De eerste dagen bij het FOHO project - deel 1

(origineel bericht op be-more.nl)

De eerste dagen bij het FOHO project - deel 1

In het busje was het één dolle boel. Het blijkt dat Ivo nog meer kan praten dan ik tijdens één van mijn jullie welbekende ‘praatkicks’. Macha had ik al gesproken via de mail. Ik hoorde dat er nog twee zusjes aan ons project zouden meedoen, Myrte en Kyra. Deze zouden we bij de backpackers ontmoeten. We zijn bij een tankstation gestopt, waar ik twee heerlijke sneetjes bananenbrood heb gekocht en waar enkelen al direct werden opgelicht. We hebben vervolgens drie uur gereden met de mooiste uitzichten en hebben een tussenstop gemaakt voor een foto-momentje bij het punt van Uganda dat zich recht op de evenaar bevindt. Het waren prachtige uitzichten. Ik voelde me soms net alsof ik weer naar de tv-documentaire over Uganda aan het kijken was, alleen was ik er nu echt!

We reden door Masaka en hebben hier gepind. We stonden in een rijtje voor de bank, waar je binnen kon pinnen in een klein kamertje (je kan slechts 80 euro per dag pinnen). Links van ons zat een beveiliger met een gigantisch groot geweer. Een andere beveiliger kwam de trap oplopen. Ik lette niet zo op omdat ik in gesprek was. Toen het mijn beurt was om binnen te pinnen, deed ik de deur open, keek naar rechts en schrok me kapot. Op een stoel in het hoekje zat de beveiliger met een levensgroot geweer op zijn schoot. Dat is natuurlijk alleen maar goed, stel je voor dat je wordt overvallen, maar na Zuid-Afrika moet ik even bijkomen van mensen met geweren of pistolen! Naast de bank staat een boom met gigantisch lelijke vogels erin; maraboes. Het is een wonder dat de takken niet breken onder hun gewicht. Deze zie je altijd in de dierentuin, maar nu zaten ze boven je hoofd met groot gebouwde nesten. Heel bijzonder.

Masaka zag eruit als een drukke stad (dicht hierbij bevind zich mijn project), vol met voetgangers, de bekende boda boda’s (soort motorfietsen die levensgevaarlijk rijden – er is een gehele ziekenhuisafdeling gebouwd voor boda boda slachtoffers), enkele auto’s en fietsers. Het was vooral helemaal vol van de voetgangers. We reden door naar de backpackers (prachtig en gezellig hostel – met hangmat) en werden warm onthaald met een heerlijke fruit-lunch. Ruben en Kim begonnen te vertellen over Uganda, de verwachtingen en werkelijkheden. Het begon op zijn Afrikaans hard te regenen (moessonbui) en we gingen binnen verder. Ze vertelden ons alles dat we moesten weten. Toen kwamen we bij de ziektes aan, dit was het langste verhaal. Blijkbaar krijgen enkele vrijwilligers per maand toch malaria (ook al slikken ze de pillen), maar dit is met enkele andere pillen gemakkelijk te boven te komen. Verder heb je hier zandvlooien (jiggers) die de bevolking uit je voet kan halen met een naald, bilharzia (wormpjes in rivieren en meren), rabies (hier wordt je langzaam krankzinnig van) en nog een lijst met andere dingen. Maar hier waren we op voorbereid. Geen schattige hondjes knuffelen of overal het water in springen. Na gezellig nagekletst te hebben en Myrte en Kyra ontmoet te hebben (die zijn helemaal te gek) werden we door Mukasa opgehaald. Hij is onze projectbegeleider/ vrijwilligerscoördinator en was ziek.

Ik werd voorin naast hem gepropt en zat direct bijna op zijn schoot. De auto had barsten in het raam (voor carglass was hier geen beginnen aan geweest) waardoor je vrijwel geen hand voor ogen zag. Het was een te gek begin!!! Met de volle auto reden we naar Masaka waar we in de supermarkt direct al wat boodschappen mochten doen. We kochten pasta voor die avond. Onze groep is heel relaxed, vindt alles goed en werkt als een geoliede machine! Mukasa heeft ons thuis afgezet. We liepen onze gate door (rood hek met slotje), stonden op een kleine binnenplaats/ stenen voortuin en liepen de veranda op naar de deur van ons huis. We hadden al gehoord dat we de mooiste accommodatie hadden van alle projecten, met een toilet en douche (nee, geen warme). Het zag er prachtig uit. Je komt binnen in een lange woonkamer omringd met banken en een eettafeltje achterin. Er zijn drie slaapkamers. Als je door de achterkant naar buiten loopt kom je in een soort straatje terecht (dat zich wel binnen onze gate bevind) met deuren van andere huisjes. Deze mensen werken bijna allemaal voor FOHO en komen de hele dag gezellig binnenvallen. Ik ging met Kyra op de kamer, Macha met Ivo en Myrte met Dorien, een Ugandese vrouw die voor een onderzoekscentrum werkt. We spraken af om soms te wisselen van kamer, maar het bevalt zo goed dat we na 3 weken (ik loop enigszins achter met de blog) nog op dezelfde plaats slapen.

Mukasa heeft ons meegenomen naar de markt, 5 minuten van ons huis. Je loopt door allerlei kleine, smalle zanderige/modderige straatjes, met kleine huisjes, waarbij je verschillende geuren tegemoet komen. Soms heerlijk (eten), soms minder ((verbrand of niet) afval). Het is zoals ik al zei een werkelijke Afrikaanse ervaring. De markt is reusachtig; miljoenen mensen zitten op kleedjes en verkopen precies dezelfde producten, dag in dag uit. Om ongeveer elke 10 seconden komt er een groep kinderen of volwassenen aanrennen die ‘Mzungu Mzungu’ (blanke) roepen. Ook al zit je hier voor langere tijd, je wordt nog steeds overal als Mzungu aangesproken, aangestaard en nageroepen. Na enkele inkopen en onze ogen uitgekeken te hebben (totale cultuur-shock vergeleken met Zuid-Afrika) zijn we terug gegaan naar ons nieuwe thuis. Voor het eerst ervaarden we hoe het is om in Uganda te zijn zonder elektriciteit. Maar gelukkig hadden we een vindingrijk idee. We hadden namelijk wel kaarsen, maar geen kandelaar. Wat doe je dan: kaarsvet op de tafel/schoteltje laten vallen en de kaars erin zetten totdat het opdroogt. We hebben gesmuld van de pasta (toen deed de elektriciteit het nog wel). We hebben een klein minigasstelletje in een kleine ruimte achter ons huisje. Het was een zeer romantische avond, een maaltijd bij kaarslicht. Zo leer je elkaar direct goed kennen. Het werd al vrij snel duidelijk (vanaf moment 1) dat we een goede groep waren samen. Ik heb ook een nieuw avondritueel: Tot laat nakletsen met Ivo, dan naar bed om vervolgens mijn gehele bed in te stoppen met de klamboe die eroverheen hangt. Er liep namelijk al een kakkerlak in onze kamer (deze is tot op heden nog steeds kwijt – zijn familie hebben we wel gevonden). De maat van deze kakkerlakken is niet te vergelijken met iets dat ik ooit eerder heb gezien. Ze nemen bijna 1/5e in van het beeldscherm waar jullie nu naar kijken (ietwat overdreven). Maar ik wil niet nogmaals een kakkerlak in mijn haren vissen terwijl ik in bed lig (Tenerife enkele jaren geleden). Prinsheerlijk lag ik afgepeigerd in bed. Wat een leuke dag, leuke mensen en het land waar ik al zo lang naar verlangde. Kortom; een goed begin van een droom die uitkomt.

Dinsdag hadden we onze eerste werkdag. We liepen naar het FOHO Centre, ongeveer 5 minuten lopen, en werden hartelijk verwelkomd door onze lokale vrijwilligers. Het zijn stuk voor stuk superlieve mensen. We ontmoetten Michael, die de planningen ed. maakt. Hij hield een korte speech over de activiteiten waar zij zich mee bezig hielden. Om en om konden we met zijn tweeën op de boda boda (FOHO heeft er zelf één) en werden we door de heuvels, over smalle paden, tussen de bomen door, naar een stukje land gebracht. Dit lag diep in de ‘jungle’. Hier troffen we een gigantische berg bricks aan (Afrikaanse bakstenen). We hoorden dat we hier een chickenfarm gingen bouwen, waardoor de community zichzelf kon onderhouden. Het zou een soort huis worden waar de kippen in zouden worden geplaatst. We keken naar de bakstenen, en naar de plaats waar ze terecht moesten komen. Dat kunnen wij gemakkelijk en supersnel dachten wij, positief als we zijn! Na het versjouwen van enkele bricks, rondom het nog te bouwen huis, hadden we een extra zool van klei onder onze schoenen/slippers verzameld en gingen we verder op blote voeten. Dat was heerlijk, blote voeten op de modder, takjes, scherpe steentjes. Je bent er zo aan gewend, een extra eeltlaag is zo aangegroeid. Je voelt je direct vrij en één met de natuur. Andere lokale vrijwilligers waren er ook bezig, Deze waren superaardig. Eén hiervan, Tayiha werkt ook bij FOHO. Zij heeft de studie social work afgerond en gaat vrijwel altijd met ons mee als we een activiteit hebben. Jullie denken vast dat een chickenhouse binnen enkele dagen gebouwd is. Hoe lang kan dat tenslotte duren? Er spelen echter enkele factoren mee, nl.:

  1. Het is geen kippenhok/huisje. Nee, het heeft de grootte van een villa (wel fijn voor de kippen, al weet je niet hoeveel erin komen te wonen).
  2. Het zijn geen Nederlandse bakstenen. Nee, het zijn Afrikaanse, grote oranje bakstenen, die in een oven zijn gebakken. Zwaar, onhandig vast te houden en ze brokkelen af.
  3. De weg die je af moet leggen bestaat uit het ontwijken van uitstekende stengels, rotsen, halve bakstenen en eventuele beesten.

Nu denken jullie vast dat ik een negatief gevoel kreeg bij deze activiteit. In tegendeel, het was heerlijk! Eindelijk ben je met je handen bezig, terwijl je daadwerkelijk iets aan het neerzetten bent waarvan je direct het resultaat ziet. Ook was het lachen, gieren en brullen geblazen met onze vrijwilligersgroep. Op een gilletje na als een baksteen per ongeluk verkeerd strategisch uit de stapel werd gepakt en er een lading naar beneden viel, op je teen of vinger. We hebben dit enkele uren gedaan en waren trots op al het werk dat we al verzet hadden. Ondertussen had Tahiya een ‘Jack Fruit’ voor ons geregeld. Dat is een reusachtig stuk fruit, dat je doormidden hakt. Eerst haal je het witte slijm eraf met een blad dat ergens om je heen ligt of met je handen (plakt ontzettend). Als je het stuk krijgt aangereikt, moet je tussen gele blaadjes door het eetbare gedeelte eruit trekken. Het is heerlijk, en heel vullend. We hebben erg gelachen om onze oranje kleren en gezichten, en vieze handen waarmee we de vrucht aan het ontleden waren. We worden al echte Afrikanen! Jullie kunnen trots op ons zijn.

Twee voor twee werden we weer opgehaald door de boda boda en reden met de wind in de haren weer terug naar het Centre. Vanaf die dag ben ik vreselijk verslaafd geworden aan het heerlijke gevoel om op een boda te zitten. Je zoeft lekker rond, met de prachtigste uitzichten en je kunt gezellig kletsen met de mensen die er ook op zitten. Hierna kregen we nog wat extra informatie over ons project. Op maandag, woensdag en vrijdag komen de straatkinderen. We hebben housevisits, onder andere bij disabled kinderen, we hebben bouwprojecten en trainingen en veel meer. Het belangrijkste doel van het project is om zoveel mogelijk aspecten te verbeteren voor en bij de mensen uit de omringende communities. Ook dit project is erg gericht op HIV/AIDS voorlichting (bij scholen, communities ed.). In de huiskamer in het Centre staan ook naaimachines. Hier krijgen abused en kansarme meisjes/vrouwen naailes om kleding ed. te maken. Zo kunnen ze zich ontwikkelen en uiteindelijk zelf geld verdienen. In de achterplaats van het project staan enkele kleine woningen/kamers zonder deur waar de twee koks en hun kinderen wonen. Hier hebben we mee gespeeld en kennis mee gemaakt. Het zijn prachtige kinderen, die je direct allemaal mee nar huis wil nemen. Ze spreken ook een beetje Engels en willen graag bijleren. De mensen (op enkele na) spreken nauwelijks Engels. Maar met handen en voeten kom je een heel eind!

We hebben ’s middags een heerlijke, reusachtige lunch gekregen. Blijkbaar krijgen we dit elke dag, wat veel scheelt in de boodschappen. Tahiya en Michael gaven ons een tour door ons plaatsje, Nyendo. De plaats is moeilijk te omschrijven: stel je zandwegen voor, motorfietsen die om je heen crossen, kleine (vaak open) gebouwtjes (bijna kraampjesachtig) met veel mensen ervoor. Ook veel rook, vanwege het afval dat ze op straat verbranden en het geroep van Mzungu op de achtergrond. Voelen jullie je al op je plaats…ik wel! We liepen door kleine steegjes, en later bleek dat we op zoek waren naar de straatkinderen. We vonden enkelen op de stoep voor een huisje. Ze sliepen half maar waren enthousiast om ons te zien. We liepen verder en kwamen bij een beekje met zeer vervuild water. Hier wassen de straatkinderen zich in. Op dat moment kwamen er twee jongens aangelopen die voorover bukten en van het water dronken. Vol ongeloof stonden we er allemaal naar te kijken; alsof ze elk moment dood konden neervallen. Je weet dat het normaal is (wij douchen er ook uit). Maar als je het daadwerkelijk met eigen ogen ziet, dringt het pas door. We gingen ook naar een groot veld waar we als activiteit blijkbaar vaak voetbal zouden spelen met de straatjongens. Er kwam een stoet straatjongeren aan, ik denk een stuk of 10. Ook zij waren erg enthousiast om ons te zien en lachten hard. Ik was erg benieuwd hoe het zou worden om met ze te werken. Ze zijn ongeveer rond de 12 en de 22. We zijn andere interessante straatjes gelopen waar de mate van (sexual) abuse, prostitutie en alcohol/drugsgebruik het hoogste is. We moesten langs allerlei mensen lopen en ze keken ons aan alsof we binnendringers waren; maar goed, dat waren we ook een beetje. Hier wil je ’s avonds, maar ook overdag niet terechtkomen. Na 20.00 mag je je sowieso niet op straat begeven (hebben we wel al enkele keren gedaan; het hangt ervan af waar je bent en heengaat).

We kwamen weer bij de markt uit. Dinsdag is marketday. Op deze dag wordt veel gedronken (net als op zondag) en moet je goed oppassen. Er heerst een lichtelijk agressieve sfeer en mensen zijn extra opdringerig. Shamila, een meisje dat ook bij ons woont en bij FOHO werkt (15) liep met ons mee naar een kraampje; zij kende alle juiste prijzen. Zo konden we niet worden bedonderd met de prijs. Omdat Kyra en Myrte al eerder op het Shedra project hadden gezeten, kenden zij alle Afrikaanse delicatessen al. We hebben een Lorex gehaald, een chiapatti met ei en tomaat erin, heerlijk! Van de markt is het ongeveer een kwartiertje teruglopen. Eerst over een grote weg met winkeltjes aan de zijkanten (niet te vergelijken met Nederlandse of Zuid-Afrikaanse winkeltjes) en later moesten we door hele smalle straatjes een woonbuurt in. Mensen zitten allemaal buiten te koken, op een zelfgemaakt vuurtje met één pan, recht naast de vuilnisstortplaats.
Ik vond het allemaal zo spannend en interessant om te zien. De mensen zijn zo lief en zacht van aard.

Het leuke en fijne is dat het FOHO-project zo ontzettend anders is qua activiteiten en het land, dat je het niet kunt vergelijken met Bobbi Bear (ook al doe je het in het begin wel – niet tegen te houden) . Mijn doel om mensen op geheel andere wijze te helpen zal zeker goed komen en ik zal heel veel bij leren. Ik ben nu al verliefd op dit land! In één woord… YES!

(origineel bericht op be-more.nl)