Ik ga naar beneden naar Billy en we praten een beetje bij. Ik ken hem niet zo heel erg goed, maar we kunnen het altijd vreselijk goed vinden, omdat we samen Leo ontzettend goed kunnen pesten. Leo en Billy zijn broers. Hun broertje Eddy (Ergün) loopt ook nog ergens in Gümbet rond, maar die doet ander werk, dus die zie ik bijna nooit. Ze hebben nog meer broers, in Engeland en Schotland en bij hun moeder in Adana geloof ik. Maar de boot is van Leo en die regelt alle zakelijke dingen en Billy gaat elke dag met de toeristen mee op de boot. Op internet zijn hele discussies gaande of Leo en Billy nu wel of niet tweelingbroers zijn. Ze wonen samen, ze doen hetzelfde werk, ze rijden op dezelfde scooter (die van Leo is, maar die leent iedereen, ook zijn broer Billy) en tja, ze lijken als twee druppels water op elkaar. Het is verschrikkelijk. Hoe vaak ik wel niet dacht, hè, daar is Leo maar het Billy bleek te zijn….Zeker omdat ze allebei bijna altijd een zonnebril dragen. Maar Billy gaat er prat op dat hij het beste Engels spreekt (dat is waar, Leo spreekt Schots) en dat hij er het beste uitziet van de broers (dat is niet waar, dat is Eddy) Maar samen hebben we de grootste lol om Leo. (oonestly, i am noo botterert)
Het is tijd om weer verder te varen en ik klim weer naar boven en strek me languit uit in de zon. Ik krijg het warm, het is heet en ik begin al te zweten, jak. Gelukkig gaan we gauw weer varen en ik voel de zachte wind die over mijn lichaam streelt. We varen naar de volgende stop en die is gelukkig niet ver weg, want ik sta te popelen om in dat heerlijke water te springen! Eindelijk hoor ik de motor niet meer zo luid en de mannen wandelen druk heen en weer om een goed plekje te vinden voor de boot. Ik zie geen verschil, maar dan ligt de boot eindelijk goed en verschrikt kijk ik op. De eerste idioot is al van de boot gesprongen. Slik. Van de bovenverdieping, van de gladde balustrade, zo in het water. Ik denk dat het water erg koud zal zijn, maar als Billy eindelijk het trappetje in het water laat glijden, en ik afdaal naar beneden, merk ik dat het water niet zo koud is als in mei. Het is heerlijk en ik geniet van het heerlijke vrije gevoel. Het is hier heel erg diep en er is een klein beetje golfslag. Ik zwem een rondje om de boot heen en dan nog een en dan nog een. Dan houd ik het voor gezien, want het gaat toch een beetje vervelen en ik ben nu eindelijk goed wakker en de kater trekt al een beetje weg. De Engelse jongens zijn inmiddels al zo dronken, dat ze een voor een van het bovenste dek van de boot springen. De een nog gevaarlijker dan de andere. Ik klim weer aan boord en wikkel me in mijn handdoek. Billy begint me zoals altijd te pestten met vragen. Waarom spring ik niet, durf ik niet? Hij dreigt dat hij bij de volgende stop het trappetje niet zal laten zakken. Ik geef gewoon eerlijk toe dat ik dat niet durf. Ik wil ook graag mijn beide delen van mijn bikini behouden en die niet na een sprong uit het water moeten vissen.
We varen weer verder en bij Camel Beach gaat iedereen aan land. Ik tel op mijn vingers het aantal keren dat ik hier nu al geweest ben, en kom tot de conclusie dat het vaak genoeg geweest is om een keertje over te slaan. Ik lig heerlijk te zonnen en doezel een beetje weg. De muziek op de boot is fantastisch en in mijn eentje heb ik de grootste lol. Bij elke plaat heb ik wel weer een andere herinnering en ik droom weg. Ik droom over gisteravond. Zucht. Hoe komt het toch, dat elke keer de nacht voor de boottocht zo intens is….?
Ik ruik iets. Ik merk dat ik honger heb en die geur die van beneden komt, maakt het gerammel in mijn buik nog erger. We gaan straks eten!!
Als iedereen weer aan boord is, varen we verder en bij de volgende stop blijk ik het bij het juiste eind te hebben. De andere toeristen kunnen kiezen of ze beneden willen eten of boven, maar ik krijg meteen een bord eten van Billy. Hij weet inmiddels dat ik geen minuut zonnestraal wil missen en het liefste buiten eet. Ook op de boot. Het eten is voortreffelijk. De salade is heerlijk, het brood knapperig en vers, de pasta is zelfs nog heet en de kip, ik snap niet hoe ze die kip zo goed krijgen. Het is ook veel, veels te veel, maar gelukkig past alles erin. Hihi.
De waaghalzen beginnen weer met hun jump en twist acties en ik kijk het met argusogen aan. Billy heeft zijn hengel tevoorschijn gehaald en doet een verwoede poging om een meisje van 14 jaar oud, te leren vissen. Ik kijk naar het stel. Het meisje schaamt zich kapot, omdat haar ouders het hele tafereel op video vast leggen. Ik denk dat ze later haar ouders dankbaar zal zijn, want de manier waarop ze telkens omdraait en naar Billy kijkt, die verraad, dat ze het vast niet erg zal vinden, dat haar ouders hem op video hebben vast gelegd. Billy merkt dit ook en geeft een paar laatste instructies en laat haar dan alleen met de hengel. Haar interesse verslapt snel als ze alleen moet vissen. Hij komt bij me zitten en we kletsen een beetje. Over hem en de liefde, over de bruiloft van gisteren, over het werk op de boot, over de komende winter en meer van dat soort dingen.
Als iedereen zijn eten op heeft en de laatste idioot uit het water is geklommen, wordt het anker gelicht en varen we weer verder. Het uitzicht is prachtig. Er is geen wolkje te bekennen en overal waar ik kijk, zie ik het prachtige heldere water van de Egeïsche zee. De oevers waar we langs komen zijn allemaal groen en af en toe tuft er rustig een andere boot voorbij. Soms een vissersboot, soms een toeristen boot, net als wij. We passeren een eiland waar de geiten los rond lopen. De koeien eten een grashalm en staren ons aan. Af en toe komt er een vogel overzeilen en in de verte kun je Kos zien liggen. Een onmetelijk gevoel van vrijheid en rijkdom overspoelt me.
Bij de volgende stop laat Billy uiteraard gewoon het trappetje zakken en ik plons en spetter weer heerlijk rond in het water. Niks is beter dan nog een frisse duik. Ik blijf niet te lang in het water, want dit is de laatste stop en de zon is al minder fel aan het worden en ik wil graag dat mijn bikini opdroogt. We dobberen rustig heen en weer en de andere toeristen babbelen met elkaar en met mij. Billy en de rest van zijn bemanning voorzien iedereen van een drankje en gaan rond met een schaal met heerlijke Turkse koekjes en cake. Ze zijn al heel de dag bezig om het iedereen zo goed als het kan naar de zin te maken.
Het is een heerlijke ongedwongen dag en ik vind het jammer als we weer verder gaan. We gaan namelijk terug richting de haven van Gümbet en dat betekend dat de boottocht er bijna opzit. Het is al laat als we in de haven aankomen en het duurt een tijdje voordat we van boord kunnen gaan. We zijn namelijk de laatste boot en inparkeren met een boot is nog veel lastiger dan het lijkt. Uiteraard helpen de andere schippers en bootjongens een handje mee om aan de ene kant de boot een duwtje te geven en aan de andere kant een beetje naar zich toe te trekken.
Als ik de boot verlaat neem ik afscheid van Billy en vraag hem, hoeveel ik moet betalen. Hij zegt dat ik dat maar met Leo moet regelen. Uhm….? Nou ja. Leo staat ons bij de haven al weer op te wachten en ik krijg weer een knuffel en drie zoenen van hem en neem naast hem plaats in zijn busje. Ik zeg tegen hem, dat hij me maar moet afzetten waar de rest eruit gaat. Ik vraag hem hoeveel hij wil hebben voor de boottocht. Hij kijkt me boos aan en zegt tegen me: ‘don’t ask me that again coz then u R no longer my friend.’ En dat is dat. Hij lijkt het te menen en ik durf het niet nog een keer te vragen.
Als ik die avond gedoucht heb en nog steeds de tinteling van de zon op mijn huid voel, tref ik Leo voor een drankje. Hij vraagt me hoe ik de boottocht heb ervaren en ik kan natuurlijk niks anders doen dan breeduit grijnzen. Dat is voor hem genoeg.
Ik tel in mijn hoofd het aantal wijntjes dat ik die dag gedronken heb, maar ik kom tot de conclusie dat het er geen een is geweest. Volgens mij ben ik nog dronken van gisteravond, want ik zie ineens dubbel. Driedubbel. Broers Billy en Eddy zijn binnengekomen en samen met Leo staan ze nu voor me. We praten en lachen en drinken tot diep in de nacht. Als Leo eventjes naar de wc toegaat, en zijn broers. in het Turks met een vriend staan te praten, loop ik gauw naar de eigenaar toe en betaal de drankjes van ons vieren. Als het tijd is om weg te gaan, sta ik snel op en sleur de drie broers mee naar buiten. Ik wil geen discussies hierover. Lallend lopen we arm in arm over straat. Ik neem afscheid van de broers en ga naar mijn hotel, want ik ben ontzettend moe.
Als ik later die nacht in mijn bedje rol, kan ik me niets anders bedenken dan dat dit een perfecte dag is geweest en dat ik volmaakt gelukkig ben op dit moment.
Ik val in een diepe slaap.