Bloem's verhalen

We bestellen een cocktail en toasten op de vakantie. Manon en ik doen verslag van ons avontuur in het ‘dorp’ en Nienke en Sandra praten ons bij over hun middag. Ze hebben al veel vrienden gemaakt met de mensen van de animatie en zijn al aardig wat leuke mensen tegengekomen. Af en toe komt er iemand van het animatieteam bij ons staan, die Nienke of Sandra al gesproken hebben en stelt zich ook voor aan ons. Zo maken we in korte tijd kennis met een hoop mensen.

De middag is alweer om als we weggaan bij de bar. Van zwemmen is niets meer gekomen en we maken ons klaar om te gaan eten. Ik heb inmiddels vreselijke trek en wil wel eens zien hoe zo’n all inclusieve buffet eruit ziet. Toch wel makkelijk als je honger hebt. We gaan naar onze kamers en maken ons klaar voor de avond. Als ik uit de douche kom, zie ik een grote fruitmand in de kamer staan. Manon vertelt dat iemand die kwam brengen en ze had al even gebeld met de kamer naast ons, en Sandra vertelde dat zij precies zo’n zelfde mand hadden gekregen. Voor het oponthoud en de verwarring. Ik ben diep onder de indruk. Wat is iedereen vriendelijk!!

We gaan eerst eten en genieten van een heerlijk buffet en de nodige wijntjes. We krijgen behoorlijk wat aandacht van de obers en het overige personeel en vooral Manon flirt er op los. Ik vraag me af of ik haar straks nog moet gaan herinneren dat ze een vriend heeft en binnenkort gaat samenwonen…
Na het eten checken we even officieel in en lopen een rondje over het terrein. Het is een prachtig hotel met groot zwembad, sauna en hamam, drie verschillende bars, een restaurant en lounge en een gamesroom.
We besluiten naar de bar te gaan. Als echter om 23.00 uur de bar sluit, moeten we een keuze maken. Nienke en Sandra zijn erg benieuwd naar het ‘dorp’ en de bar waar wij vanmiddag zijn geweest, dus de keuze is snel gemaakt.

We lopen een endje en overal worden we aangesproken. Of we even in de winkel willen kijken of we binnen wat willen drinken. Sommigen spreken ons gewoon alleen maar aan met ‘hello?’ We slenteren zo wat over straat en stappen af en toe een winkel met shirtjes en schoenen binnen, maar besluiten later uitgebreid te gaan winkelen. Het is tijd voor drank en dans! Langzaam naderen we de geldautomaat waar we eerder die dag wilden pinnen en dus ook de bar van Mo.

Als we aan komen lopen zie ik hem niet staan, dus ik denk nog dat we door kunnen lopen. Maar een andere jongen staat voor de deur en ziet ons aan komen lopen en zwaait. Manon zwaait meteen terug en we steken de straat over. Als we naar binnen willen, komt Mo van achteren uit de bar aangelopen en begroet ons. Manon krijgt meteen drie zoenen en zo gaat hij heel het rijtje af. Nienke en Sandra kijken een beetje verbaasd, maar laten zich gewillige zoenen. Die zijn behoorlijk onder de indruk van ‘de Turkse man’. Als laatste kom ik, en Mo twijfelt even. Nu pakt hij mijn hand en plant daar een dikke kus op. Hij kijkt me daarna lang aan en ik merk dat ik rood word.

Gelukkig zien de andere meiden dit niet, want ze zijn druk bezig een geschikt tafeltje uit te zoeken. We gaan alle vier zitten en Mo vraagt aan Manon wat we willen drinken. We drinken altijd aan het begin van de avond wijn, dus ze bestelt voor ons vieren. Na een aantal minuten komt echter een van de jongens naar ons toe, met een grote pot met 4 rietjes en allemaal vuurwerk sterretjes. Ik kijk een beetje bevreemd op, wat is dat? Mo komt nu weer naar ons tafeltje, en Manon vraagt hem, wat dat is, we hadden toch wijn besteld? Mo legt uit, dat het een ‘fish bowl’ is en dat we die echt moeten proberen. Hij geeft aan, dat als we het niet lekker vinden, we niet hoeven te betalen. Ik moet vreselijk lachen. Als er alcohol inzit, zullen we die fish bowl heus wel lusten.

Met ons vieren besluiten we er maar gewoon voor te gaan en de wijn over te slaan en meteen over te gaan op het serieuzere drinkwerk voor vanavond. We buigen ons naar voren naar de rietjes om te drinken, maar Mo begint druk met zijn handen te wapperen: ‘No, no, no!! Mo says NO! No drink yet!’ Alle vier kijken we hem niet begrijpend aan. Hij vraagt of we een camera bij ons hebben en zegt dat hij een foto wil maken van onze eerste fish bowl. Dat is nou een goed idee en ik vis het toestel uit mijn tas. Ik zet hem aan en overhandig hem aan Mo. We gaan met ons vieren klaar zitten, maar al wat er gebeurd, geen foto.

Hij weet niet hoe het ding werkt. Ik sta op en ga naast hem staan en geef aan wat hij moet doen. Zo moeilijk is het toch niet? Gelukkig heeft hij het door en ik geef de camera terug aan hem. Ik sta dicht naast hem en merk dat we allebei even groot zijn. Ik voel dat hij naar me kijkt en dan hoor ik hem zeggen: ‘Uhm, you smell nice…’ Ik weet niet of ik het goed heb verstaan, maar ik kan er ook niet te lang over nadenken, want Mo begint weer met zijn handen te wapperen en roept dat ik moet gaan zitten.
‘Okey, ready?’ Alle vier lurken we aan de rietjes en met een paar flitsen is het gebeurd. Mo geeft de camera terug en we bekijken de foto’s die hij net gemaakt heeft. Het ziet er niet uit, maar de fish bowl is erg lekker, dus omstebeurt lurken we aan een van de rietjes.

Mo heeft ons inmiddels alleen gelaten en is blijkbaar de DJ, want hij zorgt elke keer voor nieuwe muziek. We drinken en we lachen en we dansen. De muziek is hard en goed en we hebben de grootste lol. Omstebeurt worden we ten dans gevraagd door een van de jongens en ik moet zeggen, hoe meer alcohol er vloeit, hoe beter ik me vermaak. Ik begin dan ook aardig aangeschoten te worden. Het was een lange dag en ik heb sinds we uit het vliegtuig stapten eigenlijk nog geen momentje rust gehad. Ik besluit er dus maar eventjes bij te gaan zitten. De andere drie dansen rustig door.

Ik zit rustig aan mijn tafeltje en kijk om me heen. Ik moet lachen als ik zie wat voor lol mijn vriendinnen hebben. Ik pak mijn camera er weer een bij en kijk vast welke foto’s we vanavond al gemaakt hebben. Als ik opkijk, zie ik dat Mo vanachter de DJ-tafel naar me kijkt. Hij lacht en gebaart iets. Ik glimlach terug en stort me weer op de foto’s. Als ik weer opkijk, zie ik Mo weer naar me gebaren. Ik begrijp dat hij de foto’s wil zien, maar kan niet weg. Ik sta op en een beetje wankel loop ik met mijn camera naar hem toe.

Het is een klein hokje met verschillende DJ-spullen en heel veel CD’s. We passen maar net met ons tweeën in het hokje en ik laat hem de foto’s zien. Hij zegt dat ze goed gelukt zijn en ondertussen zet hij een nieuw plaatje op. Het is al later en het is een wat rustiger dansnummer. In het hokje staat ook een bankje en hij ploft er op neer. Hij steekt een sigaret op en gebaart mij ook te gaan zitten. ‘Show me more pictures.’ Braaf plof ik naast hem neer op het bankje en blader door de foto’s. Er zitten ook nog foto’s van thuis bij en hij wil ze allemaal zien. Als hij iemand anders dan ons vieren ziet, vraagt hij wie dat is. Zo zitten we een tijdje te zitten. Hij rookt en kijkt en vraagt. Ik zit en bladder door de foto’s op mijn camera en vertel braaf. Als ik merk dat hij niets meer vraagt kijk ik op en merk dat hij naar mijn gezicht zit te kijken.

Ik kijk hem aan. Het is donker in de bar, maar ik zie zijn gezicht en donkere ogen. Ik voel me een beetje opgelaten. Wat moet ik met deze Mo? Ik vind hem niet eens leuk. Toch is er iets aan hem, dat ik blijf kijken. Dan zegt hij: ‘I love you…’ Eerst denk ik dat ik het niet goed heb verstaan, maar als hij het nog een keer zegt, hoor ik het luid en duidelijk: ‘I love you… in this red shirt Red with the blond hairs… very beautifull. Good colours.’ Ik schiet in de lach, maar hij kijkt doodserieus terug.
‘Really… no joke. I’m onest.’ Ik lach en ik knik en geef hem volkomen gelijk. Dan staat hij op, pakt een nieuwe sigaret uit zijn pakje en biedt mij het pakje aan. Ik schud mijn hoofd en zeg dat ik niet rook. Dan zet hij een nieuw nummer op en pakt een grote koptelefoon. Nu biedt hij me die aan. Ik begrijp niet goed wat hij wil, maar dan zegt Mo dat ik even moet luisteren, dat hij een mooi nummer heeft, en wil dat ik ernaar luister. Hij grapt dat ik dit niet kan weigeren want dat ik wel aan muziek doe. Ik knik en pak de koptelefoon aan. Ik plant het immense ding op mijn hoofd en hoop maar dat niemand dit ziet.

Ik probeer te luisteren welk liedje het is, maar ik ken het niet. Hoe kan het ook anders, want het is een Turks nummer. Het klinkt wel goed, maar vreselijk onbekend. De zanger heeft wel een mooie stem en zo kan ik toch genieten van een onbekend nummer. Als ik opkijk, zie ik dat Mo weer mijn camera te pakken heeft en hij maakt een paar keer een foto. Dan gaat hij naast me zitten en maakt van ons beiden een foto. Ik bedenk me dat ik die strax meteen moet wissen, want dat ziet er natuurlijk niet uit, met die immense koptelefoon op mijn hoofd.

Als het liedje afgelopen is, vraagt Mo wat ik ervan vind. Ik vond het mooi, maar voor mij iets te langzaam. Mo zegt dat dit zijn lievelingsnummer is en ik vraag me af waarom hij me dit laat horen. Ik heb het vermoeden dat ik maar weer eens terug moet gaan naar mijn vriendinnetjes. Gelukkig kan dat ook en laat Mo me gaan. Als ik bij ons tafeltje kom, zitten de andere meiden daar ook weer. We overleggen wat we zullen doen. Nog een rondje bestellen of eens even verder kijken. We kunnen tenslotte niet heel de nacht hier blijven zitten, vinden we.

De jongens van de bar denken daar heel anders over, als ze merken dat we willen betalen en weggaan. Ze halen ons over nog één drankje te doen en dan samen met z’n allen naar de Barstreet te gaan. Van mij hoeft het allemaal niet meer zo, maar we zijn nu eenmaal op vakantie, dus we gaan pas weer terug naar het hotel als het licht wordt.

Het is al aardig leeg aan het raken in de bar en dat mag ook wel, het is al bijna 3 uur. We drinken ons laatste drankje en gaan daarna met 3 andere dansers en een van de barmannen naar Barstreet. Mo en nog enkele van de jongens blijven achter, en als we weggaan krijgen we allemaal weer 3 zoenen van hem. Alleen ik niet, ik krijg weer een handkus van hem. Eenmaal op straat kunnen we weer eventjes praten. Dankzij de jongens van de bar kunnen we nu in één keer doorlopen en worden niet overal gevraagd binnen te gaan. Nienke komt naast me lopen, steekt meteen een arm door de mijne en vraagt meteen of ik soms wat zie in die Mo. We kunnen rustig Nederlands spreken, want niemand anders die ons verstaat. Ik moet een beetje dronken giebelen en zeg dat ik hem niet leuk vind, maar wel het vermoeden heb, dat hij mij leuk vindt. Achter me hoor ik Sandra en Manon in koor roepen: ‘dat kloppppttt!!’

We lallen zo een beetje over straat en als we bij Barstreet aankomen gaan we naar de X-bar. Ik had hierover al op internet gelezen en dacht al wel dat we hierheen zouden gaan. Daar gaan we lekker verder met dansen en drinken. Ik weet niet wie er betaald maar ik krijg het ene drankje na het andere voorgeschoteld en we krijgen behoorlijk wat aandacht. Gelukkig niets vervelends maar allemaal gewoon gezellig. Tegen een uur of half vijf heb ik hem echter flink hangen. Ik heb besloten om er maar bij te gaan zitten, en zit met 4 tasjes om me heen op een van de banken te kijken naar mijn vriendinnen die lekker staan te dansen. En te sjansen. Ook Manon doet lekker mee en ik grinnik in mezelf.

Waarschijnlijk ben ik al best ver heen, want ik merk niet eens dat er iemand naast de bank is komen te staan, waar ik op zit. Als ik uiteindelijk opkijk zie ik een bekend gezicht en ik voel een hand in mijn nek. Het is Mo en hij vraagt of alles in orde is. Ik knik vrolijk, maar merk meteen dat dit niet zo slim is. Ik voel meteen mijn hoofd bonken. Dat wordt een kater morgen! Ik vraag me af wat ik allemaal wel niet gedronken heb. Mo vraagt of hij naast me mag komen zitten. Ik knik dit keer iets minder heftig. Hij gaat zitten en steekt weer een sigaret op. Als ik opzij kijk, om te zien wat hij doet, zie ik dat hij weer naar me zit te kijken. Ik voel me vreselijk opgelaten en weet echt niet wat ik moet zeggen. Maar het is een aardige jongen en ik wil ook niet onbeschoft doen of wat dan ook. Hij zit naar me toe gedraaid en ondersteund zijn hoofd met zijn armen. Met de andere rookt hij zijn sigaret. Als ik weer naar hem kijk, zie ik dat hij een lok van mijn haar heeft vast gepakt en ermee zit te spelen. Ik kijk een beetje bevreemd en snel laat hij mijn haar los en mompelt een ‘surry.’

Ik vraag hem of hij nu pas klaar is met werken en blij met de afleiding begint hij te vertellen over wat hij allemaal doet en hoe veel hij werkt en wat er allemaal moet gebeuren in een bar als de zijne. We raken in gesprek over de absurde werktijden en ik vraag hem, of hij niet beter na het werk naar huis kan gaan om te slapen, in plaats van nog te gaan stappen. Hij antwoordt: ‘why? You wanna come with me? For sleep?’

Ik moet echt vreselijk lachen en hij ook, dus gelukkig was het een grapje. Of niet…? Gelukkig krijgen we wat afleiding want Sandra komt naar ons toe met de mededeling dat het hier niet meer druk genoeg is en ze nog naar een nadere club gaan, die tot 8 uur open is. We pakken onze spullen bij elkaar en verlaten de bar. Ik kan met moeite overeind komen uit de luie bank en vraag me af of het niet beter voor mij is, om naar bed te gaan en te slapen. Maar gedwee volg ik de rest en we zwalken over straat richting de volgende club.

Bij de ingang twijfel ik. Ik ben echt kapot en snak echt naar een bed om te slapen. Ik roep Manon en zeg dat ik denk dat het beter is, dat ik ga slapen. Ook Nienke en Sandra, die al bijna binnen stonden, komen terug en erbij staan. Ik geef aan dat ik moe en dronken ben. Ze proberen me nog over te halen om mee te gaan, maar ik sta al niet meer zo stevig op mijn benen en ze zien dat ik er dan weinig aan heb. Ik ben ook zo moe. We overleggen even, maar de andere drie hebben nog helemaal geen zin om te gaan slapen. Ja, zij hebben afgelopen nacht goed geslapen en ook nog in het vliegtuig. Ik liep alleen maar me zorgen te maken over het feit dat we naar Turkije gingen.

Ik geef aan dat ze maar gewoon moeten doorgaan en dan zie ik ze morgen wel weer. We overleggen even over hoe ik terug zal gaan naar het hotel. Ik heb geen flauw idee hoe ver dat weg is vanaf hier. Nienke roept Mo erbij en vraagt het hem. Hij is verbaasd en vraagt of we niet meegaan. Ze legt even snel uit dat ik naar het hotel terugga en zij nog doorgaan totdat het licht wordt. Ik moet er wel om lachen, want dat is altijd ons motto, maar ik trek het gewoon niet meer. Ik wil natuurlijk niet het feestje bederven maar zo heeft niemand wat aan me. Dan ineens hoor ik Mo zeggen dat hij me wel kan brengen.

Voor ik er erg in heb, heb ik drie knuffels van mijn vriendinnen en zijn ze verdwenen, de club in. Daar sta ik dan, op straat. Midden in de nacht of liever gezegd, vroeg in de ochtend. Ergens in een stad waar ik de weg niet ken, met een Turks, die ik 24 uur geleden nog niet kende. Op dat moment denk ik er niet bij na, maar er had ik-weet-niet-wat kunnen gebeuren.
Maar Mo steekt zijn arm door de mijne en zo gaan we op weg. We komen niet echt snel vooruit, want de stoep is behoorlijk ongelijk en af en toe loopt de weg flink omhoog. Ik ben echt vreselijk dronken maar wel bij mijn positieven, maar we zwalken over straat.

Mo blijft tegen me aan praten maar ik heb geen flauw idee waarover. Het schiet niet echt op, maar Mo heeft engelengeduld. Op een gegeven moment komen we langs een appartementencomplex en ik denk dat we bij ons hotel zijn. Ik weet nog dat Mo iets heel grappigs zei en ik zo hard moest lachen, dat ik even wat steun nodig had. Ik zie een muurtje en ik daar even op zitten. Ik ben ook zo moe.

Het volgende moment word ik wakker. Hoofdpijn. Dorst. Moe. Ik open mijn ogen en knipper tegen het felle licht. Ai. Leuk die fish bowls. Ik open mijn ogen nog een keer en nu kan ik ze lang genoeg open houden en het felle licht weerstaan. Ik probeer scherp te stellen, zodat ik kan zien waar ik ben. Ik kijk op mijn horloge en zie dat het half 9 is. Ik heb dus niet zo lang geslapen. Ik sluit mijn ogen weer en denk aan de avond ervoor. Owh ja, fish bowl. 1e avond Turkije. Dansen en drinken. X-bar en toen die andere club. Owh ja, maar wacht, toen ben ik niet meer mee gegaan. Toen ben ik naar mijn hotel gegaan. Met Mo. Owh ja, Mo. En toen ging ik op dat muurtje zitten omdat ik zo moest lachen. En toen…? Ik open mijn ogen weer met een schrok. Waar ben ik? Ik kom half overeind en kijk om me heen. Ik ben absoluut niet in mijn hotelkamer, maar waar ben ik wel? Ik draag alleen mijn ondergoed en een hempje. Mijn spijkerbroek ligt opgefrot op de grond. Ik kijk naast me… en laat me maar weer terug vallen op bed. Hellup? Wat is er gebeurd?

Mo ligt naast me. Te slapen. Owh shit owh shit owh shit. Wat heb ik gedaan? Wat is er gebeurd? Ik probeer overeind te krabbelen en uit bed te klimmen zonder geluid te maken. Waarschijnlijk mislukt dit hopeloos, want ik hoor naast me Mo wakker worden. Ik probeer zittend op de rand van het bed in mijn spijkerbroek te komen, maar dit mislukt schromelijk. Ik hoor naast me iemand zijn keel schrapen: ‘hey drunky… are you oke?’ Ik kijk over mijn schouder achterom naar Mo. Hoe kan ik nou in bed met hem belanden? Ik vind hem niet eens leuk! Wat heb ik gedaan?

Waarschijnlijk staan die vragen op mijn gezicht te lezen, want Mo komt overeind en begint te praten. In eerste instantie heb ik moeite zijn Engels meteen te kunnen verstaan, maar als ik aan zijn stem gewend raak, begrijp ik dat er niets gebeurd is. Opgelucht haal ik adem en in één keer heb ik mijn spijkerbroek aan. Terwijl ik mijn bloesje aantrek vertelt Mo dat ik zo dronken was, dat ik in slaap was gevallen op het muurtje. Ik wilde nog wel half slapend opstaan, maar verder lopen was onmogelijk. Blijkbaar lukte het ook niet om me wakker te maken. Het muurtje was onderdeel van het appartementencomplex waar hij woont, en blijkbaar is het ons wel gelukt om hier te komen.

Okey, en de rest. Ik voel me toch een beetje opgelaten, terwijl ik me aankleed. Ik vraag hem: ‘and my clothes?’ Nu begint hij breed te grijnzen. Hij steekt een sigaret op en lacht breed. ‘What??’ vraag ik hem ongeduldig en angstvallig. Met een grote glimlach zegt hij: ‘you gave very nice striptease… but i didn’t see.’ Wederom haal ik opgelucht adem. Hij was nog bezig de deur op slot te doen, terwijl ik me dus blijkbaar al had uitgekleed. Toen hij het kamertje binnenkwam lag ik blijkbaar al te snurken. Nu moet ikzelf ook wel lachen. Ik ben nu volledig aangekleed en pak mijn tas. Ik moet hier echt snel weg.

Ik geef aan dat ik ga. Hij staat nu ook op en ik zie dat hij niets meer draagt dan een boxershort. We staan nu in zijn kamertje dat uit niet meer bestaat dan een hok met een bed. Je zal hier maar moeten wonen bedenk ik me. Ik sta een beetje onwennig in het kamertje en vraag Mo hoe ik bij mijn hotel moet komen. Blijkbaar ben ik erg dichtbij en hoef ik alleen nog maar de straat uit te lopen. Dan zal ik er vanzelf komen na 5 minuten. Ik knik dat ik het begrijp. Nu pakt hij wederom mijn hand vast en kijkt me aan. ‘Judissj, onestly, nothing happen… ok? You sleep and i sleep. Ok?’ Hij kijkt me vragend aan en ik knik dat het goed is. Ik wil weggaan, maar hij houdt nog steeds mijn hand vast. Nu zegt hij: ‘Judissj, you very nice girl. Really. I like you. Maybe if you like me, we can sleep together again. But then no sleep, ok?’

Hij kijkt nog steeds serieus en ik doe maar net alsof ik hem een mep wil verkopen met mijn vrije hand. Hij duikt weg en ik heb weer beide handen vrij. We moeten allebei lachen. Hij haalt de deur van het slot en we nemen afscheid. Nu omhelst hij me en ik voel zijn warme lichaam in mijn armen. Ik merk dat we allebei nog slaapwarm zijn. Mmh… Hij ruikt best lekker, zijn haar ruikt heerlijk. Ik duw hem snel een beetje van me af, want ik merk dat ik een vent in boxershort omhels. En het nog prettig vind ook. Snel stap ik naar buiten. Ik draai me nog een keer om, zwaai en loop naar buiten.

Het is uiteraard al licht en best warm. Snel loop ik rechtdoor, de straat uit en al gauw heb ik ons hotel weer gevonden. Ik loop het terrein op en als ik de receptie binnenkom, zie ik juist daar Manon, Nienke en Sandra staan. Wat een timing. Ze zijn nog helemaal hyper van het dansen, terwijl ik nog half slaapdronken ben. Of alleen maar dronken of een beetje van beiden. Luid juichend word ik begroet en ik krijg meteen allerlei verhalen te horen over hoe geweldig het was en dat ze me gemist hebben en dat ik de volgende keer zeker mee moet. Met ons vieren lopen we naar boven, naar onze hotelkamers.

Nienke en Sandra verdwijnen in die van hun en Manon en ik stappen de onze binnen. Ik gooi mijn tas in de hoek, knoop mijn blouse weer los en wurm me weer uit mijn spijkerbroek. Ik plof op bed neer. Ik wil verder slapen. Net op het moment dat mijn hoofd mijn kussen raak, hoor ik Manon vragen: ‘waar kom jij nu eigenlijk vandaan?’ Maar dan ben ik al weg. Ik hoor en ik zie niets voor de volgende uren.

Als ik weer wakker word is het warm in de kamer. Ik kijk naast me en zie Manon in diepe slaap. Ik kijk op de klok en zie dat het inmiddels al middag is. Ik besluit nog heel eventjes te blijven liggen. Ik pak mijn camera en blader door de foto’s van de eerste dag. Het zijn er al een hele boel. Ons vieren in het vliegtuig, aan de bar van het hotel, in Mo’s bar, in X-bar. Mijn blik blijft hangen op een foto van Mo en mij. Die heeft hij gemaakt toen we in de DJ-cabine zaten. Ik kijk er een tijdje na en merk dat ik een vreemde soort kriebel in mijn buik krijg. Ik leg de camera weg en probeer mijn gedachtes op een rijtje te krijgen. Waarom krijg ik de kriebels van deze Mo? Omdat ie zo knap is… nee, want dat is hij niet. Maar hij is wel leuk, grappig en erg attent. Ik vraag me nog steeds af of er echt niets gebeurd is, maar dan zou ik dat toch wel merken, denk ik.

Als we alle vier weer een beetje wakker en opgefrist zijn, vertrekken we naar beneden om wat te eten. Gelukkig serveren ze een uitgebreide lunch en zo krijg ik in geuren en kleuren de verhalen te horen van de drie dames over Escape. Blijkbaar heb ik heel wat gemist, want de dames hebben het erg gezellig gehad. Giechelend vertelt Nienke hoe gezellig ze het wel niet gehad heeft met een van de dansers uit Mo’s bar. Ik moet vreselijk lachen want ze klinkt als een bakvisje van 14 jaar oud, terwijl we het toch echt hebben over een volwassen vrouw van 22.

Daarbij komt al snel het gesprek op de planning van die dag. Manon moet nog naar de bank ik Bodrum om te kijken of ze haar pas terug kan krijgen. Nienke en Sandra willen het liefste heel de dag in de zon liggen, dus offer ik me maar op om met Manon mee te gaan naar Mo’s bar, om daar te kijken of Mo ons nog kan helpen.
Na ons verlate ontbijt hijsen Nienke en Sandra zich in bikini, terwijl Manon en ik weer richting Mo’s bar lopen. Ik ben een beetje gespannen. Het zal toch vreemd zijn om Mo weer te zien, terwijl ik een paar uur geleden nog naast hem wakker werd. Ik hoop maar dat hij niets vervelends zegt of doet ofzo. Terwijl we naar zijn bar lopen, praat ik Manon bij over wat er gebeurd is tussen Mo en mij, of liever gezegd, wat er niet gebeurd is. Ook zij vind het een beetje vreemd en ze knijpt me stiekem eventjes in mijn hand als we de hoek omgaan en Mo in de deuropening van zijn bar zien staan.

Ik moet een beetje giechelen. We worden hartelijk ontvangen. Manon krijgt weer drie zoeken en ik krijg wederom een kushand. Nu staan ook echter de andere jongens uit de buurt op en het is een heel gezoen en gekus, voordat we aan een tafeltje zitten. We bestellen allebei weer een colaatje en Mo komt erbij zitten. Hij legt uit, dat we het beste straks naar de bank kunnen gaan om te vragen of ze de pas misschien al hebben, en zo niet, de pas te bewaren als die terug komt. We knikken allebei. Klinkt erg logisch. Maar dan is er toch een dilemma. Mo wil zo snel mogelijk weer terug zijn en wil het liefste op zijn scooter gaan. Of beter gezegd, hij wil met mij op zijn scooter naar de bank. Maar het is Manon haar bankpas. En die durft niet op een scooter te rijden. We besluiten dan maar met ons drieën met de dölmus te gaan.

Als we op het busstation van Bodrum aankomen is het een gekrioel van mensen. Het is ook nog eens markt vandaag en door een wirwar van mensen en busjes lopen we achter Mo aan, richting de bank. Blijkbaar is hij er al vaker geweest, want hij kent precies de weg. Af en toe kijkt hij achterom waar we blijven en mompelt dan iets in het Turks. Ik kan merken dat het hem allemaal te lang duurt en dat hij snel weer terug is. Manon en ik lopen dus maar braaf achter hem aan, ondanks dat we een paar keer langs een leuke winkel lopen. We besluiten terplekke dat we snel met ons vieren een keertje terug moeten om te shoppen.

Bij de bank is het gelukkig snel geregeld. De bankpas is er nog niet, maar die automaat zal vandaag nog gemaakt worden en dan zal de pas morgen op kantoor zijn. We moeten dus later nog een keer terugkomen en dan kan Manon haar bankpasje weer terug krijgen. Opgelucht lopen we weer naar buiten. Hoewel Manon en ik nog best eventjes wat zouden willen drinken aan het water om hem te bedanken, wil Mo weer snel terug naar zijn werk. Hij zegt dat we hem maar op een andere manier moeten bedanken. Als Manon en ik daarna weer achter hem aanlopen, wisselt ze een betekenisvolle blik met mij en ik kan met moeite mijn lachen inhouden.

Binnen een uurtje zitten we weer in de dölmus terug naar Gümbet. We zitten met ons drieën op de achterbank. Ik zit in het midden, met Mo aan de ene kant en Manon aan de andere kant. Manon zit uit het raampje te kijken en Mo buigt zich naar mij toe en vraagt zachtjes aan me of ik Bodrum leuk vindt. Ik knik en vraag of het ook leuk uitgaan is in Bodrum. Hij lacht en zegt: ‘Yea, but not as much fun as in my bar…’ Dan schrik ik een beetje op. Ik merk dat hij met zijn wijsvinger over mijn knie wrijft. Ik kijk naar zijn hand die daar ligt en zijn vinger die mijn been aait en kijk een beetje verschrikt naar hem op. Hij trekt hem gauw terug en vraagt dan: ‘Maybe you want to go with me for a day, i can show you how nice Turkey is?’ Ik trek mijn wenkbrauwen op en mompel: ‘Maybe.’

Ik ben blij als we weer terug zijn in Gümbet. Ik kreeg het echt vreselijk benauwd in die dölmus. Gelukkig stappen we uit bij Mo’s bar en hij betaald voor de dölmus. Als we eenmaal weer zitten, willen we hem het geld terug geven, maar ook dat wil hij niet aannemen. Dan weet ik het ook allemaal niet meer hoor! We drinken er nog één en we informeren een beetje naar leuke dingen die je overdag kunt doen. We besluiten voor later die week een boottocht te maken en als Mo dat hoort, weet hij wel iemand, een vriend van hem, die wel wat kan regelen.

Het is al later op de middag en Manon en ik besluiten weer terug te gaan naar ons hotel. Tenslotte hebben we daar nog maar een paar uurtjes doorgebracht en we zijn ten slotte ook met ons vieren op vakantie. Nienke en Sandra zitten alweer aan de bar en zijn al zichtbaar verkleurd. Ze hebben een heerlijke dag gehad en zijn zelfs actief geweest. Met volleybal en waterpolo en 3x de clubdance gedaan. Ik grijns breed en ben blij dat ik daar niet bij was. Dat is echt niets voor mij. We vertellen ook hoe onze middag is geweest en dat we echt allemaal een boottocht moeten maken. Gelukkig zijn de anderen daar ook wel voor in, dus dat gaan we binnenkort regelen.

Die avond, na het eten slenteren we door Gümbet. We drinken her en der wat en we shoppen al een beetje rond. De tassen en schoenen verslaving wordt flink gevoed en we hebben de grootste lol met afdingen. Toch belanden we ook die avond weer in Mo’s bar. Nienke wil natuurlijk naar haar nieuwe vakantieliefde en ook de andere meiden vinden dat toch de leukste bar. Ik kan moeilijk protesteren, want stiekem wil ik Mo toch ook wel weer terug zien.

Als we bij Mo’s bar aankomen worden we weer allerhartelijkst verwelkomt. Het duurt bijna een kwartier, voor we allemaal binnen staan en gezond zijn en alle ‘how are ya’ hebben uitgewisseld. We krijgen een mooi tafeltje in het midden en de barman gaat meteen aan het werk om een fishbowl te maken. We zitten nog maar amper of we worden meteen de dansvloer opgetrokken om met de jongens te dansen.
De tijd vliegt voorbij en hoe verder de avond vordert hoe meer kramp ik in mijn kaken krijg van het lachen. Ik heb maar besloten om het een beetje rustig aan te doen met de alcohol, omdat ik graag vanavond in mijn eigen bedje wil slapen en niet weer ergens zomaar ‘uit’ ga. Als ik terugkom van de wc, gebaart Mo of ik even wil komen. Ik stap weer het DJ-hokje binnen. Ik voel me vreselijk opgelaten en ondanks dat het donker is, hoop ik maar dat niemand ziet, hoe rood ik word, als Mo een arm om me heen slaat. Hij trekt zich naar me toe en ik voel zijn heupen tegen de mijne. Hij wrijft met zijn hand over de onderkant van mijn rug. Hij fluistert in mijn oor dat ik er vanavond erg mooi uitzie. Ik begin nog meer te blozen en te giebelen als een bakvisje.

Gelukkig moet Mo weer nodig een sigaret opsteken en laat hij me gauw los. Ik weet niet zo goed wat ik moet doen, dus ik blader maar eventjes door de stapels Cd’s die daar liggen. Mo komt weer dichtbij me staan en kijkt over mijn schouder heen en wijst af en toe een cd aan, die hij goed vindt. Hoewel we elkaar niet aanraken, voel ik zijn lichaam naast me. Ik voel zijn warmte en ondanks dat ik me opgelaten voel, doe ik niet een stap opzij, om meer ruimte tussen ons te creëren.

Gelukkig word ik geroepen door een van de meiden voor een dansje en kan ik weer eventjes weg bij Mo. Maar telkens als ik om kijk, zie ik dat hij naar me staat te kijken. En ik controleer steeds vaker, of hij nog kijkt. Ja, dat doet hij. Ik moet telkens toch even glimlachen als ik dat merk.
Het wordt alweer later op de avond en de muziek is al rustiger geworden. Nienke staat rustig te dansen met haar nieuwe lover Ali en we zitten een beetje voor ons uit te kijken. Op een gegeven moment komt Mo weer naar ons toe en komt bij ons aan het tafeltje zitten. Hij vraagt of we nog mee willen met een boottocht, want dan kan hij wel iets regelen. We overleggen eventjes en roepen ook Nienke erbij. We besluiten zondag te gaan. Mo zegt dat hij zal bellen en dat we dan morgen via hem een ticket krijgen.

Ik grijns en zeg dat hij gewoon zeker wil weten dat we iedere dag naar zijn bar komen. De andere dames moet lachen en het lijkt erop dat Mo begint te blozen. Hij staat op en net voordat hij wegloopt, buigt hij voorover en mompelt: ‘No, just you…!’ en hij loopt weg. Nu is het mijn beurt om rood te worden en Sandra stoot me aan en begint te joelen. Ze zal het wel gehoord hebben…

We besluiten verder te gaan en rekenen af. We nemen weer uitgebreid afscheid van iedereen en we spreken met enkele dansers af, dat we ze straks wel weer op Barstreet zullen treffen, als zij klaar zijn met werken. Ik zie Mo nergens, maar we hebben toch echt afscheid genomen van iedereen en zijn klaar voor vertrek. Ik haal mijn schouders op en besluit dat ik niet persé gedag hoef te zeggen en dat hij zo ook wel snapt dat we verder gaan. Als we over straat lopen in de richting van Barstreet voel ik me toch een beetje opgelaten en het zit me niet echt lekker. Gelukkig heb ik niet lang de tijd om erover na te denken, want het is druk in X-bar en we hebben het druk met dansen en drinken en sjansen. De vorige keer waren we met de jongens uit Mo’s bar en werden we nauwelijks aangesproken door anderen, maar nu moeten we ze bijna van ons afslaan. We hebben er de grootste lol mee.

Tegen een uur of 4 hebben we het allemaal wel een beetje gezien. Nienke zit telkens te kijken of haar nieuwe vriendje Ali al binnenkomt, en ook Manon is druk bezig met haar vriend in Nederland. Ze hebben ruzie en zijn verwikkelt in een heftige sms-sessie over het feit dat zij nog niets van zich heeft laten horen terwijl ze al 2 dagen weg is. Oeps, dat is ook niet zo slim. We besluiten naar het hotel terug te keren en eenmaal op de hotelkamer gaat het licht al snel uit.

De volgende dag word ik wakker van de telefoon die over gaat. Een beetje versuft kijk ik snel op mijn horloge en zie dat het nog geen 9 uur is. Als ik besef dat het toch echt onze telefoon is die overgaat, neem ik snel op. Het is de receptionist die zegt dat er bezoek is. Bezoek? Voor mij? Ja, voor ‘miss Judissj from Holland.’ Okey…snel hang ik op en hijs me in een jurkje. Manon wordt er wakker van en vraagt wat er aan de hand is. Ik zeg dat er blijkbaar bezoek is en dat ik naar beneden ga, naar de receptie. Ze vraagt of ze mee moet gaan, maar ik wijf het weg. Het zal wel niets belangrijks zijn. Als ik de deur achter me dicht doe, hoor ik Manon nog net roepen: ‘wedden dat het Mo is?!’

Ik loop de trap af en hoop dat ze ongelijk heeft. Dat zal toch niet? Waarom zou hij naar ons hotel komen? Stiekem maakt mijn hart toch een klein vreugde sprongetje als ik Mo bij de receptie zie staan wachten. Hij staat met zijn rug naar me toe en ik loop richting de receptie. De receptionist ziet me al aankomen en knikt. Als ik bijna bij hen bij, draait Mo zich om. Ik zie een stralende lach op zijn gezicht doorbreken en onwillekeurig moet ik terug glimlachen. Hij spreidt zijn armen en roept mijn naam. Ik zeg een beetje verlegen ‘hai’ en krijg weer een kushand van Mo. Ik wil niet meteen botweg vragen wat hij hier komt doen, maar ik ben wel erg nieuwsgierig.

Mo vraagt of ik even mee naar buiten ga, zodat we op een bankje kunnen praten. Ik volg hem braaf, de receptie door naar buiten. Daar gaan we zitten op een bankje. Gelukkig begint hij meteen te praten. Hij begint een beetje zielig, dat hij me gisteravond niet meer heeft gezien en we geen afscheid hebben genomen. Ik bijt een beetje schuldbewust op mijn lip. Hij zegt dat hij heel de nacht geen oog heeft dicht gedaan en de hele tijd aan me moest denken. Ik bijt nog harder op mijn lip. Ik voel me vreselijk schuldig, terwijl ik niets verkeerds heb gedaan! Ik zwijg. Deels omdat ik gewoon niet weet wat ik moet zeggen, deels omdat ik vreselijk aan het smelten ben voor de donkere ogen die me zo vriendelijk en verdrietig aan zitten te kijken. Ik slik een keer.

Maar dan beginnen Mo’s ogen te twinkelen en begint hij enthousiast te praten… Ik weet niet wat ik hoor. Hij wijst op zijn scooter en vraagt of ik daarom zin heb om met hem mee te gaan. Ik kijk hem niet begrijpend aan. ‘No work?’ vraag ik hem verbaasd. Hij zegt dat hij de halve dag vrij is en dat we ergens kunnen gaan ontbijten en dat hij me wat van de omgeving wil laten zien. We kunnen dan ook gaan zwemmen in zee zegt hij er lachend bij. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Aan de ene kant merk ik dat ik niets liever zou willen dan achterop die scooter springen en me mee te laten voeren door Mo, maar aan de andere kant merk ik ook een grote twijfel. Waarom zou ik dat doen? Ik vind hem niet eens leuk en hij mij duidelijk wel. Wat als hij nou iets van mij verwacht? Maar als ik heel eerlijk tegen mezelf ben, vind ik hem misschien wel leuk? Ik weet het niet, maar ik besluit dat er maar één manier is om daar achter te komen: met hem mee gaan en het uitzoeken.

deel 2 komt zsm…

Jeetje Bloem, ik smelt!!! Zie het helemaal voor me, haha

Bloem,heb hem uitgeprint en ga hem straks lezen

Oh Bloem wat een heerlijk verhaaltje weer, smullen op de vrijdagochtend :smiley:

en deel 2 is here…
hebben jullie gezwijmeld?? :finger: kijk uit: deel 2…

Daarop knik ik dus en zeg dat ik mee zal gaan, maar dat ik eerst eventjes wat spulletjes moet halen en eventjes met de meiden moet overleggen. Als ik terug kom op de kamer, tref ik ook Nienke en Sandra aan. Samen met Manon zitten ze op het balkon. Snel leg ik uit wat er aan de hand is en wat de plannen zijn. Gelukkig roepen ze alle drie in koor, dat ik moet gaan en genieten. Snel poets ik mijn tanden en trek mijn bikini aan. Ik gooi nog wat spulletjes in mijn tas en kus de meiden gedag. Ik ren de trap af naar beneden, loop op een drafje de receptie door. Mo ziet me aankomen en stapt al op zijn scooter. Ik spring bij hem achterop en samen gaan we ervandoor.

We hebben samen een heerlijke dag. Het is nog vroeg maar al heerlijk warm. Mo rijdt voorzichtig maar toch houd ik me stevig vast aan zijn T-shirt. Onderweg stoppen we enkele keren voor wat boodschappen. Mo weet precies waar we moeten zijn. We halen een brood bij het ene winkeltje en hij moet nog nieuwe sigaretten hebben bij de ander. Telkens parkeert hij de scooter, springt eraf, gebied mij te wachten en komt na enkele seconden weer naar buiten gerend. Zo gauw hij mij weer ziet staan, begint hij stralend te glimlachen en ik kan dan niets anders doen, dan breed terug lachen.

Als we alles hebben zijn we Gümbet al uitgereden en Mo laveert zijn scooter langs smalle weggetjes, de heuvel op, en richting het water. Op een gegeven moment kunnen we niet meer verder en we laten zijn scooter achter en lopen over een zandpaadje een soort klif af. Ik heb allang 500 mooie plekjes gezien, maar Mo vindt het allemaal niet goed genoeg en wil verder weg. Ik loop een tijdje zwijgend achter hem aan. Af en toe zegt hij dat ik moet oppassen voor een steen of hij wijst me op de vissen die we vanaf hier in het water kunnen zien. Eindelijk zijn we er. Helemaal aan het uiteinde van de landtong, afgelegen van de rest van de wereld. Het is dat ik me op mijn gemak voel bij Mo, anders was ik nooit zo ver met hem meegegaan. We zijn een heel stuk van de bewoonde wereld en niemand kan ons vanaf hier zien.

We strijken neer op een gunstig plekje en Mo haalt wat brood en sap tevoorschijn en in het ochtendzonnetje ontbijten we samen. We praten over van alles en nog wat. Ik ben verbaasd over zijn goede Engels en zo zonder stampende muziek en nieuwsgierige blikken van anderen, converseert het allemaal een stuk makkelijker. Hij vraagt me honderd uit over mijn leven in Nederland, mijn werk, mijn familie en vrienden. Uiteraard ben ik ook erg nieuwsgierig naar zijn verhaal en hij maakt me vreselijk aan het lachen met allemaal leuke anekdotes uit zijn jeugd.

Als we de laatste broodkruimels op hebben, besluit Mo te gaan zwemmen. Hij trekt zijn T-shirt over zijn hoofd en loopt naar het water. Vol bewondering kijk ik hem na. Hoewel hij best mager is, is hij op de een of andere manier behoorlijk gespierd. Hij loopt wat door het ondiepe water en ik besluit eventjes achterover te gaan liggen met mijn ogen dicht. Als Mo weer terug komt, liggen we samen zo een beetje te zonnen. Mo zit te roken en vertelt verhalen, terwijl ik langzaam wegdommel en geniet.

Ik lig om m’n rug, met mijn ogen dicht te genieten van de zon, terwijl Mo het een en ander vertelt over zijn diensttijd, als ik iets voel kriebelen op mijn buik. Ik wrijf met mijn hand over mijn buik en doe een oog open om te zien wat mij lastig valt. Zal wel een beestje zijn geweest, denk ik, terwijl ik het zand van mijn buik veeg. Ik wil mijn ogen weer dichtdoen en mezelf weer achterover laten zakken, als ik het weer voel. Weer wapper ik met mijn ogen dicht over mijn buik, maar het blijft maar kriebelen. Nu kom ik dan toch maar overeind, en zie dat Mo met een veer over mijn buik zit te kriebelen.

Ik kijk een beetje geïrriteerd op, maar moet ook een beetje grinniken, omdat het echt kietelt nu. Ik probeer de veer weg te slaan met mijn hand, maar dat moedigt hem alleen maar aan om nu omhoog te gaan, over mijn armen, richting mijn nek. Ik vraag hem wat hij aan het doen is, maar hij lacht alleen maar. Hij schuift dichterbij. Hij schuift naar me toe en hangt boven me met zijn gezicht boven mijn gezicht. Ik sluit mijn ogen en voel een stel zachte lippen op de mijne. Eventjes doe ik niets, overdondert door deze actie van hem. Dan trekt er een warme golf door mijn lichaam. Het begint bij mijn mond en nestelt zich in mijn buik. Ik besluit me er aan over te geven en zoen hem terug. Voor 10 minuten genieten we beiden van een geweldige intieme kus, waarbij we geen één keer elkaars lippen loslaten om adem te halen. Dan is het moment toch echt daar en we laten elkaars lippen los. Hij kijkt me aan, legt zijn hand op mijn wang en zegt maar een ding:
‘WOW!’ Ik grijns.

Hierna voel ik me vreselijk opgelaten, want hij speelt mijn zijn vingers door mijn haar en kijkt me aan. Ik durf hem niet weer aan te kijken, bang dat hij me nogmaals zoent. Ik weet niet wat ik voel. Mijn emoties razen door me heen. Dit was een heerlijke kus en smaakt zeker naar meer, maar ik wil helemaal niet met hem zoenen. Niet met hém!! We zwijgen een tijdje. Als ik stiekem opzij kijk, zie ik dat Mo nog steeds dichtbij me zit, maar hij heeft nu een sigaret aangestoken en rookt zwijgend voor zich uit. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Blijkbaar merkt hij het ook en we zwijgen samen een poosje voor ons uit.

Ik voel me zo opgelaten. Geen van beiden zegt wat en telkens als ik door mijn wimpers naar hem gluur, zie ik hem nog steeds rokend voor zich uit staren. Ik schraap mijn keel en kijk naar hem op. Nu kijkt hij wel naar me en glimlacht. Ik smelt. Waarom zou ik niet voor deze jongen kunnen vallen. Hij is lief, attent en grappig en ik vermaak me met hem. Hij heeft het beste met me voor vanaf moment één en is nooit opdringerig geweest. Okey, deze actie van vandaag om zomaar naar ons hotel te komen en me voor een dagje uit mee te nemen, is wel erg spontaan, maar als ik echt niet had gewild, dan had ik ook nee kunnen zeggen. Mijn gedachtes tuimelen door elkaar en ik besluit even af te koelen. Ik sta op en klop het zand van mijn heupen.

Mo kijkt me van onderaf aan, en vraagt wat ik ga doen. Ik sta van mezelf te kijken als ik mijn hand naar hem uitstrek en zeg: ‘You said we would go swimming in the sea…’ Hij pakt mijn uitgestoken hand en hijst zich omhoog. Als hij staat voel ik zijn greep verslapen, maar ik blijf zijn hand vasthouden. Ik merk dat hij er eventjes naar kijkt en dan breekt er een zonnige glimlach op zijn gezicht door. Hand in hand lopen we in het water.

Gelukkig duikt Mo er niet meteen in of probeert hij me onder water te krijgen, want daarvoor is het veels te koud. Ik loop voorzichtig over de stenen. Nu moeten we elkaars hand wel loslaten en Mo maakt van de gelegenheid gebruikt om verder het water in te gaan. Het lopen over de stenen doet pijn, maar Mo zegt dat ik snel dieper moet gaan, zodat ik kan zwemmen. Ja, grapjas, maar het water is koud!

Ik besluit maar eventjes door te bijten en als ik er eenmaal dieper in sta, valt het wel mee. Ik laat me voorover vallen en zwem een stukje in zijn richting. Het voelt eigenlijk ontzettend lekker aan en ik ben blij om lekker in zee te zwemmen. Dat had ik nog niet gedaan. We lachen naar elkaar en als ik bijna bij Mo ben, vangt hij me op en slaat zijn armen om me heen. Het komt niet door het zoute water, maar toch tintelt en prikt mijn huid. Zijn armen liggen losjes om me heen, maar zijn handen wrijven over mijn rug en heupen. Ik merk hoe ze voorzichtig richting mijn kont gaan en ik moet er wel om lachen. ‘Surry, surry, I’m a nice guy, but still… I’m a guy,’ zegt Mo verontschuldigend.

Ik lach naar hem en kruip iets dichter in zijn armen. We zoenen weer eventjes. Het lijkt alsof heel mijn lijf nu in brand staat en ik krijg het vreselijk warm. Het is maar goed dat we in het water staan. Toch voel ik me een beetje opgelaten om hier zo uitgebreid te staan zoenen en kijk dus een beetje schichtig om me heen. Daarna spartelen we nog een beetje rond in het water en besluiten weer terug te keren op het droge.

De rest van de ochtend liggen we in het zonnetje te genieten. We kletsen gewoon verder, alleen nu hebben we het niet meer over algemene zaken, maar nu wil ik ook wel wat meer van Mo weten. Heeft hij vaker Nederlandse vriendinnetjes gehad en hoe veel en vaak dan. Wat vindt hij belangrijk in een vrouw en hoe ziet hij zijn toekomst. Was het eerst Mo die aan het begin van de ochtend van alles van mij wilde weten en gaf ik hem antwoord, nu ben ik diegene die Mo het hemd van zijn lijf vraagt.

Dat is bij mij vaak een teken dat ik iemand echt leuk vind, als ik alles van die persoon wil weten. Ik merk dat ik er helemaal hyper van word. De kriebels razen door mijn buik. Gelukkig zijn we niet alleen maar serieus aan het praten. We hebben het ook over het leven in Turkije en we genieten van de zon. Als Mo zijn pakje sigaretten opgerookt heeft, kijkt hij op zijn telefoon om te zien hoe laat het is. Het is tijd om te gaan, hij moet nog werken en ik wil nou ook weer niet de hele dag wegblijven, want ik ben ten slotte met mijn vriendinnen op vakantie.

We pakken onze spulletjes bij elkaar en lopen samen terug richting zijn scooter. We praten nu niet, maar om de paar seconden kijkt Mo achterom om te kijken of ik hem wel volg of te kijken of het nog wel goed gaat. Onwillekeurig glimlach ik elke keer naar hem. Ik concentreer me op het zandpaadje en de losliggende stenen en denk aan zojuist.
Dit is echt een heerlijke middag geweest, maar hoe moet het nu verder? Ik ben inmiddels tot over mijn oren verliefd geworden, moet ik bekennen als ik naar zijn rug kijk, maar hoe kijkt hij hier tegenaan? Het is me wel duidelijk dat hij mij ook wel leuk vindt, maar hoe serieus is hij? Is hij alleen op de sex uit of zit er meer in wat hem betreft? En wat wil ik eigenlijk precies? Ik zie een lange afstandsrelatie met een Turk echt niet zitten, maar aan de andere kant; wat heb ik nu helemaal te verliezen? Ik ben op vakantie. Hij is aardig en attent, grappig en lief en zoent duidelijk erg lekker, waarom zou ik er niet gewoon voor gaan…?

Mijn gedachtes worden onderbroken, want we zijn weer bij zijn scooter aangekomen. Ik heb het idee dat ik iets moet zeggen, maar weet niet goed wat. Mo klimt op zijn scooter en vraagt me of ik ook nog kom, aangezien ik eventjes sta te treuzelen. Ik wil nog niet terugkeren naar de bewoonde wereld en wil graag weten waar we staan.
Ik ga naast zijn scooter staan en kijk hem aan. Ik besluit dat ik het maar gewoon moet vragen en kijken wat hij erover te zeggen heeft.

Ik leg een hand op zijn hand en kijk hem vragend aan. Ik voel de haartjes van zijn handen onder mijn vingertoppen en merk dat ze aangenaam zacht aanvoelen. Dan zegt Mo eindelijk iets: ‘Juditsssj, are you comin’?’ Ik knik, maar verroer me niet. Ik vraag hem wat we nu doen.

Hij zegt dat we terug zullen rijden naar mijn hotel en dat hij weer moet werken. Ik rol met mijn ogen en zeg: ‘I know, but what about that kiss? What is next?’ Ik weet gewoon niet hoe ik het anders moet uitdrukken, dus ik stuntel maar een beetje. Mo zucht een keer diep en stapt toch weer af. Nu gaat hij voor me staan en pakt mijn handen in zijn handen. Hij trekt me iets dichter naar zich toe en kijkt me aan. Ik smelt in zijn donkerbruine ogen en zie nu pas voor het eerst dat er amberkleurige spikkeltjes inzitten. Ik moet lachen om mijn eigen gedachten.

Mo lacht en zegt dat hij wel nieuwsgierig is naar ‘next’ maar niet nu. Ik merk dat ik rood word en begin een beetje te stuntelen en te stamelen. Ik probeer hem duidelijk te maken dat ik met ‘next’ meer bedoel te vragen hoe serieus dit is, dan de vraag wanneer we weer alleen zullen zijn. Gelukkig snapt hij me wel en hij zegt dat hij maar een grapje maakt. Hij leunt tegen zijn scooter aan en trekt mij naar zich toe. We staan nu dicht tegen elkaar aan geleund. Hij laat een van mijn handen los en strijkt een pluk haar achter mijn oren en gaat met zijn hand daarna over mijn wang.

Hij begint te praten. Een stortvloed aan Engels komt op me af. Dat hij me leuk vindt. Vanaf het eerste moment dat hij me zag. Dat hij me toen al wilde zoenen. Dat hij niet weet of ik hem wel leuk vindt en dat hij denkt van wel, maar dat ik zo afstandelijk doe. Dat hij niet weet wat hij kan en mag doen, maar graag bij me wil zijn en zo hoopt dat ik hem wel leuk ga vinden. Hij ratelt verder over dat hij hoopte dat deze dag dat duidelijk zou maken en dat hij nu denkt dat ik hem wel leuk vindt. Hierop kijkt hij me even aan en ik knik ter bevestiging.

De wirwar van woorden gaat verder en hij zegt dat hij oud genoeg is voor een echte vriendin, maar al die tijd nog niet iemand is tegen gekomen met wie hij zich zo goed voelde en dat hij graag wil kijken met mij of we echt bij elkaar passen. Nu begint hij een beetje zachtjes te praten en zegt dat hij hoopt dat ik zijn vriendin wil zijn en we misschien later als alles goed blijft gaan tussen ons, we ons kunnen verloven.

Ik begrijp niet goed wat hij bedoelt met verloven. Wil hij nu met me trouwen, maar snel legt hij uit, dat we dan verloofd zijn en dat iedereen dan weet dat we bij elkaar horen. Een beetje zenuwachtig lachend zeg ik, dat we wel zien hoe het allemaal loopt. Ik grijns breed. En ik ga op mijn tenen staan en nu druk ik mijn lippen op de zijne. Het is stil. Hij is stil. Ik voel weer zijn warme lippen onder die van mij.
Een stroom aan uitbundige vlinders komt vrij en raast door mijn lijf. Ik laat hem weer los en ga weer met beide benen op de grond. Zo staan we eventjes stilletjes tegen elkaar aan en we spreken af, dat we vanavond weer samen gaan stappen en dat we dan aan het einde van de avond kijken wat we doen. Mo zegt grijnzend: ‘Then we can talk more about next…’

Ik knik en begin te lachen. ‘Maybe…’ en we lachen beiden. Nu stappen we toch maar op de scooter en rijden terug naar Gümbet. Onderweg houd ik hem nog steviger vast dan op de heenweg. Niet omdat hij harder rijdt, maar gewoon omdat het prettig is. Ik vraag me wel af hoe ik dit aan de meiden moet vertellen, maar ik besluit me aan mijn eigen woorden te houden. Ik ben hier gewoon voor vakantie en een leuke tijd. De rest zien we allemaal wel.

Veel te snel naar mijn zin komen we weer bij mijn hotel aan, en keurig netjes voor de deur stopt Mo. We stappen af en hij vraagt hoe laat we vanavond weer naar zijn bar komen. Ik haal mijn schouders op, we zullen wel zien en Mo knikt. Ik weet niet goed hoe ik nu afscheid moet nemen en voel de ogen van de portier in mijn rug prikken. Ook Mo ziet hem staan en keert zijn wang naar mij toe. Ik geef hem nu 3 zoenen en voor ik het weet, scheurt hij er op zijn scooter vandoor.

Snel loop ik de trappen op, naar de receptie en ik loop door richting het zwembad. Speurend kijk ik rond. Ik zie al gauw de andere meiden bij het zwembad liggen en zuchtend prof ik neer op een vrij strandbedje. Ik moet uiteraard uitvoerig verslag uitbrengen en joelend en gillend wordt mijn verhaal in ontvangst genomen. Als ik uitverteld ben, geniet ik van een welverdiende cocktail en laat me achterover zakken op het strandbedje en geniet van de zon.

Later die avond, als we gegeten hebben en onszelf weer hebben opgetut voor een avondje uit, vertrekken we richting Mo’s bar. Her en der maken we een praatje op straat maar ook Nienke wil zo snel mogelijk naar Mo’s bar en we hebben dorst. Ik ben toch een beetje gespannen, want hoe zal Mo reageren? Maar ik maak me zorgen om niets en we worden zoals altijd hartelijk ontvangen. Ik kan aan geen van de andere jongens merken dat ze iets weten en als we aan ons tafeltje zitten, komt Mo ons gedag zeggen. Hij zoent ons allemaal en ook ik neem nu mijn 3 zoenen hartelijk in ontvangst. Alleen krijg ik een iets uitgebreidere glimlach, als hij wegloopt.

Die avond is Mo’s bar afgeladen vol. Er is een grote Engelse familie die behoorlijk wat aandacht opeist. Ze slaan de ene fishbowl na de andere achterover en hebben de grootste lol. Allemaal doen ze mee met alle dansjes en voor we het weten zitten we allemaal aan 1 grote tafel en hebben de avond van ons leven. Af en toe komt Mo vanachter zijn DJ-tafel vandaan en komt even bij ons zitten of danst met mij. Elke keer als onze blikken elkaar kruisen, begint hij stralend te glimlachen en volgens mij kan iedereen aan hem en mij zien dat we het reuze naar ons zin hebben. Ik ben tot over mijn oren verliefd aan het worden…

Ook Manon, Nienke en Sandra vermaken zich goed. De Engelse familie heeft enkele leuke zonen van onze leeftijd en als de ouderen met de taxi richting het hotel gaan, besluiten zij zich bij ons aan te sluiten en mee te gaan naar Barstreet. Het is één grote gezellige boel. Voordat we echt weggaan, loop ik nog even naar Mo toe en neem vast afscheid van hem. We spreken af, dat zodra hij klaar is met werken hij naar de X-bar komt en als we eerder ergens anders heen gaan, ik hem sms. Ik knik en ben aan de ene kant een beetje zenuwachtig om vanavond weer met hem af te spreken, maar aan de andere kant kan ik ook niet wachten om hem weer te zien. We nemen afscheid en stiekem geeft hij me nog een zoen.

We vertrekken naar X-bar en ook daar is het afgeladen vol. Inmiddels zijn we daar aardig bekend en we worden hartelijk verwelkomd. De muziek beukt uit de boxen en het is één grote wirwar van dansende lijven. Eén van de Engelse jongens is niet weg te slaan bij Manon en ze dansen intiem. Ik kijk haar een paar keer veelbetekenend aan, maar ze negeert mijn blik. Ik richt me op Nienke die naast me staat, maar ook zij is innig verstrengeld met haar danser Ali. Ik voel me een beetje verloren, maar besluit dat ik er niets aan kan doen en dat Manon oud en wijs genoeg is om te weten wat ze doet.

Eén van de andere Engelse jongens ziet mij een beetje verloren rond kijken en komt naar me toe. Hij vraagt of alles in orde is en ik kan hem amper verstaan. Hij is ontzettend dronken en spreekt met z’on zwaar accent dat ik hem amper kan verstaan. Ik buig me naar hem toe, om hem beter te kunnen verstaan en hij brabbelt in mijn oor. Ik kan er werkelijk niets van maken en knik maar alsof ik het volkomen met hem eens ben. Hij legt een arm om me heen en blijft maar in mijn oor tetteren.

Het volgende dat ik me kan herinneren is dat ik ineens buiten sta. Mo staat voor me en ik voel zijn klemmende vingers om mijn pols. Het doet vreselijk pijn en ik wil me loswurmen. Hij staat tegenover me te schreeuwen en ik kan er niets van verstaan. Ik kijk om me heen en zie enkele omstanders naar ons kijken. Ik knipper met mijn ogen en als ik eindelijk mijn pols bevrijd heb uit zijn omklemmende greep, kom ik weer bij mijn positieven. Ik wrijf met mijn andere hand over de pijnlijke pols, waar even daarvoor Mo’s hand geklemd zat als een bankschroef.

Ik kan weer nadenken. Ik zie hem binnenkomen en terwijl de Engelse jongen nog in mijn oor staat te lallen, kijk ik over zijn schouder naar Mo. Ik glimlach naar hem en wil naar hem zwaaien, maar mijn glimlach verdwijnt als ik de blik op Mo’s gezicht zie. Het volgende moment wordt de jongen van me afgeduwd en sleept Mo mij aan mijn pols, de trap af naar buiten. Ik kijk nog achterom naar mijn vriendinnen, maar die staan als verdoofd te kijken. Wat is er in hemelsnaam aan de hand??

Mo staat nu nog steeds voor me te schreeuwen en we staan op de stoep voor de X-bar. Eén van de bewakingsmannen komt naar ons toe en vraagt in het Engels of alles in orde is. Voor ik antwoord kan geven, zegt Mo iets tegen hem in het Turks en pakt hij me bij mijn arm en sleurt me weer mee. Mo loopt hard weg en omdat hij mij zo stevig vast heeft, moet ik wel met hem mee lopen. Ik vraag hem of hij me los wil laten omdat hij me pijn doet, maar hij luistert niet. Net als ik versuft ben van de schrik, is hij verdwaasd door woede.

Stond ik zojuist nog in de X-bar te praten met iemand en werd ik helemaal blij toen ik Mo zag aankomen lopen en voelde ik al weer verdacht veel vlinders door mijn buik fladderen. Nu kijk ik naar deze man en vraag me af wie hij is. Zijn gezicht ziet er donker uit en er ligt een grauwe waas over hem heen. Zijn ogen schieten vuur en onwillekeurig bekruipt mij een angstig gevoel. Ik ben bang van deze vloekende schreeuwende man, die mij zo hardhandig vast heeft. Voelde ik eerder nog liefde en genegenheid opkomen als ik naar hem kijk, nu merk ik een golf van walging en afkeur als ik naar hem kijk.

Eindelijk laat hij me los en ik zie dat we zijn aangekomen bij het muurtje voor zijn appartement. Hij duwt me ruw van zich af en steekt een sigaret op. Hij mompelt van alles in het Turks en ik probeer te vragen wat er in hemelsnaam aan de hand is. Ik vraag hem waarom hij zo boos is, maar nu begint hij kwaad met zijn armen te wapperen. Hij richt zijn hand met de brandende sigarettenpeuk naar me op en wijst naar me. Ik begrijp niet veel van wat hij zegt, maar ik vang flarden op. Ik mag dit niet en dat niet. Bij alles wat hij zegt wijst hij naar me met de brandende sigarettenpeuk tussen zijn vingers. Het gloeiende puntje komt telkens vervaarlijk dichtbij mijn gezicht en mijn haren.

Ik kijk ernaar en zit stilzwijgend tegen het muurtje aangeleund. Dan valt Mo stil en kijkt me verwachtingsvol aan. Hij heeft blijkbaar een vraag gesteld en wacht op antwoord. Ik zeg dat ik er niets van begrijp en vraag hem wie hij denkt dat hij is, dat hij zo tegen me te keer kan gaan.
Voor ik het weet zie ik dat Mo zijn hand naar me opheft en ik zie die hand met een rotvaart op mijn gezicht af komen. Zijn hand inclusief ring komen hardhandig in aanraking met mijn wang en oog. Het doet pijn en ik wankel behoorlijk op mijn benen. Die kwam hard aan. Even is het stil. Stil in mijn hoofd en dan dringen er gedachten naar binnen. Hij heeft me geslagen. Deze man heeft me zojuist geslagen. In mijn gezicht. Hij heeft me geslagen. Geen enkele man hoort een vrouw te slaan en geen enkele man hoort mij te slaan. En al helemaal niet om zoiets stoms als dit.

Ik schud mijn hoofd, alsof ik die gedachte van me af probeer te schudden. Wat is dat nou voor stomme gedachten; niemand slaat mij. Als ik weer een beetje stevig op mijn benen sta, besef ik dat ik weg moet. Terug. Naar mijn vriendinnen. Wie weet slaat hij me nog een keer, of erger. Ik moet hier weg. Ik zet me af van het muurtje en wil bij hem weglopen, maar nu pakt hij me stevig vast bij mijn bovenarm en trekt me terug.

Ik hoor een stem zeggen: ‘No, no, don’t go. You are a fucking bitch and you go next with me. We go to my house. I be patience long enough.’ Ik hoor de dreiging in zijn stem en nu gaat mijn hart als een bezettene tekeer. Ik moet maken dat ik bij hem weg kom. Ik probeer mijn arm los te rukken en zet een stap opzij. Hij houdt me nog steeds stevig vast bij mijn arm. Ik verlies mijn evenwicht en val. Met een klap kom ik op de stoep terecht en ik voel meteen een prikkende pijn door mijn knieën en handpalmen gaan. Het voordeel hiervan is wel dat Mo me losgelaten heeft en ik eventjes tot mezelf kan komen. Ik zit op handen en voeten op de stoep en begin een beetje te beseffen wat er gebeurd is.

Mo heeft me natuurlijk zien staan kletsen met die Engelse jongen en dat zal hem allerminst bevallen zijn. Hij heeft me mee naar buiten gesleurd en ik voel zijn ijzeren greep nu nog om mijn pols. Hij is woest en niet voor rede vatbaar en hij wil me pijn doen. Al die tijd heeft hij me voorgelogen om me maar in bed te krijgen en hij heeft zich in het begin bewust ingehouden, om later te krijgen wat hij hebben wilde. Ik besef me wat hij eerder had kunnen doen en ik voel een golf van misselijkheid opkomen.

Ik haal een keer diep adem en klop het vuil van mijn handen en probeer rationeel na te denken. Ik moet hier weg. Weg bij Mo. Voordat hij me echt wat aandoet, want hij is gewoon niet meer zichzelf. Ik kom overeind en zet meteen een stap naar achteren. Mo is weer bezig om een nieuwe sigaret aan te stekken en ik stap de straat op. Nu draai ik me om en begin te lopen… Terug in de richting van Barstreet. Ik hoor hem roepen: ‘Judisssjj, where are you goink? Come back!!’ Ik loop nog harder. Ik durf niet te gaan rennen, maar wil wel zo snel mogelijk weg van deze jongen. Ik durf niet achterom te kijken, bang dat hij me achterna komt.

Gelukkig doet hij dat niet en ik bereik al snel de drukte van Barstreet weer. Het is er druk. De muziek stroomt uit verschillende bars en de lichten schijnen me tegemoet. Ik voel me meteen een stuk veiliger en snel loop ik terug naar X-bar. Ik zie dat mijn vriendinnen buiten staan te praten met de man van de beveiliging. Manon ziet me als eerste en komt op me af lopen. Zodra ze bij me is, slaat ze een arm om me heen en ik begin meteen te huilen.

Later die ochtend zijn we allemaal weer terug in onze hotelkamer. We zitten met ons vieren op de bedden en met een natte doek, dept Sandra voorzichtig mijn schaafplekken een beetje schoon. Ik draai mijn handenpalmen naar boven en kijk een beetje verslagen naar de rode plekken. Om mijn ene pols zit nu al een band met blauwe plekken. Langzaam begin ik te vertellen en met horten en stoten komt het verhaal eruit. Af en toe kan ik een snik niet onderdrukken. Als Manon weer een arm om me heen slaat, begin ik automatisch weer te huilen.

Ik weet zelf niet goed of het komt door verdriet, schaamte of vernedering. Ik voel me zo dom! Hoe kan ik die jongen nu zomaar vertrouwen? Ik kende hem net 3 dagen en hij leek zo aardig en attent. Ik begon zelfs vreselijk verliefd op hem te worden en kijk nu eens hoe dat eindigt? Ik begin weer heftig te huilen als ik me bedenk wat hij wel niet met me had kunnen doen die eerste nacht, dat ik bij hem in bed lag, of vanochtend, bij die verlaten plek aan het water.

Met ons vieren analyseren we Mo’s gedrag. Jaloezie, dat kan niet anders… Maar hoe kan iemand zo jaloers zijn om zoiets onbenulligs? We piekeren ons rot en het is al licht als we besluiten toch maar enkele uurtjes slaap te gaan pakken. Nienke en Sandra gaan naar hun eigen kamer en ik stap toch nog even onder de douche. In de spiegel in de badkamer kijk ik naar de plek op mijn wang. Het prikt en brandt vreselijk, maar gelukkig is er niet veel te zien. De warme stralen masseren mijn pijnlijke schouders. Ik heb ineens overal spierpijn en mijn armen en benen voelen aan als lood. Als ik eenmaal in mijn bed lig, ben ik dan ook snel vertrokken.

De volgende ochtend word ik wakker en als ik om me heenkijk, zie ik dat ik alleen ben. De meiden hebben me even rustig laten uitslapen. Het is al middag en rustig sta ik op. Als ik in de spiegel kijk, zie ik dat mijn hele arm bont en blauw is. Mijn wang is een klein beetje roder dan de rest van mijn gezicht, maar ik heb gelukkig geen blauw oog. Opgelucht bekijk ik de rest. Mijn knieën hebben rode schaafplekken van de val en ook mijn handpalmen zijn geschaafd. De wonden kloppen en bonken. Ik schaam me diep. Ik durf niemand uit Mo’s bar meer onder ogen te komen. En ik wil Mo al helemaal niet meer zien. Hij is vreselijk door de mand gevallen en heeft zijn ware aard laten zien. Ik wil niets meer met hem te maken hebben en alle gevoelens die ik 12 uur eerder nog voor hem had, zijn omgezet in enkel nog gevoelens van walging voor zo’n persoon.

De rest van de vakantie blijf ik in ons hotel. Nienke is nog wel één paar keer teruggegaan, samen met Manon of Sandra naar Mo’s bar, maar ze voelt zich hier niet echt goed bij. Ze heeft afscheid genomen van haar danser Ali. Als ik haar vraag of ze het niet erg vindt, zegt ze dat het toch alleen maar voor de lol was en niets serieus. Ze voegt er nog aan toe, dat haar vriendinnetje veel belangrijker is dan een of andere vakantieliefje. Ik begin weer spontaan te huilen.

De rest van de vakantie brengen we door aan het zwembad of aan het strand. ’s Avonds vermaken we ons in ons hotel. We gaan nog wel een avond naar Bodrum om te winkelen en iets te drinken. Hoewel ik zeker ben dat we daar niemand bekends tegen zullen komen, voel ik me toch niet op mijn gemak. Ik wil niet teveel onze vakantie laten bederven door dit incidentje, maar ik heb het er toch erg moeilijk mee. Elke keer als ik iemand ook maar 2 seconden te lang naar mijn arm of pols zie kijken, voel ik me vreselijk opgelaten en vlucht ik naar de wc.
Ik schaam me voor mijn kinderlijke gevoelens en mijn snelle vertrouwen. Hoe had ik zo stom kunnen zijn om me zo snel zo intensief in te laten met iemand die ik niet ken. Mijn gedachtes dwalen rond in cirkeltjes en ik ben behoorlijk afwezig

Gelukkig begrijpen de meiden het wel en zijn ze ontzettend lief voor me. Toch ben ik blij als we weer naar huis gaan. Ik ben nog nooit zo bruin teruggekomen van vakantie en we spreken af, dat we mijn ouders dit maar niet zullen vertellen. Mijn vader komt ons namelijk ophalen en ik vraag de meiden voor vertrek of ze er alsjeblieft niets over willen zeggen. Gelukkig zijn de blauwe plekken aardig weggetrokken en zijn ze amper nog zichtbaar.

Midden in de nacht komen we aan op Schiphol en gelukkig geloofd mijn vader ons, als we zeggen zo zwijgzaam te zijn, omdat we zo moe zijn. Mijn vader zet ons af bij Manon en ik spreek met hem af dat ik hem en mijn moeder morgen zal bezoeken. We hadden voor de vakantie afgesproken dat we met ons vieren weer bij Manon zouden slapen, maar ik wil niets liever dan naar huis. Naar mijn eigen bed. Gelukkig begrijpen de meiden dat. We nemen met een dikke knuffel afscheid en ik beloof ook hen, om morgen langs te komen.

Opgelucht haal ik adem als ik de sleutel in het slot omdraai en mijn koffer in de gang zet. De stilte gonst me tegemoet. Ik laat de koffer staan en ga regelrecht naar bed. Dit was absoluut een vakantie die ik nooit zal vergeten. Het vreemde is, dat ondanks dit vervelende incident met Mo, ik niet slecht denk over het land. Ik heb een toptijd gehad, voor die ene avond. Toch denk ik niet, dat ik nog zo snel nog een keer terug zal gaan naar Gümbet.

De volgende dag, na een heerlijke nachtrust in mijn eigen bedje, en terwijl de eerste vakantiewas alweer buiten te drogen wappert, zet ik mijn foto’s over op mijn pc. Als dat klaar is, bladder ik door de eerste kiekjes. Ik slik als ik de eerste foto’s zie. Mo en ik in het DJ-hokje. Ik zoom in en kijk naar hem. Een rustige Turkse jongen. Met mooie ogen en een niet opvallend uiterlijk. Deze man heeft me volkomen ingepalmd met zijn aardige en attente voorkomen. Hoe snel hij ons geholpen had met die bankpas. Hoe aardig en uitnodigend hij was. Hoe hij me op bed had gelegd, zonder me met een vinger aan te raken. Hoe we die ochtend aan het water in het zonnetje kletsend hebben doorgebracht. Dat was een heerlijke dag en die avond eindigde zo rampzalig.

Hoe heb ik me zo in iemand kunnen vergissen? Hoe kon ik zo goed van vertrouwen zijn? Hoe kan iemand zo 2-faced zijn en als een blad aan de boom omdraaien. Ik maak mezelf helemaal gek met deze vragen. Met mijn muis vlieg ik over de foto’s. Delete. Mijn computer zegt pling. Weet ik zeker dat ik deze foto’s wil deleten?? Ja en ik klik op ‘ok.’ En weg zijn ze, weg is Mo. Ik heb hem na die avond niet meer gesproken en hoop hem ook niet meer te spreken. Ik wis hem uit mijn vakantiefoto’s. Ik wis hem uit mijn gedachten. Het zal nog wel even duren voordat ik hem van mijn eigen harde schijf gewist heb, maar zoiets heeft tijd nodig. Ik kijk naar mijn pols en zie nog vaag een blauwe plek, waar hij me vastgepakt heeft. Gelukkig ben ik er met een paar blauwe plekken vanaf gekomen, besef ik me. Als hij echt kwaad had gewild, had het nog veel erger kunnen aflopen…. Weer een wijze les geleerd.

Ik kijk naar de andere vakantiefoto’s. Ik moet toch wel lachen als ik onze gekke foto’s zie in Bodrum en in het hotel. We hebben toch wel een ontzettend leuke vakantie gehad, behalve dit akkefietje en door het akkefietje is de band met mijn vriendinnen nog sterker geworden. We zullen nog wel een keer met ons vieren op vakantie gaan, allicht naar Turkije, allicht een andere plek, we zien het wel.
Ik sluit mijn computer af en stap in de auto. Ik word weer blij als ik me bedenk dat ik vandaag zowel mijn familie weer zie als mijn vriendinnen. Ik besluit dat ik het hele incident moet loslaten. En dat doe ik dan ook…