag antwoord, maar toch stel ik hem vraag na vraag na vraag.
Ik eindig uiteindelijk met het verzoek of hij alsjeblieft nu wel een antwoord wil geven.
Ik besluit de mail eerst op te slaan en er nog een nachtje over na te denken. Ook de volgende dag kan ik hem nog niet versturen en ik besluit een vriendin van mij, de mail te laten lezen. Samen scannen we de mail en ik herschrijf en herschrijf.
Ze vindt het goed dat ik ook mooie momenten aanhaal, die als een paal boven water staan. Zodat hij zich die ook weer herinnert, mocht hij ze vergeten zijn.
Ik herinner hem aan zijn 5x vragen of we wat zouden gaan drinken, ik herinner hem aan het vreugddansje en ik herinner hem aan de mail die hij me gestuurd heeft.
Samen proberen we de mail in te korten, want hij moet hem wel helemaal lezen en niet halverwege afhakken, omdat het te lang is.
Uiteindelijk zijn we tevreden en ze dwingt me om hem meteen te versturen. Ik klik op verzenden.
Ik zucht. Er gebeurt natuurlijk niets. Mijn telefoon gaat niet meteen over en ik krijg ook niet meteen een mail terug.
We gaan samen winkelen om alles een beetje te vergeten, maar als ik ’s avonds terug kom, heb ik geen antwoord van hem. Ook geen sms-je en al helemaal geen telefoontje.
Nou ja, als hij al dagelijks zijn mail controleert, zal hij wel wat tijd nodig hebben om dat ding te lezen. Met die gedachte val ik in slaap, maar ook de volgende dag krijg ik geen bericht en de dag erna ook niet.
Nu word ik echt een beetje boos, en besluit het maar helemaal te laten gaan. Als hij niet eens de moeite neemt om me te antwoorden, dan zal ik me wel gruwelijk vergist hebben.
nou lieve lezertjes…
spannend he?
vind ik nou ook, heb geen idee hoe het verder moet…
misschien moet ik die mail maar gewoon versturen en eens kijken wat zijn reactie is…of niet?
nou,
tot de volgende keer
misschien bedenk ik een mooi vervolg cq einde…:wub:
Bloempje,
wordt het niet tijd dat jij een boek gaat publiceren ofzoo?? Ik heb het nog niet helemaal gelezen, maar je schrijft er zo lekker op los ![]()
tja, wij turkije gekken vinden het leuk om te lezen, maar denk dat er niet veel anderen zijn die interesse hebben…
ach, tis maar 11 pagina’s, niet genoeg voor een boek hoor
ligt eraan hoe het vervolg verder gaat…hihi…
:wub:
:wub: Ik moet nog een paar deeltjes, maar ik wil nu alvast zeggen dat ik het weer helemaal toppie vind. :wub:
:wub:
Mooi geschreven hoor Bloem, Jammer dat het niet helemaal gelopen is zoals je hoopte. Maar wie weet wat er nog komen gaat. Zal voor je duimen dat het allemaal goedkomt:wub:
thanks
wie weet…wat je nog in de toekomst voor me kunt doen…![]()