the end…
en spelende vrouw, wat heeft u nu geleerd??
nog even ter reminder: dit verhaal is volkomen verzonnen en het is niet echt gebeurd. ![]()
the end…
en spelende vrouw, wat heeft u nu geleerd??
nog even ter reminder: dit verhaal is volkomen verzonnen en het is niet echt gebeurd. ![]()
weer een heerlijk verhaal.!!!
Een erg mooi verhaal en ik denk ook zeker dat dit echt kan gebeuren en vaker voorkomt dan men denkt. Een gewaarschuwd mens telt tenslotte voor twee.
Heel erg mooi geschreven, het leek net alsof ik er zelf bij was. Toppie!!!
aaah ik werd echt gek!! Moest gewoon doorlezen!!! Zo en nu aan het werk!!!
Wat een heerlijk verhaal weer Bloemmie… en wat een spannend eind… en wat onvoorspelbaar!
Ik vind het echt super super mooi geschreven en kan het wel 100x opnieuw lezen het verveeld niet en wat macy al zei schrijf een boek het is echt heel mooi bloem29
I love it !
Komt er nog een deel 2 bloem29?!
Ik hoop t !
Wouww … Wat een geweldig verhaal
… ik smelt helemaalm …![]()
nee er komt cker geen deel 2 van dit verhaal.
als je meer verhalen wilt lezen, moet je in deze pijler even verder zoeken naar de andere verhalen van mij
Jammer !
i love it !! ![]()
Leuk verhaaltje en maak toch aub s n boek !
Hallo allemaal
Ik heb de vrijheid genomen om al mijn verhalen samen te zetten in 1 topic.
Ik hoop namelijk in de toekomst weer wat meer rust te vinden om weer wat meer te gaan schrijven…
Een dölmus ritje naar Bodrum.
In de ondergaande zon slenteren we richting het dorpje Turgutreis. We hebben alle drie de hele dag bij het zwembad gelegen en zijn bruin verbrand. We lopen van ons hotel, langs het water richting het dorp. Mijn huid tintelt en de ondergaande zon kleurt onze gezichten rood.
We zijn uitgelaten en hebben zin in een leuke avond. We hebben het plan om met de dölmus s naar Bodrum te gaan en daar wat te eten. We zijn hier nu al een week en hebben nog geen enkele keer döner kebab gegeten. Als echte döner kebab fans kan dit natuurlijk niet.
We lopen langs onze stamkroeg en overtuigen de mannen die daar werken dat we echt, heel echt waar, vanavond terug zullen komen. Maar we gaan eerst naar Bodrum. Onderweg stoppen we bij een pinautomaat voor meer Lira’s en al snel zijn we bij het busstation van Turgutreis.
Een van de mannen vraagt: “Bodrum?” en wijst meteen al op een van de busjes. We stappen in en nemen met ons drieën op de achterbank plaats. We hoeven niet lang te wachten eer het busje vertrekt. Omdat hij niet helemaal volzit, rijdt de chauffeur erg langzaam en bij elke voetganger die hij ziet lopen, neemt het busje gas terug en toetert de chauffeur om te zien of deze voetganger misschien mee wil.
Als we Turgutreis uitrijden zijn een dikke 20 minuten onderweg en het busje zit vol. Althans, alle zitplaatsen zijn bezet. Behalve die op de achterbank want daar zitten wij met ons drieën. Bij een groot benzinestation stopt het busje om 2 Turkse jongens op te pikken. Ze stappen in en nadat ze betaald hebben, zoeken ze een plek waar ze makkelijk de rest van de rit kunnen staan. Dan valt van 1 van de jongens het oog op onze vrije achterbank plek. Hij gebaart erna en wij moeten alle drie lachen. Geen van de andere mannen heeft gedurfd om te vragen of hij tussen ons in kon zitten en deze jongeman ziet het duidelijk wel zitten om tussen twee Hollandse dames in te kunnen zitten.
We zitten al aardig krap, maar de Turkse jongen is zeker van zijn zaak dat hij er echt nog wel tussenpast en nadat ik wat opgeschoven ben, gaat hij prinsheerlijk zitten. Ik giechel naar Damber “ Jackpot” en de jongen kijkt me een beetje bevreemd aan. Daarop kunnen wij alleen nog maar meer lachen.
De jongen spreekt uiteraard geen woord Engels, noch Nederlands, maar heeft heel goed door dat we zo om hem moeten lachen. Hij gaat ook steeds breder zitten en bij elke hobbel in de weg raken onze blote bovenarmen elkaar. Zo te merken zit meneer wel goed!
We beginnen steeds harder te lachen als we ons voorstellen dat deze jongen straks thuis gaat opscheppen tegenover zijn vrienden dat hij met 3 Hollandse ‘vriendinnetjes’ op de achterbank van een dölmus heeft gezeten. Ook stellen we ons voor dat hij zijn vriend vraagt om een foto te maken.
Als we ons dan voorstellen hoe we straks uit gaan stappen op het busstation van Bodrum en dat hij dan in perfect Nederlands zou zeggen: Hey dames, bedankt en tot ziens!” Kun je ons bijna opvegen. We bedenken het ene hilarische tafereel na het andere…
We denken ons ook in dat die vriend er ook nog wel bij kan, maar dan met zijn hoofd aan de ene kant van de dölmus uit het raam en zijn voeten aan de andere kant uit het raam, kunnen we niet meer stoppen met lachen. We gieren het uit, alsof we een groepje 14 jarige schoolmeisjes zijn die nog nooit naast een jongen hebben gezeten.
De Turkse jongen laat het stoïcijns over zich heen komen, maar gaat wel steeds breder zitten. We zitten inmiddels heup tegen heup en bij elke bocht of hobbel in de weg raken de haartjes op zijn bovenarm mijn arm. Ahum.
Voor Bodrum lijkt het ineens alsof hij wil gaan verzitten en we stellen ons voor dat hij zijn moed aan het verzamelen is om iets te zeggen. We denken ons in dat hij vast gaat vragen hoe wij heetten. We gieren het uit van het lachen als we een fictief gesprekje voeren:
“ was ur name?”
“ My name is Kim, askim”
Bij het horen van dit Turkse woord voor schatje, gaan er meteen 10 Turkse hoofden omhoog en worden 10 paar oren gespitst. Gelukkig vraagt niemand iets. Maar wij hebben de grootste lol. Na een dik uur gegiebel op de achterbank van de dölmus zijn we in Bodrum aangekomen. Op het busstation stappen we uit en ik zeg nog tegen Cyn: “ zul je zien dat we ze straks overal weer tegenkomen.”
Het is niet zo gek dat dit uiteraard gebeurd. Telkens als ze langslopen moeten wij alle drie weer een giebelbui onderdrukken. De heren lijken er ook de lol wel van in te zien.
Nadat we in Bodrum heerlijke döner kebab hebben gegeten, lopen we wat door de winkelstraatjes van Bodrum. We kijken her en der naar wat souvenirs en nemen een drankje ergens op het terras. Als we wel zo’n beetje zijn uitgekeken, lopen we langzaam weer terug naar het busstation van Bodrum om de dölmus naar Turgutreis weer te nemen.
Ondertussen zijn we de jongens uit de dölmus nu 4x tegengekomen.
Als we aankomen op het busstation staat er net een dölmus klaar om weg te rijden. De buschauffeur verzekert ons ervan dat er nog genoeg plek is, maar na een korte blik in de dölmus zien we dat er alleen nog maar staanplekken zijn. 1.5 uur staan in een hobbelende dölmus zien we alle drie niet zo zitten, dus we besluiten de volgende dölmus dan maar te pakken.
We nemen weer plaats op de achterbank en zitten alweer te lachen dat we zo lekker naast elkaar kunnen zitten als ik naar buiten kijk. Ik zie daar ‘onze’ twee Turkse jongens staan van de heenweg. Ik zie meteen hoe de jongen die naast ons zat zich uit de voeten wil maken, en we beginnen nog harder te lachen. Blijkbaar moeten zij ook weer naar huis want de vriend sleept zijn makker de dölmus in.
Ze gaan een paar rijen voor ons zitten en terwijl de jongen ons weer geanimeerd aan zit te kijken gebaar ik of hij weer tussen ons in komt zitten. Ik maak uiteraard een geintje, aangezien de hele dölmus verder leeg is, maar de jongen staat alweer op en zit alweer bijna bij ons op schoot. Lachend weer ik hem af en hij gaat beteuterd weer zitten.
Ondertussen zijn er nog andere Turkse mannen ingestapt, en 1 van de mannen kan een aardig woordje Engels en die besluit dat wij vanavond zijn oefenpartners zijn. Hij vraagt ons honderduit, waar we heen gaan, hoe we heten, waar we werken en hoe oud we zijn.
We zitten meer te lachen dan dat we antwoord geven, en dat geeft de Turkse jongens de gelegenheid om de man te vertellen wat er op de heenweg gebeurd is. In een mum van tijd is de hele dölmus op de hoogte waarom wij zo zitten te lachen. We kunnen er niets aandoen, maar we blijven maar lachen. Blijkbaar is een stel van die giebelende Hollandse meisjes op de achterbank van een dölmus een erg leuk gezicht, want ze blijven ons allemaal maar aanstaren. Wat er weer voor zorgt dat wij alleen maar meer moeten lachen.
Als we eenmaal onderweg zijn en Bodrum hebben verlaten, komt de man die een beetje Engels spreekt erachter dat Cyn ook een beetje Turks spreekt. Hij kletst haar de oren van het hoofd. Nu de Turkse jongens door hebben dat ze met ons kunnen communiceren, komt het ene vertaal verzoek na de andere. Alleen kunnen wij er geen touw aan vast knoppen, omdat we telkens zo hard moeten lachen.
Onderweg stroomt het busje voller en voller. Er staan nu weer een stuk of 5 a 6 mannen in de dölmus, waaronder de Turkse jongen van de heenreis. Ze weten allemaal hoe ons dölmus ritje op de heenweg verlopen is, maar geen van de mannen durft te vragen of hij tussen ons in mag zitten. Als er een nieuwe man bijkomt, begint hij meteen te gebaren en ik versta iets van: 4 plekken, 3 mensen. Ik voel me nu heel erg bezwaard en besluit toch maar op te schuiven zodat deze man ertussen kan.
Uiteraard levert ons dit weer een nieuwe lachstuip op. Helemaal wanneer de Turkse jongen met behulp van het woordenboekje Turks- Engels laat weten dat hij “ offended” is. Uiteraard doet hij maar alsof, maar het is natuurlijk wel ontzettend grappig.
Ook de nieuwe man tussen ons in, wil 100 uit weten over wat voor werk we doen en waar we verblijven. We vertellen hem dat we uit Groenland komen. Als hij vraagt welke taal we dan spreken, zeggen we alle drie: “Greenish”
We kijken hoe ver we kunnen gaan en als we vertellen dat we in een “greenery” werken en elkaar kennen via “Greenpeace” kunnen we ons lachen niet meer inhouden. Dit verhaaltje heeft al een paar keer hele leuke reacties opgeleverd, van Turken die totaal de weg kwijt zijn als je vertelt dat je uit Greenland komt. Maar goed, we verraden onszelf doordat we weer zo hard moeten lachen.
De dölmusrit gaat op deze manier vrij snel en al spoedig zijn we terug in het centrum van Turgutreis. Het was mij al opgevallen dat de heren van de heen en de terugweg, niet zijnuitgestapt waar ze opgestapt zijn. Ik krijg het vermoeden dat ze met ons meegaan naar het centrum.
Bij het eindpunt van de dölmus stappen we allemaal uit, en zoals verwacht lopen de Turkse jongens achter ons aan. Ze zeggen geen woord, ze lachen alleen heel erg breed. Uiteindelijk gaan wij links en zij rechtdoor en in ons beste Turks nemen we afscheid (Güle Güle, Haydi Gürüsürüz, Iye Aksyamlar) maar als we op een terras neerstrijken, komen ze alweer aangelopen vanaf de andere kant.
Het is echt te absurd voor woorden, want we blijven maar hysterisch lachen en zij lachen terug, maar zeggen geen woord. Uiteindelijk druipen ze af en zien we ze ook niet meer terug. Ik stel me voor dat ze helemaal terug moeten lopen naar het punt waarop ze eerder die avond zijn opgestapt. En dat alleen maar om naar een stel Hollandse dames te kunnen lachen.
Achteraf vind ik het jammer dat we niet even een foto van ons drieën met die jongen op de achterbank van de dölmus hebben genomen. Ik weet zeker dat het een fantastisch aandenken zou zijn aan een hilarische avond. Hoe het dan ook zij, ik kan er niets aan doen, maar voortaan zal ik altijd met een hele grote glimlach aan de dölmus ritjes in Turkije terugdenken.
Postkantoor in Turkije.
Ik ben een groot ansichtkaart verzamelaar en stuur elke week wel een stuk of 10 ansichtkaarten de wereld rond. Elke keer als ik de stad inga, kom ik wel weer terug met een nieuw stapeltje ansichtkaarten, voor mezelf of voor anderen.
En zeker als ik naar het buitenland ga, kom ik altijd terug met een stapel ansichtkaarten. Zo ook deze vakantie. Van tevoren heb ik al een lijst gemaakt met adressen van mensen die ik zeker een kaart wil sturen en elke keer als we het stadje ingaan kijk ik rond of ik iets leuks zie.
Turkije is echt postcrossing heaven, aangezien je hier 10 kaarten voor 1 euro kan kopen, terwijl in NL de meeste kaarten 1 euro kosten. Ik sla dan ook flink in en aan het einde van de vakantie heb ik 150 kaarten die mee naar huis gaan.
Gedurende de vakantie, heb ik alle ansichtkaarten bij het zwembad al beschreven maar het is pas op de een na laatste dag, dat ik besef dat ik toch echt ook postzegels moet hebben om de kaarten te versturen. Tijdens onze laatste avond in Turkije, loop ik naar een souvenirwinkeltje en vraag of ze misschien postzegels verkopen. Het is al 12 uur en de man heeft geen postzegels meer. Morgen, bij het postkantoor maakt hij me duidelijk.
Aangezien alles in Turgutreis gaat sluiten, besef ik dat morgen toch echt mijn laatste kans is. We maken het die avond flink laat, want het is onze laatste avond, maar bij het opstaan besef ik goed dat ik nu toch echt iets met die ansichtkaarten moet gaan doen!
Na het ontbijt besluit ik weer richting het centrum te gaan. Verschillende mensen zeggen tegen me, dat ik het ook gewoon bij de receptie kan proberen, maar ik heb wel even behoefte aan wat ‘alleen-tijd’ en in mijn eentje wandel ik rustig langs het water naar het dorp.
Voor mij is het een hectische vakantie geweest met constant mensen om me heen. Dat ben ik niet gewend en ik geniet echt van de paar minuten die ik alleen door breng. De mist trekt een beetje op in mijn hoofd en het lijkt alsof ik voor het eerst helder kan nadenken.
Als ik langs onze stamkroeg kom, vraag ik aan een van de jongens waar het postkantoor is. Hij geeft me een uitgebreide beschrijving en zonder enig probleem loop ik er recht op af. Dan blijkt ook, dat ik er tijdens de vakantie pas 8x langs ben gekomen.
Ik loop de trappen op van het postkantoor en kom in een drukke ruimte. Ik zie verschillende balies en heel veel Turkse mensen staan. Ik zie dat ze met nummertjes werken, maar ik kan nergens een apparaat ontdekken wat mij een nummertje kan verschaffen. Het zweet gutst ondertussen van me af aangezien ik op het heetst van de dag ben gaan wandelen en ze hier geen airco hebben.
Ik besluit gewoon stil te staan en rond te kijken. Wat gebeurd er als iemand aan de beurt is? Een oude man met wandelstok, vilten pet en overhemd met lange mouwen schuifelt naar voren. Hij haalt een verfomfaait papiertje uit zijn broekzak en begint in driftig Turks met de balie medewerker te overleggen. Naast mij zitten allemaal vrouwen, elk met minimaal 1 kind op schoot of in ieder geval in de buurt. Ze kijken me argwanend aan.
Ik kom zojuist uit mijn 5 sterren All Inclusieve hotel. Ik ben langs de keurig aangelegde boulevard naar het dorp gelopen en ben onderweg andere hotels en restaurantjes gepasseerd. Iedereen spreekt Engels en is gewend aan toeristen. En hier sta ik dan. 2 meter verwijderd van de straat waar ik zojuist nog behandeld werd als een lopende pinautomaat. Maar hier binnen, in dit postkantoor zitten allemaal mensen die niets met toeristen te maken hebben. Dit zijn echte Turkse mensen met echte Turkse namen. Zij heetten geen Jim of Jack.
Maar goed, echt geholpen ben ik er niet mee, want het is me nog steeds niet duidelijk wat ik moet doen. Als ik naar rechts kijk, zie ik een loket met het woord “stamps” erboven. Ik zie nergens aanwijzingen om nummertjes te trekken, dus als het loket vrij is, besluit ik het er maar op te wagen. Ik leg mijn stapeltje postkaarten neer en vraag de beambte, wijzend op het bord: “stamps?”
Hij vraagt in het Turks: “ Kaç tane?” (hoeveel?) Gelukkig begrijp ik dat. Ik geef in het Turks aan dat het er 23 zijn. Hij kijkt me bevreemd aan. Ik begin aan mezelf te twijfelen… yirmi is toch twintig en üç toch drie? Drieëntwintig dan toch?
De beambte geeft mij zijn rekenmachine zodat ik het in kan tikken. Ik tik het getal 23 in en laat de rekenmachine weer zien. “ Yirmi üç” zegt hij en ik knik. Nog steeds kan hij het niet geloven en nu pakt hij een vel papier en schrijft daar een 2 en een 3 op. Ja, echt drieëntwintig. Ik laat hem de stapel ansichtkaarten zien en nu blijkt hij het door te hebben. Ik moet er echt zoveel hebben.
Meteen daarna heb ik twee grote vellen voor me. Een vel met postzegels ter waarde van 70 kürüş en een vel met postzegels van 10 kürüş. Ze komen echt net uit de kluis en even zie ik het horror beeld voor me dat ik al die zegeltjes hier 1 voor 1 moet staan likken. Ik had me voorgesteld dat ze op het postkantoor de ansichtkaarten door de machine zouden halen en er zo een sticker of een stempel op zouden plakken. Maar nee, ouderwetse zegeltjes.
Gelukkig ziet de man me kijken en reikt me een doosje aan. Geweldig! Ze hebben hier een postzegel bevochtiger! Even kijk ik zoekend om me heen, wil deze meneer geen geld dan? Maar hij wijst naar een balie waar ik rustig mijn zegeltjes kan plakken.
En daar sta ik dan. In Turgutreis- Turkije, mijn zegeltjes te scheuren en te plakken. Eerst maak ik ze een voor een los van het grote vel en maak stapeltjes. Daarna plak ik er van elk 1 op de ansichtkaarten. Het spreekt voor zich dat ik hier best wel even mee bezig ben en ondertussen loopt het zweet van mijn gezicht. Om de paar tellen loopt er een druppel langs mijn rug. Wat een hitte….
Ik durf niet echt goed om me heen te kijken, aangezien ik druip van het zweet, maar ik merk al gauw dat ik niet onopgemerkt blijf. Op een gegeven moment vind ik een Turkse jongeman naast me, die nieuwsgierig van mij naar de stapel ansichtkaarten kijkt. En weer terug. En nog een keer. Vervolgens voel ik iets bij mijn voeten en ik zie dat er twee kindertjes met speelgoedauto’s tegen mijn benen aan het oprijden zijn. Hun moeder roept ze bij haar.
Gelukkig heb ik genoeg zegels en na ongeveer een kwartiertje zitten alle zegels op hun kaart. En nu? Waar moet ik betalen?! Gelukkig is de balie van dezelfde meneer weer leeg en kan ik het postzegelkussen teruggeven. Ik vraag hem in het Turks hoeveel het kost. Hij typt op zijn rekenmachine het bedrag van 20 in. 20 lira. Ik vind het wel erg toevallig dat dit een rond bedrag is voor 23 x 80 cent maar ik heb geen zin noch de woorden om dit tegen te spreken. Bovendien heb ik precies een briefje van 20 lira in mijn broekzak zitten en ik snak naar frisse lucht.
Ik geef hem het briefje en de man lacht breed. Zou ik ook doen. Vervolgens gebaart hij dat ik de ansichtkaarten aan hem moet geven. Ik hoop maar dat dat goed gaat, want mijn ervaringen hebben me geleerd dat post van en naar Turkije er vrij lang over kan doen. Maar ik geef mijn kaarten af en rol naar buiten. Eindelijk frisse lucht. Ik plak aan alle kanten en het water stroomt van mijn gezicht. Ik ga even zitten bijkomen op een stoepje. Buiten is het nog beter weer dan binnen.
Als ik weer wat bijgekomen ben, slenter ik langzaam terug naar het hotel. Ik neem onderweg een ijsje en maak een laatste praatje met wat mensen. Vanavond gaan we weer naar huis. Ik overdenk de vakantie en binnen no time ben ik weer terug in het hotel. En thuis.
Het klinkt misschien heel gek om van zoiets stoms als ansichtkaarten op de post doen een verhaaltje te maken, maar dit deed me beseffen dat ik in Turkije was. Heel de week had ik doorgebracht in mijn 5 sterren hotel. Ik werd omringd door mensen die perfect Nederlands of Engels spraken. Zelfs de buschauffeur sprak goed Engels. Ik had niet echt het gevoel gehad in mijn favoriete land op vakantie te zijn geweest. Door het bezoekje aan het postkantoor kon ik al mijn gedachten even goed op een rijtje zetten en dingen afsluiten.
Overigens zijn de eerste ansichtkaarten binnen 5 dagen al gearriveerd! Mijn zul je nooit meer iets slechts horen zeggen over de Turkse posterijen.
Bloem : wat een zalige verhalen. uiteraard kende ik ze al want had ze van je gehoord aan de rand van ons zwembad. Heb desondanks weer genoten van het teruglezen:kus:
Ook hier weer even terug aan het zwembad toen je zo heerlijk blozend je verhaal kwam doen…
:kus:
Het kwam mij ook heel bekend voor, maar des te leuker om het nu weer terug te lezen.
@Bloem:
Je hebt vast nog wel wat meer verhalen. ![]()
Wat een leuke verhalen Bloem !! Het geeft je het idee , alsof je er even zelf bent