Ik maakte een groepsreis doorheen Israël van 12 dagen. We trokken het land door met minibusjes. Verschillende bijbelverhalen stonden gedurende de reis centraal. Een impressie.
Op 15 juli kwamen we aan in Tel Aviv, het huren van de auto’s duurde even, maar uiteindelijk konden we vertrekken naar Jeruzalem. Een helse rit door de stad bracht ons naar een klooster van Palestijnse zusters, in de Arabische wijk. We werden er zeer goed ontvangen, we aten wat, we zaten er wat op het terras en in de tuin en we gingen vroeg slapen, de volgende dag moesten we immers vroeg op staan.
We trokken richting Be’er Scheva, de woestijn in. De eerste nacht logeerden we in een soort van campement, een onbeheerde kampplaats, waar we met onze matjes sliepen onder de blote sterrenhemel. We waren er niet alleen; er was een heel leger Israëlische soldaten, die ons al snel welkom heette en uitnodigden voor hun kampvuur. We echter ons eigen programma: eten, nog wat babbelen en slapen! Om drie uur 's nachts moesten we namelijk opstaan om een wandeling te maken naar de Mactesh Ramon, een enorme krater. We kwamen daar aan om vervolgens een van de meest spectaculairste zonsopgangen te zien. De wandeling duurde ongeveer 4 uur.
Na een sober ontbijt van brood, rouwe groenten, plakkende kaas en kosjere worstjes trokken we verder naar het Zuiden, letterlijk de mactesh Ramon in. We logeerden voor twee nachten op een Bedoeïnencamping, een zalige ervaring! Het was warm, maar er waaide een aangename wind. We kookten er onze pot op vuur, we bezochten er in de buurt Advat en Ein advat waar we weer een mooie wandeling maakten. Oorspronkelijk stond Eilat nog op het programma, maar dat hebben we geschrapt. Het was er te warm, er waaide een wind die op een warme haardroger leek, en het was er eigenlijk alleen te doen als je aan het zwembad hing, of ging zwemmen in de rode zee. Iets dat we maar een uurtje zouden doen, naast de andere dingen die we er van plan waren.
De woestijntoch zat er langzaam aan op. We zagen een prachtige, grimmige natuur, we lazen er Bijbelverhalen uit het Oude Testament en we lieten onze alledaagse luxe volledig los en dat was niet eens moeilijk.
Het was tijd om door te gaan, naar het mooie Ein Gedi, een bron vlak bij de dode zee, en uiteraard de dode zee zelf. Een spectaculaire ervaring, maar allesbehalve verfrissend. Het was er 47 graden en het water was zeer warm. Vanuit de dode zee reden we door naar Jeruzalem. We verbleven 3 nachten in Jeruzalem, bij de lieve zusters. We werden er na onze woestijntocht goed in de watten gelegd, ze gaven ons superlekker eten en zagen er op toe dat we ons goed insmeerden met zonnecreme en genoeg water dronken. Op het programma stond eerst Bethlehem. Het was vrijdag, de Ramadam was begonnen en we mochten niet met de auto door Jeruzalem, we werden omgeleid. Aan de grens met Palestina moesten we de auto achterlaten en werden we verder met een bus gebracht. Het checkpoint ging voor ons vrij vlot. Voor de Palestijnen is het echter dagelijkse realiteit en gaat het minder vlot…
In de middag was er in de kapel een gebedsmoment bij de zusters. We hoorden volop geknal en sommigen waren wat bang. Het was echter vuurwerk omdat de vakantie was begonnen. :vak02:
De volgende dag door Jeruzalem: van alles gezien, vooral de christelijke heiligdommen.
Dan, na de derde dag was het tijd voor Galilea. Via de middelandse zee, langs het schitterende Ceasarea, naar het meer, alwaar we logeerden op een camping aan het meer.
Later meer, moet nu ff eten.