Bloem's verhalen

We zwerven door de verschillende straatjes en wijzen elkaar dingen aan. Op zich zijn wij zelf ook best een attractie, want zoveel toeristen lopen hier niet rond. Eigenlijk wilden we op dinsdag naar de markt gaan, met allemaal kleding en souvenirs maar toen hadden we het niet gehaald. Toch kijken we onze ogen uit. En mijn neus moet ook goed werken. Alles geurt en straalt ons tegemoet. Toch zijn we redelijk snel klaar, want wij hebben geen behoefte om 5 kilo tomaten te kopen of een hele zak met macademian noten ofzo. We hebben dan ook na een tijdje alle gangen gehad en staan weer buiten. Wat nu?

De planning was om verder Bodrum in te gaan en te winkelen. Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee waar het centrum van Bodrum is en op goed geluk lopen we een kant op. Nu moet ik eerlijk gezegd zeggen dat ik echt het richtinggevoel van een demente bejaarde heb, maar goed… We lopen dus gigantisch verkeerd en lopen steeds verder weg van het centrum. Het wordt rustiger op straat en we weten allebei dat we verkeerd zitten. Telkens als ik nu weer langs die plek kom, waar we toen heen gelopen zijn, moet ik vreselijk lachen om hoe dom die actie was.

Maar niet gevreesd, we besluiten terug te lopen en komen al snel in het commerciële centrum van Bodrum. En tja, dat is dus echt shopping walhalla voor ons ekstertjes. Een schat aan winkeltjes met glimmende dingen. Oorbellen, ringen, horloges, kettingen, ik voel me als een kind in een snoepwinkeltje en mama en ik stappen winkel in en winkel uit. Ik durf nog niet echt iets te kopen en leg de ring die ik vast heb gauw terug, als ik zie dat er een verkoper aankomt. Ook de maat is toch telkens best een probleem. Maar mij word keer op keer verzekerd dat ze alles groter en kleiner kunnen maken. Ik durf het nog niet echt aan, maar uiteindelijk zwicht ik voor een groene ring. Met het gevolg dat ik nu 2 jaar later zit, met een ring die zo dun is, dat hij elk moment kan knappen, maar het nog steeds niet doet.

We slenteren door de straatjes en uiteindelijk belanden we in een kussen en sjalen winkel. Ik kijk wederom mijn ogen uit. Mijn handen gaan langs de stoffen sjaals die aan een rek hangen en even wrijf ik er met een langs mijn wang. Wat een heerlijke zachtheid! In deze winkel hangen overal prijskaartjes en de verkoopster schenkt totaal geen aandacht aan ons en zit opzichtig en luidruchtig in het Turks te bellen. We verstaan er toch niets van. Maar ik ben helemaal verkocht en sta voor het grootste shopping-dilemma ever! Welke moet ik nemen?

Het staat buiten kijf dat ik zo’n pasjmena moet hebben, maar welke? En welke kleur? Ze hebben wel 20 verschillende kleuren groen, blauw, rood, oranje, geel en alles ertussenin. Ik voel en ik kijk. Alles zit verpakt in folie en de prijzen zijn echt fors. Ik moet dus ook echt kiezen, want eentjes is al duur genoeg.
Ik besluit dat ik niet kan kiezen en wil er twee nemen van een goedkopere en kleinere soort. Gelukkig weet mijn moeder me tegen te houden en haalt me over om 1 grote, dure, luxe en zachte te nemen. Ik besluit een zwarte te nemen, want die past overal bij.

In deze winkel is er niets van afdingen bij en ik betaal het bedrag dat op het folie staat. Ik ben werkelijk nog nooit zo blij met een aankoop geweest. Dat ding heb ik in die twee jaar tijd, hooguit 2x in de week niet gedragen. Hij gaat overal mee naartoe en is mijn redder geweest in koude winderige avonden. Of als dekentje in de bus, of als sjaal op de fiets! Heerlijk! Elke keer als ik nu in Bodrum ben, dan stap ik toch weer eventjes dat winkeltje binnen. Tot op heden heb ik elders nooit zo’n grote en zachte meer kunnen vinden, maar toch heb ik vele andere gekocht. En ook weer weggegeven, maar deze zwarte, die hou ik altijd bij me.

Maar goed, we lopen verder en lopen langs het water. We eten een ijsje en kijken naar de mensen die langslopen. We genieten. Van het weer, van elkaar en we genieten van het genieten. Het is heerlijk, maar ook erg warm en we worden een beetje moe. We besluiten weer richting ons hotel te gaan en slenteren de straatjes door, terug naar het busstation. Dit kunnen we wonder boven wonder meteen vinden en we staan keurig netjes te wachten bij ‘ons’ busje. We hebben pech, want er is net een busje weg en we zijn de eerste van dit busje en zullen moeten wachten tot deze min of meer vol is.

We staan buiten het busje even te wachten, maar langzaamaan komen er steeds meer mensen bij, en we besluiten toch maar te gaan zitten, zodat we zeker zijn van een plekje naast elkaar. Er gaan niet alleen mensen met het busje mee. Nee uiteraard, moeten ook alle aankopen mee. Achterin de dolmus is nog wat opbergruimte, en als ik over mijn schouder kijk naar wat ze allemaal aan het inladen zijn, zie ik grote witte zaken liggen. Ik denk met rijst ofzo. Maar er gaan ook grote plastic tassen mee met tomaten en pepers. Ze zitten zo vol, dat het lijkt alsof ze elk moment kunnen knappen, maar het gaat allemaal net goed.
Na ongeveer twintig minuten vind de chauffeur het busje vol genoeg en we vertrekken. In eerste instantie maak ik me best wel zorgen of we er wel op tijd uit kunnen. Op de heenweg is het makkelijk, want toen moesten we eruit, bij het einde, maar nu moeten we toch echt er pas uit bij ons hotel. Ik zit al helemaal te prakkiseren hoe we dat gaan regelen, maar dan zie ik, dat de chef animatie ook instapt. Hij gaat naast de chauffeur zitten en ik ben opgelucht dat dit probleem ook weer opgelost is. Hij zal er vast ook uit moeten bij het hotel.

We verlaten Bodrum weer en mijn moeder en ik moeten allebei weer lachen, als we nu zien waar we eerder vandaag verkeerd zijn gelopen. We kronkelen de berg weer rond en na een twintigtal minuten zijn we weer bij ons hotel. Onderweg is er nog een medewerker van het hotel ingestapt en zonder iets te zeggen betaald hij de dolmus voor mij en mijn moeder. We stappen uit en ik ben verbluft over zoveel vriendelijkheid en vrijgevigheid. Op zich is YTL 4 niet veel geld, maar deze man kent ons niet eens. Kom je een duppie te kort bij de kassa in Nederland, dan moet je nog een goede man vinden, die je dit zomaar geeft.

In ons hotel brengen we snel onze spulletjes naar de kamer en gaan we gauw douchen. Die avond bespreken we onze avonturen met de andere toeristen en ik kan meteen mijn nieuwste aankoop inwijden. Vooral ’s avonds waait het flink en met je rood verbrandde armen en gezicht, koelt het erg af en is zo’n pasjmina heerlijk! Al met al een leuk dagje en een geweldig avontuur.

Achteraf gezien moet ik vreselijk lachen over zo’n eerste keer. Het stelde niets voor, maar omdat het de eerste keer is, het anders is dan thuis en je de taal niet spreekt, maak jij je zorgen om niets en komt alles vreemd voor. De jaren daarna stap ik moeiteloos in en uit een dolmus, kocht ik op de markt mijn eigen boodschappen voor die week en is alleen een piece of cake. Aan de ene kant jammer, want zo leuk en spannend als de 1e keer wordt het nooit meer, maar aan de andere kant een mooi gegeven dat jij je zo snel kan aanpassen en thuis kunt voelen in een cultuur die niet de jouwe is.

was maar een kort verhaaltje, maar goed, t was dan ook maar een half dagje :wink:

Maar ohhhh zoooo heerlijk herkenbaar… Ohh ja
De eerste keer dolmus EN markt haha

Heerlijk, Bloem, wat herkenbaar, vooral de eerste x in de Dolmus. Ik herinner me de allereerste x ook nog zo goed, dat was in Alanya, viel toen nog languit in de bus door het afstapje middenin in het gangpad, en stapte ongeveer een kilometer te vroeg uit, zodat we nog weet ik hoe lang moesten lopen naar de Hammam, waar we naar toe gingen, terwijl de bus daar ook gewoon voor de deur stopte, sukkels die we waren…

Sommigen kennen dit verhaal al, voor de anderen: geniet

Boattrip!!

‘When u wanna go boattrip?’
Ik zit met mijn goede vriend Leo (Ahmet) te praten aan de bar. De muziek staat hard dus ik moet telkens naar hem toe leunen, maar dan versta ik hem goed. Ik ben nog geen uur geleden aangekomen in mijn hotel en nu zit ik al aan de wijn, heerlijk te genieten, van de muziek die 3 jaar geleden in Nederland de hitparade domineerde.
Tja, wanneer wil ik mee met zijn boot? Uhm…? Elke dag?
We besluiten samen dat morgen niet goed is, maar dat donderdag uitstekend is. Mooi, dat is dan geregeld. Ik wil niet dat hij voor mij moet omrijden, dus ik vraag waar hij nog meer gasten moet ophalen. We spreken af dat ik er om 10.00 uur zal zijn.

De volgende nacht kom ik rond 05.00 uur aan bij mijn hotel en ik vervloek het idee dat ik over 4 uur al weer moet opstaan om met een stomme boottocht mee te gaan. Ik zet mijn wekker om 08.00 uur, ik zal toch een keer het ontbijt buffet moeten uitproberen.
Als het alarm van mijn telefoon afgaat, vervloek ik het idee van de boottocht nog meer. Eventjes twijfel ik of ik Leo zal bellen om de boottocht af te blazen, maar dan besluit ik dat ik niet zo moet zeuren en op de boot verder kan slapen. Mijn hoofd spint en tolt. Ik hoor een keihard gebonk en vraag me af of er nog mensen boven me wonen….oh, het gebonk komt van binnenuit mijn hoofd. Ik heb een droge mond, maar uiteraard geen drinkbaar water op de kamer. Shit. Nou, maar snel naar dat ontbijtbuffet dan.
Ik hoor niet eens dat een van de obers me met een vriendelijk ‘guneydin’ groet. Ik merk niet eens op dat een andere ober graag mijn glas jus de Orange naar de tafel wil brengen. Ik kies een plekje buiten op het terras. Ik kijk naar Gümbet. De baai, de zee, de boten. Straks zit ik op een van die boten. Ik begin er langzaam zin in te krijgen. Dat kan ook komen door het ontbijt dat weer ouderwets goed smaakt. Het is een tomaat, net zoals we die in Nederland hebben, maar hij smaakt zoveel lekkerder en zoeter en gewoon heerlijk.

Als ik gegeten heb, keer ik terug naar mijn hotelkamer en maak me klaar voor een dagje op de boot en daarna slenter ik rustig naar de afgesproken plek. Het is een van de bars waar we vaker zitten en er is nog niemand anders aanwezig. Nou ja, dat zal dan wel. Ik ben alleen met de jongen die deze ochtend dienst heeft. Ik drink nog een glas sinaasappelsap en heb de grootste moeite om hem duidelijk te maken, dat ik niets in hem zie. Ongeduldig kijk ik naar buiten….Waar blijft hij nou? Ah, gelukkig, saved by the bus. Leo komt in zijn busje aanzetten. Ik weet dat veel toeristen zich afvragen in wat voor aftandse bus ze nou weer vervoerd moeten worden. Maar ik weet hoeveel moeite het hem gekost heeft om de lening te krijgen om de bus te kopen en hoeveel moeite hij gedaan heeft om die lening af te betalen, dus in mijn ogen is het een schitterende bus. De andere toeristen komen ook aanlopen en ik krijg 3 zoenen van Leo en een heerlijke oprechte, ‘how R u?’ Ik antwoord kort: ‘Drunk!’ ‘ Me too.’

Hij heeft gisteren een bruiloftsfeest gehad en is pas net teruggekeerd van de feestzaal. Ik kijk hem grijnzend aan. Hoe vaak we wel niet ruzie gemaakt hebben, over wie de volgende ochtend een half uurtje later mocht komen. En dan standaard ’s middags tijdens het warmste uur van de dag, als het rustig was op straat en we niets te doen hadden, iets moesten verzinnen om wakker te blijven. Hij weet waar ik aandenk en ik gil keihard in zijn oor: ‘WATERMELON!!’ Maar hij had het in de gaten en kan op tijd wegduiken. De andere toeristen kijken ons verbaasd aan, alsof we gek zijn, en ik stap gauw met een rood hoofd in het busje. In de achteruitkijkspiegel geeft hij me een knipoog.
We rijden naar de haven waar ‘Leo Boat’ ligt en ik zeg gedag tegen hem en zeg dat ik hem later wel weer zie. Ik neem plaats op het bovendek en spreid mijn handdoek uit. Het is al best warm en gelukkig zonnig, dus ik kleed me maar meteen uit en vlij me in bikini neer.

Uit ervaring weet ik dat we pas om 10.30 uur zullen gaan vertrekken en dat we rustig wachten, totdat Leo zijn 2e ronde gedaan heeft en iedereen die vandaag mee moet, ook mee gaat. Als het bijna tijd is om te vertrekken, hoor ik ineens een bekende stem vragen ‘ u want drink?’ Ik ga niet rechtop zitten, maar kijk ondersteboven naar de steller van deze vraag. Leo. Herkent hij me niet in bikini ofzo? Dan zie ik het, het is niet Leo maar zijn broer Billy! (Bülent) Was ik er bijna ingetrapt. Ik zet mijn zonnebril af en nu herkent Billy me ook en vraagt hoe het is, wat ik hier doe, hoelang ik blijf, wanneer ik ben aangekomen en nog veel meer dingen. Hij zegt dat hij zo terug komt en ik ga weer lekker liggen. Als de boot min of meer de haven heeft verlaten komt Billy weer naar me toe, geeft me een knuffel en 3 zoenen en geeft me nog een dikke knuffel. Leo heeft hem niets over mij vertelt en Billy is oprecht blij en verbaasd me vandaag op de boot aan te treffen.

Inmiddels heb ik kennis gemaakt met alle andere toeristen op de boot en varen we de baai van Gümbet uit, richting de modderbaden. We zijn allemaal voorzien van een drankje en ik geniet. Ik ben moe en de zon en de lichte deining van de boot, doen hun werk. Ik word wakker van het feit dat we niet meer deinen. Nou ja, bijna niet meer. We zijn aangekomen bij de modderbaden en alle toeristen gaan van boord. Ik blijf op de boot, want ik weet dat die modder vreselijk stinkt en hoe goed je ook wast, de geur van zwavel blijft nog dagen in je bikini hangen en daar heb ik niet veel trek in. Hoe goed het ook is voor je huid.

Ik ga naar beneden naar Billy en we praten een beetje bij. Ik ken hem niet zo heel erg goed, maar we kunnen het altijd vreselijk goed vinden, omdat we samen Leo ontzettend goed kunnen pesten. Leo en Billy zijn broers. Hun broertje Eddy (Ergün) loopt ook nog ergens in Gümbet rond, maar die doet ander werk, dus die zie ik bijna nooit. Ze hebben nog meer broers, in Engeland en Schotland en bij hun moeder in Adana geloof ik. Maar de boot is van Leo en die regelt alle zakelijke dingen en Billy gaat elke dag met de toeristen mee op de boot. Op internet zijn hele discussies gaande of Leo en Billy nu wel of niet tweelingbroers zijn. Ze wonen samen, ze doen hetzelfde werk, ze rijden op dezelfde scooter (die van Leo is, maar die leent iedereen, ook zijn broer Billy) en tja, ze lijken als twee druppels water op elkaar. Het is verschrikkelijk. Hoe vaak ik wel niet dacht, hè, daar is Leo maar het Billy bleek te zijn….Zeker omdat ze allebei bijna altijd een zonnebril dragen. Maar Billy gaat er prat op dat hij het beste Engels spreekt (dat is waar, Leo spreekt Schots) en dat hij er het beste uitziet van de broers (dat is niet waar, dat is Eddy) Maar samen hebben we de grootste lol om Leo. (oonestly, i am noo botterert)

Het is tijd om weer verder te varen en ik klim weer naar boven en strek me languit uit in de zon. Ik krijg het warm, het is heet en ik begin al te zweten, jak. Gelukkig gaan we gauw weer varen en ik voel de zachte wind die over mijn lichaam streelt. We varen naar de volgende stop en die is gelukkig niet ver weg, want ik sta te popelen om in dat heerlijke water te springen! Eindelijk hoor ik de motor niet meer zo luid en de mannen wandelen druk heen en weer om een goed plekje te vinden voor de boot. Ik zie geen verschil, maar dan ligt de boot eindelijk goed en verschrikt kijk ik op. De eerste idioot is al van de boot gesprongen. Slik. Van de bovenverdieping, van de gladde balustrade, zo in het water. Ik denk dat het water erg koud zal zijn, maar als Billy eindelijk het trappetje in het water laat glijden, en ik afdaal naar beneden, merk ik dat het water niet zo koud is als in mei. Het is heerlijk en ik geniet van het heerlijke vrije gevoel. Het is hier heel erg diep en er is een klein beetje golfslag. Ik zwem een rondje om de boot heen en dan nog een en dan nog een. Dan houd ik het voor gezien, want het gaat toch een beetje vervelen en ik ben nu eindelijk goed wakker en de kater trekt al een beetje weg. De Engelse jongens zijn inmiddels al zo dronken, dat ze een voor een van het bovenste dek van de boot springen. De een nog gevaarlijker dan de andere. Ik klim weer aan boord en wikkel me in mijn handdoek. Billy begint me zoals altijd te pestten met vragen. Waarom spring ik niet, durf ik niet? Hij dreigt dat hij bij de volgende stop het trappetje niet zal laten zakken. Ik geef gewoon eerlijk toe dat ik dat niet durf. Ik wil ook graag mijn beide delen van mijn bikini behouden en die niet na een sprong uit het water moeten vissen.

We varen weer verder en bij Camel Beach gaat iedereen aan land. Ik tel op mijn vingers het aantal keren dat ik hier nu al geweest ben, en kom tot de conclusie dat het vaak genoeg geweest is om een keertje over te slaan. Ik lig heerlijk te zonnen en doezel een beetje weg. De muziek op de boot is fantastisch en in mijn eentje heb ik de grootste lol. Bij elke plaat heb ik wel weer een andere herinnering en ik droom weg. Ik droom over gisteravond. Zucht. Hoe komt het toch, dat elke keer de nacht voor de boottocht zo intens is….?
Ik ruik iets. Ik merk dat ik honger heb en die geur die van beneden komt, maakt het gerammel in mijn buik nog erger. We gaan straks eten!!

Als iedereen weer aan boord is, varen we verder en bij de volgende stop blijk ik het bij het juiste eind te hebben. De andere toeristen kunnen kiezen of ze beneden willen eten of boven, maar ik krijg meteen een bord eten van Billy. Hij weet inmiddels dat ik geen minuut zonnestraal wil missen en het liefste buiten eet. Ook op de boot. Het eten is voortreffelijk. De salade is heerlijk, het brood knapperig en vers, de pasta is zelfs nog heet en de kip, ik snap niet hoe ze die kip zo goed krijgen. Het is ook veel, veels te veel, maar gelukkig past alles erin. Hihi.
De waaghalzen beginnen weer met hun jump en twist acties en ik kijk het met argusogen aan. Billy heeft zijn hengel tevoorschijn gehaald en doet een verwoede poging om een meisje van 14 jaar oud, te leren vissen. Ik kijk naar het stel. Het meisje schaamt zich kapot, omdat haar ouders het hele tafereel op video vast leggen. Ik denk dat ze later haar ouders dankbaar zal zijn, want de manier waarop ze telkens omdraait en naar Billy kijkt, die verraad, dat ze het vast niet erg zal vinden, dat haar ouders hem op video hebben vast gelegd. Billy merkt dit ook en geeft een paar laatste instructies en laat haar dan alleen met de hengel. Haar interesse verslapt snel als ze alleen moet vissen. Hij komt bij me zitten en we kletsen een beetje. Over hem en de liefde, over de bruiloft van gisteren, over het werk op de boot, over de komende winter en meer van dat soort dingen.

Als iedereen zijn eten op heeft en de laatste idioot uit het water is geklommen, wordt het anker gelicht en varen we weer verder. Het uitzicht is prachtig. Er is geen wolkje te bekennen en overal waar ik kijk, zie ik het prachtige heldere water van de Egeïsche zee. De oevers waar we langs komen zijn allemaal groen en af en toe tuft er rustig een andere boot voorbij. Soms een vissersboot, soms een toeristen boot, net als wij. We passeren een eiland waar de geiten los rond lopen. De koeien eten een grashalm en staren ons aan. Af en toe komt er een vogel overzeilen en in de verte kun je Kos zien liggen. Een onmetelijk gevoel van vrijheid en rijkdom overspoelt me.

Bij de volgende stop laat Billy uiteraard gewoon het trappetje zakken en ik plons en spetter weer heerlijk rond in het water. Niks is beter dan nog een frisse duik. Ik blijf niet te lang in het water, want dit is de laatste stop en de zon is al minder fel aan het worden en ik wil graag dat mijn bikini opdroogt. We dobberen rustig heen en weer en de andere toeristen babbelen met elkaar en met mij. Billy en de rest van zijn bemanning voorzien iedereen van een drankje en gaan rond met een schaal met heerlijke Turkse koekjes en cake. Ze zijn al heel de dag bezig om het iedereen zo goed als het kan naar de zin te maken.

Het is een heerlijke ongedwongen dag en ik vind het jammer als we weer verder gaan. We gaan namelijk terug richting de haven van Gümbet en dat betekend dat de boottocht er bijna opzit. Het is al laat als we in de haven aankomen en het duurt een tijdje voordat we van boord kunnen gaan. We zijn namelijk de laatste boot en inparkeren met een boot is nog veel lastiger dan het lijkt. Uiteraard helpen de andere schippers en bootjongens een handje mee om aan de ene kant de boot een duwtje te geven en aan de andere kant een beetje naar zich toe te trekken.

Als ik de boot verlaat neem ik afscheid van Billy en vraag hem, hoeveel ik moet betalen. Hij zegt dat ik dat maar met Leo moet regelen. Uhm….? Nou ja. Leo staat ons bij de haven al weer op te wachten en ik krijg weer een knuffel en drie zoenen van hem en neem naast hem plaats in zijn busje. Ik zeg tegen hem, dat hij me maar moet afzetten waar de rest eruit gaat. Ik vraag hem hoeveel hij wil hebben voor de boottocht. Hij kijkt me boos aan en zegt tegen me: ‘don’t ask me that again coz then u R no longer my friend.’ En dat is dat. Hij lijkt het te menen en ik durf het niet nog een keer te vragen.

Als ik die avond gedoucht heb en nog steeds de tinteling van de zon op mijn huid voel, tref ik Leo voor een drankje. Hij vraagt me hoe ik de boottocht heb ervaren en ik kan natuurlijk niks anders doen dan breeduit grijnzen. Dat is voor hem genoeg.
Ik tel in mijn hoofd het aantal wijntjes dat ik die dag gedronken heb, maar ik kom tot de conclusie dat het er geen een is geweest. Volgens mij ben ik nog dronken van gisteravond, want ik zie ineens dubbel. Driedubbel. Broers Billy en Eddy zijn binnengekomen en samen met Leo staan ze nu voor me. We praten en lachen en drinken tot diep in de nacht. Als Leo eventjes naar de wc toegaat, en zijn broers. in het Turks met een vriend staan te praten, loop ik gauw naar de eigenaar toe en betaal de drankjes van ons vieren. Als het tijd is om weg te gaan, sta ik snel op en sleur de drie broers mee naar buiten. Ik wil geen discussies hierover. Lallend lopen we arm in arm over straat. Ik neem afscheid van de broers en ga naar mijn hotel, want ik ben ontzettend moe.
Als ik later die nacht in mijn bedje rol, kan ik me niets anders bedenken dan dat dit een perfecte dag is geweest en dat ik volmaakt gelukkig ben op dit moment.
Ik val in een diepe slaap.

ookal zo’n bekende, maar wilde em toch hier ook nog even plaatsen

Daar staat mijn pappie dan, me voor de zoveelste keer op te wachten bij de Arrivals. Dit jaar al voor de 5e keer geloof ik. Jeetje……Lachend val ik hem in de armen en in de auto krijgt hij al beknopt enkele flarden van de laatste vakantie in Gümbet te horen. Ik wil niet te veel vertellen, want dan heb ik straks niks meer te vertellen als mijn mammie er ook bij is, en dat vind ik weer sneu voor haar.

We zitten aan tafel, alle drie met een glas wijn voor ons en ik heb al veel verteld. Over de leuke dingen, over de minder leuke dingen, over dingen die anders waren dan de vorige keer en de vele dingen die hetzelfde gebleven waren. Ik wil ze ook zoveel vertellen over dingen die ze helemaal niet willen weten of zullen begrijpen, dus ik hou ook vaak zwijgend mijn mond.

Al met al ben ik in de afgelopen 7 maanden maar 4 weken, her en der verspreid thuis geweest en onvermijdelijk komt het gesprek erop, wat ik nu van Nederland vind, en dat het in Nederland maar saai is. In september zijn mijn ouders voor het eerst naar Italië op vakantie geweest en we halen gezamenlijk herinneringen op.
Mijn vader begint te vertellen dat hij Italië zo mist, de vergezichten, het uitzicht op het dorpje, de bergen en de zee. Ik slik, want ik zie precies voor me, wat hij bedoelt, ook al ben ik daar nog nooit geweest, maar ik zie mijn eigen thuishaven voor me, zonder mijn ogen te hoeven sluiten.
Hij vertelt over de eerste keer dat ze de Middellandse zee zagen tijdens een andere vakantie, in Frankrijk. Het was bewolkt en hij was erg teleurgesteld over de donkerte van de Middellandse zee. Hij had zich een turkoois zee voorgesteld, licht blauwgroen, zo helder dat je de bodem kunt zien. Ik weet precies wat hij bedoelt. Hij vertelt over de 2e dag dat ze naar zee gingen en dat het stralend mooi weer was, en dat de Middellandse zee haar reputatie en belofte aan mijn ouders meer dan waar maakte.
Ik ben nog nooit daar geweest waar mijn ouders het over hebben, maar ik weet en ken en voel het gevoel. Dat heerlijke gevoel. Ik ken dat gevoel van de zee zien, die verassing. Je weet hoe het zal zijn, maar het overvalt je en overdondert je, als zij zich aan je laat zien.
Ik slik nog een keer. Ik zie de regen op de ruiten van de minibus waarin ik van de luchthaven richting Bodrum rij. Ik zie de donkere Egeïsche zee en de miljoenen witte huisjes tegen de berg. Overal lichtjes, bezaaid tegen de donkere achtergrond van zee en bergen.
Dan zie ik weer de eerste zonnestralen op de baai van Gümbet. Het is half zeven ’s ochtend en ik heb niet geslapen. Ik hang onderuitgezakt op de bank en kijk uit het raam. Ik zie Gümbet, de molens, de berg, ik zie het water van de baai, een gület glijdt voorbij. Ik hoor de moskee, ik lijk zelfs het brood te ruiken van de bakker beneden, ik proef het aroma van Turkije, warmte, zout, wind en kruiden. Ook hoor ik geluiden, maar tegelijk een hemelse stilte. Ik zie het lichtblauwe baby blauw van de hemel, en het donkere zee blauw van de baai. Ik zie aan de lucht, dat het warm gaat worden.

Er stromen inmiddels tranen over mijn wangen en in de verte hoor ik mijn vader doorpraten over Italiaanse pasta’s en weet ik veel allemaal wat. Ik zie dat mijn moeder naar mij kijkt en ik merk dat ze schrikt van de tranen die over mijn wangen naar beneden glijden.
Mijn vader ratelt rustig door en ik keer langzaam terug naar de eethoek waaraan wij zitten. Ik merk dat mijn moeder enkele blikken met mijn vader wisselt, die naast me zit, en ook dan heeft hij door, dat ik verschrikkelijk zit te huilen.
Hij vraagt: ‘och, meissie, wat is er?’ En ik kan alleen maar stamelen: ‘alles wat jij net vertelt.’
Alle drie zeggen we niks en kijken eventjes zwijgend voor ons uit. Ik ben weer terug in de zon, onder de roze bloemen, genietend van dat schijnende gevoel van thuiskomen. Mijn vader neemt nog een slok van zijn wijn en keert weer terug in gedachten naar Italië.
En mijn moeder, zij weet dat er zoveel meer is, dat ik niet vertel en dat ze me kwijt is. Kwijt aan een land, aan een cultuur, aan een droom. Voor altijd.

Slik…:crybaby:…slik

:beef:;):nod:

Het was weer een gezellig stukje om te lezen Bloem. Ik kan het helemaal zien gebeuren. Als je alles een beetje doorhebt is het openbaar vervoer beter geregeld dan bij ons. En nog veel goedkoper ook.

Hallo allemaal
Had laatst weer de kriebels en wat komt er dan uit: verhaaltje!! :delete:
aangezien het altijd goed ontvangen wordt, wilde ik dit weer met jullie delen.
Ik moet er wel even bij zeggen, dat dit verhaal fictief is. Dat wil zeggen dat mij dit niet echt gebeurd is. Ik heb het hele verhaal min of meer compleet verzonnen. Misschien als jullie dit lezen, dat je dan denkt: die of die persoon ken ik, maar dat kan dus niet!! De personen in dit verhaal zijn volledig door mij verzonnen en bestaan dus niet echt!!

Dit is enkel hoe een vakantie zou kunnen verlopen, heb mijn fantasie gebruikt en wil toch iets duidelijk maken met mijn verhaaltje en fantasie.
Geniet ervan!

Deel 1 nu, deel 2 (ontknopping) voordat ik wegga…

Het is dinsdagmiddag vijf uur als ik bij mijn werk de poort uitwandel. Zo… eindelijk vakantie denk ik bij mezelf. Terwijl ik naar mijn auto loop, pak ik vast mijn autosleutel, en ik vis mijn telefoon uit mijn tas. Ik haal de toetsenblokkade eraf en ik zie dat ik 4 gemiste oproepen heb en een aantal sms-jes. Ik laat me neervallen in de stoel en terwijl de sleutels in het contact steek blader ik door de berichten.

2 gemiste oproepen van Manon, één van een onbekend nummer en nog 1 van Nienke. De sms-jes zijn allemaal voicemail berichten en er bekruipt me een naar gevoel. Wat is er aan de hand dat de meiden me zo dringend nodig hebben. Ik twijfel of ik meteen Manon zal bellen of eerst mijn voicemail zal afluisteren. Ik besluit het laatste te doen en ongeduldig luister ik naar de monotone stem; ‘u heeft… 3 nieuwe… voicemail berichten…… Toets 1… voor…’
Ik toets 1…

Ik hoor een hoop geruis en een raaskallende Manon. Daar snap ik niks van. Delete. Het volgende is een stuk duidelijker waar ze vraagt haar zo snel mogelijk terug te bellen als ik dit bericht hoor. Ook Nienke vraagt dat. Ik krijg het warm. Dit is niet goed. Snel laat ik de voicemail het nummer terugbellen en voordat de telefoon één keer kan overgaan, neemt Manon al op. ‘Héhé,’ zegt ze gespannen, ‘we zijn overboekt!’ Ze valt meteen met de deur in huis en ik zit even met mijn oren te klapperen. Als mijn hersens eindelijk verwerkt hebben wat ze zojuist gezegd heeft, start ik de motor en stuur mijn autootje van het parkeer terrein af. ‘Ik kom eraan!! Over 10 minuten ben ik bij je!’

Onderweg naar Manon maken mijn hersens overuren. Hoe kan dat nou? Overboekt? Over twee dagen vertrekken we voor een week naar Kreta met de meiden. Hoe kunnen we nu ineens overboekt zijn. En overboekt, wat betekent dat nou helemaal? Roekeloos laveer ik me tussen het andere verkeerd door en het lijkt wel alsof alle stoplichten tegen zitten. Mijn nagels klemmen zich in het stuur en ik scheld alles en iedereen verrot. Schiet nou ohoppppp!! Ik ben echt nodig toe aan vakantie.

Eenmaal bij de flat van Manon aangekomen, parkeer ik mijn auto op de stoep en stap uit. Ik sta al bijna bij de voordeur, als ik weer terugren naar mijn auto, mijn tas van de bijrijderstoel gris en de auto op slot doe. Ik krijg niet eens de kans om aan te bellen, want ik word de flat al binnen ‘gebuzzed.’ Ze heeft me duidelijk zien aankomen. Ik vlieg de 5 trappen op naar haar appartementje waar Manon, Nienke en Sandra me in de deuropening staan op te wachten. Halverwege de laatste trap hoor ik al wat er aan de hand is.

Het reisbureau heeft vanmiddag Manon gebeld met de mededeling dat ons appartementje op Kreta overboekt is en we dus niet daar terecht kunnen. Ik laat het hoe en waarom eventjes langs me heen gaan, want ik krijg meteen een waterval aan opties over me heen. Manon is daarna meteen langs het reisbureau gegaan en heeft enkele andere mogelijkheden besproken met het meisje dat onze reis geboekt had. En nu moeten we kiezen wat we doen.

‘Owh, Judith, ik had me zo op deze vakantie verheugd.’ Ze begint bijna te huilen. Ja, dit zou toch onze laatste meidenvakantie worden. Dat voelde ik ook wel. Manon zou over een tijdje gaan samenwonen met haar vriend en die vond het al niet zo’n goed plan dat Manon met de meiden op vakantie ging, laat staan als ze straks samenwonen, dan zit dat er zeker niet meer in. Sandra gaat binnenkort beginnen aan een nieuwe opleiding, dus die zal ook niet meer veel geld hebben om op vakantie te gaan en Nienke zou gaan stagelopen in een hotel in Antwerpen. Dus dit was echt een soort afscheidsvakantie van ons meidengroepje.

Als giechelende pubers gingen we met een tentje naar Rennesse, later met de bus naar Salou. Ook Mallorca hadden we al aangedaan en nu was het dus tijd voor Kreta. Ik had er vreselijk veel zin in en ik keek al weken uit naar ons stap-zuip-dans-slemp vakantie. En nu…? Nu leek dat alles in het water te vallen omdat we overboekt zijn.

Als mijn drie vriendinnen eenmaal een beetje zijn uitgeraasd en we allemaal op de bank zitten en ik zit te blazen in mijn kop thee, komen de verschillende opties langs. En dat zijn er niet veel. Om de een of andere duistere reden zijn we overboekt en op heel Kreta is geen ander alternatief te vinden. Ik snap er niets van. Kreta is zo’n groot eiland… Maar we kunnen wel naar Kreta, maar dan naar een of ander rustiek en landelijk gelegen dorpje. Ik schud meteen heftig mijn hoofd. We willen stappen en uitgaan en dansen tot diep in de nacht en dan uitslapen op het strand.

De andere optie is ons geld terug en een andere keer alsnog naar Kreta, maar ook dat is voor ons geen optie want we hebben allemaal met moeite vrij gekregen en de rest van het jaar hebben we alweer volgepland met andere bezigheden. Dit is onze laatste kans. Ik zet mijn thee weg en zeg: ‘Wat er ook gebeurd… Ik ga donderdag naar Schiphol en een week met jullie op vakantie. Dan moeten we maar ergens anders naartoe.’ Terwijl ik het zeg moet ik al lachen, want destijds in het voorjaar hadden we de grootste moeite om met ons allen het eens te worden over de bestemming.

Ik heb al jaren een vaste baan en zag het wel zitten om naar een mooi tropisch eiland in Zuid-Amerika of Thailand te gaan, maar de andere dames vonden dat iets te ver boven budget. Nienke wilde wel weer naar Salou, maar daar voelden wij weer niet zoveel voor. We waren de 16-jarige pubers nu wel een beetje ontgroeid. Zo was het destijds een gehakketak om het eens te worden om naar Kreta te gaan en nu zaten we binnen 48 uur voor vertrek, in het hoogseizoen, en moeten we weer van voren af aan beginnen, alleen nu allicht met een hoop minder opties.

De medewerker van het reisbureau heeft ze allemaal op een papiertje gezet. Het blaadje is niet groot. Ik pak het aan van Manon en werp een blik op het blaadje. Er staan welgeteld 4 hotels op. 4 en 5 sterren hotels, dat wel, maar ik zie al gauw, allemaal in Turkije. Ik kijk van het velletje papier naar mijn vriendinnen. Manon heeft haar laptop er al bij gepakt en samengepakt op de bank, turen we met ons vieren naar het beeldscherm. Ze heeft de hotels al opgezocht en we kijken er naar. Het is stil. Waarschijnlijk denken we alle vier hetzelfde. Turkije is meerdere malen aan bod gekomen in het voorjaar, toen we de vakantie gingen boeken. Ikzelf heb echt om de een of andere reden een afkeer voor Turkije en Nienke ook. Ik kan het niet uitleggen maar Turkije lijkt me gewoon niets. Als ik al die verhalen hoor, over overvolle hotels, de run op strandbedjes, vieze eetzalen die lijken op vreetschuren met Russen. Overal waar je komt word je aangesproken en gedwongen iets te kopen, om dan nog maar te zwijgen van de bevolking… Als ik zo graag met Turken wil omgaan, dan hoef ik maar op zaterdag naar de markt te gaan en dan zijn ze er in overvloed.

Ik merk dat er zich een frons op mijn voorhoofd ontwikkelt. Turkije. ‘Is dit het enige?’ vraag ik voorzichtig. Het antwoord verrast me niet. Ja, tuurlijk is dit het enige. Het meisje van het reisbureau vond het verschrikkelijk en heeft vreselijk hard zitten zoeken en zelfs collega’s van andere reisbureaus gebeld, om te kijken of daar iets te boeken was, maar 2 dagen voor vertrek, in het hoogseizoen, voor 4 personen: niet te doen dus. Alle vluchten zitten vol. Ik zucht een keer diep. Nienke legt een hand op mijn schouder en zegt: ‘Awj Judith, kom op, het zal wel meevallen. We gaan gewoon met ons vieren lol maken en genieten van een heerlijke vakantie. Het is of dit of thuis blijven…’

De andere meiden hebben haar duidelijk al bewerkt. Ik heb toch echt even wat meer tijd nodig. ‘Waar gaan we dan heen dan?’ Manon begint weer ijverig van alles in te tikken op de laptop en we bekijken de verschillende hotels. 3 hotels liggen ergens in de middle of nowhere, ongeveer een half uur van het dichtstbijzijnde centrum af. Het zijn wel superluxe all inclusieve resorts, maar echt het tegenovergestelde van wat wij voor vakantie voor ogen hadden. Het enige overgebleven hotel ligt midden in een uitgaansgebied. Dat is ook het hotel met 4 sterren. Ik kijk de anderen aan. Sandra zegt: ‘We hoeven niets bij te betalen, dus nu hebben we in plaats van een appartementje met ontbijt, een 4 sterren hotel all inclusieve.’ Ik moet glimlachen, qua budget komt dit wel goed uit. Nienke stoot me aan: ‘awh, kom op, heel de dag zuipen aan de zwembad bar en dan ’s avonds naar Barstreet strompelen en weer terug.’
Manon doet er nog een schepje bovenop: ‘Ja joh, de zon schijnt daar ook, ze hebben een strand en we kunnen stappen. Turkije is nog steeds hartstikke goedkoop, dus we kunnen ons helemaal klem zuipen…’

Nu moet ik echt lachen. Het lijkt wel een charme offensief. ‘Okey, okey, vooruit, laten we die maar doen, we gaan tenslotte met ons vieren op vakantie, we zullen het vast leuk hebben!’ Dat wordt met gejuich ontvangen. We laten een pizza komen en ploppen een fles wijn open. We kletsen en giebelen en hebben grote voorpret. De vakantiesfeer zit er al goed in. Toch word ik gaandeweg de avond ietsje stiller. We gaan naar Turkije. Help, waar zijn we aan begonnen.

Later die avond val ik doodmoe in mijn bedje in slaap. Dat heerlijke vakantie-voorpret-gevoel van vanmiddag, heeft plaats gemaakt voor een beetje verontrust gevoel. Ik probeer mezelf toe te spreken, dat het allemaal wel mee zal vallen, dat ik me niet moet aanstellen en dat het vast geweldig wordt. Ik hoop het echt! De volgende dag ga ik samen met Manon naar het reisbureau om de details verder daar te bespreken. Nienke moet nog werken en Sandra moest nog allerlei dingen thuis doen. We hebben afgesproken om woensdagavond met ons allen bij Manon te slapen en dan komt haar vader ons donderdagochtend ophalen en brengt ons naar Schiphol. Dat was eerst het Kreta-plan, nu maar hopen dat we ook een vroege vlucht hebben naar Bodrum-Turkije.

Precies om 9 uur staan we voor de deur van het reisbureau en het meisje zit al te wachten. Ze biedt nog eens een keer of 10 haar excuses aan en ik vraag me af, of zij soms diegene is die deze fout gemaakt heeft. Ik leg die gedachte naast me neer. Zelfs al zou dat zo zijn, dan nog kunnen we het nu niet meer terugdraaien en moeten we er het beste van maken. We bespreken de details en ze probeert ons warm te maken voor onze nieuwe bestemming. Ze rekent ons het prijsverschil voor. Voor ons vieren is deze vakantie bijna € 1200 duurder dan onze Kreta- vakantie. Driehonderd euro per persoon meer. Mijn ogen puilen bijna uit mijn hoofd. Okey, het is een 4 sterren hotel, in plaats van een appartementje en we zitten nu all inclusieve, maar wat een verschil zeg.
Het meisje van het reisbureau vraagt of we er mee akkoord gaan, dat we die kosten als compensatie voor de overboeking, vergoed krijgen.

Eventjes trek ik mijn wenkbrauwen op, wat moeten we anders? Misschien kunnen we nog proberen of we er nog meer uit kunnen slepen, maar Manon zegt dat het dan goed is. Ik grinnik over mijn eigen typisch Hollandse gedachten.
De medewerker van het reisbureau vertelt ons dat we morgenochtend vliegen en onze tickets kunnen afhalen bij de balie of Schiphol. Gelukkig vliegen we vroeg heen en alsof de goden ons gunstig gezind zijn, we hebben dan weer een late terugvlucht. Acht hele dagen!! Ze faxt wat heen en weer met de reisorganisatie en we stappen na anderhalf uur de deur uit, met een officiële verklaring waar we gaan verblijven. Blijkbaar willen ze echt zeker weten dat er nu niets meer mis gaat. Als die tickets dan ook maar op Schiphol liggen, dan is het helemaal goed.

Manon en ik nemen afscheid en ik ga naar huis om te pakken. Gelukkig hoef ik niet heel veel andere spullen mee te nemen dan naar Kreta en ik ben dan ook zo klaar. Tijdens de lunch schuif ik achter mijn computer en zoek op internet naar informatie over Turkije. Ik had voor Kreta al wat leuke tips gekregen van barretjes en restaurantjes en uitgezocht wat de beste clubs waren, maar die informatie is nu nutteloos. Ik krijg echter een keur aan website’s over Turkije. Hele website met allemaal mensen die helemaal gek zijn van Turkije. Ons hotel komt goed uit de bus en dat stemt me al een beetje optimistischer. Ik zoek naar tips over het plaatsje waar we heen ga en na een middag rondsurfen kom ik erachter dat dit Gümbet waar wij heen gaan, een aaneenschakeling is van bars, dancings en funpubs. Okey, dat beloofd wat.

Tegen vijven ga ik weer richting Manons flat en samen met de andere meiden koken we. Ja, Griekse Köfte. Dat stond al weken terug op het menu. Wat een ironie. Het smaakt gelukkig wel en we hebben een leuke avond. We zijn alle vier uitgelaten en hebben toch wel zin in de vakantie. Ik word aangestoken door de rest en tevreden val ik in slaap. De volgende ochtend vliegt in een hectische roes voorbij. Met vier meiden tegelijk opstaan, douchen en ontbijten en de laatste spulletjes weer in de koffers pakken is nu eenmaal een kippenhok van jewelste. Als de vader van Manon dan ook aanbelt, en binnenkomt, weet hij in eerste instantie niet wat hij ziet.

Giebelend en uitgelaten doden we de tijd, terwijl we onderweg zijn naar Schiphol. Daar liggen de tickets gelukkig al op ons te wachten en voor we het weten is het tijd om door de douane te gaan en afscheid te nemen van Manons vader. We shoppen nog wat en eten een broodje, terwijl we wachten om te boarden. Eindelijk is het dan zo ver. We zitten met ons vieren in het vliegtuig en stijgen op. Richting Turkije, dat wel, maar we zijn op vakantie.

We landen op Bodrum Airport en op het eerste gezicht lijkt alles redelijk normaal. We kopen een visum en wachten op de koffers. Gelukkig komen al snel onze roze koffers de band af rollen en we tillen alles op een karretje en begeven ons naar buiten. Als de schuifdeuren open gaan, weet ik niet wat ik zie. Ik knipper tegen het felle zonlicht en ik snuif de lucht eens goed in me op. Het is warm. De lucht prikt in m’n neus en snel doe ik mijn vestje uit. In de bus onderweg naar ons hotel begin ik weer een beetje sceptisch te worden. Terwijl de andere drie meiden uitgelaten zitten te giebelen vanwege het uiterlijk van onze knappe host, kijk ik naar buiten. We hobbelen in de bus en ik zie een dor en droog landschap aan me voorbij trekken. Af en toe staat er ergens een huisje dat of een bouwval is, of nog bezig is opgebouwd te worden. Ik hoop echt zo dat dit een leuke vakantie wordt, en ik probeer mijn vooroordelen terug te dringen.

Gelukkig kan ik me eventjes op iets anders concentreren als we bij het hotel aankomen. We worden letterlijk met open armen ontvangen, maar ze hebben onze boeking niet doorgekregen. Sandra en Nienke hebben zich in een lounge bank laten vallen, terwijl Manon en ik de receptionist de situatie proberen duidelijk te maken. De host is er alweer vandoor, omdat hij ons verzekerd had, dat alles in orde was. Gelukkig spreekt de receptionist goed Engels en begrijpt de situatie. Helaas kan hij er alleen weinig aan doen. We krijgen echter wel een welkomst drankje en als blijkt dat de manager erbij gehaald moet worden, geeft de receptionist ons wel alvast de sleutel van een kamer. Hij geeft wel nadrukkelijk aan, dat dit nog niet definitief is, maar dan kunnen we vast onze koffers kwijt en ons omkleden en bij het zwembad gaan liggen.

Ik ben een beetje verbaasd over deze gang van zaken, maar dan in een positieve zin. Blijkbaar is hij ervan overtuigd dat het goed komt, dus ik laat het allemaal maar gebeuren. Sandra en Nienke slepen onze koffers naar de kamer, terwijl Manon met de host van de reisorganisatie belt. Geen gehoor. We proberen het een paar keer en als we hem eindelijk te pakken hebben, scheept hij ons af, dat we vanavond op zijn spreekuur kunnen komen in het hotel. We hebben nu toch een kamer?? Inwendig kook ik, maar door de felle zon en de gezellige geluiden die van buiten komen, kan ik me beheersen. We spreken af, dat zodra de manager arriveert we geroepen worden en we begeven ons ook naar onze kamer.

Volgens mij is dit meteen de mooiste van het hotel, want we hebben een schitterend uitzicht. Sandra staat zichzelf al uitgebreid in te smeren met zonnebrand als wij binnenkomen en Nienke is haar koffer overhoop aan het halen op zoek naar een bikini. Ik grinnik. Het is altijd hetzelfde met die twee. Wedstrijdje doen, wie het meest bruin is. Helaas zijn zij altijd poepie bruin aan het einde van de vakantie en steek ik er maar witjes bij af. Manon en ik zijn meer van veel smeren en onder de parasol. We spreken af, dat Manon en ik eventjes door het stadje gaan wandelen, op zoek naar een geldautomaat om Turkse Lira’s te pinnen en een beetje rond te kijken en dan treffen we de andere twee later wel weer bij het zwembad. Hopelijk is de manager gearriveerd als we terugkomen, ik doe dat toch liever niet in mijn bikini.

Gezamenlijk lopen we naar beneden en we worden onderweg door Jan en alleman begroet. Of moet ik zeggen Ali en alle-turk? Nienke en Sandra gaan richting zwembad en Manon en ik stappen de straat weer op, richting centrum. Waarschijnlijk is het aan mijn gezicht af te lezen, dat ik allerminst blij ben met de situatie, want Manon steekt haar arm door de mijne en zegt: ‘Awh Judith, kop op! Het zonnetje schijnt, we zijn jong en blond, het komt allemaal heus wel goed!’ Ik grinnik. Ja, dat zal inderdaad allemaal wel. Vorige week zijn we alle vier tegelijk naar de kapper geweest en hebben onze blonde look eens flink ge-update. Blond zijn we zeker.

Dat blijkt wel, als we bij een geldautomaat aankomen en Manon wil gaan pinnen. We hebben 1 pot gemaakt en zij beheert het geld. Er is ons door de bank verteld dat het het beste was om daar ter plekke geld te pinnen. We konden vast ook wel met euro’s betalen, maar dan betaal je meer. Zegt men. Of we waren te laat om nog Turkse Lira’s vanuit Nederland mee te nemen, ik weet het niet. Maar we staan daar bij die geldautomaat en ik weet niet waarom, maar Manon haar bankpas wordt vrijwel direct ingeslikt. Eerst hebben we het niet eens door, maar als er vervolgens niets gebeurd en na een nog langere tijd nog steeds niets, beseffen we dat er iets niet klopt. Er verschijnt een Turkse tekst in beeld, maar al dat er gebeurd… geen geld en geen pas. Wat nu?

Shit, shit, shit. Ik sta nog net niet op straat te vloeken en te tieren, maar het scheelt weinig. Blijkbaar vallen we behoorlijk op, want ineens staat er een Turkse jongen naast ons, die ons in het Engels vraagt of er een probleem is. Ik wil hem eigenlijk afpoeieren omdat je wel vaker hoort, dat mensen willen ‘helpen’ met pinnen, maar Manon is me voor en in netjes Engels vertelt ze wat er gebeurd is. De jongen zegt dat er altijd problemen zijn met die automaat en dat we naar die bank moet bellen, om het pasje terug te krijgen. Manon knikt braaf en zegt bedankt.

Ja, hey, lekker makkelijk. ‘How?’ vraag ik de jongen maar meteen. Nu kijkt hij me voor het eerst aan en ik zie een vriendelijk gezicht met een stel donkere ogen. Hij is niet bijzonder knap, maar heeft een open blik. Hij kijkt erg vriendelijk en ik merk dat ik onwillekeurig naar hem glimlach. De jongen zegt dat hij morgen wel met ons naar de bank in de stad kan gaan en dan kunnen we vragen of ze het pasje bewaren, als de automaat gevuld wordt. Nu moet ik echt lachen. Wie is deze jongen en waarom zou hij ons helpen en helemaal mee gaan naar Bodrum? Ik krijg echt vreselijk de slappe lach, omdat ik denk dat hij een geintje maakt. De jongen kijkt me niet begrijpend aan ‘onestly ya. Tomorrow you come to my bar and we go together, okey?’

Manon knikt en begint allerlei vragen te stellen of dat wel vaker gebeurd. Ik vind het gewoon een vreselijk slechte pick-up line. Manon knoopt een heel gesprek met hem aan en ik sta een beetje verveeld om me heen te kijken. Het blijkt dat de geldautomaat naast de bar waar deze jongen werkt, staat en dat er wel vaker problemen zijn. Hij nodigt ons uit om even wat te drinken en voor ik er erg in heb, zitten Manon en ik achter een cola in de bar. Dit was helemaal niet de bedoeling? We hebben niet eens geld om te betalen!!

We zitten op een soort terras aan de buitenkant en hebben een leuk uitzicht op de straat. Ik ga ietsje onderuit zitten. Als de jongen terugkomt en elk voor onze neus een groot glas cola neerzet, komt hij erbij zitten. Ik vertel hem, dat we net zijn aangekomen, en we geen geld hebben, alleen euro’s. de jongen geeft aan, dat het geen probleem is. We kunnen in euro’s betalen, maar deze is gratis, omdat we zo’n pech hebben. Dat is dan wel bijzonder aardig en samen met de jongen toasten we op onze vakantie.
Hij vraagt honderduit en voor ik het weet, heeft Manon beloofd dat we vanavond zeker met ons vieren hier weer wat komen drinken. Ik probeer haar blik te vangen, zodat ik kan aangeven dat ik het een slecht idee vindt, maar ze negeert me volkomen. Ze kent me en weet dat dit de beste manier is.

De jongen heeft zich voorgesteld als Mohammed, maar wij mogen ‘Mo’ zeggen en zegt dat deze bar van hem is. Ik trek weer mijn wenkbrauw op en geloof er niets van, maar besluit maar niets te zeggen. Als ik zo bezig blijf, dan zit ik me alleen maar te ergeren en verpest ik zelf mijn eigen vakantie. Af en toe loopt hij weg om met andere mensen te praten of iets te regelen, maar telkens komt hij weer terug. Hij gaat telkens weer onderuitgezakt bij ons aan het tafeltje zitten en is diep in gesprek met Manon. Waar we vandaan komen, of dit de eerste keer in Turkije is, hoe lang we blijven, waar we blijven. Manon vertelt enthousiast het verhaal.

Ondertussen kijk ik naar Mo. Hij zit lui onderuit gezakt en heeft een grote donkere zonnebril op zijn neus. Zijn half lange haren springen warrig rond zijn hoofd en hij heeft een klein donker snorretje en sikje. Bah, ik hou niet van mannen met gezichtsbeharing. Ik hou überhaupt niet van mannen met beharing. Hij is echt vreselijk dun en zijn dunne armpjes steken uit zijn felrode t-shirt. Er staan een of andere schunnige tekst op het shirt. Hij ziet behoorlijk bleek voor iemand die in zo’n zonnig land woont. Ik kijk om me heen en zie allemaal van dit soort jongen rondlopen. Ze lachen allemaal naar me als ze zien dat ik kijk. Ze zijn wel erg vriendelijk, maar dat zal wel zijn, omdat we klanten zijn.

Als Manon en ik onze cola’s op hebben zijn we al bijna een uur verder. We hebben nog steeds geen geld en ik wil eigenlijk even verder kijken. Manon en Mo zijn echter nog lang niet uitgepraat, dus ze beloofd nog een keer, dat we zeker vanavond langs komen. Mo zegt dat hij er al naar uit kijkt en we altijd welkom zijn. Hij kijkt me daarbij vriendelijk lachend aan.
Als we opstaan, loopt hij met ons mee, richting de straat. Hij pakt Manon haar hand vast en geeft haar 3 zoenen op de wangen. Ik zie dat ze verrast is en moet stiekem een beetje lachen. Hij zegt dat hij blij is ons ontmoet te hebben en naar ons uit zal kijken vanavond. Als ik langs hem heen wil lopen, houdt hij me tegen. ‘Judissj, no kiss?’ Hij spreidt zijn armer theatraal en kijkt me zielig aan. Hij lijkt net een zielige puppy op deze manier. Ik buig me naar hem toe en laat hem mij drie zoenen geven. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat Manon bijna stikt van het lachen. Giebelt steken we de straat over op zoek naar een volgende pinautomaat.

Mo heeft ons er eentje aangeraden een paar meter verder en we gaan voor poging 2 om geld te krijgen. We lopen langs verschillende andere bars en overal worden we vrolijk begroet en in het Engels aangesproken. Ondanks het vervelende akkefietje met de bankpas, is Manon in opperbeste stemming. Ze groet iedereen vriendelijk terug en als ze vragen of we wat willen drinken, roept ze: ‘Maybe tonight!!’ Het werkt aanstekelijk en ik voel me een stuk beter. Helemaal als we met een verse stabel bankbiljetten weer terug lopen richting hotel.

Het is inmiddels al later op de dag en ik heb het bloedheet. Ik zou ook wel een duik willen nemen in het zwembad en we besluiten direct terug te gaan naar het hotel en niet verder rond te kijken. Misschien is de manager nu inmiddels ook in het hotel en kunnen we het eindelijk regelen. We zijn inmiddels al ruime tijd weg. We lopen terug en als we langs Mo’s bar komen, zwaait hij uitbundig vanaf de overkant van de straat naar ons. We kunnen het allebei niet laten om terug te zwaaien. Breed grijnzend staan hij en de andere jongens in de bar te kijken.

Als we bij het hotel aankomen, staat er een man in net pak al op ons te wachten. De receptionist vertelt dat het de manager is. Hij stelt zichzelf netjes voor en maakt bij voorbaat al zijn excuses voor de vervelende ontvangst. We laten hem de brief van het reisbureau zien, maar hij zegt dat dit niet nodig is. Hijzelf heeft met de reisorganisatie en de host gebeld en het komt allemaal dik voor mekaar. We kunnen op dezelfde hotelkamer blijven en hij heet ons van harte welkom in zijn hotel. Manon en ik staan als een stel idioten te grijnzen en bedanken de beste man hartelijk. Inmiddels komen ook Nienke en Sandra de receptie binnenlopen. Allebei in bikini en druipend van het water. Ook zij schudden de hand van de manager en lachen vriendelijk. De beste man is ook druk en moet weer verder. Hij maakt nog een keer zijn excuses en dan vertrekt hij. We spreken met de receptionist af, dat we later vanavond even officieel inchecken en dan gaan we samen met Nienke en Sandra aan de bar zitten.