Bloem's verhalen

haha, nog 1! thanx, ennuh weltrusten…

We eten en drinken en we lachen. Als het eten op is, gaat Mustafa zich douchen en ruimen Jason en John samen de boel op. Ik mag nog steeds niet helpen. Ik zit weer braaf op de bank en kijk televisie. Zelfs met afwassen of afdrogen mag ik niet helpen. Nou ja, er valt ook niets af te drogen, want ze hebben geen vaatdoek en laten de afwas gewoon op het aanrecht staan om op te drogen. Lachen kijk ik verbaasd naar John, die mij dit alles net met een serieus gezicht heeft uit gelegd. Ook Jason knikt heftig, en ik denkt dat ze me in het ootje nemen. Maar ze gaan gewoon naast me op de bank zitten en laten de natte vaat links liggen.

Onder luid commentaar in het Turks, zappen ze langs de verschillende kanalen. Nu is ook Mustafa klaar en ik bevind me nu in één en dezelfde kamer als drie knappe, fris gewassen Turkse mannen en lachend kijk ik van de een naar de ander. Stuk voor stuk hebben ze al een uitgaansoutfit aan, en hebben een lading gel in de haren zitten. Ook ruiken ze verdacht veel naar hetzelfde geurtje. Ineens voel ik me vies en koud. Ik zit hier nog steeds in mijn strandoutfit en heb mijn bikini nog aan. Mijn armen ruiken naar zweet en naar zonnebrand en ik krijg het ook koud.

We spreken af dat we elkaar vanavond weer treffen bij de watersportstand op het strand en ik ga terug naar mijn hotel om me te douchen. Ook ik kleed me leuk aan en ben alleen al een uur bezig om mijn haren te föhnen en een goede make-up aan te brengen. Uiteindelijk ben ik tevreden en ik ga weer op weg naar het strand. Daar zitten de heren bij hun watersportstand.

Ik begreep nooit zo goed, waarom ze niet gewoon lekker thuis zouden zitten, voordat ze uit gaan. Maar nu heb ik hun huis gezien en snap ik heel goed, waarom ze liever hier buiten zijn. Ik neem plaats op een bankje en ik krijg iets te drinken aangeboden van de heren. We praten en we lachen en ik ben blij dat ik eventjes geheel ongecompliceerd samen kan zijn met een stel mannen.
Het is al een stuk later geworden als John voorstelt maar vast naar Barstreet te gaan. Ik spring op, want ik heb wel weer zin om een avondje lekker te dansen, zeker nu ik me zo goed voel. Ik heb het idee dat niemand me iets kan maken en ben blij met zulke goede vrienden.

We lopen rustig over het strand en af en toe pakt Mustafa een steen op en laat die over het water scheren. Goh, waar ken ik dat nou weer van. Ook hij vraagt aan mij, wat hij van me krijgt, als hij de steen drie keer kan laten stuiteren. Voordat ik helemaal opga in een flashback van Ali en mij op het strand bij Antalya, geeft hij zelf al antwoord. Hij lust vanavond wel een wisky-cola en ik mag hem trakteren als het hem lukt. Lachend neem ik de uitdaging aan. Maar ik vraag hem wel nog eventjes plagend, wat ik dan krijg, als het hem niet lukt. Zelfs in het donker kan ik zijn verbaasde gezicht goed zien. ‘Off course i will make it ride.’ Zegt hij zelfverzekerd.

‘Wright.’ Zeg ik lachend. Hij zal wel bedoelen dat hij de steen uiteraard drie keer zal laten stuiteren. Falen komt volgens mij niet in zijn woordenboek voor. Ook de andere twee hebben nu een goede steen uitgezocht en als drie uitslovende mannetjes, staan ze op een rijtje aan de kustlijn. Ze werpen één voor één de steen, en ik besterft het bijna van het lachen, als bij Jason de steen meteen met een harde plof in het zand beland. De steen die John werpt, ketst helaas voor hem maar twee keer op het water. Maar de steen van Mustafa komt een heel stuk verder. Hardop telt hij mee. ‘One…’ we kijken naar de steen. Hij gaat verder. ‘Two…’ nu gaat het erom spannen. ‘Three…!!’ Roept Mustafa juichend uit, maar dan zien we dat de steen nog een keer stuitert, voordat hij in de zwarte zee verdwijnt. Lachend roep ik: ‘Four!!’

Mustafa onderbreekt zijn overwinningsdansje en kijkt me vragend aan. Hij zegt dat de steen toch drie keer heeft gestuiterd. Maar ik overtuig hem ervan, dat hij niet heeft gewonnen, omdat de steen vier keer heeft gestuiterd. Onder luid protest geeft Mustafa uiteindelijk toe, dat hij niet gewonnen heeft.
Mokkend loopt hij verder en ik lach stilletjes, dat hij erin is getrapt. We komen uiteindelijk bij Club Cool aan en Jason gaat meteen naar de bar. Hij komt terug met een jongen van de bar. Die heeft een dienblad meegenomen dat vol staat met glazen cola. Maar ik verdenk Jason ervan, dat het niet alleen cola’s zijn. De grijns op zijn gezicht verraadt hem.

De jongen van de bar maakt zijn dienblad leeg en zet één voor één de glazen op ons tafeltje. Razendsnel tel ik ze, en ik kijk naar Jason. Die zet een glas voor zichzelf neer en eentje voor John, dan zet hij ook een glas voor Mustafa neer. Nu kijkt hij me vals aan. Hij pakt een glas en zet het voor mij neer. Ik ruik eraan. Ja, whisky-cola. Nu pakt hij nog een glas en zet dat ook voor me neer. Ik kan wel raden voor wie het derde en laatste glas is. Met een klap zet hij het voor me neer.
Mustafa kijkt me nu grijnzend aan, en wijst naar de glazen. ‘One…’ En hij wijst van Jason naar het eerste glas. ‘Two…’ en nu wijst hij van John naar het tweede glas. ‘And three…’ zegt hij triomfantelijk als hij van zichzelf naar het derde glas wijst.

Ik werp hem een vernietigende blik toe. Maar nu gaat ook John zich ermee bemoeien. ‘You win, you drink.’ Zegt hij. Hij zegt echter ook, dat ik de drie glazen whisky-cola net zo snel moet opdrinken, als dat zij over hun drankjes doen. Ik kijk hopeloos naar de drie grijnzende gezichten. Moet ik drie glazen achterover tikken, in dezelfde tijd, als zij er eentje opdrinken. Ik zucht een keer diep. Ik protesteer luid en hevig. Zij hebben toch verloren, hoe komt het dat ik dan toch de pineut ben? ‘You want to get me drunk, right?’ vraag ik geheel overbodig. Alle drie knikken ze heftig en ik kijk naar hun glazen. Mijn drie glazen hebben rietjes en ik pak eventjes een glas van de anderen op. Ik ruik eraan, maar dat is ook overduidelijk cola met whisky.
Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Waarom hebben mijn glazen een rietje? Zou ik whisky’s met cola hebben ofzo? Maar ik bedenk me geen moment, gooi het rietje uit het eerste glas en drink in één teug het glas leeg.

Zonder te verblikken of te verblozen drink ik hem helemaal leeg. De drank brandt in mijn keel en ik verslik me bijna. Met een klap zet ik het glas neer en kijk de drie heren uitdagend aan. Zij kijken echter verbaasd terug en voordat ze er erg in hebben, ben ik al halverwege het tweede glas. Mustafa pakt als eerste zijn glas op en neemt een slok. Die moet altijd winnen, denk ik bij mezelf.
Ook het tweede glas is snel leeg. Deze prikt al lang niet meer zo erg als het eerste glas. Ook John en Jason hebben nu hun glas aan hun mond gezet, en ik besef dat ik nog steeds kan winnen.

Ik begin aan mijn derde glas. Het smaakt meer en meer alleen naar cola en gulzig klok ik het bruine goedje weg. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe John schrikt van de brand in zijn keel, die de whisky veroorzaakt. Jason stopt ook met drinken en klopt zijn vriend op de rug. Ik schrik eventjes en wil bijna mijn glas weer neerzetten, als ik me besef dat ik echt bijna gewonnen heb. Ik sla de rest achterover. Maar als ik het glas neerzet op ons tafeltje, zie ik dat Mustafa dat al eerder heeft gedaan. Hij staat nu weer triomfantelijk met zijn armen in de lucht een vreugdedansje te doen. Jason doet met hem mee en uitdagend kijken ze mij weer aan. John is nog steeds aan het bekomen, maar blijkbaar gaat het wel weer met hem.

Ik erken mijn nederlaag en neerbuigend schud ik Mustafa de hand. Ik zeg dat ik nu echt naar de wc toe moet, maar in plaats daarvan loop ik door naar de bar. Dezelfde jongen die net onze drankjes heeft gebracht, neemt ook mijn bestelling op. Ik laat door middel van mijn vingers zien, hoeveel ik wil hebben en lachend loopt de barjongen naar de glazen. Hij kijkt naar me en knipoogt. Ik heb een grote grijns op mijn gezicht en blijkbaar snapt hij precies wat ik ga doen. Hij loopt ook met mij mee en samen lopen we naar ons tafeltje.

Snel pak ik enkele glazen van zijn dienblad en begin te tellen. ‘One…’ en ik zet het eerste glas neer. ‘Two…’ het wordt voller op het tafeltje. De barman haalt enkele lege glazen weg en maakt ruimte. Ik pak het volgende glas ‘Three…’ en lachend pak ik nog een glas en plant het voor Mustafa’s neus neer. ‘Four!!’ schreeuw ik triomfantelijk. De barman zet de overige glazen voor mij en John en Jason neer.
Ik kan me vergissen, maar het lijkt alsof Mustafa een beetje bleek wegtrekt. Ik kijk lachend om me heen. Mustafa zucht een keer diep, maar net als hij zijn eerste glas wil pakken, houdt de barman hem tegen.

Hij schuift nu de glazen van John en Jason naar mij toe en zet nog een extra glas op tafel. Vernietigend kijk ik hem aan. Aan wiens kant staat hij nou helemaal? Hij zegt: ‘Just you and her.’
Er staan nu vier glazen voor de neus van Mustafa en ook vier voor de mijne. Ook ik pak een glas beet en de barman telt af. ‘Bir…Iki…Ütch…!!’
Hij is amper klaar met tellen of Mustafa zet het eerste glas aan zijn mond.

Ook ik pak snel een glas, maar besef tijdens het drinken al, dat ik het nooit kan winnen. Ik heb tenslotte al drie glazen op en Mustafa nog maar eentje. Nog vier van die whiskey-cola’s erbij en ik lig straks onder tafel. Ik neem rustig een slokje van mijn drankje. Ik zie dat Mustafa bezig is aan zijn tweede glas en de barman en de andere twee jongens moedigen hem aan. Voor de vorm, kiep ik mijn eerste glas ook achterover en neem een klein slokje van het tweede glas.
Ik drink rustig. Ik heb wel dorst en het smaakt best lekker, maar ik probeer het glas niet zo snel mogelijk leeg te drinken.
Met een klap zet Mustafa nu zijn laatste glas neer en kijkt uitdagend rond. De andere jongens joelen en klappen en slaan hem uitbundig op zijn schouders. Ze schreeuwen van alles in het Turks, maar ik versta het niet.

Ik stop met drinken halverwege mijn tweede glas en Mustafa kijkt me verbaasd aan. Dan zakt hij door zijn benen en valt op de grond neer. Ik moet lachen, maar vraag me ook af, of hij wel in orde is. Gelukkig krabbelt hij snel weer overeind en hijst zich omhoog aan de tafel. Ik kijk lachend naar hem. Ik zeg hem, dat de winnaar wel moet kunnen blijven staan, anders is hij geen winnaar, en hij kijkt me vernietigend aan.
Gelukkig breekt er snel een lach op zijn gezicht door en blijft hij ook op zijn benen staan.
Ik schuif mijn drinken weg en dan hoor ik de tonen van mijn favoriete dansplaat. Enthousiast gillend trek ik de jongens mee naar de dansvloer en de rest van de nacht dansen we onze benen onder ons lijf vandaan.
Hoofdschuddend ruimt de barman de lege glazen weg.

Kon niet tot morgen wachten,…maar wat moet ik morgen nou lezen bij mn bakkie???
Maar ik zeur en klaag niet en wacht geduldig…NOT

KOM OP MET MEER PAGINA’S!!!

Hier weer een stille annbidder van je verhaaltjes:
SUPER!!!

Heb uiteraard weer genoten van je verhaal!
Thanks Bloem!

@bloem: Thankssss echt super!!:beef:

supeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer

De volgende morgen word ik verdwaasd wakker. Ik heb geen idee hoe ik thuis ben gekomen en hoe laat dat dan wel niet geweest moet zijn. Ik kijk op mijn telefoon. Het is half twaalf. Het zal dan wel heel erg laat zijn geweest, anders had ik nooit zo langs geslapen.
Ik blijf nog eventjes in bed liggen, en probeer de avond te reconstrueren. We hebben gedanst en gelachen en ik geloof dat er ook nog enkele whisky cola’s doorheen zijn gegaan. Ik heb een klein vermoeden dat we uit Club Cool gezet zijn tegen sluitingstijd.
Het wordt nu erg warm in mijn kamer en snel spring ik uit bed. Ik fris me wat op en kleed me aan. Ik heb echt een reuze honger. In een oogwenk sta ik dan ook buiten en loop regelrecht naar de supermarkt. Daar koop ik een broodje en een pak perziksap en met mijn ontbijt loop ik naar het strand.

Ik loop het strand op en installeer me op een van de strandbedjes. Ik kijk om me heen. Het is rustig en ik kijk naar de stand van de watersport jongens. Ik zie niemand. Ik leg mijn spullen weg en loop naar de stand toe. Als ik dichterbij kom, zie ik dat John in een stoel zit, hij heeft een zonnebril op zijn hoofd en zijn petje is diep over zijn gezicht getrokken. Het lijkt net alsof hij gewoon zit te zitten, maar het feit dat hij me niet aan ziet komen lopen, verraad dat hij zit te slapen. Zachtjes sluip ik naar hem toe. Nu zie ik dat Jason en Mustafa binnen in de stand liggen. Ook zij liggen te slapen.

Een grijns trekt over mijn gezicht en ik kan het niet laten. Luis schreeuw ik ‘Allah hallah hallah…!!’ Ik weet niet precies wat het betekend, maar iedereen hier zegt het om de haverklap en dit lijkt me een typische Turkse zin om nu te gebruiken. John schrikt op en zet zijn pet recht. Ook Jason en Mustafa zijn omhoog gesprongen en doen net alsof er niets aan de hand is. Lui en slaperig kijken ze op. Als ze mij zien, klinkt er een grom en ik kan maar net wegspringen. Gillend ren ik over het strand en probeer de handen van Jason en John te ontwijken. Mustafa staat aanwijzingen te geven en iedereen kijkt naar ons. Ik spring over een strandbedje heen en ontwijk een argeloze toerist.

Maar helaas, de jongens zijn veel sneller dan ik en John heeft me als eerste te pakken. Ik protesteer hevig, maar hij werkt me op de grond. Ook Jason en Mustafa komen er nu bij en ze beginnen me te kietelen. Ik lig op de grond en lach en schreeuw het uit. Ik probeer zo goed als ik kan ook hen te kietelen, maar drie tegen één, dat is toch echt te veel van het goede. Ik krijg nu echt buikpijn van het lachen en ik vraag lief of ze op willen houden. Gelukkig doen ze dat, maar later merk ik waarom. Jason pakt me bij mijn enkel en John heeft mijn armen vast. Ik probeer me los te schoppen, maar ik heb nu echt de slappe lach en als een veertje zo ligt, tillen ze me op.

Ik zie al precies waar het naartoe gaat en smeek de jongens om het alsjeblieft niet te doen. Maar mijn protesten zijn aan dovemansoren gericht en snel lopen ze met mij naar het water. Het is vandaag een warme dag, maar ik betwijfel of het zeewater ook zo warm is. Luid protesteer ik, maar als ik die valse glimlach van Jason zie, weet ik dat ik net zo goed niets kan zeggen.
Ik zweef door de lucht en met een plons val ik in het water. Helpp…!! Wat is dat koud!! Happend naar adem kom ik weer boven. Ik ben natuurlijk meteen van top tot teen doorweekt.

Maar dan spetter ik heen en weer, zwaai met mijn armen en roep ‘Help!! Help!!’ Het werkt, want zowel John als Jason rennen bezorgd terug het water in. Ik spetter nog wat en doe net alsof ik weer kopje onder ga. Bezorgd kijkt John me aan ‘U ok? Whats wronk?’ Ik heb ze precies waar ik ze wil hebben, en tegelijk duw ik ze allebei kopje onder. Ik gier het uit van het lachen en Mustafa kijkt vanaf het strand met een afkeurende glimlach toe. Hem krijg ik nog wel. John en Jason komen nu weer proestend boven. Snel duik ik weg. Ook twee tegen één, dat is ook niet eerlijk. Blijkbaar denkt ook Mustafa daar zo over, want hij komt me helpen.

Na een tijdje komen we uitgeput uit het water. Wat een gevecht. Mustafa heeft er de smoor in, omdat hij samen met mij verloren heeft. Het kan mij niet zoveel schelen. We hebben lol gehad, en daar gaat het om.
De jongens moeten weer terug naar hun stand en ik ga daarom maar eventjes bij ze zitten. Alle drie moesten ze gewoon om acht uur vanochtend weer hier aanwezig zijn. Ik vraag aan Mustafa of hij enig idee heeft, hoe laat we naar huis zijn gegaan. Hij haalt zijn schouders of. Ook hij heeft geen idee. Ik grinnik. ‘Too late.’ Dat weet hij wel. Ik heb wel een beetje medelijden met de jongens. Dronken en zo weinig slaap gehad.

Ze hangen er ook een beetje bij en gelukkig is het niet zo heel erg druk, zodat ze gewoon rustig kunnen blijven zitten. Ik loop eventjes terug naar mijn strandbedje en vraag of ze het erg vinden, dat ik eventjes ga ontbijten. Mustafa vindt het een goed idee en vraagt of ik nog eventjes kan wachten. Ook de heren hebben honger en ze gaan eventjes wat halen, zodat we met ons allen kunnen eten. Voordat Mustafa is uitgepraat, is hij al opgestaan. Hij klimt in zijn zwembroek en met blote voeten op zijn scooter en sjeest ervandoor. Hoofdschuddend kijk ik hem na.

Ik trek mijn natte strandjurkje uit en leg hem te drogen op mijn strandbedje. Ik sleep het bedje wat dichterbij en ga uitgebreid in de zon zitten. Toch een beetje opdrogen. Binnen enkele minuten is Mustafa terug en de andere jongens maken een provisorisch tafeltje. Mustafa haalt iets uit het plastic tasje. Het is in wit papier verpakt en ik vraag wat het is. ‘Börek,’ antwoordt John alvast. Ok… Nu weet ik nog niets. ‘Yes, but what is börek?’ vraag ik dan maar. John kijkt me nu aan, alsof ik echt helemaal van een andere planeet kom. ‘Can’t you see… This is börek!! I tell U.’ Ik moet lachen. Die logica. Mustafa legt me uit dat het een bladerdeeg ontbijt is, met vlees en met kaas. Hij breekt een stukje af en geeft het aan mij.

‘Best food after drinkin.’ Voegt hij eraan toe. Ja, dat zie ik. Het vet druipt er nog net niet uit, en snel steek ik het stukje in mijn mond. Het is hartig en echt heel erg lekker, maar ook erg vet. Ook de börek met witte kaas is heerlijk en ik eet het smakelijk op. Ook de heren hebben blijkbaar honger, want ze hebben het ene stuk nog niet weggeslikt of het andere stuk gaat al naar hun mond. Voordat ik er erg in heb, is alles op. Wat eten die jongens toch snel! Het pak met sap gaat rond. Het is wel een beetje een rare combinatie, maar ja, het is het enige wat we hebben merkt John op. Ik glimlach. Waarschijnlijk hebben de jongens nog geen ontbijt gehad en met een zucht bedenk ik me, wat een luxe leventje ik toch heb.

De rest van de middag kabbelt rustig voorbij. Ik lig in de zon naast hun watersportstand en omdat het niet zo druk is, kunnen de jongens uitgebreid met me kletsen. We hebben weer grote lol en de dag vliegt om. Als het weer wat afkoelt, nemen we afscheid en ik loop terug naar mijn hotelkamer.
Met een zucht laat ik me op mijn bed vallen. Ik pak mijn mobiele telefoon van het nachtkastje en zie dat ik een aantal berichten heb gekregen. Dat zul je altijd zien. Laat ik een dag mijn telefoon op mijn hotelkamer liggen en meteen krijg ik allemaal berichten.

Ik ga rechtop zitten en open het eerst.
Anja: ‘Hey, chickey. Hoest in Turkey? Wij alweer terug in NL L niet tof! Jij lekker daar, zon, zee en stappen? Hoe is het met Ahmet? Let je ook een beetje op Mustafa en John namens de girlz? Denk aan je. Geniet nog ff en spreek je als je terug bent. X. Anja’
Ik glimlach. Vreemd genoeg let ik inderdaad erg veel op Mustafa en John, en ook op Jason. Wie had gedacht dat ik zoveel met ze zou optrekken? Maar ja, helaas heb ik daardoor weinig van Ahmet gehoord.

Alsof de duivel ermee speelt. Het volgende berichtje is van Ahmet: ‘Hi. U ok… Wot R u doin 2night… Txt me i come to you… tamam… Take Care…X’
Ik glimlach ook om zijn berichtje. Ik moet het bericht een paar keer lezen, want zonder leestekens is het toch moeilijk te begrijpen. Hij komt vanavond naar Gümbet, gezellig.

Het volgende bericht is van Bülent. Jeetje, denk ik bij mezelf. Moeten ineens alle mannen wat van me ofzo? Ik open het berichtje en vraag me af wat hij schrijft: ‘Hoe is het? Hier alles ok, maar mis je. Het is stil en ben weer op de basis. Heb je mijn kado gezien? Vind je het mooi? Ik hoop het. Ik denk aan je. Liefs. X. B.’
Ik merk dat er tranen in mijn ogen opwellen. Ja, ik vind zijn cadeau erg mooi, maar heb nog niet de juiste woorden kunnen vinden, om hem te bedanken. Ik zucht. Daar wacht ik nog maar eventjes mee.

Ik lees de verschillende berichtjes nog een keer door en besluit Anja later een berichtje terug te sturen. Ik stuur Ahmet een berichtje dat ik hem graag weer wil zien en dat hij maar moet seinen als hij klaar is met werken. Ik druk op verzenden en het bericht is weg voordat ik er erg in heb. Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om weer uit te gaan vanavond, maar ik kan hem ook niet zomaar afpoeieren vind ik.
Twijfelend draai ik mijn telefoon rond in mijn handen. Ik ga eventjes naar de wc om te plassen en ik denk na. Wat moet ik nou op het sms-je van Bülent antwoorden? Ik moet toch iets terug sturen, want ik wil hem toch echt wel bedanken, maar het bericht moet niet de verkeerde indruk wekken.

Ik zucht en ik baal van mezelf. Het lukt me niet eens om twee dagen niet aan die heren te denken en hier zit ik dan alweer. Verward en ik weet niet wat ik moet doen. Ik begin met typen, maar wis halverwege het bericht alles weer. Waar ben ik nou helemaal mee bezig? Ik kan toch wel oprecht en spontaan zijn? Ik typ snel een berichtje naar Bülent: ‘Merhaba arkadasim. Ik vind je kado echt prachtig. Ga hem zeker heel vaak dragen en dan zal ik inderdaad aan jou en Turkije denken. Dank je wel, voor het kado en de fijne tijd. Knuffel en X.’
Ik lees het berichtje snel nog een keertje over en dan druk ik op verzenden. Het envelopje komt in beeld en eventjes krijg ik de wachtbalk te zien. Dan sluit het envelopje zich en ik weet dat het bericht weg is.

Ik lees hem nog een keer. Oei! Had ik niet beter iets anders kunnen gebruiken als aanhef dan ‘hallo mijn vriend’? Nu begin ik te twijfelen. Met een zucht leg ik de telefoon weg. Ik kan er nu toch niets meer aan doen. Het bericht is toch al weg en waarschijnlijk krijgt Bülent het nu binnen. Ik stel me voor hoe hij op een legerbasis op zijn bed zit, en het berichtje leest. Ik verstar als ik me besef dat Ali waarschijnlijk over zijn schouder meeleest. Zucht… Ali. Wat moet ik daar nou mee? Van hem heb ik nog niet eens een berichtje gekregen. Het boeit hem overduidelijk niets.

De gedachte heeft zich nog maar amper in mijn hoofd gevormd of mijn telefoon trilt. Daar zul je hem hebben, denk ik. Ik heb een sms ontvangen en met trillende vingers open ik het. Ja hoor. Alsof de duivel ermee speelt. Het bericht is van Ali. Ik bedenk me dat hij natuurlijk net misschien heeft gezien dat Bülent een bericht heeft binnengekregen van mij en waarschijnlijk dacht: ‘Kom, ik zal ook weer eens wat van me laten horen.’

Met een zucht lees ik zijn bericht: ‘Hi askim. Alles goed? Weer veilig in Bodrum? Wou dat ik met je mee kon. Nog een paar maandjes en ik ben er ook. Vond het fijn dat je hier was. We houden contact he… dikke kus.’
Ik smijt de telefoon terug op het bed en loop naar het balkon. Wat moet ik daar nou weer mee. Ik word echt stapelgek van al die Turkse mannen zeg. Ik probeer mezelf te kalmeren. Je bent op vakantie. Je bent hier om uit te rusten en te genieten. Onthoud dat!! Ik kijk uit over de daken. Ik kan Barstreet herkennen en zie de witte huisjes tegen de berg. Ik zucht een keer diep en bedenk me hoe prachtig het hier toch is. Het werkt en ik merk dat ik iets meer ontspan. Ik pak de telefoon van het bed en leg hem opzij. Met een plof laat ik mezelf op het bed vallen en geef me over aan mijn moeheid. Eventjes rust, eventjes niets…

Zo dat was weer lekker lezen bloem,ga vooral zo door .

ben druk bezig…maar werd een beetje afgeleid door de echte ‘Ali’ :wub:

De volgende morgen word ik verdwaasd wakker. Ik heb geen idee hoe ik thuis ben gekomen en hoe laat dat dan wel niet geweest moet zijn. Ik kijk op mijn telefoon. Het is half twaalf. Het zal dan wel heel erg laat zijn geweest, anders had ik nooit zo langs geslapen.
Ik blijf nog eventjes in bed liggen, en probeer de avond te reconstrueren. We hebben gedanst en gelachen en ik geloof dat er ook nog enkele whisky cola’s doorheen zijn gegaan. Ik heb een klein vermoeden dat we uit Club Cool gezet zijn tegen sluitingstijd.
Het wordt nu erg warm in mijn kamer en snel spring ik uit bed. Ik fris me wat op en kleed me aan. Ik heb echt een reuze honger. In een oogwenk sta ik dan ook buiten en loop regelrecht naar de supermarkt. Daar koop ik een broodje en een pak perziksap en met mijn ontbijt loop ik naar het strand.

Ik loop het strand op en installeer me op een van de strandbedjes. Ik kijk om me heen. Het is rustig en ik kijk naar de stand van de watersport jongens. Ik zie niemand. Ik leg mijn spullen weg en loop naar de stand toe. Als ik dichterbij kom, zie ik dat John in een stoel zit, hij heeft een zonnebril op zijn hoofd en zijn petje is diep over zijn gezicht getrokken. Het lijkt net alsof hij gewoon zit te zitten, maar het feit dat hij me niet aan ziet komen lopen, verraad dat hij zit te slapen. Zachtjes sluip ik naar hem toe. Nu zie ik dat Jason en Mustafa binnen in de stand liggen. Ook zij liggen te slapen.

Een grijns trekt over mijn gezicht en ik kan het niet laten. Luis schreeuw ik ‘Allah hallah hallah…!!’ Ik weet niet precies wat het betekend, maar iedereen hier zegt het om de haverklap en dit lijkt me een typische Turkse zin om nu te gebruiken. John schrikt op en zet zijn pet recht. Ook Jason en Mustafa zijn omhoog gesprongen en doen net alsof er niets aan de hand is. Lui en slaperig kijken ze op. Als ze mij zien, klinkt er een grom en ik kan maar net wegspringen. Gillend ren ik over het strand en probeer de handen van Jason en John te ontwijken. Mustafa staat aanwijzingen te geven en iedereen kijkt naar ons. Ik spring over een strandbedje heen en ontwijk een argeloze toerist.

Maar helaas, de jongens zijn veel sneller dan ik en John heeft me als eerste te pakken. Ik protesteer hevig, maar hij werkt me op de grond. Ook Jason en Mustafa komen er nu bij en ze beginnen me te kietelen. Ik lig op de grond en lach en schreeuw het uit. Ik probeer zo goed als ik kan ook hen te kietelen, maar drie tegen één, dat is toch echt te veel van het goede. Ik krijg nu echt buikpijn van het lachen en ik vraag lief of ze op willen houden. Gelukkig doen ze dat, maar later merk ik waarom. Jason pakt me bij mijn enkel en John heeft mijn armen vast. Ik probeer me los te schoppen, maar ik heb nu echt de slappe lach en als een veertje zo ligt, tillen ze me op.

Ik zie al precies waar het naartoe gaat en smeek de jongens om het alsjeblieft niet te doen. Maar mijn protesten zijn aan dovemansoren gericht en snel lopen ze met mij naar het water. Het is vandaag een warme dag, maar ik betwijfel of het zeewater ook zo warm is. Luid protesteer ik, maar als ik die valse glimlach van Jason zie, weet ik dat ik net zo goed niets kan zeggen.
Ik zweef door de lucht en met een plons val ik in het water. Helpp…!! Wat is dat koud!! Happend naar adem kom ik weer boven. Ik ben natuurlijk meteen van top tot teen doorweekt.

Maar dan spetter ik heen en weer, zwaai met mijn armen en roep ‘Help!! Help!!’ Het werkt, want zowel John als Jason rennen bezorgd terug het water in. Ik spetter nog wat en doe net alsof ik weer kopje onder ga. Bezorgd kijkt John me aan ‘U ok? Whats wronk?’ Ik heb ze precies waar ik ze wil hebben, en tegelijk duw ik ze allebei kopje onder. Ik gier het uit van het lachen en Mustafa kijkt vanaf het strand met een afkeurende glimlach toe. Hem krijg ik nog wel. John en Jason komen nu weer proestend boven. Snel duik ik weg. Ook twee tegen één, dat is ook niet eerlijk. Blijkbaar denkt ook Mustafa daar zo over, want hij komt me helpen.

Na een tijdje komen we uitgeput uit het water. Wat een gevecht. Mustafa heeft er de smoor in, omdat hij samen met mij verloren heeft. Het kan mij niet zoveel schelen. We hebben lol gehad, en daar gaat het om.
De jongens moeten weer terug naar hun stand en ik ga daarom maar eventjes bij ze zitten. Alle drie moesten ze gewoon om acht uur vanochtend weer hier aanwezig zijn. Ik vraag aan Mustafa of hij enig idee heeft, hoe laat we naar huis zijn gegaan. Hij haalt zijn schouders of. Ook hij heeft geen idee. Ik grinnik. ‘Too late.’ Dat weet hij wel. Ik heb wel een beetje medelijden met de jongens. Dronken en zo weinig slaap gehad.

Ze hangen er ook een beetje bij en gelukkig is het niet zo heel erg druk, zodat ze gewoon rustig kunnen blijven zitten. Ik loop eventjes terug naar mijn strandbedje en vraag of ze het erg vinden, dat ik eventjes ga ontbijten. Mustafa vindt het een goed idee en vraagt of ik nog eventjes kan wachten. Ook de heren hebben honger en ze gaan eventjes wat halen, zodat we met ons allen kunnen eten. Voordat Mustafa is uitgepraat, is hij al opgestaan. Hij klimt in zijn zwembroek en met blote voeten op zijn scooter en sjeest ervandoor. Hoofdschuddend kijk ik hem na.

Ik trek mijn natte strandjurkje uit en leg hem te drogen op mijn strandbedje. Ik sleep het bedje wat dichterbij en ga uitgebreid in de zon zitten. Toch een beetje opdrogen. Binnen enkele minuten is Mustafa terug en de andere jongens maken een provisorisch tafeltje. Mustafa haalt iets uit het plastic tasje. Het is in wit papier verpakt en ik vraag wat het is. ‘Börek,’ antwoordt John alvast. Ok… Nu weet ik nog niets. ‘Yes, but what is börek?’ vraag ik dan maar. John kijkt me nu aan, alsof ik echt helemaal van een andere planeet kom. ‘Can’t you see… This is börek!! I tell U.’ Ik moet lachen. Die logica. Mustafa legt me uit dat het een bladerdeeg ontbijt is, met vlees en met kaas. Hij breekt een stukje af en geeft het aan mij.

‘Best food after drinkin.’ Voegt hij eraan toe. Ja, dat zie ik. Het vet druipt er nog net niet uit, en snel steek ik het stukje in mijn mond. Het is hartig en echt heel erg lekker, maar ook erg vet. Ook de börek met witte kaas is heerlijk en ik eet het smakelijk op. Ook de heren hebben blijkbaar honger, want ze hebben het ene stuk nog niet weggeslikt of het andere stuk gaat al naar hun mond. Voordat ik er erg in heb, is alles op. Wat eten die jongens toch snel! Het pak met sap gaat rond. Het is wel een beetje een rare combinatie, maar ja, het is het enige wat we hebben merkt John op. Ik glimlach. Waarschijnlijk hebben de jongens nog geen ontbijt gehad en met een zucht bedenk ik me, wat een luxe leventje ik toch heb.

De rest van de middag kabbelt rustig voorbij. Ik lig in de zon naast hun watersportstand en omdat het niet zo druk is, kunnen de jongens uitgebreid met me kletsen. We hebben weer grote lol en de dag vliegt om. Als het weer wat afkoelt, nemen we afscheid en ik loop terug naar mijn hotelkamer.
Met een zucht laat ik me op mijn bed vallen. Ik pak mijn mobiele telefoon van het nachtkastje en zie dat ik een aantal berichten heb gekregen. Dat zul je altijd zien. Laat ik een dag mijn telefoon op mijn hotelkamer liggen en meteen krijg ik allemaal berichten.

Ik ga rechtop zitten en open het eerst.
Anja: ‘Hey, chickey. Hoest in Turkey? Wij alweer terug in NL L niet tof! Jij lekker daar, zon, zee en stappen? Hoe is het met Ahmet? Let je ook een beetje op Mustafa en John namens de girlz? Denk aan je. Geniet nog ff en spreek je als je terug bent. X. Anja’
Ik glimlach. Vreemd genoeg let ik inderdaad erg veel op Mustafa en John, en ook op Jason. Wie had gedacht dat ik zoveel met ze zou optrekken? Maar ja, helaas heb ik daardoor weinig van Ahmet gehoord.

Alsof de duivel ermee speelt. Het volgende berichtje is van Ahmet: ‘Hi. U ok… Wot R u doin 2night… Txt me i come to you… tamam… Take Care…X’
Ik glimlach ook om zijn berichtje. Ik moet het bericht een paar keer lezen, want zonder leestekens is het toch moeilijk te begrijpen. Hij komt vanavond naar Gümbet, gezellig.

Het volgende bericht is van Bülent. Jeetje, denk ik bij mezelf. Moeten ineens alle mannen wat van me ofzo? Ik open het berichtje en vraag me af wat hij schrijft: ‘Hoe is het? Hier alles ok, maar mis je. Het is stil en ben weer op de basis. Heb je mijn kado gezien? Vind je het mooi? Ik hoop het. Ik denk aan je. Liefs. X. B.’
Ik merk dat er tranen in mijn ogen opwellen. Ja, ik vind zijn cadeau erg mooi, maar heb nog niet de juiste woorden kunnen vinden, om hem te bedanken. Ik zucht. Daar wacht ik nog maar eventjes mee.

weer leuk om te lezen

Ik lees de verschillende berichtjes nog een keer door en besluit Anja later een berichtje terug te sturen. Ik stuur Ahmet een berichtje dat ik hem graag weer wil zien en dat hij maar moet seinen als hij klaar is met werken. Ik druk op verzenden en het bericht is weg voordat ik er erg in heb. Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om weer uit te gaan vanavond, maar ik kan hem ook niet zomaar afpoeieren vind ik.
Twijfelend draai ik mijn telefoon rond in mijn handen. Ik ga eventjes naar de wc om te plassen en ik denk na. Wat moet ik nou op het sms-je van Bülent antwoorden? Ik moet toch iets terug sturen, want ik wil hem toch echt wel bedanken, maar het bericht moet niet de verkeerde indruk wekken.

Ik zucht en ik baal van mezelf. Het lukt me niet eens om twee dagen niet aan die heren te denken en hier zit ik dan alweer. Verward en ik weet niet wat ik moet doen. Ik begin met typen, maar wis halverwege het bericht alles weer. Waar ben ik nou helemaal mee bezig? Ik kan toch wel oprecht en spontaan zijn? Ik typ snel een berichtje naar Bülent: ‘Merhaba arkadasim. Ik vind je kado echt prachtig. Ga hem zeker heel vaak dragen en dan zal ik inderdaad aan jou en Turkije denken. Dank je wel, voor het kado en de fijne tijd. Knuffel en X.’
Ik lees het berichtje snel nog een keertje over en dan druk ik op verzenden. Het envelopje komt in beeld en eventjes krijg ik de wachtbalk te zien. Dan sluit het envelopje zich en ik weet dat het bericht weg is.

Ik lees hem nog een keer. Oei! Had ik niet beter iets anders kunnen gebruiken als aanhef dan ‘hallo mijn vriend’? Nu begin ik te twijfelen. Met een zucht leg ik de telefoon weg. Ik kan er nu toch niets meer aan doen. Het bericht is toch al weg en waarschijnlijk krijgt Bülent het nu binnen. Ik stel me voor hoe hij op een legerbasis op zijn bed zit, en het berichtje leest. Ik verstar als ik me besef dat Ali waarschijnlijk over zijn schouder meeleest. Zucht… Ali. Wat moet ik daar nou mee? Van hem heb ik nog niet eens een berichtje gekregen. Het boeit hem overduidelijk niets.

De gedachte heeft zich nog maar amper in mijn hoofd gevormd of mijn telefoon trilt. Daar zul je hem hebben, denk ik. Ik heb een sms ontvangen en met trillende vingers open ik het. Ja hoor. Alsof de duivel ermee speelt. Het bericht is van Ali. Ik bedenk me dat hij natuurlijk net misschien heeft gezien dat Bülent een bericht heeft binnengekregen van mij en waarschijnlijk dacht: ‘Kom, ik zal ook weer eens wat van me laten horen.’

Met een zucht lees ik zijn bericht: ‘Hi askim. Alles goed? Weer veilig in Bodrum? Wou dat ik met je mee kon. Nog een paar maandjes en ik ben er ook. Vond het fijn dat je hier was. We houden contact he… dikke kus.’
Ik smijt de telefoon terug op het bed en loop naar het balkon. Wat moet ik daar nou weer mee. Ik word echt stapelgek van al die Turkse mannen zeg. Ik probeer mezelf te kalmeren. Je bent op vakantie. Je bent hier om uit te rusten en te genieten. Onthoud dat!! Ik kijk uit over de daken. Ik kan Barstreet herkennen en zie de witte huisjes tegen de berg. Ik zucht een keer diep en bedenk me hoe prachtig het hier toch is. Het werkt en ik merk dat ik iets meer ontspan. Ik pak de telefoon van het bed en leg hem opzij. Met een plof laat ik mezelf op het bed vallen en geef me over aan mijn moeheid. Eventjes rust, eventjes niets…

Ik word wakker van mijn beltoon. Ik knipper met mijn ogen en rek me uit. De telefoon stopt met rinkelen en ik zie dat ik een gemiste oproep heb. Ja, dat snap ik ook wel. Ik kijk wie er gebeld heeft en zie het nummer van Ahmet staan. Snel druk ik het weg en kijk naar de tijd. Oh, shit, ik heb weer veel te lang geslapen. Het is al laat. Ik laat de telefoon uit mijn handen vallen en dribbel naar de badkamer. Snel draai ik de kraan over en schop mijn kleren uit. Vliegensvlug douche ik me, maar ik kan toch niet voorkomen, dat ik nog niet op tijd klaar ben. Ik droog me af en sla de dikke badhanddoek om me heen. Er wordt op de deur geklopt. Ik vloek binnensmonds, maar loop toch naar de deur. Ik vraag wie daar is. ‘It’s me! Open up, are you ok?’ Nu klinkt de stem van Ahmet bezorgd. Ik doe de deur open op een kier en zeg hem dat ik net uit de douche ben. Hij knikt en ik zie zijn blik over mijn blote schouders glijden. Ik ben nog half nat en ik hoop maar dat de badhanddoek blijft zitten. ‘Hurry up, i wait at the bar, tamamme?’ vraagt hij me. Ik knik en snel sluit ik de deur. Opgelucht haal ik adem. Dat was nou niet helemaal de bedoeling. Ik hijs de handdoek goed en nu pas hoor ik dat Ahmet weg loopt. Zijn voetstappen sterven weg. Ik zucht nog een keer.

Vliegensvlug kom ik nu in actie. Ik werp de handdoek van me af en gooi hem op het bed. Ik probeer tegelijk ondergoed aan te doen en mijn haren te drogen. Ik hink rond in de kamer met een voet in mijn ondergoed. Terwijl ik mijn haren kam, sta ik voor de klerenkast. Wat moet ik nou vanavond weer aan doen? Ik kies voor een zwart jurkje en bedenk me, dat ik het vanavond tijd is voor de sexy look. Streng kijk ik mezelf aan in de spiegel. Waarom?? Voor wie doe je dat? Ik geef maar eventjes geen antwoord en steek mijn haren snel op.
Binnen tien minuten trek ik de deur achter me dicht en bedenk me, dat dit echt het ultieme record is.

In mezelf grinnikend loop ik naar de bar. Ik zie dat Ahmet met zijn rug naar me toe zit. Hij ziet me dus niet aankomen, maar barman Ali ziet het wel. Hij staat een bierglas droog te wrijven en fluit tussen zijn tanden als ik de bar nader. Ik probeer niet te blozen en ik sla mijn ogen ook niet neer. Vanavond is het tijd voor sexy power-woman besluit ik daadkrachtig.
Ahmet kijkt om, waarom de barman zo van zijn stuk is, en ook Peanut, de eigenaar met wie Ahmet zat te praten, kijkt nu naar mij. Ik voel een aantal paar ogen over mijn lijf glijden. Mmmm… Misschien iets te veel sexy power woman, bedenk ik me. Maar ja, het is al te laat. Ik kan nu echt niet meer terug om toch maar iets anders aan te trekken.
En bovendien, waarom heb ik dat jurkje dan meegenomen??

Ik ga naast Ahmet staan en hij kijkt me lachend aan. Hij slaat een arm losjes om mijn middel en terwijl hij zich naar me toe buigt om me te zoenen, zegt hij: Hey you…wow.’ Ik slik eventjes en lach dan. Hij plant drie zoenen op mijn wangen en ik glimlach lief naar Peanut. Die groet mij ook. Ik buig ietsje naar achteren en meer naar Ahmet toe, want ik heb er echt geen behoefte aan, dat deze Peanut mij ook gaat zoenen. Hoe aardig hij dan ook mag wezen. Op dit soort momenten is zo’n vent als Ahmet toch wel handig.

In plaats van me te zoenen, vraagt Peanut me, hoe ik het in Antalya gehad heb. Die mannen schijnen ook echt alles van me te weten zeg! Ik geef een standaard antwoord en hoop dat het daarmee afdoende is. Gelukkig praten hij en Ahmet verder in het Turks en is de aandacht weer een beetje van mij afgeleid.
Het is deze avond een beetje frisser en het waait wat. Ook voel ik nog steeds de blik van barman Ali over mijn jurkje glijden, dus ik pak mijn sjaal uit mijn tas. Ik sla de donkerblauwe sjaal met zilveren sterren om.

Afgeleid kijken Peanut en Ahmet op van hun gesprek en bewonderend raakt Ahmet de stof aan. Hij zegt dat het een mooi ding is en dat hij vast heel duur was. Ik haal onverschillig mijn schouders op. Ahmet zegt dat ik vast te veel heb betaalt en vraagt hoeveel ik voor de sjaal betaalt heb. Een beetje geërgerd haal ik weer mijn schouders op. Het is wel lief dat hij altijd zo bezorgd is, maar hij is altijd bang dat ik te veel betaal. Negen van de tien keer heeft hij daar ook wel gelijk in, maar toch. Ik ben een toerist, ook al onderhandel ik wel, ik word nu eenmaal geacht om te veel te betalen. Meestal lieg ik tegen hem over de prijs, maar ik heb nu echt geen idee.

Ahmet zit me nog steeds vragend aan te kijken en weer haal ik mijn schouders op. ‘I don’t know. It was a present…’ zeg ik zwakjes. Nu kijkt hij weer naar de sjaal en laat de stof door zijn vingers gaan. Wat heeft hij nou ineens een vreemde obsessie voor sjaals, bedenk ik me, maar hij houdt maar niet op. Hij zegt dat het dan wel een heel speciaal iemand was, die me dit cadeau heeft gedaan, want de sjaal moet heel erg duur zijn geweest.
Ik voel dat ik het warm krijg en het zou me niets verbazen als ik nu rood zou worden. Ik knik wel, maar zeg tegelijkertijd dat het er niet toe doet.

Ahmet kijkt me nog een keer lang aan, maar gelukkig houdt hij er daarna over op. Ook Peanut houdt gelukkig zijn mond. Ik zie het al helemaal gebeuren, dat hij zich er ook nog mee gaat bemoeien, maar dat doet hij gelukkig niet. Wel besef ik me op dit moment, dat ik maar heel erg blij mag zijn met een vriend als Bülent. Misschien zijn zijn motieven een beetje dubieus, hij heeft wel meteen gezien wat ik mooi vond. Bovendien heeft hij zich niet afgevraagd of ik het wel waard ben geweest om de sjaal voor te kopen.
Ik merk dat ik onbewust glimlach.

De mannen kletsen een beetje verder en ik hang er verveelt bij. Meestal vertaalt Ahmet wel veel als ik bij een gesprek in het Turks ben. Of hij praat in het Engels, zodat ik het ook kan volgen. Maar nu doet hij dat dus niet. Óf ik mag dit gesprek niet volgen óf hij is boos op me, dat ik hem heb laten wachten. Ik tik hem op zijn arm en vraag of hij al gegeten heeft. Ik namelijk nog niet en ik voel het holle knorren van mijn maag.
Behalve die börek van vanmiddag heb ik de hele dag nog niets gegeten. Ahmet knikt en zegt dat we zo gaan. Maar hij praat wel gewoon verder met Peanut.

Ik ga op de barkruk naast hem zitten en pak mijn mobiele telefoon. Ik typ een berichtje naar Bülent: ‘Het is fris hier en ik draag jouw sjaal nu. Iedereen vindt hem mooi en hij is ook nog lekker warm. Nogmaals bedankt. Fijne avond en X.’
Als ik het bericht verstuur, besef ik, dat ik nu al twee sms-jes achter elkaar naar hem heb gestuurd, zonder er eentje van hem te hebben ontvangen. Snel druk ik die gedachte weg. Moet toch kunnen…Niet?

Ik word in mijn gedachten gestoord door Ahmet. ‘Are you ready. Lets go eat.’ Hij steekt zijn hand naar mij uit en ik pak die vast. Ik wip van de kruk en zo lopen we hand in hand weg van de bar. Als we de poort uit lopen, besef ik dat Ahmet’s warme hand, nog steeds mijn hand stevig vast houdt. Het is een prettig gevoel, maar als we de hoek omslaan en echt op straat lopen, laat ik onbewust direct zijn hand los.
Ahmet vraagt aan me, waar ik wil eten. Ik haal mijn schouders op. Het maakt mij echt niets uit, als het maar snel is. Hij lacht naar me en vraagt of we naar de ‘Red Dragon’ zullen gaan. Het klinkt goed en hij zegt dat daar een vriend van hem werkt. Ja, uiteraard. Er is altijd wel ergens een vriend van Ahmet bedenk ik me lachend.

Samen lopen we over straat en we kletsen een beetje. Het schiet lekker op, want nu houdt niemand me staande. Ik hoef nergens binnen te komen of thee te drinken en als de verkopers toch iets zeggen, lach ik lief en zeg snel ‘iyi aksamlar.’ Ik voel me goed en wens dus iedereen een goedenavond.
Om te voorkomen dat Ahmet allerlei lastige vragen gaat stellen over mijn tijd in Antalya, vraag ik maar naar hem. Ik vraag hem wat hij zoal heeft gedaan terwijl ik weg was.
Hij geeft kort antwoord en ik merk dat hij er eigenlijk liever niet over wil praten.

Ik negeer de stille hint en ga gewoon door met vragen stellen. Ik vraag hem hoe hij nou ineens met Anja in contact is gekomen. Nu staat hij ineens stil op straat. Ik sta ook stil en draai me naar hem om. Hij lijkt boos, en zucht een keer diep. Wat heb ik nou weer verkeerd gedaan, vraag ik mezelf af. Dan begint hij weer te lopen en hij zegt kort ‘In Club Cool off course’ Ik knik. Nu houd ik maar wijselijk mijn mond dicht. Zwijgend lopen we naast elkaar. Gelukkig zijn we gauw bij het restaurant.

Het is er druk en er wordt al gedanst en er is zelfs een live artiest. Het klinkt goed. Ahmet overlegt eventjes met zijn vriend en we worden naar een tafeltje gebracht. Ik ben verbaasd dat zelfs in zo’n restaurant als dit er dansers zijn en live-muziek. Ahmet heeft geregeld dat we toch nog iets kunnen eten. Gelukkig maar, het is al laat en hoewel ik een broodje döner heerlijk vind, ik heb er nu niet veel trek in. Als we hier niet terecht hadden gekund, dan hadden we onvermijdelijk zoiets moeten eten. We bestellen snel een Indiaans gerecht en luisteren naar de muziek.

De muziek staat erg hard. Te hard om te praten, maar op dit moment komt me dit wel goed uit. Gelukkig lacht Ahmet wel naar me, dus hij zal wel niet meer boos op me zijn. Allebei in onze eigen gedachten verzonken eten we ons eten. Het is erg lekker en zoals te verwachten is, erg pittig gekruid. We bestellen allebei een biertje om de brand in onze mond te blussen. Na het eten hebben we nog steeds dorst en we bestellen een nieuwe pul bier. Ik bestel ‘a large beer’ en krijg meteen een halve liter. Dat is wel iets te veel van het goede, maar wel goed voor de dorst.

Samen kijken we naar de dansende mensen en zingen mee met de muziek. Dan wordt Ahmet naar voren geroepen door zijn vriend. Leuke vrienden heeft hij zeg… Ahmet moet zingen. Onder luid protest loopt hij mee met de man, maar pakt toch de microfoon aan. Hij overlegt het een en ander met de man achter het keyboard en dan hoor ik muziek. Ik ken dit nummer niet, maar Ahmet overduidelijk wel. Hij zingt in het Turks en alle Turkse mensen in de zaak en de obers en dansers klappen in hun handen en vormen een kring rondom de dansvloer. Ik ga staan, want ik wil alles wel goed kunnen zien.

Ahmet zingt dus een Turks lied en het klinkt eigenlijk nog best goed. Ik klap mee en Ahmet lacht tussendoor naar mij. Ik wist helemaal niet dat hij zo goed kon zingen… En dan ook nog de tekst zo goed weten, ik vind het knap van hem hoor. Bewonderend kijk ik naar hem. Ik werp hem een stralende lach toe. De drank begint te werken en als hij mijn hand vast pakt en me naar de dansvloer leidt, protesteer ik niet eens. Samen met de anderen dansen we. Als Ahmet klaar is met het ene nummer, zet de man achter het keyboard een andere in, en ook die zingt Ahmet probleemloos mee. En daarna nog één en nog één.

Maar ik kan niet meer. Ik heb dorst en mijn voeten doen pijn. Ik laat me in een stoel vallen en gebaar naar een van de obers met mijn bierpul. Hij knikt dat hij het begrepen heeft en hij komt gauw aan zetten met een dienblad vol bier. Hij haalt er twee pullen van af en ik gebaar naar Ahmet dat zijn drinken hier staat. Blijkbaar heeft Ahmet er ook een beetje genoeg van, want hij komt al naar me toe. Met een diepe zucht laat hij zich in de stoel naast me vallen. We pakken de bierglazen vast en toosten.

Lachend en klappend kijken we naar de andere mensen die staan te dansen en te zingen. Ik merk dat ik weer een sms bericht binnen krijg. Zou die van Bülent zijn? Denk ik hoopvol. Maar het bericht is van Mustafa. Hij vraagt waar ik ben. Ik typ snel terug dat we in de Red Dragon zijn. Ahmet kijkt me vragend aan en ik leg uit van wie het bericht is. Goedkeurend zegt hij: ‘Nice!’

Het duurt dan ook niet lang of ik zie de drie jongens aankomen lopen. Ik ga staan en ik zwaai naar ze. Ze zien het en komen naar ons toe gelopen. Lachend kijken ze naar de mensen op de dansvloer. Ik krijg van alle drie weer een omhelzing en Jason kijkt van de bierglazen naar mij. ‘No more whisky-cola for u?’ vraagt hij plagend. Ook Ahmet wordt uitbundig begroet. Die hebben blijkbaar een paar leuke avonden in Club Cool gehad, terwijl ik in Antalya zat. Er worden stoelen bij getrokken en ook de jongens van de watersport hebben in no-time een pul met bier voor hun neus staan.

De avond vliegt voorbij. We lachen en klappen. We pesten elkaar en we dansen ook. Ook John blijkt niet onverdienstelijk te kunnen zingen en als hij en Ahmet een duet doen, kan de avond niet meer kapot. Tegen twee uur wordt het rustiger in het restaurant. Om de haverklap moet ik plassen en als ik na een van die bezoekjes aan het toilet terug kom, staan de heren meteen op. Ik vraag of we nu al naar huis gaan. Ahmet schudt zijn hoofd. ‘We go to Club Cool.’ Ik zucht een keer diep. Niet weer, denk ik zuchtend. Ik protesteer en zeg dat ik na gisternacht echt nog heel erg moe ben, maar mijn argumenten worden weggewuifd.

Mustafa merkt scherp op: ‘U didnt put on that dress to go to bed urly…’ en hij trekt veel betekend zijn wenkbrauwen op. Ik steek lachend mijn tong naar hem uit, maar trek wel de sjaal om me heen. Gearmd lopen we met z’n allen over straat. Het is maar een klein stukje, maar toch al een stuk frisser

Vreemd genoeg ben ik blij weer in Club Cool te zijn. Uitrusten doen we thuis wel weer, spreek ik mezelf toe. En ik heb wel zin om weer te dansen. De muziek in het restaurant was niet verkeerd, maar toch wel erg zoetsappig en een beetje van voor mijn tijd. Er is niets mis met Gouwe Ouwe, maar nu is het tijd voor het betere danswerk…

Voordat ik er erg in heb stijgt het vliegtuig op. Ik sluit mijn ogen en denk aan de afgelopen dagen. Ze trekken als een dronken roes langs me heen. Ik wilde nog zo eventjes gaan shoppen en misschien nog wel een keer mee met een boottocht, maar het is er allemaal niet meer van gekomen. De heren van de watersport en ook Ahmet hebben me bijna elke avond dronken gevoerd. Ik geloof dat ik meer uren dansend in Club Cool heb doorgebracht dan in mijn hotelkamer. Ik ben erg moe. Ik heb ook zo weinig geslapen. Of het moeten die paar uurtjes telkens op het strand geweest zijn. Ik zucht diep. Ondanks al het gedoe met de verschillende mannen, heb ik toch echt een geweldige vakantie gehad. Wat zeg, the best ever!

en ze leeft nog lang en gelukkig en gaat nog vaak naar Turkije op vakantie…

the end…

:biggrin: