Bloem's verhalen

Bloem,mooi geschreven weer,zie het helemaal voor me

hahahahaha vooral dat eerste verhaal… :biggrin: :crybaby: :tongue:

ik heb weer inspiratie opgedaan voor mijn fictieve verhaal (verhalen, verhalen…)van een tijdje terug.
daarom heb ik besloten om weer verder te gaan schrijven (geloof na dik 15 mnd maar goed)

de laatste versie daarvan is op pagina 30 te vinden

het laatste deel kun je hier vinden

Maar de dagen en weken erna heb ik amper de tijd om na te genieten van deze vakantie, laat staan om alvast te dromen van de volgende vakantie. Ik word opgeslokt door werk, werk en nog eens werk. Ik maak lange dagen en elke lunch is gevuld met plannen maken voor de bruiloft van Manon. Zij en Thomas gaan eind februari trouwen en eigenlijk heeft Manon alles al wel geregeld voor de bruiloft. Maar ze loopt te piekeren en twijfelt aan alles wat ze al eerder besloten heeft. Ik luister geduldig en laat haar rustig haar gedachten formuleren zodat ze uiteindelijk zelf tot het beste besluit komt.

De bladderen beginnen te vallen en ik haal mijn winterkleren weer te voorschijn. Maar dan gebeurd het onvermijdelijke en word ik ziek. Na weken en weken hard werken en een vakantie vol met feesten en slaaptekort zit ik er helemaal doorheen. De griepgolf overspoelt Nederland en heeft mij ook te pakken. Ik merk het voor het eerst als ik wat lustelozer ben en met moeite mijn bed uit kan komen. Maar ik neem wat extra vitaminen en neem me voor op tijd naar bed te gaan. Het mag niet helpen. Ik word op een donderdag midden in de nacht wakker en voel me uitermate ellendig. Ik transpireer aan alle kanten en toch heb ik het koud. Ik pak een extra deken en kruip snel weer terug in bed. Klappertandend staar ik in het duister.

Zodra het licht wordt, bel ik naar mijn werk. Mijn manager hoort meteen aan mijn stem dat het echt niet goed zit en hij stelt voor dat ik maar een tijdje thuis blijf. Dankbaar knik ik en kruip met de tranen in mijn ogen weer terug in bed. Ik slaap het merendeel van de dag maar word telkens wakker van mijn eigen dromen. Het ene moment ben ik in Turkije, dan ben ik weer op mijn werk. Het ene moment zit ik met Ali te praten en het andere moment zie ik Bülent voor me. We lopen langs het strand maar dan sta ik weer te dansen op mijn werk. Het is allemaal erg vermoeiend en ik rust er niet echt van uit.

Rond drie uur gaat de telefoon, maar ik ben te versuft om op te nemen. Alles doet pijn en ik kan mijn armen amper bewegen. Maar het geluid van de telefoon heeft me wel gewekt en roerloos lig ik minutenlang naar het plafond te staren. Voor het eerst sinds een tijdje ben ik alleen en is mijn hoofd gevuld met leegte. Ik hoef even niets. Ik hoef even niet te werken, ik hoef even niet te luisteren naar trouwplannen. Ik hoef even niet te denken aan de mannen in mijn leven. Ik merk dat ik het heerlijk vind. Ik lig te staren naar het plafond en ik denk aan helemaal niets.

Dan val ik weer in slaap. Zo breng ik mijn dagen in bed door. Het ene moment rillend van de kou, het andere moment zwetend als een otter. Op dag 2 eet ik eindelijk een boterham met kaas, maar de krachtsinspanning om naar de keuken te lopen heeft me behoorlijk uitgeput. Ik klamp me vast aan de rand van het aanrecht en ik hoor het bloed in mijn hoofd gonzen. Ik heb het koud in mijn badjas, maar toch rolt er een druppel zweet van mijn voorhoofd. Gauw loop ik terug naar de slaapkamer en haal opgelucht adem als ik weer veilig op de rand van mijn bed zit.

‘s Avond komt mijn moeder langs en ze plant me onder de douche. Gewillig laat ik haar mijn armen optillen en laat ik me wassen met een washandje. Ik zie alles door een waas en ben blij als ik weer in bed lig. Ik hoor de deur in het slot achter haar dichtvallen en besef me dat ik amper iets tegen haar gezegd heb. Ik zie een beker thee op het nachtkastje naast me staan maar ik kan mezelf er niet toe zetten om mijn arm uit te steken en de beker thee te pakken.

Die nacht droom ik weer. Ik droom over Turkije en ben weer aan het strand in Antalya. Ik ben met Ali en Bülent en we lopen over het strand als er een grote donkere dreigende storm richting het strand komt. Het begint te regenen en we rennen naar een strandtent om veilig droog te staan. Ali rent voorop, terwijl Bülent mijn hand vast heeft en me in mijn rug duwt. Ali staat al onder het afdak van de strandtent en heeft zijn hand naar me uitgestrekt. Hij schreeuwt iets in de wind wat ik niet kan verstaan. Ik sta stil en de regen striemt tegen mijn gezicht en het enige wat ik kan doen is kijken naar Ali die staat te schreeuwen en me wenkt.

Op dat moment word ik wakker. Het is stil in huis. Ik zie licht door de gordijnen schijnen. Welke dag zou het zijn? Hoe laat zou het zijn. Ik kijk opzij, opzoek naar de wekker. Het is 11 uur. Ik knipper met mijn ogen en blijf een tijdje roerloos liggen. Ik slik een keer en ik merk dat dat al beter gaat. Het gonzen in mijn hoofd is afgelopen en de hoofdpijn is ook weg. Een beetje versuft kom ik overeind en ga rechtop zitten. Ik kijk mijn slaapkamer rond alsof het de eerste keer is dat ik hem zie. Het was me nooit opgevallen dat de zon zo ver mijn slaapkamer in komt.

Ik pieker een beetje over die droom. Wat had die droom nou te betekenen? Ik heb de laatste dagen wel vaker verwarrend gedroomd maar op de een of andere manier houdt deze droom me bezig. Ik speel de droom terug en ik zie Ali weer met uitgestrekte hand naar me schreeuwen. Maar ik weet ook dat Bülent naast me loopt en mijn hand vast houdt. Zou dat het allicht zijn? Dat Bülent voor me zorgt terwijl Ali alleen maar aan me loopt te trekken? Zou dit betekenen dat mijn onderbewustzijn Ali loslaat en bij Bülent wil blijven?

Ik word uit mijn overpeinzingen gewekt door een vreemd geknor in mijn maag. Ik heb echt mega trek. Ik zucht een keer diep en sla dan de dekens terug en zwaai mijn voeten over de rand van het bed. Ik blijf heel even zitten en spreek mezelf moed in: Here we go! Ik hijs mezelf overeind en stap in mijn pantoffels. Ik sla mijn badjas om me heen en ik schuifel naar de keuken. Ik smeer weer een boterham met kaas en eet die aan de keukentafel op

Terwijl het voedsel mijn maag bereikt, keer ik langzaam terug naar de werkelijkheid. Ik begin me af te vragen welke dag het vandaag is en ik besluit dat ik me maar eens moet gaan aankleden. Ik pak mijn telefoon en ik schrik een beetje als ik zie dat het al dinsdag is. Wow. Ik heb gewoon bijna 5 dagen geslapen!! Ik bel mijn moeder om haar te vertellen dat ik weer uit bed ben en ze is hoorbaar opgelucht dat het iets beter gaat. Ik zie ook dat ik twee gemiste oproepen heb van mijn werk en enkele tekst berichtjes. Een tweetal van Manon die vraagt hoe het gaat en of ze langs moet komen en een berichtje van Ali.

“Melegim. Leger valt me zwaar. Been is weer bijna normaal. Ik wou dat je hier was. Kus”

Zonder te antwoorden druk ik het berichtje weg. Ik ga me eerst douchen en aankleden. Hier doe ik veel langer over dan normaal, maar uiteindelijk zit ik vers gewassen en in een schone pyjama op de bank. Ik kan me er nog niet toe zetten om me echt daadwerkelijk aan te kleden en plof uitgeput van deze inspanningen op de bank. Ik zap wat heen en weer maar het onderwerp van vandaag bij Oprah kan me niet interesseren. Ik zet de televisie weer uit en even is mijn huis gevuld met stilte.

Ik schrik er zelf een beetje van. Het is nooit echt stil in mijn huis. Of de tv of de radio staat wel aan en anders heb ik altijd wel de computer aan als ik thuis ben. Ik kijk naar de computer die onaangeroerd op tafel staat. Zou ik nog mail hebben? Hoe zou het in Turkije zijn? Ik merk dat ik meteen rusteloos word als ik aan Ali denk. Ik blijf zitten waar ik zit maar langzaamaan probeer ik mijn gedachten te dwingen om alle feiten rondom Ali op te noemen. Ik ken hem nu dik anderhalf jaar. Ik vond hem echt meteen leuk, vanaf het begin. Maar door omstandigheden zijn we nooit samen geweest. Hij is getrouwd. Er is een kind dat zijn naam draagt. Hij zit in het leger en woont hier 3200 kilometer vandaan. Hij heeft tegen me gelogen. Hij heeft een ander voor zich laten spreken op MSN. Hij is nukkig en chagrijnig en onvoorspelbaar. De momenten dat we samen zijn geweest zijn op twee handen te tellen. De moment dat we het samen leuk hebben gehad zijn op 1 hand te tellen. Hij zoent wel erg lekker en ik kan met moeite van hem afblijven als ik bij hem ben.

Dat zijn zo’n beetje de feiten en als ik ze een voor een opsom besef ik dat het echt gekken werk is. Wat moet ik met zo’n man? Wat heb ik aan hem en wat heeft hij aan mij? Ik besef dat ik niets aan hem heb en hij mijn leven alleen maar onnodig gecompliceerd gemaakt heeft. Op dat moment, zittend op mijn bank en met de naweeën van de griep nog in mijn lijf, besluit ik dat het genoeg is. Ik ben klaar met Ali. Hij is niet goed voor me. Hij liegt tegen me en hij zuigt de energie uit me weg. Er is geen toekomst voor ons beiden.

Opgelucht slaak ik een zucht en ik voel me meteen een stuk beter. Ik besluit toch maar de computer aan te zetten en als ik eerst de nodige nieuwe e-mails bekeken heb, besluit ik Ali een mail te sturen. Ik mail hem alles wat ik mezelf net beseft heb en geef aan dat er geen toekomst voor ons twee is. Ik haal nog eens extra het feit aan dat hij tegen me gelogen heeft en sluit af met het feit dat hij niet is wie ik denk dat hij is en dat we daardoor nooit echt samen zouden kunnen zijn. Ik zeg hem dat het me spijt dat het allemaal zo gelopen is maar dat ikzelf verder wil. Ik wens hem het allerbeste en sluit af met “kus.”

Zoals altijd sla ik de email eerst op en lees hem nog een keer door. Ik verwijder enkele delen die nogal beschuldigend en hard overkomen en typ een iets mildere versie neer. Na dik een kwartier driftig typen ben ik tevreden met het resultaat en ik druk op ‘verzenden’. Zo… nu is er geen weg meer terug. Aan de ene kant ben ik benieuwd naar zijn reactie maar aan de andere kant hoop ik dat Ali het accepteert en we hier echt een streep onder kunnen zetten. Met een zucht zet ik de computer uit. Ik voel me opgelucht en een heel stuk beter.

De volgende dag scharrel ik wat rond in huis en doe enkele boodschappen. Ik voel me alweer een stuk beter al heb ik wel wat kracht verloren na 5 dagen slapen en moet ik nog een beetje aansterken. Maar ik ben geen persoon om lange tijd thuis te zitten en als ik denk aan al het werk dat straks weer op me ligt te wachten, besluit ik mijn baas te bellen om door te geven dat ik de volgende dag weer kom werken.

Ik ben blij om weer op het werk te zijn. Sinds ik de mail naar Ali heb gestuurd heb ik toch onbewust zitten wachten op antwoord en daar werd ik weer rusteloos van. Ik had juist de mail gestuurd om een streep te zetten onder al dat gedoe van Ali en mij. Donderdagmiddag krijg ik wel een mail van Bülent. Hij vraagt me hoe alles gaat en vertelt dan dat Ali hem verteld heeft van de email. Ook zegt Bülent dat Ali behoorlijk in de war is en zelfs een middag zonder toestemming van de basis is gegaan. Bülent schrijft ook dat Ali besloten heeft om mijn besluit te accepteren en allicht te zijner tijd een antwoord zal sturen. Ik slik een keer flink. Ik had niet gedacht dat dit zo’n impact zou hebben op Ali en eventjes twijfel ik eraan of ik wel de juiste beslissing heb genomen. Ik zie Ali voor me, zijn donkere ogen met zijn blik op de grond gericht terwijl hij in de stromende regen door de straten van Antalya loopt.

Bülent schrijft verder dat hij mijn besluit begrijpt, maar dat hij hoopt dat dat niet betekend dat wij geen contact meer kunnen hebben. Hij sluit af met de wens dat hij me snel weer spreekt. Ik twijfel of ik meteen een antwoord terug zal sturen, maar op dat moment wordt mijn aandacht opgeëist door de dingen op mijn werk. Ik krijg telefoon en klik snel mijn privé mail weg. Het is pas aan het eind van de dag, als ik mijn computer wil afsluiten om naar huis te gaan dat ik zie dat mijn privé mail nog open staat.

Ik lees de mail van Bülent nog een keer en besluit dan dat ik beter thuis terug kan mailen. Wie weet spreek ik hem nog wel op MSN. Dat is altijd nog iets persoonlijker dan een email.

Het is alweer donker als ik thuis ben en ik ben blij om thuis te zijn. Ik maak gauw wat te eten voor mezelf. Als ik het eten opheb, voel ik pas hoe moe ik ben en ik besluit regelrecht naar bed te gaan. Gelukkig is het daarna al snel weekend en ik ben toch blij om weer enkele dagen vrij te zijn. Ik merk dat de griep er flink heeft ingehakt en misschien ben ik wel weer een beetje te snel gaan werken.

Dit keer is Manon ziek en zaterdags besluit ik haar op te zoeken en te kijken of ik iets voor haar kan doen. Ik ben tenslotte net ziek geweest en als ze maar half zo beroerd is als ik, zal ze het vast fijn vinden dat er iemand even boodschappen doet voor haar. Ik weet namelijk dat Thomas voor werk en maand in Barcelona zit, maar als k aan bel doet Thomas open. Ik had hem eerlijk gezegd hier niet verwacht, maar hij opent opgewekt de deur. Hij verwelkomt me en geeft aan dat hij gisteren teruggekomen is uit Barcelona. Hij draagt een oude spijkerbroek en hij zit onder de verf.

Lichtelijk verbaasd volg ik hem de gang door. Hij opent langzaam de woonkamer en ik zie dat het hele huis op zijn kop staat. Alle meubels staan aan de kant en zijn bedekt met grote witte lakens en er staan 3 emmers verf op de lege huiskamer vloer. Ik zie dat ze de muren lichtgeel aan het schilderen zijn. Ik kijk naar de man op de ladder en besef ineens met een schok dat het Corné is. Goh… Corné. Dat ik uitgerekend hem weer moet tegenkomen.

Thomas legt uit dat hij en Corné aan het schilderen zijn, aangezien hij nu toch weer in Nederland is en dat Manon eerst mee zou helpen, maar boven ziek op bed ligt. Ik luister maar half, maar blijf ondertussen naar Corné kijken. Is het pas een paar weken geleden dat ik hem weer tegenkwam in de bouwmarkt? Het lijkt een eeuwigheid geleden en ik ben ook een beetje verbaasd dat hij zich niet omdraait of van de ladder af komt om me te begroeten. Maar dan zie ik dat Corné een koptelefoon op heef en allicht niet doorheeft dat er bezoek is.

Ik besluit meteen naar boven te lopen naar Manon. Thomas laat me. Ik loop het donker van de gang in, de trap op. De verflucht is hier ook goed doorgedrongen en ik krijg er lichtelijk hoofdpijn van. Dat moet vast geen pretje zijn om griep te hebben in een huis waar geklust wordt. Ik was erg blij dat het rustig in huis was en ik door niets of niemand gestoord werd.

Ik ben bijna boven maar toch dwalen mijn gedachtes weer af naar de huiskamer, naar Corné die daar op een trap stond te schilderen. De laatste keer dat ik hem zag, stormde hij voor de tweede keer in twee dagen boos mijn huis uit en liet hij me verward en met een schuld gevoel achter. Het lijkt zo lang geleden. Onze vakantie naar Griekenland lijkt plaats gevonden te hebben in een ander leven. Met een schok besef ik dat ik de afgelopen weken nauwelijks aan hem gedacht heb. Uiteraard komt dat ook door de andere omgeving en de mannen in Turkije die al mijn aandacht opslokten. Maar dan besef ik dat ik niet meer hetzelfde voel om hem nu te zien als dat ik voelde net na die zoen.

Ja, die zoen… dat was echt raar. Ik dacht even weer mijn grappige vrolijke vriend terug te hebben en dan zoent hij me. Ja, die zoen… dat was een fijne zoen maar ook een beetje een rare zoen. Hoe vaak hadden Corné en ik wel niet gelachen bij romantische films als de hoofdrolspeler en –speelster eindelijk zoenden. Het was net een zoen uit een film en als ik er nu achteraf op terugkijkt, voelde hij nep. Alsof Corné wel wist dat het niet goed zou aflopen, maar het toch deed om iets te forceren. Misschien werd ik wel overmand door de wijn en de warmte en het daarom zo fijn vond?

Ik word opgeschrikt uit mijn overpeinzingen door een gehoest dat uit de slaapkamer van Manon en Thomas komt. Ik klop zachtjes op de deur maar open hem meteen. Ik zie Manon rechtop in bed zitten, hoestend en proestend met een rood aangelopen hoofd. Snel loop ik naar haar toe en ik reik haar het glas water aan, dat op het nachtkastje staat. Dankbaar neemt ze het aan en ze drinkt er voorzichtig van. Geruststellend wrijf ik over haar rug.

Als ze uitgehoest is, valt ze uitgeput weer terug in de kussens. Ik vraag haar of ik iets voor haar kan doen, maar ze schudt haar hoofd. Ze zegt zachtjes: “Thomas is er.” En dan valt ze weer in slaap. Zachtjes sluip ik naar de deur van de slaapkamer en loop weer naar beneden. Thomas is er. Hij heeft zijn werkbezoek aan Barcelona onderbroken om voor Manon te zorgen. Blijkbaar heeft ze mij niet nodig. Ik voel me een beetje overbodig en besluit direct naar huis te gaan.

In de hal steek ik mijn hoofd om de deur in de woonkamer en Thomas komt meteen naar me toe. Ik geef aan dat ik weer ga en Thomas klinkt begrijpend. Dit ben ik helemaal niet van Thomas gewend, aangezien hij nooit echt meehelpt met het huishouden of enig initiatief toont. Maar hij geeft aan genoeg eten in huis te hebben en hij is druk met het schilderen van de woonkamer. Ik zie nu dat Corné zich omgedraaid heeft en vanaf de ladder steekt hij een hand op naar me. Ik groet terug. Thomas buigt zich nu iets naar me toe en zegt fluisterend: “ de nieuwe vriendin van Corné komt zo helpen met schilderen, dus je kunt misschien maar beter gaan…”

Eventjes voel ik me behoorlijk weggestuurd maar dan besef ik dat ik inderdaad niet de nieuwe vriendin van Corné tegen wil komen. Het is erg attent van Thomas om daaraan te denken. Zou hij dan echt zoveel verandert zijn? Ik neem afscheid van Thomas en stap weer in mijn auto naar huis. De gehele weg naar huis worden mijn gedachten in beslag genomen door het feit dat Corné een nieuwe vriendin heeft. Een bepaald deel van mij is een beetje boos en voelt zich aan de kant gezet, maar een ander deel van mij is opgelucht. Wie weet krijg ik nu wel gewoon weer mijn beste vriend terug…? Ik besluit in ieder geval dat ik blij voor hem ben! Hij verdient in ieder geval iemand die net zoveel van hem houdt als hij van haar.

Eenmaal thuis gekomen besef ik dat ik binnen een week afscheid heb genomen van 2 heel erg belangrijke mannen in mijn leven. Maar die mannen hebben ook voor veel stress gezorgd dus ergens ben ik opgelucht! Misschien had ik wel veel eerder schoonschip moeten maken. Ik voel me opgelucht en bevrijdt! Ik zie de toekomst kleurrijk en zonnig tegemoet. Ik kan niet eeuwig blijven hangen in onmogelijke situaties, het is tijd om te kijken naar wat wel kan en vooral wat ik wel wil!

Met deze nieuwe instelling sluit ik de laatste maanden van het jaar af. Blijkbaar werkt mijn positieve houding goed, want mijn baas vraagt me op een dag te solliciteren op een vrij gekomen positie. Hij wil zelfs een aanbevelingsbrief schijven en tegen de tijd dat het januari is, heb ik een nieuwe baan. Ik moet daarvoor helaas wel van afdeling verhuizen maar krijg er een boel leuke collega’s bij. Gelukkig zie ik mijn andere collega’s nog vaak met de lunch en net als het jaar daarvoor hebben we een knallend Sinterklaasfeest met de hele afdeling.

Ook kerst en Oud en nieuw is een gezellige bedoening en ik loop van het ene feestje naar het andere en de ene borrel is nog niet voorbij of ik heb alweer een afspraak voor de volgende borrel.

Ik ben zo druk met mijn nieuwe baan en allerlei sociale activiteiten dat ik niet meer avondenlang doorbreng op MSN zoals een tijdje geleden. Turkije blijft nog steeds trekken maar ik word niet meer misselijk van heimwee zoals een tijdje terug. Misschien ben ik wel gewoon ouder en wijzer geworden?!
Uiteraard krijg ik nog wel eens een sms en spreek ik nog wel eens iemand op MSN. Vooral in de winter spreek ik met name Ahmet en de jongens van de watersport geregeld. Die hebben buiten het seizoen om geen werk en zitten hele dagen online te gamen en te chatten met alle toeristen van de afgelopen zomer.

Ik spreek Bülent ook af en toe en dat voelt weer net zo vertrouwd als voorheen. Ik vraag hem een enkele keer hoe het met Ali gaat, aangezien ik niets meer van hem gehoord heb, maar Bülent geeft aan dat Ali er ook vrede mee heeft. Ik besluit dit maar te accepteren. Een paar keer twijfel ik of ik Ali een sms of een mail zal sturen maar dan bedenk ik me dat ik hem niet moet lastigvallen. Ik wilde toch zelf verder gaan? Ik had toch besloten dat er geen toekomst is voor Ali en mij, dan moet ik ook niet steeds aandacht blijven vragen.

Toch voelt het raar dat Ali niets meer van zich heeft laten horen. Blijkbaar heeft hij er zelf ook vrede mee en vindt hij het de moeite niet waard om me op andere gedachten te proberen te brengen. Ik besluit dat het dan allemaal maar beter zo is.

Het is inmiddels halverwege februari en al mijn vrije tijd wordt opgeslokt door Manon en haar aanstaande bruiloft met Thomas. Ik heb een vrijgezellen feest georganiseerd voor Manon en na een bepaald punt op die avond kan ik me weinig meer herinneren. De vriendin van Corné is ook mee, aangezien Manon en zij het erg goed kunnen vinden. Lisa heet ze en het is echt een ontzettend leuke meid. Haar ogen gaan ook glinsteren als ze het over Corné heeft en ondanks dat ze blijkbaar alles over mij weet, behandelt ze me niet vreemd of anders. We kunnen het goed vinden samen en samen zorgen we er voor dat Manon een onvergetelijk vrijgezellenfeest heeft.

Er gaat aardig wat drank doorheen en ik ben blij dat het vrijgezellenfeest een week voor de bruiloft is. Ik had er niet aan moeten denken om het de avond voor de bruiloft te houden. Ik denk dat niemand in staat zou zijn geweest op tijd te zijn voor de ceremonie. Maar gelukkig zijn we dat allemaal wel. Het is een drukke dag en ondanks dat het eind februari is, schijnt de zon. We gaan eerst naar het gemeentehuis en vervolgens naar de kerk.

Het jonge bruidspaar straalt en ik ben blij voor ze. De liefde straalt van deze dag af. Blijkbaar voelt iedereen dat, want ik word de hele dag bestookt door allerlei oudtantes van Thomas die me vragen waarom ik geen man bij me heb. Ze hebben allemaal nog wel een zoon of een neef of een kennis die perfect voor me zou zijn. Lachend maak ik me uit de voeten want daar zit ik juist absoluut niet op te wachten. Gelukkig kom ik er met een paar benauwde dansjes met een stel mama’s kindjes vanaf.

Uiteindelijk vertrekken Thomas en Manon na tweeën uit de feestzaal. Ik ben doodmoe en besluit ook naar huis te gaan. Ik schop mijn schoenen uit en wacht buiten op een taxi. Ik schrik op van twee schaduwen die tegen de muur staan maar ik kalmeer een beetje als ik zie dat het gewoon een stelletje is dat aan het zoenen is.
Ik probeer niet te kijken, maar met een schuin oog kijk ik naar het zoenende paartje. Ik hoor de zoengeluiden en vind het enigszins gênant. Maar toch is er iets wat ervoor zorgt dat ik blijf kijken. Ze staan innig verstrengelt met elkaar tegen de muur. Ene been over andere been, hand over rug, schouder. In het donker kun je niet goed zien waar de ene persoon ophoudt en de andere begint.

Gelukkig komt er al gauw een taxi voorrijden en ik stap in. We rijden door de donkere nacht. Ik staar naar buiten uit het raampje van de taxi en vraag me af waarom ik me zo raar voel. Het is toch een mooie fijne dag geweest? Ik ben intens blij voor Thomas en Manon dat ze getrouwd zijn en ik weet zeker dat ze een gelukkige tijd tegemoet gaan. Ik ben ook blij dat de stress en het geregel voor Manon voorbij is. Maar toch bekruipt me een onbestemd gevoel. Ik voel me alleen. Misschien zelfs een beetje eenzaam. Hoe lang is het wel niet geleden dat ik voor het laatst tegen een muurtje met iemand heb staan zoenen?! Hoeveel nachten ben ik wel niet alleen wakker geworden, terwijl honderdduizend andere geliefden wakker worden naast elkaar.

Een beetje verdrietig stap ik in bed en lig hierover na te denken. Ik besluit dat ik gewoon dronken ben en al het sentiment van deze dag me een beetje te veel wordt. Alsof hij het aanvoelt krijg ik net voordat ik in slaap dreig te vallen een sms van Bülent. ‘Hoe was de bruiloft? Alles goed gegaan. Nog een paar weken en ik ben weer een vrij man. Slaap lekker. X B’

Ik staar naar het berichtje en besef me dat over een paar weken de dienstplicht voor Bülent en dus ook voor Ali erop zit. Voordat ik goed en wel besef wat ik doe, stuur ik een sms terug met de simpele vraag: ‘ zal ik naar Turkije komen om dat te vieren?’

to be continued…

Niet te lang wachten he met het vervolg…

Vooral doorgaan,Bloem(waar kennen die uitspaak van?)

Gr.

Hans.

Bloem…hahaha ik zie nog jullie gezicht toen jullie het verhaal van de dolmus vertelde bij het zwembad…gosh wat lijkt het al weer lang geleden…enne schrijf alsjeblieft eens een boek.

Ik knipper met mijn ogen in het duister. Ik staar naar het schermpje van mijn telefoon en vraag me af wat ik in hemelsnaam aan het doen ben? Ik voel me alleen, dat is het. Ik ben net op de bruiloft van mijn beste vriendin geweest en ik heb jaloers staan kijken naar een zoenend stelletje in het donker. Ik ben het beu om elke avond alleen naar bed te gaan en elke ochtend alleen wakker te worden… Ik word opgeschrikt uit mijn gedachten door mijn telefoon. Bülent belt. Een beetje aarzelend neem ik op: “ Hallo…?” fluister ik, bang dat iemand me hoort. Ik hoor een hoop gezoem en gekraak maar dan hoor ik de stem van Bülent luid en duidelijk vanuit mijn mobieltje. “hey…” We weten allebei niets te zeggen. Ik ben verbaasd om zijn stem te horen en hij is allicht verbaasd dat hijzelf belt. Ik vraag hem of het niet veels te laat is om te bellen, maar Bülent zegt dat hij even naar buiten is gelopen om met me te praten. Hij vraagt of ik het meen. Ik knik. Ik hoor mezelf zeggen: ‘Ja, waarom niet?” En inderdaad, waarom niet? Het is alweer een tijdje geleden en ik vind dat ik eigenlijk wel weer een vakantie verdiend heb. Je moet tenslotte iets hebben om naar uit te kijken.

We praten zachtjes en Bülent stelt voor om een weekje samen door te brengen. Ik slik even. Ik ben bang maar het hele idee klinkt ook ontzettend aantrekkelijk. Bülent stelt voor om elkaar in Alanya te treffen, zodat hij daarna door kan naar Adana naar zijn oom en tante. Ik ben nog nooit in Alanya geweest en ik ben eigenlijk wel benieuwd. Waarom niet…? Die vraagt blijft maar door mijn hoofd spoken. Maar Bülent stelt voor om elkaar morgen op MSN te spreken en dat we het dan samen verder kunnen bespreken en een beslissing nemen. Ik vind het een goed idee, want ondanks dat ik nu kriebels in mijn buik heb, ben ik toch redelijk moe. In Turkije is het inmiddels bijna half 4 en we nemen afscheid.

Ik laat me terugvallen op mijn bed en vraag mezelf hardop af wat ik aan het doen ben. Maar ik moet glimlachen. Nee, sterker nog. Ik lach hardop. Ik begin te giechelen bij het idee dat ik weer naar Turkije ga en Bülent weer ga zien. Ik glip mijn bed uit en open de lade van mijn klerenkast. Daar bovenop ligt de sjaal met de zilveren geborduurde sterren. Mijn vingers voelen eerbiedig de stof. Ik giechel wederom. Ik heb nu vlinders in mijn buik. Ondanks de vlinders val ik toch redelijk snel in slaap.

De volgende ochtend word ik wakker van een sms van Manon: “Ik ben GETROUWD!! Ik kan het amper geloven. Het is net een sprookje!” Ik moet lachen als ik de tekst lees. Manon en Thomas zijn naar een super de luxe romantisch hotel gegaan om daar de nacht door te brengen en daarna zouden ze om huwelijksreis gaan. Ik ben benieuwd waar Thomas Manon naartoe mee neemt. Tegen mij wilde hij het niet zeggen, omdat hij bang was dat ik het door zou vertellen. Misschien heeft hij daar ook wel gelijk ik, bedenk ik me grinnikend.

Dan besef ik ineens met een schok dat ikzelf gisteravond ook plannen heb gemaakt voor een vakantie. En niet zomaar een! Eventjes slaat de paniek toe. Moet ik weer alleen op vakantie naar Turkije. Naar een gebied dat ik niet ken. Naar Alanya nota bene. En met Bülent. Wat als we elkaar na 3 minuten niets meer te vertellen hebben? Wat als het net zo dramatisch verloopt als mijn bezoekje aan Antalya om Ali te zien? Als mijn gedachten eenmaal bij Ali uitkomen raak ik helemaal in paniek. Wat als Ali er nu ook is? Wat moet ik tegen hem zeggen? Hoe kan ik hem onder ogen komen als ik op vakantie ga om zijn beste vriend te zien?

De paniek gedachten buitelen door mijn hoofd en ik spreek mezelf even kalmte toe. Rustig ademhalen. Er is nog niets beslist en er is nog niets besloten. Je hoeft niet te gaan natuurlijk…Bovendien heeft Bülent gezegd om samen met hem een week in Alanya door te brengen. Met zijn tweeën. Dat had hij vrij uitdrukkelijk gezegd.

Ik rommel wat in huis en wacht tot het 3 uur is. Dat was het tijdstip dat we afgesproken hadden om elkaar te spreken om MSN. Maar ik zit uiteraard al heel de dag achter de computer. Op zoek naar tickets en vliegtijden en een gunstige periode om te gaan. Als Bülent online komt, voelt het eerst een beetje ongemakkelijk, Bülent lijkt het ook te merken als hij zegt dat hij me gewoon Alanya gaat laten zien en dat we vanuit daar wel verder kijken.

Hij is 15 maart klaar met zijn diensttijd en we spreken af dat ik de 17e maart naar Alanya vlieg. Hij stelde eerst voor dat ik dezelfde dag zou komen, maar ik zie het al helemaal gebeuren dat ik sta te wachten op Antalya airport en dat hij toch nog enkele dingen op de basis af moet maken of dat de 15e toch niet de correcte datum was. Daarom wordt het de 17e. Dat is over iets minder dan 3 weken en ik besluit het gewoon te doen. Terwijl ik een paar keer aan Bülent vraag of hij het echt echt echt heel zeker weet, typ ik alle gegevens in op internet en eindelijk boek ik een vlucht. Heen op de 17e maart en terug op de 23e maart. Het is niet zo lang maar ik denk dat die periode het lang genoeg is. Bovendien weet je maar nooit wat er kan gebeuren, wie weet wil ik na 1 dag alweer naar huis.

Als ik eenmaal de vlucht geboekt heb, krijg ik allemaal smileys van Bülent’s MSN. Hij is duidelijk erg blij en ik moet eerlijk zeggen dat ook ik als een puber zit te grijnzen achter mijn pc. Hij geeft aan dat hij wel een leuk hotelletje of appartementje kan regelen voor een week en ik ben eerlijk gezegd erg benieuwd hoe Alanya zal zijn. We nemen afscheid en ik print de vluchtgegevens uit.

Meteen na het weekend vraag ik verlof aan op mijn werk en gelukkig is het geen enkel probleem. De tijd kan me niet snel genoeg gaan. Ik kijk reikhalzend uit naar de dag dat Manon en Thomas weer terugkomen van hun huwelijksreis want dat betekend dat ik dan bijna mag vertrekken. Manon had me al ge-sms’t dat Thomas haar had meegenomen naar Marokko en ik ben ook zeer benieuwd naar hun verhalen.

Gelukkig gaat de tijd snel voorbij en voor ik het goed en wel besef zit ik bij hen in de huiskamer te kijken naar het bruinverbrande gezicht van Manon en te luisteren naar de enthousiaste verhalen van het pas getrouwde stel. Ze hebben een geweldige rondreis gemaakt en ik bedenk me dat ikzelf Marokko misschien ook wel leuk zou vinden. Ware het niet dat ik telkens vakanties naar Turkije boek. Als Thomas even naar de keuken is om meer wijn te halen, vertel ik Manon dat ik over 2 dagen ook vertrek. Op vakantie. Naar Turkije. Ze kijkt me even lachend aan en vraagt dan bezorgt: “ Toch niet naar Ali toe he?!” Ik schud mijn hoofd en zeg: “ uhm, nee, niet naar Ali. Ik heb afgesproken met Bülent…” Het is even stil en Manon kijkt me onderzoekend aan.

“Is Bülent niet de beste vriend van Ali? De jongen die zich voordeed op MSN als Ali…” Ik schud mijn hoofd om haar op te laten houden met praten en ik zucht verontschuldigend. Ik onderbreek haar: “ Ja ik weet het. Ik weet het. “ En dat klopt. Mijn verstand weet dondersgoed wie Bülent is en dat het ronduit absurd is om hem te gaan opzoeken. Ik bedoel, wat weet ik nu helemaal van hem?

Maar gelukkig komt Manon naast me zitten, geeft me een knuffel en zegt: “ nou meis, Ik hoop dat je bij hem vindt wat je zoekt.” Ik hoop het ook…

Later die avond nemen we afscheid en ik fiets terug naar huis. Ik denk na over de woorden van Manon en vraag me af wat het dan is dat ik zoek? Ja, wat zoek ik toch? Ik heb het toch prima zo. Wat zoek ik nou in een Turk in Turkije? Het lijkt bij voorbaat al gedoomd te mislukken. Maar ik schud mijn hoofd en besluit dat als ik het niet probeer, ik alleen maar spijt kan krijgen en me altijd af zal vragen hoe het zou zijn geweest als… wie niet waagt wie niet leeft!

En zo vind ik mezelf terug in weer een vliegtuig. Onderweg naar Turkije. Het is benauwd in het toestel en de zenuwen gieren door mijn keel. De piloot heeft de daling al ingezet en de vlinders fladderen door mijn buik. Allerlei vragen tollen door mijn hoofd. Wat moet ik tegen Bülent zeggen als ik aankom? Moet ik hem zoenen? Wat nou als ik het na 1 dag helemaal beu ben? Ik spreek mezelf weer vermanend toe. Ik ben een jonge vrouw. Ik heb mijn creditcard bij me, als het me niet bevalt, zit ik op het eerste het beste vliegtuig terug naar NL of zoek ik gewoon een ander hotel. Ik red me wel.

Ik voel me sterker en besluit gewoon te gaan genieten. Ik haal een paar keer diep adem en voor ik het weet staan we weer aan de grond en taxiet het vliegtuig naar de juiste plaats. De frisse ochtendlucht is overweldigend. Het is al vrij warm buiten en de lucht kleurt licht blauw. Een beetje stram van het lange zitten, strompel ik de vliegtuigtrap af. Ik volg de mensenmassa naar het juiste loket en ik haal wederom een visum voor mijn paspoort. De hoeveelste keer is dit inmiddels?

Als ik aankom lopen ligt mijn koffer al op de bagage band en ik pluk hem er vanaf. Ik loop naar links, naar de uitgang. Okey… hier gaat ie dan! Op internet had ik al menig verhaal gehoord van de dames die terug gingen naar Turkije om hun vriendje op te zoeken en dan een ‘schuifdeuren’moment beleven. En hier ben ik dan, dit wordt mijn schuifdeuren moment. Ik haal nog een keer diep adem en loop dan naar voren. De deuren schuiven open en ik word overweldigd door een massa schreeuwende Turken. Vliegensvlug schieten mijn ogen over de menigte en dan zie ik achteraan Bülent staan. Hij staat op zijn tenen van het ene been naar het andere te wippen. Ik loop op hem af.

Ik merk dat ik glimlach. Nee, ik straal. Hij ziet er anders uit. Zijn haar is korter maar het is onmiskenbaar Bülent. Hij spreidt zijn armen en ik laat me omhelzen. Hij voelt warm en stevig. En vertrouwd. Hij draagt een winterjas en een trui. Nu duwt hij me van zich af om me aan te kijken. Ik grijns nog steeds als een idioot. Hij zoent me 3 keer op de wang en zegt dan: Welkom in Turkije. Ik grijns nog steeds. Ik heb nog geen woord gezegd.

Hij vraagt of ik meeloop en hij neemt me mee naar buiten, naar een auto. Die staat te wachten en de man die erbij staat heft zijn hand even op als begroeting. Ik knik naar hem. Bülent gooit mijn koffer in de achterbak en opent het achterportier voor me. Ook de man stapt in en als we alle drie zitten, rijden we weg. Bülent vertelt dat dit een vriend van hem is uit Alanya en hij stelt hem voor als Özgür. We rijden nu weg van het vliegveld en ik neem aan richting Alanya. Bülent zit naast me op de achterbank en zit me de hele tijd aan te kijken. Met een grote grijns. Ik grijns terug en ik voel hoe Bülent mijn hand vast pakt. Hij knijpt erin. Hij zegt dat hij nooit gedacht had dat ik echt zou komen. Voor hem. Ik kijk hem lachend aan en zeg dat ik toch had gezegd dat ik zou komen…?

Hij knijpt steviger in mijn hand en zegt alleen maar “ Ja.” We rijden nu over de snelweg en ik kijk naar buiten. Elke keer als ik naar Bülent kijk, dan zit hij naar mij te kijken. Ik begin me een beetje ongemakkelijk te voelen maar als ik de grote grijns van Bülent zie, dan bedenk ik me maar dat het goed is. Ik heb de blauwe sjaal met de zilveren sterren om en Bülent wrijft over de stof. Hij buigt zich naar mij toe en even voel ik een paniek golf als ik me bedenk dat hij me gaat kussen, hier in de taxi. Maar dat doet hij niet, maar in plaats daarvan ruikt hij aan de sjaal. Hij verzucht dat die naar mij ruikt. Ik grijns nog breder.

Dan laat hij mijn hand los en snel veeg ik het zweet af aan mijn spijkerbroek. Bülent grijpt in zijn binnenzak en haalt er een pakketje uit. Hij geeft het aan me en zegt: “ Alsjeblieft, voor jou. Een welkomst cadeautje.” Ik voel de blik van Özgür op me gericht als ik het cadeau papier van het pakje lostrek. Er ligt een groot doosje in mijn handpalm en als ik het openmaak zie ik een ketting, een ring en twee oorbellen liggen. Allemaal in dezelfde wit met zilveren stijl. Ze zijn prachtig en als ik opkijk naar Bülent zie ik dat hij me verwachtingsvol zit aan te kijken. Er breekt weer een lach door op mijn gezicht en ik zie hem opgelucht ademhalen. Ik omhels hem en bedank hem voor het mooie cadeau.

Ikzelf heb ook een cadeautje meegenomen, maar die zit in mijn koffer en Bülent wuift het weg met zijn hand. Dat komt wel. Hij houdt nu mijn hand niet meer vast maar hij streelt de bovenkant van mijn hand met zijn vinger. Het is een prettig zacht gevoel. We praten wat over de omgeving en zijn laatste weken in het leger. Hij ziet er moe uit en hij is ook opgelucht dat het erop zit. Hij blijft maar herhalen dat hij nu een vrij man is! Ik vraag hem of hij al plannen heeft voor de zomer, maar hij haalt zijn schouders op en zegt dan: “ Eerst deze week, dan zien we wel verder.”
Glimlachend staar ik naar buiten.

De rit duurt lang maar dan rijden we eindelijk Alanya binnen. Het is rustig op straat en we rijden langs het strand. Behendig stuurt Özgür de auto door enkele straatjes en dan staan we eindelijk stil. We zijn niet ver verwijderd van het strand en we staan voor een groot appartementen complex geparkeerd. We stappen allemaal uit en Bülent haalt mijn koffer uit de kofferbak. Hij en Özgür spreken kort met elkaar in het Turks en dan schudt Özgür mij de hand en zegt: “Nice to meet you. I see you later.”

Bülent is al bijna het appartementen complex binnengegaan en ik loop snel achter hem aan. We begroeten de man bij de receptie en Bülent wordt gekust en op de schouders geklopt. Ik krijg een hand en al snel lopen we naar boven. We verblijven op de 1e verdieping van dit complex en even later zie ik dat we aan de voorkant zitten. Vanaf het balkon kun je nog net de zee zien.

We gaan het appartementje binnen en het eerste wat me opvalt, is dat het zo ontzettend ruim is. We hebben een woonkamer, een balkon, een keukentje, een aparte douche en wc en een ruime slaapkamer. Alles is schoon en ruim. Bülent zet mijn koffer in de slaapkamer neer en Bülent zet zijn tas in de woonkamer neer. Hij wijst naar de slaapkamer en zegt: “ Jij mag de slaapkamer hebben, ik slaap wel hier.” En hij klopt daarbij op de bank in de woonkamer. Als ik een blik in de slaapkamer werp, zie ik dat het een groot tweepersoonsbed is. Ik knik langzaam.

Een beetje onwennig sta ik in de slaapkamer enkele kleren uit te vouwen en ik hang een bloesje op een hangertje. Ik ben me vaag bewust van het feit dat Bülent in de kamer naast me aan het rondscharrelen is. Ik trek even een ander shirt aan en duw de deur een beetje toe. Ik voel me wat ongemakkelijk over het feit dat Bülent misschien zo binnen kan komen lopen en me dan half naakt kan aantreffen. Snel trek ik het schone shirt over mijn hoofd. Ik werp een blik in de spiegel en loop dan naar de woonkamer.

Bülent is als een gek alle kastjes en deurtjes en lades aan het openen in het keukenblok. Ik vraag of hij het kan vinden en zonder antwoord te geven steekt hij zijn hoofd in een kastje. Het ziet er zo grappig uit dat ik in de lach schiet en nu merkt Bülent mij pas op. Ik vraag: “ Zoek je soms iets?”
“ Nee,” zegt Bülent, “ Ik kijk alleen maar wat we allemaal hebben.” Grinnikend laat ik me op de bank ploffen. Nu draait Bülent zich ook om en komt weifelend om me af lopen. Ik kijk hem met een schuin hoofd aan, wat gaat hij nu weer doen? Hij gaat op de andere stoel zitten, ver bij mij vandaan.

Zojuist zaten we nog in de auto van Özgür tegen elkaar aan en hield hij mijn hand vast. Nu doet hij net alsof we voor het eerst kennis maken. Hij springt weer op en gaat dan meteen weer zitten. Verontwaardigd kijk ik hem aan. Dan schuift hij dichterbij en pakt mijn hand. Met zijn duim wrijft hij over mijn handpalm en hij kijkt naar de grond. Ik zeg: “Bülent…? Is alles in orde? Is er soms iets?” Nu kijkt hij me eindelijk aan en schraapt zijn keel en begint een beetje zachtjes en hakkelend te praten. “ Nou,” begint Bülent, “ Ikke… Ik wilde zeggen dat ik je heel erg leuk vindt, enneuhm… ik wilde daarom vragen of je een keer met me uit zou willen gaan?”

Hij laat mijn hand los met een zwier, alsof hij zich zojuist gebrand heeft en hij schuifelt heen en weer met zijn schoenen. Ik kan het niet helpen en een lach ontsnapt uit mijn keel. Vraagt hij me nu echt uit? Ik ben hier nota bene voor hem!! Dat zeg ik hem ook, maar dan kijkt Bülent me weer aan en zegt dan: “ Ja, okey, maar ik wil het op de juiste manier doen. Niet dat we over 30 jaar aan onze kleinkinderen moeten vertellen dat opa Bülent hun oma meteen de 1e dag besprongen heeft.” Hij moet zelf lachen om het idee en ik weet nu even niet meer of hij het meent of niet.

Maar ik kan mijn lachen niet inhouden en gelukkig is de verlegen Bülent weer verdwenen. Samen lachen we om het idee. Hij springt nu bovenop me en begint als een hond tegen me aan te rijden en schreeuwt: “ Owh baby, I want you.” Ik gier het uit van het lachen want het is echt te maf voor woorden. Toch probeer ik hem van me af te duwen want ik geneer me ook een beetje. Lachend duw ik hem van me af en Bülent valt op zijn knieën op de grond. Hij stopt met lachen en pakt nu mijn hand vast.

Het ene moment word ik besprongen en het andere moment zit hij op zijn knieën op de grond voor me. Oeps… Maar Bülent’s gezicht betrekt en hij zegt: “Maar ik meen het serieus. Ik wil het goed doen. Wil je met me uit vanavond?” Ik maak bijna een grapje in de trant van: wat moet ik anders vanavond, maar ik merk dat Bülent het echt meent, dus ik knik en zeg hem dat ik dat erg leuk zou vinden. Lachen staat Bülent op en hij trekt me van de bank. We gaan boodschappen doen.

2 minuutjes lopen van ons appartementje zit een Migros supermarkt en we lopen samen naar binnen. We hebben niet veel nodig, want Bülent zegt niet te willen koken maar wat te drinken en een ontbijtje voor morgen kan nooit kwaad. Ik moet lachen, want ik ben op vakantie in Turkije, maar toch doe ik meteen iets heel alledaags, wat ik in Nederland ook zou doen. Ik moet zeggen dat ik het helemaal niet erg vindt. Samen lopen we langs de schappen en ik geef mijn ogen flink de kost. De groenten afdeling was al een waar feest voor het oog met dieprode tomaten en felgekleurde paprika’s. Zo mooi zien ze er in Nederland niet eens uit op de markt!

We kopen wat kaas en worst en nemen wat koffie en sap mee. We lopen langs eindeloze rijen met cornflakes en koekjes. Bülent trekt me weg bij de afdeling met 100 verschillende soorten baklava en gehypnotiseerd kijk ik naar de grote glazen zuilen vol met noten en pinda’s. Wow, wat een paradijs! Het is maar goed dat ik maar een weekje blijf, anders zou ik binnen no-time helemaal dichtgegroeid zijn door al dat lekkers. Bülent verzekert me ervan dat hij me wel genoeg lichaamsbeweging zal geven om dat te voorkomen. Even sta ik stil of ik die opmerking wel goed gehoord heb, maar Bülent loopt al door, alsof hij niets gezegd heeft.

Ik moet wel een beetje lachen, want die brutale zinspelingen vind ik eigenlijk wel interessant. We hebben het er helemaal niet over gehad. Of we in 1 bed zouden slapen, hij heeft me ook niet gezoend, behalve de drie welkoms zoenen op mijn wang en hij heeft aangegeven in de woonkamer te zullen slapen. Ook gaan we vanavond uit… Blijkbaar. Ik ben zeer benieuwd.
Die dag lopen we na het boodschappen doen over het strand. We zitten wat in het zonnetje en lachen om de Duitse toeristen die in bikini en zwembroek in maart op het strand liggen. We praten vooral veel. Over mijn leven in Nederland en de verschillen met Turkije. Ik duik nog even een internetcafé in om een mailtje te sturen naar het thuisfront dat alles goed is en de dag vliegt voorbij. Om 6 uur zijn we weer terug in ons appartementje en Bülent geeft aan dat hij me om 7 uur zal op komen halen.

Terwijl ik mijn koffer verder uit pak en zit te dubben wat ik aan zal trekken, heeft Bülent al gedoucht. Als hij uit de badkamer kom, gluur ik even kort de gang in om te zien of ik een glimp van hem kan opvangen maar ik hoor alleen zijn slippers op de plavuizen. Tot mijn verbazing is het een erg fijne douche en ik neem rustig de tijd om me op te tutten. In mijn slaapkamer, hijs ik mezelf in mijn favoriete spijkerbroek en ik draag een geel vestje. Ik ben nog bezig met mijn haar als ik ineens een deurbel hoor. Verbaasd steek ik mijn hoofd om de deur, en kijk waar Bülent is, maar ik zie hem nergens.

Nu wordt er aangeklopt en ik schrik een beetje, aangezien ik vlak naast de voordeur van ons appartementje sta. Ik gluur door het kijkgaatje maar zie niets. Ik besluit maar open te doen. Allicht is het Bülent die even naar buiten of beneden is geweest. Als ik de deur open heb gedaan, val ik bijna stijl achterover van verbazing. Bülent staat voor de deur met een bosje bloemen in zijn handen. Hij steekt ze triomfantelijk naar mij uit. Ik weet van verbazing niets te zeggen, maar Bülent vraagt heel formeel of hij binnen mag komen. Verbaasd doe ik een stap opzij.

Bülent ziet mijn verbaasde gezicht en ik zie aan zijn glinsterende ogen dat hij het zelf een goede grap vindt. Ik schud vragend mijn hoofd en hij zegt: “ We hebben toch een date? Ben je bijna zover?” Ik zeg dat ik zo klaar ben en duik snel de slaapkamer weer in. Ik doe mijn oorbellen in en ik hoor Bülent vanuit de gang zeggen dat hij ook nog wel even kennis wil maken met mijn vader, als die ook hier zou zijn. Hij voert het wel erg ver door! Maar ik moet ook wel een beetje lachen. Ik vroeg me al af hoe hij het zichzelf had voorgesteld om met mij uit te gaan, als we al in hetzelfde appartementje verblijven, maar ik moet zeggen, hij slaagt er goed in om het op een officiële date te laten lijken.

Als ik eenmaal de slaapkamer uit komt, steekt hij zich arm door de mijne en zegt: “ Zullen we?” Lachend lopen we de deur uit. Bülent neemt me die avond mee naar een sjiek hotel met een restaurant op het dak. We kijken over Alanya uit terwijl we zitten te eten. We bestellen wijn en er staat een kaars op tafel tussen ons in. Ik moet zeggen dat het allemaal uitermate romantisch is. Bülent maakt de hele avond door complimentjes en raakt telkens mijn hand aan, dan weer mijn schouder of mijn wang. Ik weet niet of het door de wijn komt, of door de atmosfeer maar langzaam zweef ik weg.

We praten over van alles. Over het eten, over de bediening hier, over de andere gasten. Over dit soort hotels en over Alanya. We praten over Bodrum en mijn vakanties daar. We hebben luchtige grappige gesprekken en we plagen elkaar tussendoor de hele tijd. Onderwerpen als het leger, zijn ouders of Ali komen niet ter sprake en ik vind het ook absoluut niet erg! Ik geniet van de romantische sfeer en ik ben helemaal geobsedeerd door de donkere ogen van Bülent en zijn zachte lippen en alle woorden die daar vanaf rollen.

Na het eten lopen we langs het strand terug naar ons appartementje en eten onderweg een ijsje. We lopen dicht naast elkaar. Als ik mijn ijsje op heb, zegt Bülent: “Kom, geef me je hand,” en zo lopen we stilletjes hand in hand verder. Ik weet even niet meer zo goed wat te zeggen. Ik vraag me af wat het betekend dat we hand in hand lopen. Ik weet dat ik dat vooral NIET moet vragen want dan verpest ik de hele sfeer. Ik weet verder even niets meer te zeggen en dus zeg ik maar niets. Bülent zwijgt ook. Hij wrijft weer zachtjes met zijn duim over mijn hand. Ik glimlach in het donker.

Als we bijna bij ons appartement zijn, laat Bülent mij voorgaan. Ik loop voor hem de trap op en Bülent laat mijn hand los. Voor de deur wacht ik, aangezien Bülent de sleutel heeft, maar hij maakt geen aanstalten om de deur open te doen en naar binnen te gaan. Ik voel me een beetje onzeker, aangezien ik geen flauw idee heb wat Bülent van plan is. De spanning is voelbaar. Bülent staat nu heel dichtbij en zegt zachtjes: “ Zo…”

Ik kijk hem aan en probeer zijn gezicht te lezen. Nu pakt Bülent wederom mijn hand vast en voordat ik er erg in heb, leunt hij tegen me aan. Ik ruik zijn aftershave en zijn gel. Ik voel de warmte die door zijn kleren straalt. Ik slik een keer. Het trappengat is niet bijster goed verlicht, maar hij is zo dichtbij dat ik de flikkering in zijn ogen kan zien. Het enige dat ik nog hoor is een stem in mijn hoofd die zegt: “ hij gaat me zoenen- hij gaat me zoenen- hij gaat me zoenen.” Bülent buigt nog verder naar voren en terwijl hij een zoen op mijn ene wang plant, zegt hij: “ Ik vond het heel erg gezellig.” Hij draait zijn hoofd en zoent me op de andere wang. “ Moeten we vaker doen.” En geeft me een derde zoen. Deze is verdacht dichtbij mijn mond en ik voel een klein stukje van zijn lippen.

Nu leunt Bülent ietsje naar achteren en we kijken elkaar in de ogen. We zeggen niets maar kijken alleen maar. Zijn donkere wimpers rond de donker bruine ogen. De flikkering in zijn pupillen. En dan, dan buigt hij eindelijk voorover en zoent me. Eindelijk! Ik voel zijn lippen op de mijne. Warm en klam. Ik voel zijn tong die langs mijn tanden glijdt en mijn tong zoekt. Hij zoent zacht en lief. Ik zoen terug. Uiteraard. Ik voel hoe hij meer tegen me aanleunt en er ontsnapt ineens een hele zwerm aan vlinders. Ze fladderen door mijn buik, richting slokdarm en door mijn keel. We staan zo te zoenen en het is heerlijk… Maar veels te kort! Al gauw laat Bülent me los en geeft me nog een laatste zoen op mijn mond. Hij glimlacht. Een beetje verlegen glimlach ik terug.

Vervolgens stapt Bülent bij me vandaan, doet de deur open en zwaait de deur van ons appartement voor me open: “ Na u,” zegt Bülent met een wijds gebaar. Ik loop langs hem heen en ga ons appartement binnen.

:wub: :wub:

Bülent loopt achter me aan ons appartement binnen en ik leg mijn tasje op de tafel in de woonkamer. Ik voel dat mijn wangen gloeien en ik moet me inhouden om Bülent niet te omarmen en hem te zoenen. Maar tot mijn verbazing loopt Bülent langs me heen en doet alle lichten in ons appartementje aan en vraagt of ik ook wat drinken wil.

De gloed op mijn wangen verandert van verlangen naar schaamrood. Door het felle tl-licht is de sfeer weg. Bülent pakt een biertje en ik krijg een glas cola. Het is nog te koud om buiten te zitten en dus ploffen we op de bank in onze woonkamer. Ik weet even niet zo goed wat ik moet zeggen en staar voor me uit. Ik voel me raar en verward. Het ene moment sta ik met mijn date te zoenen bij de voordeur en het andere moment zit ik met hem op de bank maar is alle romantiek verdwenen. Ik slik nog een keer. Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. Wat is er mis met mij? Bülent heeft de televisie aangezet en zapt van het ene kanaal naar het andere. Alles is in het Turks dus ik begrijp er niets van en doe ook geen moeite om het te volgen. Weer voel ik de tranen achter mijn ogen prikken en ik merk dat het komt omdat ik zo moe ben.

In een teug drink ik mijn glas leeg en sta op. Ik leg een hand op Bülent’s schouder en zeg: “Ik ga slapen, welterusten.” Zonder hem verder aan te kijken loop ik naar de badkamer. In de badkamer kijk ik naar mijn eigen spiegelbeeld en weer zie ik alles wazig worden. Wat is er toch met die tranen?! Het zal wel komen omdat ik zo moe ben, denk ik, en dat ik natuurlijk behoorlijk zenuwachtig was tijdens de reis hiernaartoe. In de slaapkamer schop ik mijn schoenen uit, als er op de deur geklopt wordt.

Ik loop naar de deur en doe hem open. Bülent staat tegen de deurpost geleund. Hij vraagt: “ Is alles okey?” Ik knik, natuurlijk is alles niet okey, maar ik weet niet hoe ik dat aan Bülent duidelijk moet maken. Ik leun tegen de deur en Bülent leunt tegen de deurpost. Ik voel dat er weer een spanningsveld tussen ons groeit en er fladdert weer een meute vlinders door mijn buik. Bülent pakt mijn handen en kijkt me aan. Ik kan nergens anders naar kijken dan naar zijn donkere ogen. Wat is hij eigenlijk toch mooi, hoor ik mezelf denken, maar mijn gedachtes worden overstemd door de stem van Bülent. Hij zegt dat hij me een fijne vakantie wil geven. Hij zegt dat hij me nergens toe wil dwingen en dat hij wil dat ik me veilig en vertrouwd voel in ons appartementje. Ik knik, dat doe ik ook. Bülent komt nu dichterbij en sluit me in zijn armen. Ik voel zijn warme adem in mijn hals en zijn stem bereikt mijn oor: “ wat gebeurd gebeurt wel. We doen het gewoon rustig aan. Het komt vast wel goed.” Alsof hij niets gezegd heeft, laat hij me weer los en zegt: “ Ga maar lekker slapen, het was een lange dag voor jou.”

Ik knik. Ik krijg een kus op mijn wang en voordat ik er erg in heb, is Bülent uit mijn kamer verdwenen en is de slaapkamerdeur weer gesloten. Ik kleed me uit en glijd tussen de lakens. Binnen enkele seconden ben ik vertrokken…

Ik word de volgende ochtend wakker van het zonlicht dat door een kier in de gordijnen op mijn bed schijnt. Ik rek me eens rustig uit en voel me uiterst ontspannen. Ik luister naar de geluiden om me heen en er heerst absolute stilte om me heen. Ik hoor nergens water lopen of kinderen spelen. Ik hoor ook niets uit de woonkamer. Wat een heerlijke stilte. Ik rek me nog eens uit en bedenk me, dat ik toch wel erg gezegend ben om hier weer te zijn. Bij uitstek mijn favoriete land! Ik voel me een gelukkig mens dat ik op vakantie kan gaan.

Ik besluit op te staan en schuifel richting het raam. De zon is al best warm maar ik kan niet echt bepalen hoe laat het is. Ik doe mijn slaapkamerdeur open en kijk de gang in. In de woonkamer is het nog donker maar ik zie Bülent toch rechtop op de bank zitten. Hij begroet mij en ik loop naar hem toe. Hij zit met de gordijnen dicht televisie te kijken. Het geluid van de televisie staat uit en ik vraag hem wat hij aan het doen is. Bülent antwoordt: “Ik wilde je niet wakker maken. Heb je lekker geslapen!?” Ik knik met een grote glimlach op mijn gezicht en vraag hem hoe laat het is.

Ik schrik als het al half 11 is voel me schuldig dat Bülent al die tijd zich niet heeft durven verroeren. Hij haalt zijn schouders op en zegt dat hij het helemaal niet erg vond. We besluiten ontbijt te maken en we gooien de gordijnen open. Ik ga mezelf even wassen en aankleden en Bülent gaat brood halen. Op hetzelfde moment staan we weer in de keuken. Hij met brood en ik wakker. We maken samen ontbijt. Bülent gooit een stel eieren in de pan en ik snij een stel tomaten aan plakjes. We zeggen niet veel maar ik kijk wel telkens opzij naar Bülent. Als hij dan ziet dat ik naar hem kijk, grijnst hij breed en moet ik ook weer lachen.

We gaan buiten op het balkon zitten en genieten van ons ontbijtje. Het is heerlijk! Vers brood, verse koffie en een heerlijke ochtend zon. Of beter gezegd, bijna middagzon. Bülent vraagt me wat ik vandaag wil gaan doen en terwijl ik net een hap van mijn brood neem, haal ik mijn schouders op. Als ik eenmaal uitgekauwd ben, zeg ik dat ik niet zo goed weet, wat er te doen is. Bülent stelt voor om naar de burcht te gaan. Ik knik. Ik vind het allemaal best.

Na het ontbijt ruimen we snel af en zetten alles in de gootsteen. Ik doe gauw andere schoenen aan en voor we het weten zijn we onderweg. Het is een mooie stralende dag, strakblauwe hemel en het zonnetje schijnt. Maar het is maart en ik denk dat het ongeveer 18 graden is. Ik vind het lekker en aangenaam, maar Bülent twijfelt of hij een dikke trui aan zal doen. Gelukkig laat hij hem thuis, want al snel krijgen we het warmer en warmer als we de weg omhoog lopen naar de burcht. Het wordt steiler en steiler en we kronkelen naar boven. In het begin kletsten we over koetjes en kalfjes, maar hoe hoger we komen, hoe meer ik me moet concentreren op de weg omhoog.

Ik heb echt een conditie van 0.0 en ik zwoeg me een weg naar boven. Halverwege komen we langs een restaurantje en daar drinken we wat met uitzicht op de haven. Ik kom langzaam weer een beetje bij, maar zie nu nog meer op tegen de rest van de weg naar boven, maar als Bülent voorstelt om weer naar beneden te gaan, weiger ik. We zijn nu al zo ver gekomen!! Als we weer een beetje zijn bijgekomen, gaan we weer op pad. Maar na 100 meter staat het zweet me alweer op het voorhoofd. Gelukkig passeert ons een auto en de bestuurder vraagt aan Bülent of we misschien mee willen rijden naar boven. Bülent kijkt kort naar mij en knikt dan naar de bestuurder.
En zo rijden we prinsheerlijk op de achterbank mee naar boven. De man en Bülent praten in het Turks en ik kan eindelijk van het uitzicht genieten. Tegen de tijd dat mijn hartslag weer haar normale ritme te pakken heeft, zijn we boven. De man parkeert de auto en we bedanken hem hartelijk. Hij levert wat plastic tasje af bij een van de verkopers voor de burcht en we nemen afscheid.

We lopen door de burcht en genieten van het uitzicht. Ik neem een paar foto’s maar het merendeel van de tijd zitten we op een muurtje, te kijken over zee. Elke keer als Bülent mijn blik vangt straalt een glimlach op zijn gezicht en ondanks de inspannende tocht naar boven, voel ik me intens gelukkig. We zitten op het muurtje en we praten de hele tijd. Over het leven, over de liefde, over hoop en dromen. Het is raar, maar op de een of andere manier vertel ik Bülent alles. Over mijn verleden, het heden en de toekomst. Hij luistert en knikt. Soms onderbreekt hij me voor een vraag en een andere keer, zegt hij niets maar geeft me een kneepje in mijn hand. Ook Bülent praat veel. Over zijn ouders en zijn jeugd in Nederland. Over zijn eerste vriendinnetje en de vriendjes van zijn zusje.

En hij praat over Ali. Ik slik een keer. Wil ik dit wel horen? Moeten we het nu echt over Ali hebben. Bülent vertelt dat Ali als een broer voor hem is en dat hij vanaf hun eerste ontmoeting voelde, dat ze vrienden voor het leven waren. Ik knik, ook al weet ik niet hoe dat voelt. De vrienden in mijn leven, komen en gaan. De een blijft wat langer dan de andere, maar vrienden voor het leven? Ik zou niet weten hoe dat voelt. Als Bülent eventjes zwijgt, slik ik een keer flink en besluit hem dan te vragen wat ik al een tijdje wil weten. Ik schraap mijn keel en vraag Bülent wat Ali ervan vindt dat ik hier ben, met hem.

Mijn blik blijft op Bülent gericht, maar Bülent blijft over zee staren. Hij zegt een hele tijd niets en ik wacht gespannen op antwoord. Heb ik het verkeerde gevraagd? Had ik dit niet moeten oprakelen? Maar uiteindelijk verbreekt Bülent zijn zwijgen en haalt zijn schouders op. “ Volgens mij vind Ali het best, maar wat vind jij er eigenlijk van dan? Volgens mij heb jij er meer moeite mee dan Ali of ik…?” Nu kijkt Bülent me recht in de ogen aan en ik voel dat mijn wangen warm worden.

Ook ik haal mijn schouders op en ik zeg: “ Ik weet het niet. Voor mij is het wel raar ja…” Bülent vraagt me of ik nog iets voor Ali voel en ik antwoord hem eerlijk dat ik een beslissing heb genomen, maar hem daarna niet meer gezien heb. Ik voeg bovendien toe, dat Ali en ik geen toekomst hebben en dat ik maar moeilijk kan vergeten dat Ali Bülent voor zich heeft laten spreken op MSN. Nu haalt Bülent zijn schouders op. Hij zegt dat de dingen nu eenmaal gegaan zijn zoals ze gegaan zijn. Ik merk dat ik een beetje geïrriteerd word. Voor mij is dit een belangrijk punt waar ik toch best wel mee zit, maar zowel Bülent als Ali doen het af als een kleinigheidje.

Ik merk dat mijn stemming om dreigt te slaan en ik staar naar het blauwe water van de zee. Bülent pakt mijn hand weer vast en wrijft met zijn duim over mijn hand. Op de een of andere manier word ik hier rustig van en ik ontspan weer een beetje. “Weet je,” zegt Bülent, “ we kunnen het verleden niet meer terugdraaien. Het enige dat telt is dat jij hier nu bent en dat ik hier nu ben. Voor de rest is het allemaal niet belangrijk.”
Ik laat de woorden even op me inwerken en ik kijk naar de oneindige golfjes van de zee. Ik knik langzaam. Ja, misschien heeft Bülent wel gelijk. Ik moet gewoon genieten van dit moment, en wat er verder gebeurd, dat zien we dan wel weer.

Zonder dat er erg in hebben, is de middag voorbij gegleden. We lopen langzaam naar de uitgang en als we weer langs de parkeerplaats lopen, wordt er naar ons getoeterd. Het is de man die ons ook een lift naar boven heeft gegeven en hij gebaart naar ons. Bülent laat mijn hand los en loopt op de man af. Als ze kort gepraat hebben, wenkt Bülent mij en ik loop richting de parkeerplaats. Bülent legt uit, dat de man op ons gewacht heeft, en ons wederom een lift aanbiedt. Dit maal naar beneden. Ik voel me een beetje opgelaten maar als ik me bedenk dat we nog een flinke wandeling naar beneden te gaan hebben, knik ik blij. Bülent en ik nemen weer plaats op de achterbank. De man knipoogt naar me via de achteruitkijkspiegel.

Bülent en de man praten in het Turks en ik kijk weer uit het raam naar buiten. Er is een lichte sluiter aan wolken de baai binnen gedreven en onder ons zie ik ontelbare kleine bootjes in het water dobberen. Als we onderaan aankomen, bij de doorgaande weg vraagt de man aan Bülent of hij ons thuis af moet zeggen. Bülent vertaalt voor mij, maar we besluiten om het laatste stukje terug naar huis te lopen. Dan richt de man zich tot mij en vraagt in het Engels aan mij, of we dan vanavond bij hem en zijn familie willen komen eten. Perplex kijk ik naar Bülent die naar me knikt. Ik knik naar de man dat het goed is. Bülent en hij beginnen nu druk in het Turks te overleggen en als ze uitgepraat zijn, stappen we uit.

Terwijl we teruglopen naar huis vertelt Bülent wat de man allemaal verteld heeft. De man heeft een dochtertje van 14 jaar oud dat heel erg goed is op school. Ze mocht meedoen aan een uitwisselingsproject op school. Ze zou dan een weekje naar Engeland mogen om daar bij een gastgezin beter Engels te kunnen leren en als uitwisseling zou er dan ook iemand uit Engeland bij hen een week in huis mogen komen. Maar helaas had het gezin niet genoeg geld gehad om mee te kunnen doen aan het project en het meisje was helemaal in tranen geweest. Om het nu een beetje goed te maken bij zijn dochter, had de man ons vanavond uitgenodigd bij hem thuis, zodat ik Engels met het meisje zou kunnen spreken. Ik lach vertedert. Wat ontzettend lief!

Die avond klopt Bülent op de deur, terwijl ik zenuwachtig het zweet uit mijn handen afveeg aan mijn spijkerbroek. Zullen ze me wel aardig vinden? Wat moet ik zeggen? Ik heb niet veel tijd om erover na te denken, want de deur gaat met een zwieper open en in de deuropening staat een jong meisje. Ze heeft donker haar en draagt een roze jurkje. Ze springt van haar ene been op het andere terwijl ze van alles in het Turks roept. Ik kan het niet verstaan maar ze is uitermate enthousiast! Achter haar verschijnt de man van onze lift naar de burcht en hij duwt zijn dochter aan de kant. Hij omhelst Bülent en ik krijg een hand van hem. Bülent zegt tegen mij dat we onze schoenen uit moeten doen en ik zet mijn schoenen, keurig in het rek bij de andere schoenen voor de deur.

Op kousenvoeten lopen we de gang in. Overal liggen dikke tapijten op de laminaat vloer. Het meisje staat nu voor me en is opgehouden van links naar rechts te springen. Ze pakt mijn hand vast en zegt: “ Hello, how are you? My name is Aygul.” Ze schenkt me een prachtige glimlach en ik lach terug. Ik stel mezelf ook voor en complimenteer haar met haar Engels. Ik hoop maar dat ze me begrijpt aangezien ik natuurlijk geen Engelse ben, maar Aygul schijnt het niet te merken. De hele gang staat nu vol met familieleden en ik maak kennis met Ahmet en zijn vrouw, haar moeder en de tweeling jongetjes Metin en Engin. Ze kunnen amper lopen en houden zich vast aan de rokken van hun moeder. Ik hoop maar dat ik al die namen kan onthouden.

We worden de woonkamer ingeloodst en ik word op de bank neergepland. Oma gaat naast me zitten en ze grijnst naar me. Binnen no time heb ik een kopje met Turkse thee in mijn handen en staat er een heel dienblad met lekkers voor mijn neus. Bülent staat met Ahmet op het balkon te praten. Zijn vrouw houdt zich bezig met de jongens en Aygul heeft zich op de bank naast me geïnstalleerd en voert de ene vraag na de andere op me af. Hoe oud ik ben, waar ik woon, of ik nog naar school ga- net als zij- of een vriendje heb – net als zij- of ik Turkije leuk vindt, wat mijn lievelingskleur is. Ze ratelt maar door en ze wacht niet eens op antwoord. Ik moet zeggen dat haar Engels erg goed is, maar ze is zo opgewonden dat ze eindelijk Engels kan spreken, dat ze alle woorden die ze kent opnoemt. Ik moet lachen en luister geduldig.

Als ik mijn thee op heb, word ik verlost van de onophoudelijke woordenstroom van Aygul, omdat we gaan eten. Ik moet eerlijk bekennen dat ik me wat onwennig voel, aangezien ik nog nooit bij Turkse mensen thuis heb gegeten, maar iedereen doet alsof het de normaalste zaak van de wereld is en langzaamaan begin ik me op mijn gemak te voelen. Ahmet vraagt iets in het Turks aan Bülent en Bülent vertaalt dat dan weer naar het Engels voor mij en Aygul. Vervolgens antwoordt Aygul in het Engels, namens mij en Ahmet vertaalt dat weer naar het Turks voor zijn vrouw en schoonmoeder. Uiteindelijk zitten we allemaal te knikken, omdat we elkaar uiteindelijk wel begrijpen.

Het eten is werkelijk een feestmaal. Er is vers brood, dat iedereen gewoon met zijn handen afscheurt. Er gaat een grote schaal met vers gegrild vlees rond en overal staan schaaltje en bakjes met verse salade en gevulde tomaten. Ik probeer van alles wat. En elke keer als ik opkijk, geeft Bülent me vanaf de andere kant van de tafel een knipoog. Ik leer dat Aygul nu 5 jaar Engels leert op school en dat ze de beste is van haar klas. Trots vertelt ze dat ze een keer in de apotheek was en dat er toeristen waren, maar dat de apotheker niet begreep wat ze wilden en dat zij ze wel kon helpen. Ze vertelt ook trots dat ze, later als ze groot is, zoiets graag zou willen doen. Ze wil ook gaan reizen naar Engeland en Amerika, en Nederland uiteraard, verzekert ze me met een bemoedigend klopje op mijn hand. Ik moet erg om haar lachen.

Na het eten nemen we weer plaats op de bank en krijgen we weer thee. Ik durf niet te zeggen dat ik eigenlijk geen thee meer hoef, maar toch drink ik telkens een klein slokje. Oma gaat de tweeling naar bed brengen en Aygul zit nu tegen haar moeder aan op de bank. Zo wereldwijs maar toch nog een kind. Ahmet en Bülent praten in het Turks over de dingen die op het nieuws te zien zijn en ik zit gewoon te zitten. Normaal zou ik me opgelaten voelen of genegeerd, maar er heerst zo’n huiselijke sfeer, dat ik het helemaal niet erg vindt dat ik met niemand kan praten of de gesprekken die gevoerd worden niet kan verstaan.

Wel neem ik me voor, dat ik eenmaal thuis, me op ga geven voor een cursus Turks. De klanken klinken me zo vreemd in de oren en zou het niet fantastisch zijn als ik maar een klein beetje van de gesprekken zou kunnen verstaan? Aygul en ik zouden dan misschien volgend jaar elkaar met de taal kunnen helpen. Ik haar met haar Engels, en zij zou mij kunnen helpen met mijn Turks. Vanwege die gedachten moet ik glimlachen.

Later die avond, als Bülent en ik in het donker teruglopen naar ons appartementje, vraagt Bülent wat ik ervan vond. Ik zeg hem dat ik het heerlijk huiselijk vond, maar wel apart om bij volslagen vreemden de avond door te brengen. Ik zie dat hij glimlacht. Hij zegt dat hij dit soort huiselijke avonden heel erg mist. Hij pakt mijn hand steviger vast en plant er een zoen op. Ik hoor hem nog net mompelen, dat hij hoopt dat hij ooit weer zulke avonden zal hebben…

We lopen achterelkaar de trap op en Bülent opent de deur naar ons appartementje. Deze avond blijkbaar geen gezoen bij de voordeur en zwijgzaam volg ik hem. We strijken neer op de bank. Ik krijg van Bülent een glaasje wijn, terwijl hijzelf een blikje bier uit de koelkast pakt. We proosten met elkaar. Bülent zet de televisie aan en zoekt snel een kanaal met muziek op. Al snel heeft hij KralTV gevonden en hij zet het geluid bijna uit. Toch hebben we zo een beetje achtergrond muziek. Ik leun met mijn rug tegen hem aan en Bülent slaat een arm om me heen. Onze vingers spelen met elkaar.

Ik denk aan de avond en aan wat Bülent net zei. Zou hij zo’n huiselijke toekomst ook met mij willen? Zou zoiets mogelijk zijn. Het lijkt er nu al wel op, want we zitten saampjes op de bank en drinken wat. Ik moet glimlachen. Zijn vingers aaien mijn vingers en hij brengt ze naar zijn lippen. Ik voel zijn kussen op de vingerkootjes van mijn pink, ringvinger, middelvinger. Ik voel nu een kus in mijn hals en ik voel zijn lippen op mijn huid. Ik merk dat ik het warmer krijg en slik een keer. Ik kan zijn gezicht niet zien, aangezien ik met mijn rug naar hem toe zit, maar ik voel zijn adem in mijn nek. Ik voel zijn wang tegen mijn wang. Ik kruip nog iets dichter tegen hem aan. Ik sluit mijn ogen en adem eens een keer diep in.

Maar het wordt Bülent blijkbaar te warm, want hij gaat verzitten en gaat verder bij me vandaan zitten. Ik ga ook verzitten en kan hem nu weer aankijken. Bülent staat op en gaat een nieuw blikje bier uit de koelkast pakken. In het voorbijgaan plant hij een zoen op mijn kruin. Ik zucht een keer diep en kijk naar zijn rug terwijl hij naar de keuken loopt. Hoe lang houden we dit nu nog vol? Waarom geven we er niet gewoon aan toe? Ergens moet ik wel lachen. Hoe vaak heb ik wel niet in Turkije rond gelopen en het ene oneerbare voorstel na het andere gehoord? En hier zit ik dan, met een Turk die bij het minste of geringste teken van sensualiteit bij me weg loopt… Ik kan het maar moeilijk bevatten.

Als Bülent terugkomt, ben ik nog diep in gedachten verzonken. Bülent laat me schrikken door het koude blikje bier tegen mijn wang te drukken. Hij kijkt me lachend aan en zegt: “ Jij kunt wel wat afkoeling gebruiken!” Ik glimlach naar hem, maar vraag me ondertussen wel af, waarom ik zou moeten afkoelen als ik dat niet wil?! Maar ik kan niet lang bij die gedachten blijven hangen, want Bülent stelt voor om morgen een auto te huren en een stukje te gaan rijden. Naar Side bijvoorbeeld. Ik ben ook nog nooit in Side geweest, dus ik vind het allemaal prima! Lijkt me leuk! We spreken af om morgen vroeg op pad te gaan. Daar toosten we nog een keer op en niet lang daarna gaan we naar bed. Ik in de slaapkamer en hij wederom op de bank.

Alleen lig ik in bed. De lakens zijn fris en ik staar in het donker naar het plafond. Ik houd mijn adem in en luister naar de geluiden van de nacht. Misschien als ik stil genoeg ben, kan ik Bülent horen ademen of snurken, maar hoe hard ik ook probeer, het is volkomen stil in huis. Langzaam drijf ik weg en val in slaap.
De volgende morgen word ik wakker van mijn wekker en moet even heel diep graven waarom de wekker ook al weer gaat. Ik heb toch vakantie? Dan bedenk ik me, dat we afgesproken hadden om naar Side te gaan. Bülent en ik ontbijten snel met wat vers brood en kaas en uiteraard met koffie en dan lopen we Alanya in, op zoek naar een geschikte huurauto. Bülent weet wel een mannetje en binnen een half uurtje zijn we in het bezit van een rode Volkswagen Golf. Bülent regelt alle formaliteiten met de verhuurder en ik wacht buiten op hem, totdat we weg kunnen gaan.

Al snel komt Bülent aanlopen en we nemen plaats in onze auto. Bülent grijnst breed en zegt dat hij het altijd heerlijk vind om auto te rijden. We verlaten al snel Alanya en rijden via de kustweg richting Side. Onderweg kijk ik mijn ogen uit, na elke tunnel en na elke bocht is er weer een ander gezicht. Dan weer de zee met ruige rotsen of een breed strand, dan weer rijden we langs een luxueus vijf sterren hotel, waarvan ik de naam probeer te lezen. We stoppen onderweg bij 1 van de velen fruitstalletjes en kopen wat bananen en appels. De radio blèrt allerlei Turkse hits naar ons en we hebben de raampjes naar beneden. Bülent rijdt lekker door, maar niet zo hard als destijds in Antalya.

Dit is echt puur genieten. Elke keer kijk ik opzij naar Bülent en dan ziet hij dat ik naar hem kijk en breekt er op onze gezichten weer een brede glimlach door. Met een uurtje bereiken we Side en we rijden door allerlei opgravingen. De weg is smal en een enkele tegenligger kan ons nog maar net op tijd omzeilen. We parkeren op een parkeerplaats dicht bij het centrum. Bülent protesteert eerst dat we dan veels te veel geld moeten betalen om te parkeren, maar ik vind het wel een veilig en vertrouwd idee om onze huurauto goed achter te laten.

We lopen het straatje door richting het water. Links en rechts zijn allemaal winkeltjes met de luiken naar beneden. Een enkele winkeleigenaar is bezig nieuwe spullen uit te laden of de gevel te verven. Voor de rest is het stil en uitgestorven. We slenteren door de straatjes. Uiteindelijk komen we bij het water en de restanten van een tempel. De hemel is strakblauw en we maken enkele foto’s. Elke keer als ik een foto van Bülent wil maken, trekt hij weer een gekke bek en uiteindelijk geef ik het maar helemaal op.

We bezoeken ook het amfitheater en staan op de trappen naar beneden te kijken. Het is echt helemaal verlaten en samen zitten we een poosje voor ons uit te staren. Er is verder niet veel te zien en we lopen een rondje en ploffen uiteindelijk op het strand neer. Ik schop mijn schoenen uit en woel met mijn tenen door het fijne zand. Ik voel het zout van de zee op mijn lippen en ik zit met mijn tenen door het zand te woelen. Wat wil je nog meer?

We blijven de hele middag op het strand. Bülent loopt tussendoor een keer naar een tentje aan het strand en komt even later terug met twee ijsjes en wat te drinken. Bülent drinkt bier en ik krijg van hem een blikje cola. We leunen tegen elkaar aan en kijken naar de zee. Het is werkelijk een perfecte dag.

Als langzaam de kou via het zand onze lichamen bereikt, besluiten we op te staan en wat te gaan eten. We kloppen het zand van onze kleren en lopen hand in hand van het strand. Mijn huid trekt een beetje omdat het toch vrij zonnig was vandaag en we lekker een paar uurtjes in de zon hebben gezeten. Alleen zonder zonnebrand, aangezien ik die niet mee genomen heb. We lopen weer terug en strijken neer in een restaurantje. De eigenaar verwelkomt ons hartelijk en we krijgen een grote menukaart voor onze neus. Op twee Turkse mannen na, zijn wij de enige gasten.

Ik bestudeer de kaart en zie dat ze ook Izgara Kofte hebben, en ik besluit dat ik dat maar weer neem. Ik glimlach alweer bij de gedachte. Bülent neemt een kebab met aubergine of zoiets en we wachten geduldig op het eten. Bij het eten drinkt Bülent weer een biertje en ik tel gauw dat dit al de derde van vandaag is. Ik vraag hem of ik straks terug moet rijden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hier niet zo happig op ben, want autorijden in Turkije is toch iets anders dan in Nederland.

Bülent haalt zijn schouders op en zegt dan: “ Dat kan, maar we kunnen ook hier blijven…?” Ik kijk hem niet begrijpend aan, maar terwijl hij mijn hand over de tafel vast pakt, zegt hij dat we ook hier een hotelletje kunnen zoeken en hier kunnen overnachten. Ik wil net mijn mond open doen om bezwaar te maken dat dat zonde is van ons reeds betaalde appartementje in Alanya en hoe dat dan moet met de huurauto, als ik een ondeugende twinkeling in Bülent’s ogen zie. Ik hou al mijn bezwaren voor me en zeg dat dat inderdaad een optie is. Bülent knijpt in mijn hand en glimlacht breed. Dan wordt het eten geserveerd.

We zeggen niet veel tijdens het eten, maar kauwen en genieten. Wel maken mijn gedachten overuren. Zou Bülent echt bedoelen wat ik denk dat hij bedoelt? Ja, dat zal toch vast wel. Wel vind ik het iets wat vervelend dat ik dit niet van tevoren wist, want nu heb ik geen schone kleren bij. Niets! Ik besluit me er maar niet te druk om te maken, want het verandert toch niets. De andere optie is dat ik vanavond terugrijdt naar Alanya. Ik besluit dat een overnachting in Side nog helemaal niet zo’n slecht idee is.

Na het eten rekenen we gauw af, en we lopen hand in hand terug naar de auto. Dit keer rijd ik, maar niet zo ver. We rijden weg van het oude centrum en Bülent geeft aan waar ik rechts moet en waar ik door kan rijden. Het is rustig op straat en zonder kleerscheuren rijd ik de auto naar een klein hotelletje. Het ligt aan het strand en heeft een eigen parkeerplaats. Met een gerust hart laten we de auto achter. We lopen naar de receptie en wederom voert Bülent het woord. Het is erg rustig in het hotelletje en ik voel de ogen van drie mensen op me gericht. Allemaal willen ze weten wie we zijn en wat we komen doen.

Ik doe net alsof ik ze niet zie en geef mijn paspoort aan Bülent die verder alles regelt met de receptionist. Uiteindelijk krijgen we de sleutel, maar Bülent stelt voor eerst weer wat te drinken te halen. Ik giechel. We duiken het winkeltje naast het hotel in en nemen enkele blikjes bier en wat chips mee. Dan keren we terug naar het hotelletje.
Er is geen lift, dus we nemen de trap naar de tweede verdieping. We hebben een ruime kamer met een groot balkon. Bülent houdt mijn hand vast en trekt me achter hem de hotelkamer in. Op dit moment heb ik alweer een hele zwerm aan vlinders in mijn keel zitten. Mijn hart gaat als een bezetene te keer en ik voel dat mijn wangen warm zijn.

Bülent loopt door de kamer en inspecteert de badkamer en het balkon. Hij doet een lichtje aan en draait zich dan om naar mij. Ik heb de deur inmiddels dichtgedaan en heb mijn tas op de grond gezet. Ik voel me opgelaten… This is it.