(origineel bericht op be-more.nl)
Wat een privilege om hier te mogen zijn…
Het is bijna onvoorstelbaar hoe snel je gewend raakt aan totaal andere leefomstandigheden met totaal andere mensen. Gewend raken is hier voor mij eigenlijk niet op zijn plaats, het is meer “verknocht raken aan” dat de lading dekt. Afgelopen zondag zijn we (zoals inmiddels bekend slaat het “we” op mijn mede-jungelaarster Charlotte, onze Cambodjaanse begeleider en ik zei de gek) weer teruggegaan naar ons dorp. In het mooie monopolie-spel ligt ons dorp heel dicht bij de start, maar hier ligt het op zo’n 140 km afstand. En dan niet in tijd gemeten een ritje van Roermond naar Amsterdam, maar eerder een rit van Eindhoven naar Parijs. Alleen is onze rit een stuk mooier.
Bij terugkomst werden we inmiddels bijna als vanouds weer zeer warm verwelkomd. Ook geholpen door het feit dat bij de eerste familie die we tegenkwamen mijn motor het begaf. De benzine spoot alle kanten op! Dan blijkt Cambodja plotseling uit veel mechaniciens te bestaan, maar helaas kwamen die allemaal niet verder dan druk met elkaar in Khmer te communiceren en te gebaren. Dat laatste om ons als Khmer-analfabeten duidelijk te maken dat de benzine er echt niet uit hoorde te spuiten. Nu had ik zelf ooit eens het boek “Zen en de kunst van het motoronderhoud gelezen” en dus ook al begrepen dat de benzine de motor in moet en niet rijkelijk Cambodja moet ondersproeien. Het dichtzetten van de benzinekraan bracht in ieder geval tijdelijk verlichting. Waarop ik de motor heb laten staan en te voet ben verdergegaan. Waar nog ter wereld kun je zo’n ding veilig ergens achterlaten met de wetenschap dat iedereen er goed op zal passen? In Cambodja!
Er bereikte ons bij aankomst ook slecht nieuws. Een van onze leerlingen, een dertienjarig meisje, was vrijdag ernstig ziek geworden. Ik heb met mijn begeleider gelijk de scooter gepakt om bij haar op bezoek te gaan. Het normaal zo levenslustige kind zag er uiterst bleek uit. Ik zal jullie de details verder besparen. De arts die ze binnen de regio hadden was naar Phnom Penh vertrokken zodat de dichtsbijzijnde arts op maar liefst 3 uur rijden afstand zat. En dat kost geld voor de reis, het doktorsbezoek en eventuele medicijnen. Geld dat ze niet hadden. En om het nog triester te maken…hoe moeilijk haar moeder het ook vond…het ging hier om een meisje dus blijft normalerwijze de voor hun dure doktor achterwege. In het gezin waren dan ook al eerder meisjes overleden. Hoe vaak kan je hart breken bij het horen van dit soort verhalen? Het hoeft geen betoog dat ik ter plekke heb afgesproken om mijn begeleider bij het aanbreken van de dag mee te laten gaan met moeder en dochter naar het ziekenhuis voor een volledig onderzoek en dat ik de kosten hiervoor zou dragen. Helaas was het meisje te ziek om te reageren, maar de moeder was geheel ontroerd. Het mooiste van alles was dat aan het eind van de week de medicijnen zo goed waren aangeslagen dat ze weer terug in de schoolbanken zat. Welliswaar nog een beetje pips, maar wel met een brede glimlach op haar gezicht. Die had ik ook!
Het lesgeven begint inmiddels een routine te worden. En dan niet van die routines waarbij je in slaap valt en hoopt dat het zo snel mogelijk voorbij is. Maar wel een routine waarbij je heerlijk in je vel zit. Dat dit wederzijds is blijkt wel uit de nog steeds toenemende opkomst van onze leerlingen. Bij de oudere kinderen zijn we inmiddels al zo ver dat we kleine conversaties kunnen voeren in het engels. En hadden ze twee weken geleden nog behoorlijk wat terughoudendheid om voor de klas te komen om met zijn tweeen een gesprek in het engels te voeren, is het nu meer de vraag hoe we kunnen voorkomen dat ze allemaal tegelijk naar voren rennen. Wat een enthousiasme! Bij de kleineren sluiten we nu iedere les af met het “hoofd-schouder-knie-en-teen-lied”. Ook bij hun een hele verandering: Toen ik gisteren twee kinderen vroeg om dit voor de klas voor te doen, stonden ze alle 25 op die kleine 3 vierkante meter te springen. En daarmee ook op mijn inmiddels behoorlijk gekneusde tenen…
Maar wat maak je in een week veel mee in deze “uithoek van de wereld” waar vriendschap, familie en gezondheid de belangrijkste factoren zijn voor de mensen die hier leven. En waar ik gedurende een maand onderdeel van mag zijn. Een echte privilege! Ik haal dadelijk nog 1 verhaal aan dat ik graag met jullie wil delen nu. Alle andere ervaringen ga ik op advies van twee zeer dierbare vrienden, Els en Franc, bundelen in een boek. Ik ben inmiddels al begonnen met de opzet en hoop het zo snel mogelijk na mijn terugkeer af te hebben. Of iemand het uiteindelijk wil gaan lezen zal ik straks vanzelf gaan zien ![]()
Wat ik nog wilde delen is dat we op bezoek zijn gegaan bij een gehandicapt leerlinge van onze school. Door polio zijn haar voeten ernstig misvormd. Toch loopt zij dagelijks met haar twee kleine zusjes zo’n 10 kilometer om op school aanwezig te kunnen zijn. Komende maandag staat er een fiets voor haar klaar zodat ze deze “marteling” niet langer meer hoeft te ondergaan. Ik had haar en haar zusjes tot nu toe helaas nog niet zien lachen. Maar met de boodschap dat ze een fiets zou krijgen brak er spontaan een brede lach uit. Onbetaalbaar! En van haar vader ,die een klein veldje heeft waarop hij pinda’s verbouwt, kregen we een hele zak pinda’s mee. Wordt dus nu de rest van mijn leven pindakaas eten.
Okee, het verhaal is weer wat langer geworden dan gepland. Zelfs terwijl er nog vele dingen zijn die ik de afgelopen week heb meegemaakt die ik graag zou willen verhalen. Dat gaat dus nog komen. Het begint afgezaagd te worden maar jullie krijgen allemaal weer de groeten van mij uit de jungle en tot volgende week. Donderdag is helaas onze laatste schooldag weer aangebroken. Op vrijdag vertrekken Charlotte en ik naar Siem Reap om aansluitend zaterdagochtend in alle vroegte via Bangkok weer naar huis terug te vliegen. Maar voor het zover is schrijf ik zeker nog op mijn blog. Wederom bedankt voor al jullie reacties de vorige keer, ik zie en spreek jullie snel!