Jambo (dinner)

Voor 6 personen op zijn Curaçaos [er kan er altijd nog wel iemand meeëten]

Ingrediënten

Een pond jambo [okra]
Een pond rabu [varkensstaart]
Een pond karnisá [pekelvlees]
Vis: bulado, red snapper of snoek
[Je bepaalt zelf hoeveel vis, het hoeft niet zo heel veel te zijn]
Een kop garnalen
Een kop kiwa
Een pond karko
Een beetje verse bascilicum

Bereiding

• De rabu en karnisá enige uren in water laten staan.
• Daarna alles goed wassen, twee tot drie keer.
• Doe de rabu, karnisá en de kiwa in een pan met voldoende water [vier vingerbreedtes boven het vlees] en breng het aan de kook. Ongeveer een uur.
• Met een vochtige doek de stekels van de okra’s wrijven en ze in schijfjes snijden.
• Bij hele grote okra’s is het raadzaam de pitten te verwijderen.
• Bij kleintjes kun je ze gerust laten zitten: ze helpen de soep binden.
• De gesneden okra bij het vlees in de pan doen.
• Even laten doorkoken om het okra- slijm de kans te geven los te komen.
• De garnalen laten weken in warm water en uit laten lekken.
• Dan met een lélé [driebenige stok] in de soep draaien totdat de okra’s open gaan.
• De verse bascilicum klein maken en bij de soep doen.
• De vis, de karko en de garnalen met een beetje zout in een pan water koken.
• Als het gaar is bij de soep voegen. Even laten trekken en klaar.

Jambo wordt gegeten met gele of blanke funchi.