Hanging on for dear life..

(origineel bericht op be-more.nl)

Hanging on for dear life…

Ons avontuur naar Lake Malawi: Om bij Cape McClear te komen, moesten we met de minibus. We wisten dat we het laatste stuk, een onverharde weg met veel kuilen en hobbels, een lift moesten zien te regelen. Vanaf het kruispunt waar de minibus ons zou afzetten, was dat nog 18 kilometer.
Maar omdat er een benzine- en, vooral ook, dieseltekort is hier, stopten de minibusjes in Mangochi, zo’n 60 kilometer daar weer vandaar. Er werd ons verteld dat we met een truck/pick up, zo eentje waar we het vorige weekend héél graag opwilde, verder moesten. Om even een indruk te geven van hoe dat dan gaat: Je moet in de laadruimte, achterop dus, van de truck klimmen en proberen een plekje te vinden. Deze laadruimte is dan al volgepropt met allerlei goederen, zoals jerrycans met olie, zakken rijst, dozen met vis, aardbeien en ander voedsel en “last but not least” een gescheurde zak rauw vlees (het dier was niet meer te herkennen, zijn organen daarentegen weer wel) en er zitten dan ook al een stuk of 10 Malawianen in. Wij, we waren met z’n zessen, moesten daar ook nog bij. Als je denkt dat het gekkenwerk is en de laadruimte is vol, heb je het mooi mis, want ze blijven net zolang proppen totdat enkele mensen zelf buiten de laadruimte hangen en zich aan jouw of de goederen proberen vast te houden. Door de hobbels en bobbels in de weg, wordt je ook aardig heen en weer geschud en moet je elkaar stevig vast houden om in het bakkie te blijven. Iedereen houdt elkaar vast en op een gegeven moment maakt het je ook niet meer uit wie je vasthoudt, hoe je iemand vasthoudt of waar je iemand vasthoudt, als je maar IEMAND vasthoudt!! Het enige wat steeds weer door mijn gedachte ging was: Hang on for dear life!! Op één moment hebben we een poging gedaan om alle medereizigers te tellen, het waren er ongeveer 23, maar zeker weten deden we het niet want het was domweg niet te zien (er stonden te veel mensen voor).
Bij de afslag waar we eruit moesten kregen we, en vooral ik, nog (bijna) slaande ruzie met de driver en de ‘conducteur’ om geld. We werden afgezet, in de figuurlijke zin van het woord, en dat pikte we niet. Zij wilden ons het geld niet teruggeven, waarop wij van hen weer geld hadden gepakt. Leanne die dit een goed idee vond (en wij eigenlijk allemaal, we laten ze wel ff een poepie ruiken), gaf snel het geld aan mij waarop de driver, schreeuwend in het chichewa, mij achterna kwam. Maar ja, ik kan natuurlijk niet met mensen in discussie gaan als ze een taal spreken die ik niet versta. Lang verhaal, ook niet heel boeiend, uiteindelijk is het goed afgelopen… J Ik denk dat dit zo’n gevalletje is van “Je had erbij moeten zijn”.

Eindelijk, na een lange en verschrikkelijk vermoeiende reis, kwamen we aan bij onze lodge; Mgoza. Een paradijselijk uitziend stukje land met knusse hutjes met rieten dak, groen met mooie palmbomen en ander soort begroeiing. Hier en daar een gezellig zitje met uitzicht op het meer waar de zon prachtig onderging. Rood gloeiend met een verneveld effect door alle vuiligheid die daar in de lucht zweeft. Vuiligheid waar je verder weinig van merkt omdat er geen auto’s rijden die het stof kan doen opwaaien. Vanuit je hutje kan je direct het strand oplopen met het meer, wat verrassend genoeg (voor een meer) een erg mooie en heldere kleur blauw heeft. Waar de lokale bevolking hun was en afwas in doen en zichzelf erna ook wassen. Wat trouwens helemaal niet gek is als je bedenkt dat het water wat uit de douche in ons hutje komt ook uit dat meer gepompt wordt.
We hebben er heerlijk ontspannen, in de zon gelegen en bijgebruind. Mijn favoriet was het vlot wat op ongeveer 100 meter uit de kust lag. Waar je, na een stukje zwemmen, op kon klimmen en breeduit op kon gaan liggen en genieten van de zon, terwijl je door de golfjes als een baby heen en weer gewiegd werd. Ik moest dus ook mijn best doen om niet in slaap te vallen en verschrikkelijk te verbranden, wat ik waarschijnlijk niet door zou hebben, omdat er ook zo’n lekker verkoelend windje stond.
Na een dagje luieren, slenteren door het dorpje en thee drinken bij het lokale theehuisje (pal aan het strand), zijn we wezen eten en dansen bij de Gecko Lounge. Al met al een erg geslaagd weekendje weg.

De rest van de laatste week Malawi ging snel. Er is veel politieke onenigheid hier in Malawi en dat is al een lange tijd. Er zijn ook al wat demonstraties/rellen geweest. In juli was dat enorm uit de hand gelopen met als gevolg 18 doden. Omdat er deze week op woensdag weer demonstraties gepland stonden, moesten wij van Be More ‘onderduiken’. Mijn project ligt in en aan een vrij stedelijk gebied en de gemoederen kunnen hier daarom ook hoog oplopen. Het zou voor ons veiliger zijn als we bij elkaar in Pakachere (het hostel van Be more) zouden zijn op die dag. Dat betekende dat wij op dinsdag, nadat wij ons ’s ochtends nog in het zweet hadden gewerkt op het sweet-potato-land, al onze spullen moesten inpakken wat bij mij een enorm karwei bleek te zijn. Waarom past alles thuis, als je je backpack aan het inpakken ben, heel goed maar eenmaal uitgepakt… Het duurde even voordat al mijn spullen er weer in zaten. Ik had me er stiekem op ingesteld dat ‘het’ op woensdag helemaal los zou gaan. Eigenlijk had ik me er zelfs een beetje op verheugd en was ik héél nieuwsgierig naar wat er dan precies zou gebeuren. Wat een anti-climax zeg, want er gebeurde helemaal niets. Misschien ook maar beter zo.

We zijn dus na de lunch maar weer terug gegaan naar het project waar we ons hebben voorbereid op ons afscheid. De donderdag stond namelijk helemaal in het teken van afscheid nemen. ’s Ochtends bij de nursery en standard 1 & 2 hebben we leuke dingen gedaan met de kinderen, zoals handen schilderen en op de muur afdrukken, spelletjes, lekker eten en drinken en kleine cadeautjes uitgedeeld. ’s Middags zouden we een feestje maken met de mensen van de HIV/Aids groep en de Youth Group met een heuse muziekinstallatie. De dames en enkele heer van de HIV groep ware niet gekomen, maar de jongeren stonden te dringen voor de deur. Er was echter een zeer strikt deurbeleid. Twee grote kerels van de Youth Group stonden de deur te berikaderen en alleen echte leden van de youth group mochten binnen komen. En natuurlijk werden wij met veel enthousiasme ingehaald. En alle jongens vonden het maar al te leuk om metons te dansen. Of eigenlijk is het meer schuren, of een omkapseld paringsritueel… Wat wel héél grapig is, dat ik ’s middags ook met wat kinderen nog gedanst heb. Iedereen kan hier zo goed dansen, ik moest het afleggen tegen een meisje van vier jaar oud. Het wordt er hier echt ingegoten met de paplepel. Het meisje, Rosie, schudde alles wat haar mammie haar gegeven had, wat niet veel was, maar het schudde allemaal!!! Een echte “Party-Party-Disco-Disco”. Uitgeteld maar blij dat het project afgesloten is, heb ik mijn laatste nachtje in dit kleine huis geslapen.

Vrijdagochtend ben ik met alle andere vrijwilligers die naar huis gaan (of ook doorreizen) in een mini-busje naar Lilongwe vertrokken. Daar blijf ik nog twee nachten. Op zondag vlieg ik naar Johannesburg. Het vierde land is in zicht!!

(origineel bericht op be-more.nl)