Bloem's verhalen

We zitten weer zwijgend tegenover elkaar te eten. Ik kijk naar hem en hoe hij angstvallig mijn blik vermijdt. Ik doe mijn mond open om iets te zeggen, maar bedenk me, en sluit hem weer. Geïrriteerd kijkt hij op en kijkt me boos, maar toch vragend aan. ‘Je lijkt wel een vis op het droge…’ zegt hij. Ik open nog een keer mijn mond en besluit het er nog een keer op te wagen.
‘Wat doen we nu met de vakantie? Over 3 weken is het al en we hebben nog steeds niet besloten wat we doen? Als we niet snel iets boeken, kunnen we niets meer krijgen en dan is het te laat. Ik heb echt geen zin om weer thuis te blijven met dit vreselijk weer…’ Ik ratel aan een stuk door maar hou snel mijn mond als hij kwaad zijn bestek neersmijt.

‘Ik heb je toch al gezegd dat ik niet met je op vakantie wil!! De week ervoor en de week erna moet ik al weg voor mijn werk en het is allemaal zo onzeker hoe het gaat lopen, ik wil niet ergens ver weg zitten als ze me nodig hebben.’ Hij verheft weer zijn stem en vol ongeduld en irritatie hoor ik hem zijn relaas doen. Ik word kwaad. Ik kan er toch niets aan doen dat het niet lekker gaat op het werk? Moet ik daarom dan mijn enige zuurverdiende vakantie opgeven? Ik schrik op uit mijn gedachte, als hij zegt: ‘Waarom ga je niet gewoon alleen als je zo graag wilt?’

Alleen… Het woord hangt zwaar in de lucht tussen ons in.
Ik? Alleen op vakantie? Hoe haalt hij het in zijn hoofd! Alsof een vakantie leuk is zonder hem. Ik kijk naar mijn koud geworden eten en laat het idee een beetje op me inwerken. Hoe durft hij? Ik word steeds kwader en kwader. Ik voel mijn bloed inwendig koken en voel een venijnige hoofdpijn opzetten. Hij zal raar staan te kijken als ik dat zou doen… Uit provocatie sta ik op. Hij kijkt me verbaasd aan en vraagt wat ik ga doen. ‘Naar het reisbureau. Het is koopavond, ik ga voor mezelf een vakantie boeken!!’ Ik meen er niets van maar ik zal hem eens laten zweten. Nu zit hij als een vis op het droge naar adem te happen. Voor ik er zelf erg in heb, heb ik mijn jas aangetrokken en mijn tas gepakt. Ik pak mijn autosleutels en hij zit daar maar. Vol ongeloof kijkt hij me aan, zijn bestek zweeft ergens tussen de tafel en zijn mond.

Ik voel dat ik nu door moet zetten, anders verlies ik dit. Ik loop naar de deur, en als ik de motor van mijn auto start en voordat ik wegrijd nog even door het raam naar binnen gluur, zie ik hem nog steeds aan de tafel zitten. Zo! Dat zal hem leren. Ik rij richting de stad, maar ik zoek geen parkeerplek. Wat zal ik doen? Ik kan toch niet alleen op vakantie gaan? Hoe zielig is dat? Wat zullen mensen wel niet denken? Ik heb notabene een vriend met wie ik samenwoon, zal ik een beetje alleen op vakantie gaan.

Als ik bezig ben aan mijn derde rondje rond het centrum begin ik wat rustiger te worden en begint het idee op me in te werken. Alleen op vakantie… Alleen… Alleen ik! Dan kan ik echt helemaal doen wat ik zelf wil. Mmmmwwwaaaa… dan zou ik eindelijk zo’n mooie zeilcruise kunnen maken langs de Griekse eilanden, of eilandhoppen. Ik voel mijn bloed sneller stromen en voor ik er erg in heb, laat ik me met een plof neervallen op een stoel in het reisbureau. Het meisje kijkt me vriendelijk vragend aan: ‘wat kan ik voor je doen?’ Ik zucht een keer diep en zeg dan: ‘Ik wil op vakantie!’

Als ik de zin heb uitgesproken besef ik me hoe nietszeggend het is, maar dat is het! Ik wil gewoon op vakantie, alleen of niet! Het meisje van het reisbureau begint allerlei vragen te stellen. Bij de vraag met hoeveel personen ik ga, krijg ik het een beetje te kwaad. Met een piepstemmetje stamel ik: ‘Alleen…’ Ik merk hoe zielig het klinkt en ik voel de tranen in mijn ogen opwellen. Maar dan besluit ik ervoor te gaan! Dit is mijn kans te doen wat IK wil. Geen gezapige vakantie met de auto en kamperen in de Ardennen. Vliegen, ver weg en lang en met de boot. In Griekenland. Voor ik er erg in heb, ligt het hele bureau bezaaid met brochures en ze laat me de ene kleurrijke folder zien na de andere.

We slaan aan het puzzelen en we hebben een aardig rijtje bij elkaar. Vliegen, pick-up en 5 verschillende eilanden in 14 dagen tijd! Maar ja, ik heb eigenlijk maar 11 dagen de tijd, want in de 3e week van mijn vakantie, ga ik met mijn moeder nog een midweek naar Rome. Zo zijn mijn 3 vakantieweken aardig gevuld. Maar om nu 14 dagen zelf weg te gaan, terug te komen en dan de dag erna weer weg te gaan, zie ik niet zo zitten. We besluiten dus dat het maar maximaal 11 dagen kunnen worden en dan kunnen het maar 3 eilanden worden. Ze rekent het een en ander voor me uit en ik merk dat dit reisje mijlenver buiten mijn budget ligt. Ik zucht een keer diep. Het meisje van het reisbureau kijkt me eens lang aan, en vraagt dan of ik zeker weet dat ik dit wil, aangezien ik heel de vakantie alleen zal zijn. Of ik niet liever met een leuke jongerenorganisatie mee wil ofzo. Ik kijk haar bedenkelijk aan, maar ook nu weer heeft ze binnen no-time een brochure onder mijn neus geduwd met allemaal lachende mensen die allemaal helemaal happy zitten te zijn met elkaar.

Ik kijk naar de foto’s en blader quasi geïnteresseerd door de folder. Mijn oog valt op een super de luxe hotel en ineens hoor ik mezelf hardop zeggen, dat een weekje complete luxe me ook wel wat lijkt. Nu beginnen haar ogen te twinkelen en begint ze enthousiast te vertellen over de mogelijkheden. Ze laat me de ene mogelijkheid zien na de andere, en voor ik er erg in heb, heeft ze me helemaal enthousiast gemaakt over een all inclusieve vakantie in Turkije. Ik ga ervoor. Ze duikt in haar systeem en ze komt een leuk 4 sterren hotel tegen voor een redelijk prijsje. Het hotel berekend geen toeslag voor 1-persoons kamers en dat is precies wat we zoeken. Ze zoekt het hotel voor me op in een van de vele brochures en na een tijdje heeft ze het gevonden.

Ze laat me de pagina zien en ik zie 3 zwembaden en een hele rits met all inclusieve opsommingen. 3 restaurants, bijna alles is gratis en ik voel me trots dat ik dit hotel mag gaan bezoeken voor die prijs. Ik teken de factuur en betaal meteen. Vertrek over 3 weken. Over 3 weken ga ik op vakantie voor 9 dagen naar Bodrum. Ze geeft me de brochure mee en ik stop de factuur op de opengeslagen pagina met het hotel.

Terwijl ik naar mijn auto loop, bel ik mijn moeder en vertel haar enthousiast wat ik gedaan heb. Ik som alle mogelijkheden op en ratel maar door. Wijselijk vraagt ze niet waarom ik alleen ga. De volgende 2 weken verlopen in een stilzwijgende koude oorlog. Toen ik die avond thuis kwam, lachte hij flauwtjes en zei alleen maar: ‘mooi, dan is daarmee het hoofdstuk gezamenlijk vakantie gesloten.’
Dat was zo ongeveer het laatste persoonlijke wat hij tegen me zei en vlak voordat hij zelf op zakenreis ging, staan we in de gang. Hij heeft zijn reistas in zijn hand en ik kijk naar hem. ‘Zo…’ zegt hij mat, ‘daar ga ik dan.’ Ik knik. Ik wens hem een goede reis en terwijl ik hem weg zie rijden, bedenk ik me dat het echt ver voorbij is. Dit komt niet meer goed…

De hele week dat hij op zakenreis is, hoor ik niets. Geen sms, geen telefoontje, geen email, geen enkel teken van leven. Na 3 dagen pissig zijn geef ik het op en besluit me er niets meer van aan te trekken. Ik ga lekker naar de sportschool en neem daar een zonnebankkuurtje. Ik pak tegen het weekend langzaam mijn koffer in en spreek met mijn vader af, dat hij me om half 1 dinsdag komt halen. Maandagavond gaat ineens de telefoon. Ik zie aan de nummermelder wie het is en neem een beetje nors op. Hij vertelt dat hij morgen om half 11 thuis komt en vraagt hoe laat ik vertrek. Ik vertel hem dat ik 2 uur later richting Schiphol vertrek. Een afgemat en teleurgesteld ‘Oh’ klinkt aan de andere kant van de lijn. Het doet me niets, had hij maar eerder moeten bellen.

Die nacht slaap ik als een roosje maar ’s ochtends drentel ik onrustig door het huis. Om twaalf uur belt mijn vader of ik er klaar voor ben en ik besluit maar een briefje te schrijven. Mijn vader en mijn vriend komen allebei tegelijk aangereden. Ik sleep mijn koffer naar buiten, begroet mijn vader met een knuffel, zeg ‘hoi’ tegen mijn vriend en meteen daarna weer ‘doei’. Hij bekijkt het maar. Snel stap ik in de auto en als we wegrijden zie ik mijn vriend in ons huis op de bank ploffen en doelloos om zich heen kijken.

Veel te snel zijn we op Schiphol en na het inchecken slenteren mijn vader en ik langs de verschillende winkeltjes. Ik ben stik nerveus maar probeer zo normaal mogelijk te doen. Ik praat opgewekt en veins interesse voor de spullen die we bekijken. De tijd kruipt voorbij. Als ik terug kom van het plassen, zie ik mijn vader op zijn horloge kijken. Ik zeg dat hij maar naar huis moet gaan. Hij kijkt me lang aan en zegt: ‘ik wil je hier niet alleen achterlaten. Dat voelt niet goed.’ Ik kijk hem liefdevol lachend aan. ‘Pap, ik ben de komende 9 hele dagen alleen, die paar uurtjes op Schiphol kom ik ook wel door. Bovendien moet ik ook nog door de douane en weet ik wat allemaal nog meer…’ Hij knikt gedwee. Ik leg mijn hand op zijn arm en zeg: ‘Ga nu maar naar mama toe, je moet nog een eind terug naar huis rijden en straks sta je in de file.’ Braaf stemt hij toe en geeft me een verpletterende knuffel. ‘Pas je goed op jezelf!’ zegt hij zachtjes in mijn oor. Ik knik en loop weg voordat de prikkende tranen uit mijn ooghoek kunnen lopen.

Redelijk snel ben ik door de douane heen en ik plof bij de gate op een bankje neer. Ik haal mijn tijdschriften uit mijn tas en begin te lezen. Langzaam verzamelen er zich steeds meer mensen om mij heen en net als ik hen, bekijken zij mij nieuwsgierig. Zouden die ook naar Bodrum gaan? Misschien zit dat stel wel in hetzelfde hotel als ik? Als we mogen boarden volg ik gedwee de rest van de kudde. Dit is pas de tweede keer dat ik ga vliegen en ik had verwacht om in slaap te vallen, net zoals de eerste keer. Helaas zit ik klaarwakker naar buiten te kijken. Ik zit bij het raampje en als we dik drie uur in de lucht hebben gehangen zie ik ineens land onder me. Het is avond en de piloot vertelt ons dat we zo gaan landen. Het is 8 uur ’s avonds locale tijd en ik zie een bruin, dor land onder ons vliegtuig. Bergen, kronkelende bergweggetjes…

Wat ziet dat er anders uit. We landen en ik volg de andere mensen naar buiten. Er staan bussen voor ons klaar en ik stap maar in, net als de andere mensen. Er was me verteld dat we bij aankomst een visum moesten kopen en netjes sluit ik aan in de rij wachtende. Als ik de douane door ben, ren ik meteen naar de wc. Wat een opluchting. Met mijn handbagage over mijn schouder loop ik daarna door de lege aankomsthal. Rechts in de hoek is de bagage band en ik grinnik dat het hier zo klein is. Het stelt echt niets voor, vergeleken met Schiphol.

Als ik mijn koffer heb, loop ik richting de bordjes met exit. In de hal staan enkele jongens flyers uit te delen. Ik neem er eentje aan en kijk snel wat erop staat: ‘You cannot say you have been to Bodrum, if you haven’t been to Halikarnas’ staat er op gedrukt. Ik stop de flyer snel weg en ga op zoek naar mijn reispapieren. Ik loop naar de hostess en noem mijn naam en het hotel. Ze kijkt op haar lijstje en zegt dat ik niet naar het hotel ga dat ik noem, maar naar een ander hotel. De paniek slaat me om het hart. ‘Ja, die vergissing wordt wel vaker gemaakt op de reisbureaus. Het zijn twee hotels van dezelfde keten. Eentje ligt in Gumbet en is 5 sterren ultra inclusieve, het andere ligt in Yalibladiebladie en is 4 sterren.’ Ik kijk haar enigszins verontrust aan, maar ze glimlacht breed naar me, wijst naar een bus en zegt dat het allemaal wel goed komt.

Ik loop naar de bus en de chauffeur kijkt me breedlachend aan. Hij zegt iets, maar ik snap er niets van. Dan vraagt hij in het Engels naar mijn naam. Verontwaardigd steekt hij 1 vinger omhoog en zegt ‘just one person? Tssskk’
Hij neemt mijn koffer over en gaat daarna weer verder praten met de andere buschauffeurs. Ik ben blijkbaar de eerste en kijk om me heen. De zon is aan het ondergaan en kleurt de lucht zacht blauw-roze-lila-paars. Ik kijk naar de bomen en zie palmen. Ik ben verbaasd dat ik het niet warmer heb. Ik heb een trui aan, aangezien het in Nederland niet bijster warm was. Ik voel de zachte lucht wel om me heen, maar heb het niet vreselijk warm. Er waait een zacht briesje en ik leg mijn hoofd in mijn nek. Ik kijk naar de lucht en zie de zacht babyblauwe hemel. Geen wolkje te bekennen. Ik adem de lucht diep in en sluit even mijn ogen. Dit voelt goed.

Langzaamaan verzamelen zich steeds meer mensen bij onze bus en nadat de hostess het een en ander verteld heeft, gaan we op pad. Ik ben er niet gerust op, want de hostess heeft aangegeven dat ik er bij de 3e stop uit moet en dat er dan een busje op mij zal wachten. Ik kijk waarschijnlijk een beetje angstig, want weer zegt ze dat alles wel goed komt. Oké, zij zal het wel weten.

We verlaten het parkeerterrein van de luchthaven en als we de snelweg opdraaien zie ik een kleine vrouw met een blauw gebloemde slordig geknoopte hoofddoek lopen. Ze draagt blauwe rubberen laarzen en pikt met een houten stok voor zich uit. Ze heeft een touw in haar hand en aan het einde van het touw loopt een geit. Ik ben gechoqueerd. Dit is toch Bodrum? Een toeristisch gebied? En hier loopt een vrouw door de bush-bush haar geit uit te laten? Ik betrap mezelf erop dat ik haar zit aan te staren en snel kijk ik weg. We gaan veels te langzaam naar mijn zin en ik probeer de quasi geanimeerde gesprekken van de andere vakantiegangers niet te horen. We rijden en we rijden. Omhoog, en weer naar beneden. De weg is slecht en we worden door al het andere verkeer ingehaald. Deze buschauffeur heeft duidelijk geen haast. Ik zie nergens huizen en ik vraag me af hoe dat Bodrum er toch uit zal zien.

Als we ineens vaart minderen en enkele lichtjes zie, merk ik dat we een stadje inrijden. Zou dit het zijn? Zouden we er al zijn? Weer net zo snel rijden we het dorpje uit en ongeduldig en verveeld kijk ik uit het raampje. We rijden verder en verder en het duurt en het duurt maar. Buiten is het inmiddels donker geworden en uiteindelijk gaan de eerste mensen eruit en bij de tweede stop, zie ik dat we bij Torba zijn. Nog steeds geen Bodrum dus. De buschauffeur laat de mensen eruit en ik wacht. Ik moest er toch pas bij de 3e stop uit. Of toch hier?? Buiten is een bedrijvigheid van jewelste en ik zie enkele mannen druk heen en weer lopen.

Uiteindelijk komt de buschauffeur de bus weer in en boos wijst hij naar mij. ‘YOU! Come!’ Ik voel 20 paar ogen op me rusten en schaam me kapot. Blijkbaar toch hier. Ik zie dat hij mijn koffer al uit de bus heeft gehaald en ik kijk om me heen. ‘Wait,’ beveelt hij me. Hier wachten? Dacht het niet? Ik zie verder niets of niemand behalve de Turkse mannen die me nieuwsgierig vanuit hun thee-terras zitten aan te kijken. Bovendien zie ik de andere vakantiegangers weg lopen naar een of ander holiday-resort. Ze gaan me hier toch niet alleen achterlaten? Gelukkig verschijnt er dan een ander klein wit busje. Volgens mij had ik die een stukje terug al zien staan, maar goed, het zal allemaal wel. Blijkbaar ben ik de enige, en ik neem plaats achterin het busje.

We gaan nog steeds niet weg en de beide buschauffeurs praten driftig met elkaar en gebaren wild van de grote bus naar de kleine. Ik zie de 1e buschauffeur steeds 1 vinger omhoog steken en naar mij wijzen, maar de 2e buschauffeur blijft op zijn papiertje slaan en druk gebaren. Uiteindelijk duiken ze met hen beiden de grote bus in en als ze er weer uitkomen, hebben ze nog een stel bij zich. Ook zij hebben het schaamrood op de kaken staan en als ze in de bank naast mij schuiven, leggen ze de verwarring uit. Dit stel gaat ook naar hetzelfde hotel en dacht ook dat ze er pas bij de 3e stop uit moesten.

Ik ben blij dat ik niet de enige ben die voor oponthoud zorgt en ben blij als we weer op pad gaan. We rijden een stukje terug en kronkelen dan de berg op. Of tenminste, dat bleek later, want op dat moment had ik werkelijk geen idee waar we waren of waar we heen gingen. Ik praat wat met het stelletje en kijk angstvallig over de schouder van de chauffeur mee. Deze heeft een stuk meer haast dan de vorige, maar deze weg bestaat meer uit zand en losliggende stenen dan uit asfalt. Bovendien is het nu helemaal donker geworden en is er geen straatverlichting. We rijden met een rotgang in het pikkedonker over een eenbaansweg…. Telkens als er een tegenligger aankomt, gaat de chauffeur vol in de ankers en duiken we de berm in.

Ondank het tempo lijkt het een eeuwigheid te duren. Ik begin het steeds minder leuk te vinden. Als we een aantal huisje naderen mindert de chauffeur geen vaart en we schieten met een noodgang langs een supermarktje waar enkele mannetjes tussen de watermeloenen een spelletje zitten te spelen. Ik moet glimlachen door het tafereeltje. Uiteindelijk maken we een laatste grote bocht naar links en nu zie ik eindelijk de zee weer. Er glinsteren lichtjes in de verte en ineens stopt het busje. We staan voor een hotel. Echt in the middle of nowhere. We laten ons drieën uit het busje vallen en een aantal jongens gaan er vandoor met de koffers. Mak loop ik achter hen aan, de hotellobby in.

Ik weet niet wat ik zie. Marmer, luxe fauteuils, ik zie een zwembad en daarachter een bar en de zee. De man achter de receptie kijkt me aan en ik geef mijn papieren af. Hij maakt me duidelijk dat ik een formulier moet invullen en ik plof neer op een bank in de lobby. Ik krijg een mierzoete cocktail voor mijn neus en kijk meer om me heen dan dat ik aan het invullen ben. Als ik uiteindelijk klaar ben vraag ik de receptionist of we nog kunnen eten. Hij schudt zijn hoofd. Helaas, het is net na etenstijd, maar om half 12 serveren ze soep. Nou, laat maar, denk ik bij mezelf.

Ik volg een jongen die er met mijn koffer vandoor is gegaan en met een brede zwaai opent hij voor mij de deur. Hij geeft me de sleutel en loopt weg. Ik til mijn koffer vanuit de gang de kamer binnen en gooi het ding op het bed. Er is namelijk nergens anders plek. Er is hooguit 20 centimeter tussen de deur en het bed en dat is heel de kamer. Ik wurm me tussen het bed en de badkamerdeur en kijk naar binnen. Een bad met douche en wc en een wastafel. Ok, redelijk goed.

Ik ga op de rand van het bed zitten en vraag me af wat ik moet gaan doen. Ik heb geen honger, maar voel dat ik iets moet eten. Ik heb het niet te warm, maar toch doe ik mijn trui uit. Ik heb gezweet en voel me vies. Toch besluit ik naar buiten te gaan en trek de deur weer achter me dicht. Op weg naar buiten kom ik het stelletje uit het vliegtuig weer tegen en beleefd glimlach ik. Ik loop langs het zwembad en ga eventjes staan kijken bij het amfitheater. Er zitten allemaal mensen en ik vermoed dat er zo een show begint.

Ik loop een beetje ongemakkelijk naar de zwembadbar en vraag om een cola. Ik heb geen idee hoe dit werkt en onwennig loop ik met het glas in mijn hand weer weg. Er staan nu meer mensen aan de buitenkant van het theater te kijken en ga zo onopvallend mogelijk staan. Ik kijk naar de dans die opgevoerd wordt en denk er het mijne van. Een stel mannen stampen boos met hun laarzen. Het ziet er niet uit! Ze hebben allemaal zo’n vreselijke drollenvangers broek aan en ik vind er weinig aan. De dames zien er wel mooi uit, maar al die rare armbewegingen vind ik geen dansen en als ik mijn cola op heb loop ik weer weg. Aan de overkant van het hotel zit een klein winkeltje en ik stap er binnen. Ik koop een pak crackertjes en een blik Pringles en wat fris te drinken.

Ik ga weer terug naar mijn hotelkamer. Het is net 11 uur. Ik sms mijn ouders dat ik goed ben aangekomen en eet de chips totdat ik buikpijn heb. Ik verveel me en vraag me in hemelsnaam af hoe ik dit nog 9 dagen vol ga houden. Ik denk dat ik morgenvroeg maar naar die hostess toe ga en flink veel excursies ga boeken…… Met een onbestemd gevoel val ik in slaap.

De volgende ochtend word ik wakker van de wekker van mijn telefoon. Loom kom ik overeind en vanuit het bed gluur ik onder de gordijnen door naar buiten. Ik word verblind door het licht en begin inwendig te stralen. Het is mooi weer! Wat een heerlijkheid. Uiteraard is het mooi weer, maar toch maakt het me helemaal blij. Snel spring ik onder de douche en hijs me in een rokje. Ik schuif in mijn slippers en klepper naar buiten. Ik loop over een stenen paadje en ben verrast door de geur die hier hangt. Zoet, bloemig en toch een tikje streng. Ik loop weer langs het zwembad en zie enkele mensen al op een ligbedje liggen. Ik ben verbaasd dat ze er al zo vroeg bij zijn, maar ik merk dat het er warm genoeg voor is.

In de eetzaal is het een bedrijvigheid van jewelste en ik loop eerst eens rustig langs het buffet. Ik zie van alles liggen en ik laad mijn bordje vol met brood, jam en kaas. Ik pak een groot glas jus de Orange en zoek een tafeltje. Ik zit rustig te eten en gluur naar de andere vakantiegasten. Ik zie enkele Nederlanders, maar zie ook veel Turkse mensen zitten. Ik hoor Duits en Russisch, en iedereen die langs mijn tafeltje loopt, knikt als begroeting.

Als ik klaar ben met eten, loop ik een rondje over het terrein. Het is heerlijk rustig en ik kom bij de zee uit. Er is een steiger gemaakt en ik heb een prachtig weids uitzicht over de zee. Blauwe zee, blauwe lucht en felle zon. Ik voel het prikken op mijn huid en zou mezelf het liefste in willen smeren en lekker gaan zonnen. Maar ik wil graag straks naar de receptie, naar de hostess voor haar welkomstpraatje. Ik loop weer terug naar het hotelgebouw en dwaal door de lobby. Ik loop naar boven en zie een sportruimte en nog een grote bar. Vanaf een van de balkons heb ik een prachtig uitzicht en ik schiet een paar foto’s. Ik vind het allemaal hartstikke mooi, maar toch voel ik me een klein beetje bedrogen als ik bedenk dat dit inderdaad niet het hotel is, dat het meisje van het reisbureau mij heeft laten zien. Ik besluit dat ik het allemaal even prachtig vind en dat het niet zoveel uit maakt.

Toch verveel ik me een beetje en wacht tot de hostess komt. Ik zit in de lobby te wachten en ben gelukkig niet de enige. Het stelletje dat tegelijk met mij is aangekomen wil informatie over duiken en er is een vrouw bij komen zitten. We raken aan de praat en het blijkt dat zij gisteravond na ons is aangekomen en ook alleen is. Dat schept meteen een band. Ook zij is ergens langs de kant van de weg gedumpt en heeft een kwartier moeten wachten voordat er iemand kwam om haar te halen. Ondanks dat ze mijn moeder had kunnen zijn, zijn we meteen de dikste vriendinnen.

De hostess komt eraan en hangt een onsamenhangend praatje op over Turkije en Bodrum in het bijzonder. Ik weet dat we nog geen centimeter van Bodrum hebben gezien en ik snap er niets van. Het blijkt dat dit haar eerste meeting is en dat ze gisteren is begonnen. Ik heb ontzettend met haar te doen want het is een klein muggetje en ze heeft een gigantische tas bij zich. Het stel vraagt honderduit over duiken en dit geeft mij eventjes de tijd om wat meer te lezen over de verschillende excursies die er te doen zijn. Ik wil graag naar Efese en Pamukkale want dat had het meisje van het reisbureau mij aangeraden en de boottocht klinkt wel erg aantrekkelijk. De andere vrouw, Anneke wil dit ook, en we besluiten allebei maandag te gaan. Vrijdag en zaterdag zal ik dan op een tweedaagse trip naar Efese en Pamukkale gaan.

Terwijl de hostess alle bonnetjes aan het invullen is, komen er twee jongens de receptie binnen zetten. Het zijn twee Turkse jongens. De een heeft een shirt aan met het logo van het hotel en de andere sleept een zware bruine leren koffer mee. Ik kijk ze nieuwsgierig aan en de jongen met de koffer glimlacht naar me. Ik glimlach terug en kijk ze na.

Met de tickets voor de excursies in mijn hand, loop ik later terug naar mijn hotelkamer. Onderweg kom ik de Turkse jongen weer tegen. Dit maal zonder koffer. Hij heeft lang donker haar en dit keer zegt hij ‘Hai’. Ik glimlach als begroeting terug en ga me gauw omkleden op mijn hotelkamer. Ik smeer me in en hijs me in mijn bikini. De rest van de middag lig ik aan zee op een strandbedje. Het is ontzettend heet, maar door de zeewind is het aangenaam. Ik lees voor het eerst ‘de Davinci code’ en gefascineerd sla ik bladzijde na bladzijde om. Al snel is het tijd voor de lunch en ik pak een paar stukjes brood en wat salade. Ik voel de ogen van een Nederlands gezin in mijn rug als ik langsloop en ik heb het idee dat iedereen naar me kijkt.

Na de lunch keer ik snel terug naar mijn boek en mijn strandbedje. Af en toe trek ik een shirtje aan en slenter naar de bar. Ik bestel een cola of een water en tegen het eind van de middag besluit ik een wit wijntje te nemen. Ik krijg de smaak goed te pakken. Rond half 6 begint de zon minder fel te worden en ik zie steeds meer mensen om me heen vertrekken. Als om 6 uur de zon bijna onder is, zie ik de beachboy alle strandbedjes recht zetten en de kussens opruimen. Ik besluit te gaan verkassen.

Naast de zwembadbar is een klein terrasje met plastic kuipstoeltjes. Ik installeer mezelf met een nieuw glas wijn en mijn boek. Het hotelterrein is bijna verlaten, maar ineens zie ik Anneke aan komen lopen. Ze vraagt of ze erbij mag komen zitten. Uiteraard en ik leg gauw mijn boek weg. We zitten nu allebei met ons leesboek op schoot en kletsen wat af. Ze vertelt me over haar baan en kinderen en dat ze voor het eerst in jaren weer eens op vakantie is. We besluiten allebei dat het heerlijk genieten is.

We zitten samen in een zwak zonnetje te genieten van de dag en de wijn als ik de Turkse jongen met de lange haren zie aan komen lopen. Hij zwaait naar ons en blijkbaar heeft Anneke al eerder met hem gesproken want ze wenkt hem en hij komt naar ons tafeltje. Hij blijft staan en vraagt aan Anneke hoe het gaat. Dan draait hij zich naar mij toe en steekt zijn hand naar me uit. ‘Hai, I’m mister Arda.’ Ik moet een beetje lachen. *Mister *Arda nog wel. Later als ik me meer verdiep in de Turkse taal, leer ik dat dat heel gewoon is. Ik pak zijn hand en schud die. Ik stel me voor. Hij lacht naar me. Hij zegt dat hij nu weg moet, maar dat hij hoopt dat we elkaar later nog spreken. Ik glimlach. Ik heb geen idee wat ik van deze jongen moet vinden, maar aardig is hij wel.

Hij loopt weer weg en Anneke en ik besluiten nog een wijntje te nemen om het af te leren. Ik loop naar de bar en geef de bestelling door aan de barman. Het is een smal donker mannetje met een afzichtelijke moedervlek in zijn nek, en de rest van de tijd dat ik in dat hotel ben, noem ik hem ‘Vlekkie’ Hij geeft me de wijn glazen aan, maar blijft ze vasthouden. Ik pak de glazen aan en hij wrijft eventjes met zijn duim over de bovenkant van mijn hand. Ik kijk hem een beetje onwennig aan en hij zegt zachtjes: ‘alsjijblieeeft.’ Ik loop weg en verbaas me dat hij dit in het Nederlands zegt.

Om zeven uur hebben we allebei de wijn op en wordt het toch echt te koud om hier in onze bikini te blijven zitten. We gaan elk naar onze eigen hotelkamer en spreken af om rond kwart over acht samen te gaan eten. Als ik weer langs het zwembad loop richting mijn kamer, zwaait Vlekkie vanachter de bar naar me. Ik zwaai maar niet terug. Op weg naar mijn hotelkamer kom ik al allerlei andere gasten tegen die op weg zijn naar het restaurant voor het diner. Echt veels te vroeg naar mijn mening, maar ieder moet dat voor zich weten.

Eenmaal op mijn kamer stap ik snel onder de douche en merk dat ik al een beetje verbrand ben. Voorzichtig dep ik me droog en ben al blij met het kleurtje dat ik vandaag heb opgedaan. Ik trek iets leuks uit de koffer en kleed me aan en maak me op. Ik ben veel te vroeg klaar en besluit nog eventjes op mijn bed verder te lezen. Om kwart over 8 loop ik weer richting het restaurant en zie dat Anneke al op me zit te wachten aan een tafeltje. We leggen onze spullen daar neer en samen lopen we langs het buffet en kiezen een heerlijk maaltje bij elkaar. Ook nu nuttigen we een wijntje en ik voel me moe en loom en tevreden. Dit was een heerlijke ontspannen dag en tevreden zit ik een beetje voor me uit te kijken. Anneke zit al vol, maar ik wil graag nog een stukje watermeloen als toetje hebben. Bij het buffet kom ik Mister Arda weer tegen. Hij vraagt weer beleefd hoe het met me gaat en ik zeg maar weer dat het ‘fine’ is. Ik vraag ook hoe het met hem is, maar hij zegt alleen dankjewel.
Ik vind dit een beetje vreemd, maar hij is zo aardig en voornaam, dat ik er niet lang over nadenk.

Met mijn bordje en minivorkje loop ik terug naar ons tafeltje en schuif weer aan. Net als ik zit, zie ik dat Anneke naar iemand wenkt, maar voordat ik me om kan draaien om te kijken wat er is, staat mister Arda aan ons tafeltje. Anneke trekt een stoel naar achteren en hij vraagt of hij mag gaan zitten. Ik vind dit een beetje een overbodige vraag, aangezien mijn nieuwe vriendin hem duidelijk uitnodigt, maar ik vind het ook wel erg netjes van hem. Hij gaat zitten en terwijl hij eet, vraagt hij honderduit. Waar we vandaan komen, hoe we leven, wat voor werk we doen, wat we van Turkije vinden en hoe we elkaar kennen. Hij is uiterst verbaasd dat we elkaar pas vanochtend hebben ontmoet, maar kan het volgens mij wel waarderen.

Ik ben verbaasd over zijn goede Engels en driftig zijn we met ons drieën in gesprek. Maar al snel verontschuldigt hij zich weer, hij moet weer aan het werk en zegt dat hij ons vanavond nog wel spreekt. Hij zit in het animatieteam en hoewel ik hem nog maar net ken, lijkt me dit niets voor hem. Hij is zo beleefd en rustig, terwijl de andere jongens en meisjes van het animatie team de hele dag breed lachend langs komen stralen en druk en enthousiast vragen of ik met een of ander spelletje mee wil doen en of ik vanavond naar de show kom. Ik heb ze tot nu toe elke keer kunnen afwimpelen, maar ik voel dat dit niet lang meer kan duren.

Na het eten gaan we weer op het terrasje zitten en ik haal voor Anneke en mij weer een wijntje. Ik sta zo onderhand weer te tollen op mijn benen en wederom wordt mijn hand aangerand door Vlekkie als hij mij mijn bestelling doorgeeft. Ergens irriteer ik me vreselijk aan dit brutale ongewenste gedrag, maar aan de andere kant, voel ik de hele tijd zijn donkere warme ogen naar me kijken. Snel loop ik weer terug naar ons tafeltje en zie dat we niet langer meer met twee zijn. 3 gezellig Nederlandse stellen zijn erbij gekomen en ze vragen ons wat we van het hotel vinden. Zij komen hier al jaren en ze geven aan iedereen hier te kennen.

Ik ga weer voor ons allemaal een rondje drinken halen aan de bar en als ik terug kom, voel ik me alleen en verlaten. Ze zijn allemaal druk in gesprek en ik gloei van de zon en de wijn. Ik kan mijn aandacht niet bij het gesprek houden en voel me een klein beetje buitengesloten. Bovendien denk ik na over wat er net gebeurde. Vlekkie vroeg net aan de bar aan mij of ik vanavond ook naar de disco zou gaan. Ik heb geen flauw idee waar hij het over heeft, maar daar heb ik absoluut geen trek in en ik besluit afscheid te nemen en naar mijn kamer te gaan. De rest kijkt me verontwaardigd aan en de jonge dame van het gezelschap vraagt aan me, of ik straks niet mee ga naar de disco. Begint zij nu ook al? Als ik wegloop hoor ik hen lachen en bedenk me dat ze het reuze gezellig hebben en dat ik daar toch best graag onderdeel van zou willen zijn.

Doodmoe tol ik in mijn bed en voor ik het weet ben ik vertrokken richting dromenland. De volgende morgen kan ik maar met moeite wakker worden en redelijk laat verschijn ik aan het ontbijt. Ik eet een heerlijk broodje en die dag vul ik met liggen en luieren, lezen en zonnen. Tijdens de lunch kom ik Anneke weer tegen en we eten weer samen. Na de lunch gaan we weer elk ons eigen weg. Zij ligt liever aan het zwembad en ik lig liever aan zee. Ik lees de Davinci Code in 1 keer uit. Die middag word ik een paar keer gevraagd door het animatieteam of ik geen zin heb om mee te doen met volleybal/ boogschieten/ aquagym/ darten of jeu de boules. Mij niet gezien.

Aan het einde van de dag treffen Anneke en ik elkaar weer op het terrasje en nuttigen een aantal wijntjes. Mister Arda komt er ook nu weer bijzitten en we praten weer honderduit over Turkije. Als de zon ondergaat en ik het koud krijg, begeef ik me weer richting mijn hotelkamer. Ik besluit nog eventjes op bed te gaan liggen en probeer op een rijtje te krijgen wat ik van de blikken en aanrakingen van Vlekkie moet vinden. Ik krijg er de kriebels van, maar kan niet besluiten of dit nu goede kriebels zijn of slechte.
Aan de ene kant voelt het wel goed na zoveel weken zonder aandacht en affectie van mijn vriend, maar aan de andere kant voel ik maar al te goed, dat deze jongen maar 1 ding wil en ik ga me daar niet voor lenen.

Het eten is ook vanavond weer heerlijk en na het eten gaan we weer op het terrasje zitten. We krijgen er al routine in. We zitten nu met ons achten bij elkaar en ik barst verscheidene keren in lachen uit. Er speelt live muziek en een oude man met een lange grijze paardenstaart zingt mooie nummers. De krekels krieken, zacht licht schijnt op de bladeren, er klinkt zacht geroezemoes en ik gloei. Ik lach en drink en zing! Ik voel me gelukkig. De drie stellen beginnen te dansen en als Mister Arda bij ons komt zitten, raken hij en ik in een heftige discussie over zijn moslim zijn. Hij vertelt me dat hij het wel is en ook de regels precies naleeft. Zo zie ik dat hij integenstellig tot bijna alle andere Turkse mannen niet rookt. Ook drinkt hij niet. Ik vraag hem of hij echt helemaal niet drinkt en dan geeft hij toch toe, af en toe wel eens met vrienden een biertje te drinken. Ik moet lachen. We praten verder over de moeilijkheden van dit soort dingen. Ik vraag hem ook of hij dan nog maagd is, want hij is niet getrouwd. Later bedenk ik me, dat dit echt hele brutale vragen zijn, maar op de een of andere manier paste dit gewoon in de gesprekken. Openhartig en diepgaand. Hij draait er een beetje omheen, maar vertelt dan toch dat hij een vriendin had. Meteen laat hij me een foto zien van een bloedmooi Turks meisje. Ook al voel ik niets meer dan vriendschap voor Mister Arda, ik ben meteen stik jaloers. Maar dan vertelt hij me droevig dat ze vorig jaar is overleden bij een auto ongeluk. Mijn jaloezie slaat meteen om in medeleven met hem. Hij is er stil van en begint steeds zachter te praten.

Hij kende haar van de universiteit in Istanbul en ze hadden eigenlijk plannen om deze zomer door Europa te gaan reizen. Nu dat allemaal niet doorging had zijn beste vriend uit het leger, Emre, hem overgehaald om naar Yaliçiftlik te komen en samen met hem in het animatieteam te werken, om zo de zomer een beetje door te komen. Ik vind dat meteen ontzettend lief. Maar toch zie ik dat hij niet gelukkig is. Hij vertelt me ook dat zijn vriend getrouwd is met het Belgische meisje van de kinderanimatie en dat hij dan toch een beetje het derde wiel aan de wagen is. Ik heb echt met hem te doen en klop hem bemoedigend op zijn schouder.

Emre en vrouw zijn er nu ook bijgekomen en we komen tafeltjes en stoelen te kort met onze grote groep. Er word weer gelachen en gezongen en gedronken. We zijn nu met zo velen dat een rondje drinken halen niet meer te doen is, dus komen ze het brengen. Ik voel ineens een ober achter me staan en de arm van Vlekkie langs mijn arm strijken als hij vanaf achtereen mijn glas drinken neerzet. Het voelt aangenaam maar tegelijkertijd raak ik vreselijk geïrriteerd door deze gast. Blijkbaar ben ik de enige die dit merkt, want de rest praat vrolijk verder.

Tegen twaalf uur is het laatste rondje geweest. De Nederlandse groep van 6 staat nu op en zegt dat ze naar de disco gaan en dat ik mee moet. Ik volg gedwee en dans de hele nacht door. Met ons alleen lachen we en dansen we. Als om twee uur de disco dicht gaat, gaan de andere Nederlanders meteen naar hun hotelkamer. Ze zijn de jongste niet meer. Ik ga ook naar mijn hotelkamer, maar lig een uur klaar wakker naar het plafond te staren. Ik kan niet slapen. Ik ben toch deels hier naartoe gekomen om toch eens na te denken over thuis. Hoe moet dat nou verder tussen mijn vriend en mij? Zoals het nu gaat, kan het niet langer meer. Er moet iets veranderen om het nog goed te maken. Maar wil ik dat nog wel? Is het al niet te laat? En wil hij dat nog wel?

De gedachtes tuimelen door mijn hoofd en ik besluit me weer aan te kleden en naar buiten te gaan. Ik nestel me in een stel kussens op een strandbedje aan zee en staar naar het water. Ik kijk weer naar de sterren en verbaas me dat de sterrenhemel er hier zo anders uitziet dan thuis. Ik kijk naar het donkere niets en de miljoenen verlichtte puntjes. Ik kijk weer naar het water en de maan die erop schijnt. Verder is het helemaal donker. Af en toe lopen er enkele jonge Russische gasten voorbij, die een eindje verderop op het strand zitten. Ik kan hun gelal en gebral horen maar uiteraard niet verstaan. Het is blijkbaar een filmploeg want de groep wordt de hele dag door al gefilmd. Ze zijn vanochtend aangekomen en hebben zich binnen een mum van tijd vreselijk ongewenst gemaakt bij zowel de andere gasten als het hotelpersoneel.

Ze waren echt het onderwerp van gesprek die avond en hebben ruzie lopen maken omdat ze hele literflessen gevuld wilde hebben met wodka en rum… Leuke vakantie!!

Mijn gedachtes dwalen telkens af en ik probeer me ertoe te zetten om na te denken. Wat wil ik? En wat moet ik? Het lukt me niet om rationeel na te denken over mijn thuissituatie. Die lijkt zo ver weg. Hier is de enige vraag die je je moet stellen of je nog een cola neemt of toch een wijntje. Of je in de zee zal gaan zwemmen of in het zwembad. Ik voel me hier heerlijk en gewaardeerd door de mensen om me heen. Ik heb de afgelopen twee dagen diepzinnigere gesprekken gevoerd dan de afgelopen 5 jaar van het samenzijn met mijn vriend.
Ik weet dat ik toch nu echt een keer naar bed moet, maar kan me niet losmaken van het strandbedje. Ik word straks om zes uur opgehaald voor de excursie naar Efese en Pamukkale en het is nu half 5. Ik blijf nog even zitten en staar over het water en maak mijn hoofd leeg. Ik moet niets, ik heb vakantie. Uiteindelijk sta ik toch maar op en ga douchen op mijn hotelkamer. Ik pak enkele spullen bij elkaar in een tas voor de tweedaagse trip en als ik de hotelkamer uitstap is het al bijna licht. Ik loop weer richting zee en zie dat enkele jongens alweer aan het werk zijn. Ik maak weer een paar foto’s en om kwart voor zes is het busje er al.

Ik ben uiteraard alleen en voel me nu erg ellendig. Het slaapgebrek en het alcoholoverschot begint zicht te wreken. We kronkelen de berg weer rond en nu zie ik een klein beetje waar we zitten. Als we na twintig minuten de zandweg hebben verlaten, stoppen we op een parkeerplaatsje bij een kruispunt. Ik heb geen flauw idee wat te doen, dus ik blijf maar zitten en wachten. De buschauffeur blijft ook zitten en kijkt me vanuit de achteruitkijkspiegel onderzoekend aan.

Dan draait hij zich om en wijst naar me en vraagt wat in het Turks. Ik versta er niets van en trek een niet begrijpend gezicht. Dan maakt hij een vunzig schuivend gebaar rond zijn ringvinger. Ik weet wel wat dat op de basisschool betekende en voel me diep beledigd. Nu neemt hij zijn trouwring af en reikt die mij toe. Ik heb werkelijk geen idee wat hij wel en schud niet begrijpend mijn hoofd. Wat wil die vent? Vraagt hij nou of ik getrouwd ben? Vraagt hij nou of ik met hem vunzige dingen wil doen of vraagt hij nou of ik met hem wil trouwen? Het was zo raar, dat ik tot op de dag van vandaag niet weet wat ik ervan moet denken. Uiteindelijk geeft hij het maar op en draait zich om, maar hij blijft me breed grijnzend vanuit de achteruitkijkspiegel aangrijnzen.

Tot mijn opluchting komt er een andere grote bus aan en dit blijkt de bus van de excursie te zijn. Een Turkse man heet mij hartelijk welkom en ik zoek snel een plekje in de bus. De grote touringcar zit ramvol met Nederlanders en Belgen. De man stelt zich voor als onze gids. Hij is officieel Duitse gids, maar toen hij merkte dat er steeds meer Nederlanders naar Bodrum kwamen, heeft hij zichzelf Nederlands geleerd. Ik trek dit in eerste instantie een beetje in twijfel, maar wat jaren later, leer ik dat dit echt zo is.

Het eerste deel van de trip vertelt hij alleen hoe het programma eruit ziet, maar na het ontbijt aan het schitterende Bafa meer, vertelt hij honderduit over Turkije, de Turkse cultuur en gebruiken en Efese. Ik vind het allemaal machtig interessant en luister aandachtig. Ik kan ook nog aardig wakker blijven. Eenmaal bij Efese aangekomen is het al later op de ochtend. En warmer. Ik voel me buiten de airco van de bus meteen een stuk minder prettig.

Eerst lopen we samen met hem door Efese en bij elk bouwwerk vertelt hij uitermate interessante dingen. Later krijgen we van hem tijd om zelf door Efese te lopen en foto’s te maken. Ik probeer mijn aandacht erbij te houden, maar ik ben moe, dorstig en het is warm. Vreselijk warm. Hoe hoger we in de oude stad komen, hoe drukker het ook wordt. Om een uur verzamelen we weer bij de bus en ik ben blij om weer in de airco plaats te nemen. We gaan weer een stukje verder. Naar de plek van een van de zeven wereldwonderen, naar Selcuk en de burcht. Daar trek ik het echt niet meer. Het is twee uur ’s middags en ik ben helemaal suf gelult. Hoewel hij goed verstaanbaar Nederlands spreekt, kost het toch veel inspanning om hem te volgen. Gelukkig merk ik dat ik niet de enige ben. De rest van de bus heeft het ook een beetje gehad.

Op dit moment is mijn maag helemaal van slag en ik ben blij als ik weer kan zitten. Ik voel me hondsberoerd en na een goudhuis te hebben bezocht gaan we ook nog naar een keramiek handel. Hoewel dat machtig interessant is en er een heel lief en schattig hondje bij is, trek ik het echt niet meer. Buiten in de schaduw drink ik een fles water leeg. Dit gaat niet goed. Ik besluit met de gids te overleggen en hij regelt voor mij, dat ik terug kan met de rest van de groep die alleen Efese doet en niet meer mee ga naar Pamukkale. Aan de ene kant is het zonde, want ik heb wel betaald en krijg mijn geld niet terug, maar aan de andere kant voel ik me echt niet lekker en dat komt niet alleen door het slaapgebrek en het alcoholoverschot. Ook het idee dat het erg gezellig is met de mensen in het hotel, maakt dat ik het niet erg vind weer terug te gaan.

De volledige terugweg slaap ik en gebroken strompel ik uit het busje die me bij mijn hotel afzet. Snel spring ik onder de douche en ik ben nog net op tijd om te eten. Als ik het restaurant inloop, zie ik Anneke zitten. Ze is blij verrast dat ik weer terug ben en ik vertel hoe de dag is geweest. Ik vond Efese ontzettend interessant en geweldig mooi, maar nog een dag was een beetje te veel van het goede. Ik zie dat er nog iemand aan tafel zit en stel me voor. Jacqueline is ook alleen op vakantie en we kunnen het meteen goed vinden. Onze schaterlachen klateren veelvuldig door het restaurant. Ze heeft een geweldig droge kijk op alles om haar heen en een ontzettend nuchtere blik op al het aangemodder van de Turken.

Ze noemt standaard iedereen Ali en praat gewoon in vlot Nederlands tegen de jongens aan. Die kijken vervolgens weer verbaasd naar ons en Anneke en ik verdwijnen vervolgens onder de tafel van het lachen. Die avond heb ik weer buikpijn, maar dit keer van het lachen. We vermaken ons weer opperbest op ons terrasje met de andere Nederlanders en de muziek en de wijn. Anneke gaat vroeg naar bed, maar wij dansen weer onze voeten stuk in de disco.

De volgende dag is niet veel anders. Het dagelijkse ritme van de all inclusieve formule. Opstaan, opfrissen, ontbijten, omkleden, zonnen, drinken halen, zonnen, zwemmen, drinken halen, zonnen, lunchen, drinken halen, schaduw boekje lezen, zonnen, zwemmen, drinken halen, zonnen, zwemmen, drinken halen etc etc. Die avond gaan de 6 andere Nederlanders na middernacht weer naar huis. We halen nog een avond goed door en dan nemen we roerend afscheid.

Maandag is de dag van onze boottocht en na het ontbijt staan Anneke en ik klaar in de receptie met onze tassen. We worden opgehaald en rijden weer rond de berg. We rijden dwars door Bodrum en ik kijk mijn ogen uit naar de berg met de witte huisjes, het kasteel, de zee met het cruise schip en de mensen op straat. Allerlei kleurrijke mannen en vrouwen en toeristen. Ik kom ogen te kort.

In de haven van wat later Gümbet bleek te zijn, stappen we uit en gaan aan boord van een houten gület. We krijgen een superdikke handdoek en we zoeken allebei een plekje in de zon. Die dag praten we en lachen we, we zonnen en draaien en ik heb de beste lazy dag ever! Ik voel me heerlijk en het zwemmen in zee voelt fantastisch. Ik voel me helemaal in mijn element. Veel te snel is de dag weer voorbij en keren we weer terug naar het hotel. Alles is zo netjes geregeld en ik ben lichtelijk verbaasd dat er telkens op tijd een busje met chauffeur staat te wachten en ons naar ons hotel brengt. Je hoort telkens van die verhalen over Turkije maar dit soort dingen valt me absoluut mee.

In het hotel worden we opgewacht door Jacqueline en het animatie team en na een heerlijke douche gaan we weer eten en drinken en lachen en dansen. Het is veel van hetzelfde maar ik kan niet alle gesprekken en anekdotes en verhalen weer voor de geest halen. Ook kan ik niet alles vertellen want dan ben ik veel te lang bezig. Maar ik beleef de vakantie intens, ook al gaat hij als een mooie warme droom voorbij. Die avond nemen we afscheid van Anneke want de volgende ochtend gaat ze weer vroeg naar huis. Ze knuffelt met Mister Arda en ik ben ontroerd als hij een traantje wegpinkt. Hij is echt niet geschikt voor dit werk van animeren, entertainen en weer afscheid nemen.

Tijdens de lunch vertelt Jacqueline me wat die barman bij haar geprobeerd heeft. Nieuwsgierig vraag ik welke barman en het blijkt dat ze Vlekkie bedoelt. Ze moet ook vreselijk lachen om die bijnaam en dat maakt het praten veel makkelijker. Tijdens onze boottocht was hij haar gevolgd naar de wc en had haar gevraagd of zij het met hem wilde doen. Ik moet vreselijk lachen en samen zitten we zijn gedrag te analyseren. We houden hem een tijdje nauwlettend in de gaten vanaf ons terrasje en we komen tot de conclusie dat hij probeert elk meisje te versieren die langs komt. Als hij doorheeft dat we het over hem hebben, begint hij met ijs te gooien als hij langsloopt. Ik vind dit echt vreselijk onprofessioneel maar we besluiten dat we ons niet druk willen maken, omdat we op vakantie zijn. Even later gaat Jacqueline drinken halen en ik zit weer eens gezellig met Mister Arda en zijn vriend Emre te kletsen, als ze terugkomt zonder drinken. Ze vertelt dat ze iets wilde bestellen en dat hij toen de wijn aan haar wilde geven. Net op het moment dat ze de glazen wilde aanpakken, liet hij ze los, zodat ze de wijn over de bar en zichzelf knoeide.

Ze ruikt alsof ze in een vat met wijn gevallen is en ze zegt dat ze naar haar kamer gaat om te douchen. Ik zie nog wel dat ze even gaat klagen bij de manager van de bar. Ik vraag me af of het iets helpt. Mister Arda vraagt me wat er allemaal aan de hand is en ik leg het in het Engels aan hem uit. Meteen daarop loopt hij naar de bar en krijgen ze vreselijk ruzie. Daarna is Vlekkie ineens weer poeslief voor ons.

We besluiten onze lol niet te laten bederven hierdoor en hebben nog steeds een geweldige dag verder. We eten en drinken en dansen en lachen vooral veel. Dit is alweer mijn laatste avond en het naderende afscheid hangt als het zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Als de disco er om half 3 echt mee ophoudt voor die nacht, besluit ik mijn laatste avond zo lang mogelijk te rekken. Ik ga weer naar het strand en installeer me op een strandbedje. Ik denk na over de afgelopen week. Hoe gek kan het lopen?

Zomaar ineens en een beetje per ongeluk boek ik een vakantie naar Turkije en een beetje sceptisch vertrek ik hiernaartoe. Het hotel is absoluut niet wat ik verwachtte, maar toch helemaal geweldig. Ik had de brochure meegenomen en als ik een paar pagina’s verder blader zie ik het hotel waar ik nu zit. Het meisje van het reisbureau heeft me het verkeerde in de folder laten zien. Maar ik had voor geen goud willen ruilen. Door de ligging vanaf Bodrum en de all inclusieve formule, is het net een klein dorp. Al het personeel kent je en alle vakantiegangers kennen elkaar ook. Niemand loopt met een bandje om, omdat het gewoon niet nodig is. Door de vele Turkse gasten heb je toch echt het idee dat je in Turkije bent en dankzij de ontelbare vriendschappen die ik gesloten heb, heb ik een super vakantie gehad.

Ik word uit mijn gepeins opgeschrikt door het knerpen van de steentjes op het strand. Het is Mister Arda en hij vraagt of hij erbij mag komen zitten. Weer zo beleefd. Hij neemt plaats op het strandbedje naast me en een tijdje kijken we samen zwijgend naar de sterren. We beginnen allebei tegelijk te praten. Ik vraag hem hoe het gaat en hij vraagt me waarom ik niet ga slapen. We moeten allebei lachen, maar daarna kijkt hij me triest aan. Hij zegt het absoluut niet naar zijn zin te hebben hier. Dit werk is niets voor hem en hij is duidelijk een buitenbeentje onder het personeel. Nu heeft zijn beste vriend voor wie hij hier eigenlijk is, besloten om samen met zijn vrouw naar België te gaan. Zij is ongelukkig en kan niet aarden in Turkije en met het werk. Ze is vreselijk ziek geweest en wil naar huis. Emre gaat met haar mee. Ik kan me voorstellen hoe Mister Arda zich voelt, maar ben verbaasd als hij zegt dat hij niet alleen afscheid moet nemen van Emre en zijn vrouw, maar ook van een nieuwe vriendin.

Ik kijk hem niet begrijpend aan en ben helemaal ontroerd als ik door krijg dat hij mij bedoeld. Ik voel me vreselijk en een tijdje zitten we weer zwijgend voor ons uit te kijken. Het komt stom genoeg niet bij me op telefoonnummers uit te wisselen of iets in die trant. Maar we kletsen nog een tijdje door en dan besluit hij verstandig te zijn en naar bed te gaan. Hij moet om 9.00 uur morgenochtend weer klaar staan voor de meeting en daarna de hele dag animeren, behalve tussen twaalf en half 2 voor de lunch en tussen zes en acht voor het diner, heeft hij geen vrije tijd. Ik kan me wel voorstellen dat hij het niet naar zijn zin heeft. Dat zijn toch geen tijden!!

We nemen afscheid voor nu met een knuffel en na een aantal minuten besluit ik ook te gaan slapen. Op mijn hotelkamer val ik in een diepe slaap.

De volgende ochtend word ik wakker met het besef dat ik echt weer naar huis moet. Een knoop trekt zich samen in mijn maag en ik zou willen dat deze dag nooit voorbij zou gaan. Ik besluit zo veel mogelijk van deze dag te genieten en besluit vroeg op te staan.
Ik ontbijt weer net als alle andere dagen, lig weer te zonnen en geniet van de mensen om me heen. Een voor een komen de mensen van de animatie langs om te vragen wanneer ik naar huis ga. Ik heb mijn kamer langer aangehouden en om vijf uur ga ik toch maar douchen. Mister Arda was de hele dag druk en ik heb hem amper gezien. Om zes uur zitten ik en Jacqueline op ‘ons’ terrasje nog een wijntje te drinken. Ik had toch wel verwacht Mister Arda nog eventjes te zien, maar helaas zie ik hem nergens. Ze zijn vanaf 6 uur vrij om te douchen en te eten, dus ik had hem toch nog wel eventjes verwacht. Maar aan de andere kant kan ik me ook wel voorstellen dat hij de weinige tijd die hij voor zichzelf heeft, aan zichzelf wil besteden.

Om half zeven check ik toch maar uit en begeef ik me naar de lobby. Het busje kan elk moment komen en Jacqueline staat bij me in haar bikini te wachten. Als ik een wit busje het terrein op zie rijden, voel ik me weer misselijk worden. Ik wil absoluut niet naar huis. Maar een seconde daarna word ik toch wel erg blij, want Mister Arda komt ineens de lobby binnenstormen. Hij is fris gedoucht en geeft me een stevige knuffel. We nemen afscheid en samen met Jacqueline staat hij me op de trap uit te zwaaien. Ik vind dit zo typisch voor de mentaliteit van deze mensen. Iedereen is zo vriendelijk en voorkomend geweest. Iedereen van het personeel wilde telkens een praatje maken en het mij naar de zin maken. Dit heb ik tijdens mijn andere vakanties in andere landen nooit meegemaakt.

Ik stap in het busje en de terugreis begint. Het was een geweldige vakantie en door alle gesprekken heb ik ontzettend veel over mezelf geleerd en veel over mezelf ontdekt. Ik voel me sterker en krachtiger. Toch begin ik me steeds ellendiger te voelen, hoe dichter we Nederland naderen. Ik zit bijna te hyperventileren in het vliegtuig en het is werkelijk een helse vlucht, voor mij.

Ik kom thuis en behalve een kort ‘was het leuk’ zeggen we niets tegen elkaar. Ik kruip doodmoe in bed en merk wel hoe mijn vriend naast me kruip, maar heb geen puf meer om iets te zeggen. Hij merkt dat ik wegglijd richting dromenland en dan merk ik dat hij uit bed stapt.
De volgende ochtend zie ik dat hij op de bank heeft geslapen. Er is geen ontbijt in huis en ik trek hieruit de conclusie dat het hem echt allemaal niet interesseert hoe ik me voel en dat het over is tussen ons. Ik vlucht naar mijn ouders en vertel aan de ene kant in tranen wat er nu allemaal thuis aan de hand is en aan de andere kant vertel ik in geuren en kleuren over de fantastische vakantie.

Ik besluit toch maar terug naar huis te gaan en daar wordt het onvermijdelijke uitgesproken: we gaan scheiden. Die nacht slaap ik weer alleen en ik vind het heerlijk. Ik ben opgelucht en met een gelukzalige glimlach val ik in slaap.
De dag erna staat in het teken van zaken regelen, maar de zaterdag erna ga ik naar mijn ouders. Ik en mijn moeder hebben een stedentrip naar Rome geboekt en ze had zich er vreselijk op verheugd met mij weg te gaan. Toch vraagt ze of ik nog wel weg kan en wil.

Het is zaterdag 4 uur ’s middags en ik zit bij mijn ouders in de tuin. Ik heb geen zin in een vermoeiende stedentrip naar Rome, maar wil absoluut niet nog een dag langer in een en hetzelfde huis zitten als mijn ex, terwijl ik vrij ben. Ik wil weg. Ik stel voor dat we niet naar Rome gaan, maar op vakantie naar Turkije. Ik ken nog wel een leuk hotelletje. De eerste reactie van zowel mijn vader als mijn moeder is: dat kan toch niet??! Ik kaats de bal meteen terug: waarom niet?

Het reisbureau sluit om 5 uur en om half vijf zit ik er aan de balie. Hetzelfde meisje belt wat heen en weer. Daarna ga ik naar huis, pak mijn pasgewassen zomerkleren weer in een koffer en vertrek weer richting pa en ma. De volgende ochtend loopt de wekker erg vroeg af. Het is de eerste keer dat mijn moeder vliegt en ze zit met haar neus tegen het raampje geplakt.
Om twee uur lokale tijd komen we aan bij het hotel. We brengen onze koffers weg. Tijdens het inchecken werd ik al hartelijk begroet door de chef animatie, die dacht dat ik een paar dagen op excursie was geweest en nu weer terug ben. Hij is dan ook verbaasd dat ik weer opnieuw incheck.

We pakken weer een handdoek en bij de zwembadbar tik ik iemand voorzichtig op de schouder. Jacqueline draait zich verbaasd om en het enige dat ze de rest van de dag hoofdschuddend heeft kunnen zeggen was: sjjjeesssuusss!
Ook Mister Arda is zeer blij en verrast om me weer te zien en hij en mijn moeder kunnen het fantastisch samen vinden. We hebben een onvergetelijke week samen en met de andere mensen van het hotel. Het is goed voor mij om nu wat dingen op een rijtje te zetten en toch nog even daar te zijn. Ik weet best dat het een vlucht van thuis was, en het afscheid was zo waar nog zwaarder, maar ik heb er geen spijt van.
De rest van de belevenissen van die vakantie laat ik voor wat het is, aangezien dat meer een 2e indruk was. Indruk 3 tot en met 8 kennen jullie ondertussen allemaal wel.

ps mocht iemand deze mister arda kennen, ik zou het heel leuk vinden om met hem in contact te komen, dus let me know…

Hè bloem, das weer genieten zo’n verhaal, maar sorry, het smaakt alweer naar meer. Mooi hoor…
XX Mar

Oh bloem wat heerlijk dat je weer een verhaaltje voor ons op ww hebt achtergelaten. Ik zwijmel helemaal weg mmmmmmmm, dat er nog veel verhalen mogen volgen :kus:

Bloem,dat was weer lekker lezen,op naar de volgende;)

:wereld:Bloemmie!:wereld:
:tongue::wub::nod::thumbsup:

:kus:

okey
verzoeknummers worden ingewilligt
ik schud ze zo uit mn mouw!

1e keer markt

Het is vrijdag en over een paar dagen gaan we alweer naar huis. Mijn moeder en ik zijn afgelopen zondag aangekomen in ons 4 sterren hotel in Yaliciftlik. Voor mij is het de 2e keer dat ik in Turkije ben en voor mijn moeder is het sowieso de eerste keer dat ze met het vliegtuig weg is.

Ik heb al op een eerdere vakantie een excursie naar Efese gemaakt en ben mee geweest op een boottocht. Die vertrok vanuit de haven van Gumbet en dat was de eerste keer dat ik de straten van Bodrum van dichtbij heb gezien. Dat krijg je als je in een luxe holiday resort ongeveer 20 minuten bussen vanaf de grote stad zit.

Maar vandaag hebben we besloten iets te gaan doen. We liggen nu al 5 dagen op apengapen op een strandbedje. We eten onze buikjes rond, spoelen de smaak weg met een wijntje of een cocktailtje en genieten. Maar vandaag is de markt en daar willen we heen. Eigenlijk is het te gek voor woorden, want markt… waarom zou je? In Nederland ga ik ook nooit naar de markt. Vreselijk, al dat vieze eten, al die schreeuwende mensen en mensen die door bakken vies ondergoed graaien. Maar goed, we zijn op vakantie en dan is alles leuk en anders, dus naar de markt.

Hoe moet dat dan? Blond, blonder en blondst gaan het eventjes vragen. Van andere vakantiegangers die al meer ervaring hebben met het openbaar vervoer in Turkije, heb ik begrepen dat het een kwestie van langs de weg gaan staan is, en wachten op het busje. Er komt er altijd wel eentje… Juist ja. Ik kan me daar nu helemaal niets bij voorstellen, maar we zullen het snel genoeg gaan ontdekken. Blijkbaar werken ze hier niet met een bustijdentabel en buslijnen of kaartjes of wat dan ook.

De receptionist zegt dat er elk heel en elk half uur wel een busje langs komt. Dat vind ik dus weer erg opmerkelijk. Er is niet echt een systeem en er zijn geen vastgestelde tijden, maar hij zou dan wel exact om heel en half voor de deur stoppen? Zie je het voor je? Maar goed, mama en ik stoppen nog even de lunch naar binnen, spoelen het weg met een slok wijn en gaan om 5 voor 1 aan de kant van de weg staan. Tegenover het hotel. Er staat verder niemand anders en na een minuut gutst het zweet alweer van mijn hoofd.

Ik loop overdag in niets meer rond dan een bikini en nu staan we hier aan de kant van de weg, in de brandende zon te wachten. Rokje aan, shirtje aan, slippertjes aan en tassen bij. We kijken naar links en we kijken naar rechts. Er valt niets te zien, het is verlaten en uitgestorven. De hond iets verderop draait zich nog een keer om en ik zie dat de zweetplekken onder mijn moeders oksels staan.

Na een aantal minuten wachten komen er mee toeristen het hotel ingedruppeld en met z’n allen staan we te wachten. Er staat een bankje en gelukkig kan ik zitten. In de tegenovergestelde richting komt een dolmus aan, en die zegt dat hij naar Yaliciftlik gaat. Okey, straks op het busstation opletten… die moeten we hebben. We wachten en we wachten. We zweten en we klagen een beetje. Maar dan komt er een busje de bocht om. We denken dat we nu eindelijk in kunnen stappen en ik en mijn moeder en de andere vakantiegasten gaan staan.

Maar helaas, als we dachten dat het echt zo simpel gaat, hebben we het mis. Op een stukje van 500 meter stopt het busje nog een keer of 7 en overal vandaan komen mensen gelopen, die ook mee moeten. Uiteindelijk stopt het busje bij het bankje en dan blijkt dat we er niet meer bij kunnen. Dat was te verwachten. Het hele busje zit ramvol met mensen. Gelukkig gebaard de buschauffeur dat we gewoon kunnen blijven staan en dat er zo wel een ander busje zal komen. Ja tuurlijk, dat lijkt me ook, want het is al bijna half 2.

Maar gelukkig hoeven we verder niet lang te wachten, want er komt inderdaad een bijna leeg busje de hoek omgescheurd waar we allemaal in passen. We stappen in en ik en mijn moeder schuiven naast elkaar op een bankje. We kijken een beetje om ons heen, maar niemand maakt aanstalten om ons om geld te vragen, dus het zal wel los lopen. We kijken naar buiten en hobbelen de berg rond.

Op de raarste plekken stopt het busje om mensen in te laten stappen. In de hele wijde omtrek is geen huis of schuur of stal te bekennen, en toch staan er mensen langs de weg te wachten. Ook rijden er soms mensen mee voor een aantal minuten en stappen daarna weer uit. Ze geven het geld gewoon aan de chauffeur, dus ik bedenk me, dat we dat straks dan ook maar moeten doen.
Eindelijk zijn we de berg rondgereden en komen op de doorgaande weg. Dit is nu de tweede keer dat ik richting Bodrum ga, en zodra we de weg opdraaien, kan ik de zee zien. Hoe dichterbij we komen, hoe meer witte blokken huisjes zich laten zien. De baai is bezaaid met witte huisjes en ik merk dat ik met uitgestrekte nek zit te kijken en zoveel mogelijk probeer te zien.

Mijn adem stokt in mijn keel en wederom zie ik de burcht. Ik zie winkeltjes en mensen. Zoveel mensen. Ze zijn allemaal wel iets interessants aan het doen en ik kom ogen te kort. We slaan linksaf een drukke weg in en we rijden langzaam de weg af naar beneden. Het is druk en we rijden bijna stapvoets. Zal het altijd zo zijn of komt dat gewoon omdat het markt is vandaag?

Dan komen we blijkbaar bij het busstation. We rijden een slagboom door en het busje stopt. Een voor een stappen we uit het busje. De buschauffeur is ook uitgestapt en vangt van iedereen YTL 2. Ik betaal voor mij en mijn moeder en we gaan op een stoep staan. We moeten even goed onthouden dat we ook hier vandaan weer moeten vertrekken, want ik zie het al helemaal gebeuren dat we de weg terug niet meer kunnen vinden.

Daar staan we dan. Op het busstation. Kleine dolmusjes rijden af en aan, mensen lopen heen en weer, en iets verderop komen grote en kleine touringcar bussen binnen. We staan een beetje om ons heen te kijken en mijn moeder merkt op, dat iedereen dezelfde kant op loopt. En wij dus ook. We lopen de trap op naar de markthal boven het busstation en daar is het een drukte van belang. Het lijkt wel alsof we een andere wereld zijn binnen gestapt en er net iemand het doek heeft opengeslagen zodat we kunnen kijken. Buiten schijnt de zon fel en is het volop zomer, maar hier is het wat donker en vooral druk. Erg druk! De zwarte markt in Beverwijk lijkt er ineens niets meer van doen te hebben en ik voel me als in de Fata Morgana in de Efteling. Om het beeld kompleet te maken worden we meteen aangesproken door iemand in het Turks. Ik begrijp er niets van, maar deze beste man zal zijn bananen wel willen aanprijzen.

We zetten voorzichtig onze eerste stappen vooruit en betreden het domein van de markthal. Het is hier een flink stuk koeler dan buiten, maar toch voel het warm en benauwd. Mijn moeder haakt haar arm in de mijne en ik vind dit een goed idee. We moeten elkaar tenslotte niet kwijt raken! We schuifelen langs de rijen en ik kijk mijn ogen uit. Zakken vol met noten, kruiden, ik zie hele kramen met trossen tomaten en pepers. Het is één groot geuren en kleuren palet. Af en toe worden we zachtjes opzij geduwd door een voorbij stiefelend vrouwtje met hoofddoek, die in haar eentje een stel enorme tassen met tomaten draagt. Of door een man met een gigantische witte zak op zijn rug.