Als we ons eten op hebben, is het inmiddels al erg laat geworden. De zon is onder en Bülent en Ali hebben zich ook aangekleed. We zitten een beetje te kletsen, maar besluiten te verhuizen naar een van de strandtentjes. Ze serveren geen eten, maar maken wel geweldige cocktails. We nemen plaats op het terras en alle drie bestellen we een cocktail. Ik heb geen idee wat er in die van mij zou moeten zitten, maar volgens de menukaart, past hij uitstekend bij mijn sterrenbeeld.
Ik geloof niet alles wat iemand me wijsmaakt, maar de cocktails smaakt prima en is een goede aanleiding om de jongens te vragen naar hun sterrenbeeld. Ali is Vissen en hier schrik ik een beetje van. Ik ken verder helemaal geen Vissen en niemand in mijn vriendenkring is een Vissen. Dat zegt toch wel iets. Bülent echter is een Stier. En als ik de boekjes moet geloven pas ik perfect bij een Stier. Ik heb er alleen nog nooit zoveel in levende lijve gezien, dus ik ben erg nieuwsgierig wat zij er van vinden. Ali doet het meteen af als onzin en ergert zich duidelijk dat Bülent en ik erover door praten. Verveeld kijkt hij rond en steekt de ene sigaret na de andere op. De rook kringelt telkens mijn kant uit, en ik wapper het geïrriteerd weg. Ali doet echter niets om te voorkomen dat de rook mijn kant op komt.
Het is nu al een stuk later geworden en we hebben besloten om die avond in Antalya uit te gaan. Bülent weet wel een leuke club, waar ik het ook wel naar mijn zin zal hebben en we keren terug naar mijn hotel. De heren zetten me netjes af en zullen me over twee uurtjes weer op komen halen. In twee uur moet het toch wel lukken om me klaar te maken voor een avondje stappen?
Ik was het zand en het zeezout uit mijn haren en mijn huid brandt onder de warme stralen. Als ik onder de douche uit kom, gloei ik helemaal. Mijn armen zijn een beetje rood en mijn schouders zijn echt verbrand. Die hebben natuurlijk de hele dag boven het water uitgestoken. Ik baal een beetje, want ik heb geen after-sun of iets dergelijks meegenomen naar Antalya. Die staat nog in Gümbet in de badkamer van mijn hotel daar.
Terwijl ik mijn haren kam, denk ik aan Gümbet. Hoe zou het met Ahmet zijn? En met de jongens van de watersport en de Nederlandse meiden? Die gaan vast vanavond weer naar Club Cool in Barstreet en ik vraag me af, waar wij vanavond terecht zullen komen. Ik heb werkelijk geen idee en dat maakt de kledingkeuze er niet makkelijker op. Uiteindelijk kies ik voor een spijkerbroek met een mouwloos truitje. Niet te warm om te dansen en niet te koud om ergens gewoon te zitten.
Als ik mijn make-up heb gedaan, föhn ik mijn haren. Ik ben al een tijdje bezig, als ik zie dat het helemaal hopeloos is. Het is veel te slap geworden en wil niet zitten hoe ik het wil. Ik pak een klem en zet het haar met de klem vast op mijn hoofd. Ik baal verschrikkelijk, maar het moet maar.
Hierdoor ben ik veel te vroeg klaar en ik zap wat tussen de kanalen heen en weer. Uiteraard is alles in het Turks en de ene soap na de andere komt langs. Er zijn twee muziekzenders, waarvan de ene verschrikkelijk stoort en de andere een top 10 aan klaagliedjes laat horen. De Turkse Smartlappen. Ik zet te tv uit en staar een tijdje voor me uit. Dan pak ik mijn tasje en loop naar buiten. Ik loop de straat uit en kijk een beetje rond. De huizen zijn allemaal min of meer hetzelfde en de straat is verlaten. Her en der staat een verdwaalde auto op straat, maar ik hoor of zie niemand. Alle huizen zijn donker en er is verder niemand op straat.
Een onrustig gevoel neemt bezit van me. Waar ben ik eigenlijk mee bezig? Ik ga op vakantie naar Gümbet en waar kom ik terecht? In Antalya, in een of andere uitgestorven buitenwijk. Het is donker en ik zie aan de hemel enkele sterren schitteren. Ik neem plaats op een stenen muurtje en zit met mijn hoofd in mijn nek naar de hemel te staren. Nu ik wat beter kijk zie ik honderden sterren. Ook deze sterrenhemel ziet er anders uit dan in Nederland en zelfs heel anders dan in Gümbet. Hoe kan dat toch? Ik word iets rustiger. Nu merk ik dat er twee jongens langs komen lopen en ik kijk ze eventjes aan. Onderzoekend kijken ze naar mij en snel kijk ik weg. Dat is wel het laatste dat ik hier kan gebruiken en besef nu pas, dat het niet zo slim van me was, om alleen hier op pad te gaan. De jongens lopen mijn straat in, dus ik kan ze ook niet achterna lopen en weer naar het hotel gaan. Ik blijf zitten waar ik zit.
De twee uur zijn inmiddels al voorbij en ik verwacht dat Ali en Bülent nu elk moment kunnen komen. Ik kijk weer naar de sterrenhemel. De onrust keert helaas weer terug. Wat doe ik hier? Wat wil ik van Ali? Het is wel duidelijk dat er niet echt vriendschap tussen ons is. Zo goed kunnen we het eigenlijk helemaal niet vinden. Hij lacht bijna nooit om hetzelfde als ik, hij heeft ook hele andere interesses als ik. Ik zucht een keer diep. Waarom moet alles toch zo moeilijk zijn? Dan hoor ik een auto aan komen en hoopvol kijk ik op. Gelukkig, het is de Renault Clio en blij spring ik op. De auto rijdt echter door en ik zwaai naar ze, maar ze zien me niet. Geïrriteerd loop ik achter de auto aan, naar het hotel. Ik pak mijn telefoon, en laat de telefoon van Ali een keer overgaan. Snel hang ik weer op en bel nog een keer.
De auto stopt pas, als hij bij het hotel is aangekomen. Van een afstand zie ik Bülent uitstappen en naar binnen lopen. Hij komt al weer snel naar buiten en zegt wat tegen Ali, die in de auto is blijven zitten. Nu kies ik het nummer van Bülent en ik hoor zijn telefoon van deze afstand zelfs overgaan. Hij pakt de telefoon en kijkt op het schermpje. Hij zal wel zien, dat ik het ben. Ik ben inmiddels al een stukje dichterbij gekomen, maar ben nog te ver weg om te gaan roepen. Bülent kijkt nu eindelijk op en ik zwaai naar hem met mijn telefoon in de hand. Gelukkig! Eindelijk ziet hij me en ik ben inmiddels dichtbij genoeg gekomen om een stralende glimlach op zijn gezicht te zien. Ali is inmiddels uitgestapt, maar ik zie dat hij niet glimlacht. Als ik ook eindelijk bij de auto sta, kijkt hij me kwaad aan. ‘Waar was je nou?’ Vraagt hij bits. Ik haal mijn schouders op en zeg: ‘Gewoon, een stukje lopen.’ Ik snap niet waarom hij nou zo reageert. Zolang hebben ze toch niet hoeven wachten? Gelukkig oppert Bülent om in te stappen en richting de stad te gaan.