Zo, het zit erop! Dat klinkt als een opluchting maar zo zit het niet. De reis is redelijk zwaar en dan zijn 29 dagen vrij veel. Via Peking naar Xiam, Xi Ning, Tibet, Shangry La en uiteindelijk naar Honkong. Prachtige natuur, cultuur, heerlijk eten. Maar er is een keerzijde aan de medaille. Chinezen lijken lomper te worden. Het rochelen is verboden maar walgelijk aanwezig. De Chinees neemt de kortste weg en dat kan met jou botsen. En dan bedoel ik niet in de metro; daar is lichaamscontact eerder vanzelfsprekend. Maar op straat moedwillig botsen is lomp. Je krijgt de indruk dat de Chinese toerist zich boven de werkende Chinees voelt verheven. Gelukkig is de gemiddelde Nederlandse toerist iets groter en forser dan de gemiddelde Chinees, dus de verwondering zit vooral aan Chinese zijde. Voetgangers zijn absoluut vogelvrij. In Lhasa ligt ondertussen een zes-baans weg door het centrum, waardoor geen parkeermogelijkheid overblijft. De SUV’s parkeren dus op het trottoir en als voetganger heb je maar aan de kant te gaan. De Westerse toerist is een onbetekenende factor. Een hotel “kende” de Djosergroep niet zodat de reisbegeleider een alternatief hotel moest zoeken. Hulde voor die man, dat wel. De treinkaartjes voor de slaaptrein bestonden voor de helft uit zitplaatsen. Slaapplaatsen waren uitverkocht. Mijn theorie is dat de komende 20 jaren een miljard Chinezen op vakantie gaan in eigen land. De westerse toerist is dus een onbetekenende factor die gemakkelijk wordt weggeschoven: Chinezen eerst. Opvallend was dus dat de Tibetanen een veel opener houding naar de Nederlanders hadden, goedlachser waren dan de Chinezen. Hongkong lijkt dan weer de uitzondering op China te zijn, hoffelijker, georganiseerder, netter en: ze spreken Engels.
Prachtige route met Beijing, en zoals gebruikelijk een nachttrein naar Xi’an, treinen kunnen erg vol zijn omdat het een goedkope manier van reizen is, een vlucht naar Xining (dus niet via Chengdu) en met de hemeltrein naar Lhasa, een week Tibet (schitterend land!) en Shangri-La - Dali - Lijiang, en je vergeet nog Yangshuo en die prachtige omgeving.
Chinezen (ook even generaliseren) leven veel in overbevolkte steden en dan is het vaak een kwestie van voordringen. Ze zijn wat dat betreft helaas slecht opgevoed. Ik trap er wel eens één op zijn/haar tenen, of afgelopen zondag nog gewoon zelf weer voordringen in de rij op het vliegveld van Chengdu om de drie dames die mij voorbijgingen weer op hun plaats te zetten. Plus even een stootje geven met mijn zware fotorugzak.
Je moet hier traditionele beleefdheidsregels aanhouden, anders zeggen ze dat je onbeleefd bent, maar hun eigen onbeleefdheid zien ze niet (meer). Dat heeft weinig met westers zijn te maken, maar meer met strijden voor je plekje in een overvolle maatschappij (vergelijk eens met het ASOCIALE gedrag van sommige/veel Nederlandse automobilisten). En iedere mogelijkheid tot een doorgang is een kwestie van die te nemen. Rechts inhalen of over de vluchtstrook is in China ook zeer gebruikelijk. Let wat dat betreft vooral op taxi’s in grote steden: veel slalommen.
De metro van Beijing kan tijdens drukke tijden rampzalig zijn. Maar wel superschoon en goedkoop in vergelijking met het openbaar vervoer in Nederland (VEEL te duur), soms stinkende mensen (tanden poetsen, en deo, wat is dat?) en weinig respect voor anderen die willen in- of uitstappen. Ze hebben wel mensen op stations die bewaken of je in de rij staat. Maar dan nog…
En ze dragen bijvoorbeeld zelden een autogordel en hebben dan ook nog gewoon kleine kinderen voorin op schoot, zonder enige verantwoordelijkheidsbesef…
Wat voetgangers betreft. In veel landen in Azie, met name Zuidoost, behoor je als voetganger tot de laagste klasse. Iemand met een fiets heeft in ALLE gevallen voorrang op jou, een auto weer voorrang op de fiets, en een vrachtwagen of bus weer voorrang op een personenauto.
En lang niet alle plekken zijn geschikt om op het trottoir te wandelen. Met de groeiende hoeveelheid mensen die zich een auto kunnen veroorloven, en een schaarste aan parkeerplekken, is parkeren op het trottoir zeer gebruikelijk. Iemand met een grote/dure auto en, in het geval van Tibet of bijvoorbeeld Cambodja vaak een SUV, is dat min of meer een VIP en mag gewoon overal parkeren. Klassemaatschappijen, zou je kunnen zeggen. Met enorme verschillen tussen rijk en arm en niet een grote middenklasse zoals in Nederland.
Tibetanen zeer vriendelijke en mooie mensen, gelukkig zijn er ook veel Chinezen die dat zijn. Kleinere Chinese plaatsen zoals Pingyao, Langzhong, Jiayuguan, Xiahe, ZhaoXing, Chengyang en Xingping zijn bijvoorbeeld zeer vriendelijk en gemoedelijk.
Johan
Tip: ga niet naar China tijdens Nationale vakanties, zoals het Chinese Nieuwjaar, begin mei, eerste week oktober.