Nu laat Ali de tros druiven op de grond vallen. Ik bedenk me dat we daar dus niet meer van kunnen eten, aangezien de druiven nu onder het zand zullen zitten, maar ik voel, dat dit niet het moment is om daarover te gaan zeuren. Ik slik mijn druif weg en grijns nu naar Ali. Hij kijkt me met een serieuze blik aan en ik weet nu echt niet meer wat te doen.
Ik voel dat mijn hartslag versneld, maar mijn adem stokt in mijn keel. Adem blijven halen, adem blijven halen, zeg ik tegen mezelf.
Ik kijk in de bruine ogen van Ali en de hele wereld om mij heen vervaagd. Ik hoor de golven niet meer. De spelende kinderen naast ons verstommen. De muziek die uit de strandtent komt bestaat niet meer. Alleen Ali en ik, op dit strandbedje zijn van belang. En dan, dan buigt hij zich naar mij toe en zoent me.
Ik voel zijn lippen. En nu eens niet op mijn hoofd of wang, maar op mijn lippen. Ze zijn warm en zacht en zorgen ervoor dat mijn lippen smelten. Het is een korte zachte kus en veel te snel gaat Ali weer rechtop zitten. Ik heb het niet meer en kan me niet langer inhouden. De tranen springen mij in de ogen, vanwege alle ingehouden emoties, maar nu komt alles eruit. Ik pak Ali bij zijn nek en trek hem naar mij toe en nu zoen ik hem. Het is een gepassioneerde zoen en ik voel van alles tegelijk. Het stormt in mijn hoofd en in mijn hart en ik geniet van de zoen. Heftig zoent Ali nu ook terug en eventjes zijn we samen één. Maar veel te snel is het moment voorbij en trekt Ali zich hardhandig terug.
Hij springt op van het strandbedje en staat vanuit de hoogte boven mij uitgetorend. Zijn gezicht ziet er verward uit en ook zijn haren staan recht overeind. Dat komt natuurlijk door mij. ‘Wat doe je nou!’ schreeuwt Ali verontwaardigd uit. Ik zit nu ook rechtop en kijk hem niet begrijpend aan. ‘Hoezo? Wat doe ik nou? Hetzelfde als jij,’ bijt ik hem op mijn buurt toe.
‘Dat kan helemaal niet, dat mag niet.’ Antwoordt Ali fel.
Hoezo niet, denk ik bij mezelf, maar ik hap naar adem en zeg eventjes niets. ‘Jij begon,’ kan ik uiteindelijk stamelend uitbrengen.
‘Ik?’ zegt Ali vragend. ‘Jij begon met druiven gooien…’
Nou wordt hij helemaal mooi. Mij een beetje de schuld geven. Hij is zelf bovenop me geklommen om me druiven te voeren en hij was diegene die mij als eerste zoende! Ik kijk hem kwaad aan. Wat is het toch een eikel zeg. Doen we eindelijk wat we allebei dolgraag willen, en dan wordt hij kwaad op mij! Zijn lippen waren net zo goed onderdeel van de zoen als de mijne. Al deze gedachten struikelen door mijn hoofd, maar ik zeg niets. Ik ben zo kwaad over zijn idiote reactie, dat ik de goede woorden niet kan vinden en dus zeg ik niets. Ik sta echter op en loop naar de zee. Ik moet letterlijk en figuurlijk af koelen.
Ali blijft achter op het strand.
Als ik omkijk, zie ik dat hij op een strandbedje is gaan zitten en ik duik in zee. Allerlei boze gedachten razen door mijn hoofd. Hoe durft hij? Wie denkt hij wel niet dat hij is? Wat moet ik hier nu mee? De gedachte om meteen weg te gaan, kan ik ter nauwer nood onderdrukken. Ik lig wat op mijn rug te drijven als ik Bülent zie aankomen. Aisha loopt naast hem en daarom stap ik weet uit het water. Tegelijk komen we bij onze plek op het strand aan en ik word uitbundig door Aisha begroet. Snel sla ik een handdoek om en ga op mijn strandbedje zitten.
Ik vermijd de blik van Ali en kan dus niet zien of hij naar mij kijkt of niet. Bülent kijkt van mij naar Ali, maar gelukkig zegt hij niets. Ik klets wat met Aisha over gisteravond en over haar vrije middag. Ze werkt in een apotheek en heeft de middag gewoon vrij genomen. Omdat wij met elkaar Engels spreken en Bülent, Ali en Aisha in het Turks praten en ik weer met de jongens in het Nederlands, is het een wirwar van talen. Daardoor kunnen we ook niet echt samen een gesprek hebben. Ik kan wel enkele dingen volgen van hun Turkse gesprek en ook Bülent kan wel het een en ander volgen van het Engelse gesprek tussen Aisha en mij. Maar Ali zegt erg weinig en ik ben blij dat ik niet met hem hoef te praten.
Bülent en Aisha zijn in een heftig gesprek verwikkeld en ik kijk afwezig naar Ali. Ik kan hun gesprek nu echt niet volgen, maar Ali lijkt niet eens moeite te doen. Hij staart naar de zee en staat dan op en gaat zwemmen. Ik kijk hem na. Zijn mooie lichaam in zwembroek loopt weg van waar wij zitten. Een paar minuten geleden zat hij met dat lekkere lichaam nog bovenop mij en voelde ik zijn lippen. Ik zucht en dan merk ik dat ik ook opsta. Bülent vraagt me wat ik ga doen, en ik vraag me dat zelf ook af. Wat ga ik in hemelsnaam doen. Maar ik loop Ali achterna en stap in het water.