Ontmoeten en begroeten
In een land, in een deel van de wereld, waar de zon zo vaak schijnt, de mensen buiten leven en warmte een deel van de natuurlijke passie is, kan het niet anders dan dat dit ook in de natuurlijke manier van doen verweven is. De mensen zijn hier werkelijk heel “dulce” wat “zoet” betekent en dat merk je in vrijwel alles.
De typische Spanjaard is open, warm en luidruchtig. Hij laat zich graag horen. Een (knappe) jongedame die hier over straat loopt, moet dus ook niet vreemd opkijken als haar van alles toegeroepen wordt. Woorden als “guapa” (knapperd) en “bonita” (mooie) zijn dagelijks veel voorkomende en veel gehoorde uitspraken. Gepaard met deze woorden gaan blikken die zeer duidelijk maken hoe hij over zijn onderwerp van dat moment denkt. Het is als de bouwvakkers in Nederland, alleen fluiten ze hier dus niet, maar laten ze je even weten wat ze van je vinden. Gelukkig op een heel vriendelijke manier, zonder verdere druk of nadruk.
Zodra ze je dan ook maar een beetje kennen, word je al persoonlijk begroet. Dat is niet zoals in Nederland met drie zoenen op de wangen bij bekenden of de koele handdruk bij minder bekenden. Nee, zodra je hier iemand ook maar een beetje kent, begroet je ze met twee zoenen op de wangen. Altijd. Zonder uitzondering. Persoonlijk ben ik vrij gemakkelijk in de omgang met iedereen en vind ik aanrakingen over het algemeen heel prettig, maar ik pas ervoor om iedereen zomaar te zoenen. Zo blijf je namelijk aan de gang!
Zeker als één van de weinige buitenlandse dames die vast hier in Jerez wonen. Ik ben daarbij ook zo opvallend niet-Jerezaans, met mijn blonde haren en lichte ogen, dat iedereen me ook extra graag wíl kennen. Soms is dat wel vermoeiend, maar het went en ik heb besloten dat ik af en toe best mijn ietwat gereserveerde Hollandse aard mag laten zien, waardoor ik dan niet iedereen hoef te zoenen. Gelukkig!
Vrienden onderling gaan heel joviaal met elkaar om. Vrijwel ieder keer dat je elkaar treft, zoen je de ander dus ook twee keer op de wangen. Grappig onder vrienden vind ik altijd toch nog wel de ‘koosnaampjes’ die daarbij gebruikt worden. Uiteraard heb je hier ook de standaard “guapa/o” en “bonita/o”, maar ook “cariño (m/v)” (liefje) wordt veel gebruikt.
De woorden waar ik nog steeds aan moet wennen als vrienden me zo noemen zijn “hija” (dochter) en “tia” (tante). Het wordt vriendelijk, liefkozend zelfs bedoeld, maar ik blijf het vreemd vinden. Ik stel me af en toe voor hoe ik Nederlandse vrienden hijo (zoon) en tio (oom) en vriendinnen hija (dochter) en tia (tante) zou noemen, maar kan het niet helpen, dat ik dan gelijk in de lach schiet: Ik zou het niet over mijn lippen kunnen krijgen! Het zou ook absoluut niet passen.
Maar hier in dit warme klimaat, in deze vriendelijke en hartelijke omgeving is het dagelijkse kost. Geloof me, het went, je leert er naar luisteren en na een tijdje ga je het zelfs ook gebruiken. Ik moet bekennen dat het ook wel bij me past, deze warme manier van omgang, maar heel af en toe, als ik weer eens een vage bekende tegenkom die toenadering zoekt, blijf ik blij dat ik Nederlandse ben en dat ik op die manier me aan sommige van deze dingen gemakkelijk kan ontrekken. Ik ben nu eenmaal anders en dat mag men best weten!
Liefs,
Carolina