(origineel bericht op be-more.nl)
Capetown 01-11-2012 / 04-11-2012
Donderdagochtend werden Tanja en ik vroeg wakker gemaakt door ons alarm. Het was half 4 in de ochtend om precies te zijn. We gingen naar Kaapstad! Om half vijf stonden we te springen voor ons hek. Martin, de politieagent, kwam ons ophalen. Hij had eerst Marlies en Vivian opgehaald bij het project Mother of Peace. Na een kwartiertje arriveerde hij. Ik en Tanja hadden een koffer gedeeld (wel te verstaan in 5 minuten ingepakt) maar de anderen had ook een koffer en een backpack bij zich. Gelukkig paste het allemaal in de auto. Vivian bleef in Kaapstad en zou gaan reizen naar Malawi (etc.). Na Marlies en Vivian uitgezwaaid te hebben op Durban Airport (deze hadden een vroegere vlucht) checkten Tanja en ik in. De vrouw achter de balie vroeg of we toevallig explosieven in onze tas hadden. Natuurlijk hebben we die (wat een vraag). Toen we vroegen of we bij de emergency exit mochten zitten (ik liet mijn lange benen zien) vroeg de vrouw of we wel fit genoeg waren. Jullie begrijpen dat Tanja en ik haar zeer verontwaardigd aankeken. Zien wij er na al het rennen (welgeteld toch enkele malen) niet fit genoeg uit? Blijkbaar vond ze toch van wel, we kregen de tickets en daar gingen we, door de douane. We waren zo vroeg, dat we zijn neergeploft bij een cafe waar we de heerlijkste koffie tot nu toe hebben genoten, gevolgd door een mangosmoothie (zeer belangrijke details). Op het moment dat we op wilden staan om naar de gate te lopen (recht naast het cafe), werd er omgeroepen dat er een kapot vliegtuig was, die terugging naar Kaapstad. Er zou meer dan 2-5 uur vertraging zijn. Woedend waren de mensen, woedend! Een oudere vrouw begon tegen ons te tieren en te schelden. Toen we op beleefde wijze vaststelden dat deze dingen eenmaal gebeuren en dat de vliegmaatschappijen hier niet altijd iets aan kunnen doen ging ze totaal door het lint. Wij keken elkaar aan en dachten, tsja niets aan te doen. Het was wel jammer omdat ons strakke Kaapstad-schema (in elkaar gezet door de gids) nog krapper zou worden, maar wat doe je eraan. Toen hoorden we dat we naar een andere gate moesten lopen. Hier vertok een vliegtuig naar Johannesburg. Wat gebeurde er: wij mochten in dat vliegtuig naar Kaapstad en de mensen die naar Johannesburg gingen moesten wachten op een nieuw toestel. Wat een geluk. Dus met slechts een klein beetje vertraging stegen we op (vanuit het regenachtige Durban) en landen we in het zonnige Kaapstad. Het avontuur kon beginnen.
Op het vliegveld zagen we Vivian en Marlies zitten en kort daarop kwam Clive, onze gids. Clive woont in Simon’s Town, waar we ook zouden verblijven (bij hem en zijn vrouw thuis). Simon’s Town is een klein marinestadje, ongeveer 40 minuten van Kaapstad vandaan. Clive was een klein mannetje, rond de 60 en heel schattig! Ik ken weinig mensen die zoveel praten. Reuze gezellig, hij wist alles! Hij bracht ons om 11 uur direct naar Table Mountain. We hadden een schema waar we niet van af konden wijken, anders haalden we de andere activiteiten niet. Aangezien we al ietwat vertraagd waren, was dit dus enigszins stressvol. Maar wij dachten, het is vakantie… rustig aan! De rit was prachtig; wat een zonnige, gezellige, sfeervolle stad. Bij Table Mountain aangekomen (berg die aan de bovenkant zo plat is als een tafel), hebben we ons korte broekje en topje aangedaan. Laat de zon maar komen. Het plateau van de Table Mountain is 3 km lang en 1086 meter hoog. In het oosten ligt de Devil’s Peak en in het westen van de berg ligt het beroemde Lion’s head. Table Mountain staat afgebeeld op de vlag van Kaapstad. In een kabelbaan gingen we naar boven, de berg op. Wat een uitzicht; aan de ene kant kijk je uit over Kaapstad en aan de andere kant over zee, rotsen en kliffen. Daarbij een blauw/groene zee. Ik ben met Tanja een deel van de Table Mountain overgelopen, waarbij we veel foto´s hebben gemaakt (sorry, nog steeds bezig met mijnalbums.nl – foto’s verkleinen is een rottige bezigheid).
Om 13.00 moesten we terug zijn; we gingen naar de Botanical garden. Hier kwamen we iets later aan dan gehoopt en als we de wijntasting wilden halen die middag, moesten we opschieten. In sneltreinvaart heeft Clive ons de Gardens laten zien. Wat hadden we een honger. We moesten om een bepaald tijdstip terug zijn bij de auto, maar laat op dat precieze tijdstip nu net ons eten komen. We schrokten het naar binnen (aten het natuurlijk wel daar op – het is tenslotte vakantie) en renden naar de parkeerplaats. Daar stonden we buiten, keken om ons heen en herkenden niets. Verkeerde uitgang. We smeekten of we weer naar binnen mochten (gelukkig hadden we ons bonnetje nog) en zochten de juiste uitgang. Daar stond Clive, lichtelijk gestrest en we raceten naar de winetasting. Eerst gingen we nog naar een klein museum dat op hetzelfde terrein lag. Het bracht bekende mensen (zoals Napoleon) in verband met verschillende wijnsoorten, interessant. Daarna mochten we 5 verschillende wijnen uitkiezen. Clive was een echte kenner en vertelde ons precies hoe je wijn proeft en waar we op moesten letten. Op de weg naar zijn huis reden we langs Muizenberg, een plaats met een mooi strand. Hier zijn we uitgestapt en zagen we haaienspotterhuisjes. Het begon al bij me te kriebelen. Ik tuurde in de zee, maar helaas, geen vinnetje boven water. Ik plonste er bijna in om te spartelen als een zeehond. Maar verstandig als ik ben waren het enkel de voetjes die te water werden gelaten. Hierna zijn we ook nog op een strand in Mosselbeek geweest. Vrijwel alle plaatsen hebben Nederlandse namen. Hier vertelde Clive over 2 recente haaienaanvallen waarbij de mensen het niet hadden overleefd (dader: witte haai). Vervolgens bracht Clive ons naar zijn huis in Simon’s Town. Wat een prachtige plaats en wat een mooi huis. Het heeft een uitzicht over een grote baai waar ook vaak walvissen zwemmen en met uitzicht op bergen. We hadden de gehele onderverdieping tot onze beschikking. Dit was een grote kamer met 1 klein bed, 2 banken en 2 kingsize bedden. Tanja en kropen gezellig in één kingsize bed. Clive was een echte gastheer en zijn idee van onze trip was dat hij voor het avondeten en het ontbijt zorgde, omdat we bij moesten komen van ons zware werk (ahh). Hij had bobiti en mulfapudding (heerlijke cake met ijs) voor ons gemaakt. Wat kan die man koken! Later die avond kwam zijn vrouw thuis (Priscilla). Ze vlogen elkaar om de hals en wat zagen we daar: echte liefde. Nu klinkt dit vast erg cliché, maar als je ze samen gezien had kon je alleen maar glimlachen. Kortom: schattig. Clive was altijd leraar/schoolhoofd geweest en zijn vrouw gaf ook les. Na gekletst te hebben gingen we naar ons zachte bedje, we moesten de volgende dag weer vroeg op.
Vrijdagochtend zijn we om 6 uur opgestaan. Om half 7 gingen Tanja en Vivian hardlopen. Marlies en ik gingen een strandwandeling maken, om bij te kletsen na zo’n lange tijd. Het was zo fijn om daar zo vroeg in alle rust rond te lopen; in de zon, zonder je onveilig te voelen. Erg wennen na Durban. Even later kwamen we Tanja en Vivian weer tegen en liepen we terug. Was het dit paadje waar we in moeten, of de volgende? Verdwaald! Na lang zoeken vonden we Clive’s huis en daar stond een heerlijk ontbijt voor ons klaar. Yoghurt, vers fruit, geroosterde boterhammen en PINDAKAAS! Yam Yam! Na het ontbijt moesten we opschieten want we hadden een druk schema voor de boeg. We gingen namelijk met de boot naar het Robbeneiland! Op de weg naar de boot toe vertelde Clive vele verhalen en liet ons nog meer haaienspothuisjes zien. Bij de plaats waar we kaartjes voor de boot kochten dacht ik, weet je wat, ik ben nu in Kaapstad, ik ga gewoon proberen om morgen te gaan cagediven. Ik smste Clive of dit mogelijk was en begon te duimen! De boven (buiten)kant van de boot was vol, dus zaten we binnen. Ze speelden een film af over Nelson Mandela. Het Robbeneiland is een berucht eiland dat bijna 400 jaar gebruikt is voor gevangenen en bannelingen. Het was voor lange tijd een leprakolonie. In 1959 werd het eiland ingericht als zwaarbeveiligde gevangenis van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Het Robbeneiland is wereldwijd bekend geworden door de gevangenschap van Nelson Mandela en andere anti-apartheidsstrijders. Op het eiland aangekomen werden we aangevallen door kleine zwarte vliegjes. Ze zaten overal, onze gehele haren werden ermee bedekt! Dit bleek hier op het eiland te horen. We stapten in een bus en reden over het eiland waar onze gids ons alles liet zien; de minst en meest gevaarlijke gevangenissen (secties A t/m G), kerkjes etc. Hij maakte vele goede grappen. Plotseling stopten we en sprong Marlies uit de bus, wagenziek. Gelukkig voelde ze zich later beter. We reden lang een kalkmijn op het eiland waar de gevangenen kalksteen moesten winnen. Door het felle verblindende licht en de fijne stof in de witte kalkmijn raakten de ogen van Mandela beschadigd. Tijdens het werk in de kalkmijn konden de gevangenen soms wel met elkaar praten, hoewel ze het van de bewakers niet over politiek mochten hebben. Mandela en anderen gaven de gevangenen vaak lessen over literatuur ed. Even later kwamen we aan bij de zwaarst beveiligde gevangenis, waar alle politieke leiders hadden vastgezeten, zo ook Mandela. Hier werden we rondgeleid door een ex-gevangene die in dezelfde gevangenis had gezeten. Dit was zeer indrukwekkend. Wie kan de verhalen beter vertellen dan iemand die het zelf heeft meegemaakt. Het was interessant om nu beelden te hebben bij alle verhalen die je hebt gehoord. Daar zijnde was het een gek idee dat pas in1991 de laatste politieke gevangenen werden vrijgelaten en dat in 1996 de laatste criminele gevangenen werden overgeplaatst en de gevangenis werd gesloten. Dat is zo kort geleden. Feitje tussendoor: het eiland werd in 1999 door UNESCO als cultuurerfgoed op de Werelderfgoedlijst geplaatst. We liepen door de gangen naar Mandela’s cel. Het was een smalle gang en iedereen stond in een rij; Je kon je moeilijk bewegen. Laat er nu net een wesp aan komen vliegen (zo’n grote) die het overduidelijk op mij en Tanja gemunt had. Hierna ontstond er een soort gillende wespendans (om het maar zo te noemen) wat zoals jullie wel kunnen begrijpen één grote bezienswaardigheid was. De cel van Mandela was klein en rechthoekig. Er lag een matrasje en dat was het. Vervolgens werden we weer naar de boot gebracht. Wat een interessante dag. Aan wal stond onze Clive ons mzwaaiend op te wachten. Ik had niets van hem vernomen en vroeg hem of cagediving mogelijk was. Hij kende iemand van een organisatie en als zij er morgen op uit gingen kon ik mee (voor slechts 1600 rand - is ongeveer 150 euro. Vergelijk dit met de 3000 dollar in Australie, pff spotgoedkoop). Ik was very excited! We liepen naar het Waterfront, de haven bij Kaapstad waar alle leuke winkeltjes en restaurantjes waren. Hier hebben we wat foto’s genomen. Arme Clive had het er maar druk mee. ‘Clive, do you want to take a picture of us. Clive: ‘sure’, waarna hij 5 camera’s op zich afgegooid kreeg. Marlies volede zich echt niet goed en is in een restaurant op een bankje gaan liggen. Wij hebben in de zon sushi besteld. We behoorden voor welgeteld 2 uur tot de Zuid-Afrikaanse jetset. Daarna was het ook wel weer genoeg en hebben we rondgelopen, winketjes bekeken, rondgecrossed in een winkelwagen en gedanst op trommelmuziek op straat (swingen geblazen met de Afrikanen). Clive bracht ons vervolgens naar Chapman’s Peak, waar de we meest mooie zonsondergang hebben aanschouwd. De lucht was rood, roze, donkergeel en oranje. En dat terwijl je uitkijkt over een grote baai, kliffen en bergen op de achtergrond. Je zag dat Clive ook aan het genieten was. Die avond zou Clive’s vrouw voor ons koken. Het was een wedstrijd; de beste zou winnen. Het was heerlijk: vis, spinazie en een zomerse curry. Beide hebben gewonnen. Na nog enkele malen aangedrongen te hebben belde Clive om 21.00 de sharkcagediving-organisatie. Helaas zat de trip toen al vol, maandag kon ik wel mee. Ik heb het op mijn meters-lange bucketlist gezet. Je moet altijd een droom hebben en een reden om terug te gaan. Die heb ik!
Zaterdagochtend waren we weer vroeg wakker, maar was het erg mistig. We besloten om een beetje uit te slapen, aangezien we dat al 2 maanden niet hadden gedaan. We zijn tot wel half 9 (!) blijven liggen waarna we ontbeten. Clive stond al te springen om weg te gaan (anders liepen we achter op ons schema). Vervolgens zijn we naar Simon’s Town gegaan (we wilden graag naar Kaapstad maar dit stond niet op de planning en was volgens Clive te ver weg). Hier was een haventje met een markt, waar enkele inkopen werden gedaan. Clive bleef over de haaienkooien doorgaan en hier stond er ook één van opgesteld. Daar ben ik natuurlijk direct ingestapt om te oefenen (stap 1: check). Vervolgens reden we naar het pinguïneiland. Hier aangekomen volgden we het pad en zagen we in de verte een eiland met zwarte stipjes. Wij dachten natuurlijk, hmm… zijn dat ze nu? Gelukkig stond er zo’n verrekijker naast waar je ze voor 5 rand extra goed kon zien. Nu waren het namelijk iets grotere stipjes. Laat Vivian nu een echte pinguïn gids zijn en plotseling 5 grote pinguïns recht onder onze voeten zien langslopen! Ze zaten overal, wat leuk. We liepen naar een strand waar je ’s ochtends met pinguïns kan zwemmen. Nu waren er te veel mensen, maar het was prachtig! Een blauwgroene zee met witte rotsen.
Hierna zijn we doorgereden naar Cape’s point. Hier vind je op het uiterste punt van de berg een vuurtoren en het Diaz Lookout Point. Vele schepen vaarden hier vroeger voorbij en leden schipbreuk vanwege heftige stormen en gevaarlijk hoge kliffen. Hierdoor werd het vroeger ook wel de ‘Cape of Storms’ genoemd. De vuurtoren was in het verleden vaak gehuld in mist waardoor het vaak mis ging. Om deze reden is enkele meters lager een nieuwe vuurtoren gebouwd. Het uitzicht was prachtig; woeste kliffen en een bord waarop stond hoe ver je van andere plaatsen verwijderd was (Amsterdam was erg ver weg; Sydney ook;) Je kon naar boven ook de kabelbaan nemen, genaamd de Flying Dutchman. Maar daar doen wij niet aan – wij zijn de Flying Dutchwomen (we hebben al bedacht dat dit de naam wordt van ons project in Kaapstad). Aangekomen op de parkeerplaats, waar Clive stond te wachten, hebben we enkele inkopen gedaan. Van daaruit vertrokken we aan onze wandeling richting Kaap de Goede Hoop. Dit is niet het zuidelijkste punt van Afrika, maar wel het meest zuidelijke punt van het schiereiland. De wandeling van Cape point naar Kaap de Goede Hoop was heerlijk. Eindelijk konden we wandelen met de wind in de haren, adembenemende uitzichten en vooral veel lol. We hadden namelijk bedacht om iedereen die we onderweg tegenkwamen in verschillende talen gedag te zeggen (klinkt kinderachtig, maar zo leuk als je erbij bent, hilarisch…auf wiedersehen). We zijn op de helft bij een ‘scenic view’ gaan zitten onder het genot van een drankje en een nootje. Aangekomen bij Kaap de Goede Hoop hadden we een goed zicht op de woeste kliffen. Er waren hier ook een soort grote marmotten/cavia’s (ben de juiste benaming vergeten). Erg schattig, tussen alle rotsspleten met baby’s. Ik liep ietwat achter, want met mijn klungelige gesteldheid en slechte motorische evenwicht waren sommige trappen voor mij natuurlijk geen uitdaging, maar vergden wel wat voorzichtigheid. We willen natuurlijk niet op krukken van de Kaap vandaan komen. Dit maakt het wandelen in de woeste oerwouden van oeganda en het achternazitten van Zuid-Afrikaanse daders toch wat lastiger. Nadat we eenmaal beneden op het afgesproken punt waren aangekomen en Clive weer in de armen konden sluiten, reden we naar een andere wijntastery waar Clive ons mee naartoe wilde nemen; hier kon je 120 verschillende wijnen proeven. Helaas was deze al gesloten. Er was ook een slangenfarm; deze was ook dicht (dan maar de struiken in en daar zoeken)! We zijn naar huis gereden en hebben ons omgekleed en mooi gemaakt voor onze ladies night out. Er is in Simon’s Town welgeteld GEEN bar, wel een restaurant. Hier hebben we heerlijk gegeten met een prachtig uitzicht op de zee. Hier zijn we dikke maatjes geworden met de obers; wat hebben we gelachen. Ik ben blij dat we met zo’n te gekke groep in Kaapstad waren.
Op zondag 04-11 moesten we vroeg op; koffers inpakken, heerlijk ontbijten en nakletsen met Clive en zijn vrouw. Zij vertelde over projecten in één van de gevaarlijkste wijken in Kaapstad en over het tekort aan klinieken voor abused women and children. Dit gaf me een hoop ideeën. Ze zei ook dat als ik hier een project wilde beginnen, ze mee wilde helpen. Ze ging bijna met pensioen en dit had ze altijd al gewild. We houden alle opties open, maar ik zat alweer te dromen. Daarna moesten we afscheid nemen en naar het vliegveld. Tanja en ik hebben erg getwijfeld of we onze trip zouden verlengen voor een paar dagen. We wilden niet weg, we wilden meer zien van Kaapstad en ik wilde op maandag gaan cagediven. Maar ik wilde ook wel weer terug naar Bobbi Bear (kan je nagaan hoe erg ik het hier naar mijn zin heb). Ook had ik misschien een case zondagmiddag, waar ik met Eureka (die was die dag jarig) naartoe zou gaan. De vliegmaatschappij 1ticket was failliet gegaan, Mango (waarmee we vlogen) helaas niet, anders hadden we geen keus gehad dan langer te blijven haha. Marlies en Vivian bleven langer dus daarvan hebben we afscheid genomen op het vliegveld. Ook van onze Clive moesten we afscheid nemen. Hij zei tegen ons: weet dat je nu altijd vrienden hebt in Kaapstad; jullie zijn altijd welkom. Clive is top! Deze is trip naar Kaapstad is aan iedereen aan te raden!
De vlucht is prima verlopen en warempel; de zon scheen toen we in Durban aankwamen, de stad had ons gemist. Aangekomen op het vliegveld werden we opgehaald door Willie. We reden terug door de zonnige (!) heuvels en ik voelde me weer direct thuis. Kaapstad is dan wel mooier, veiliger en bruisender, maar Durban en beter gezegd Amanzimtoti is thuis. Bij de cottages aangekomen liep ik naar beneden om de volunteers gedag te zeggen. Opeens hoorde ik een gilletje. En wie zat daar in haar stoeltje te gillen van de pret om me weer te zien, onze lieve N. Toen ik haar blije gezichtje zag voelde ik eigenlijk hoeveel ik haar had gemist. Het was goed om weer thuis te zijn. Ook J. kwam hartelijk op me afrennen en ik viel bijna om van de dikke knuffel die ik kreeg. Wat een ommezwaai, geweldig. Ze lacht, straalt, kan wat knorrig en kortaf uit de hoek komen maar wat verwacht je nog meer. Ik vind de verandering een wonder. Wat een beetje liefde wel niet kan doen. Ze zei dat ze me zo erg had gemist en dat ze dacht dat ik maar 2 dagen weg zou blijven. Ik ontmoette de twee nieuwe jongetjes die zaterdag waren aangekomen. De ene is een ‘grote’ (drukke, eigenwijze, ondeugende, kortom schattige) baby en de andere is 4 jaar ouder… De kleinste doet mij erg denken aan het kleine meisje A. en de oudere aan Nw. die 3 weken geleden bij ons woonden.
Rond 6 uur gingen de vier volunteers met Bradley (neefje van Jackie) naar de kerk. Ik heb voor Tanja, mij en de kinderen gekookt terwijl zij ze in bad deed. De twee kleintjes en J. slapen in de bovenste cottage. Hier moest ik blijven, aangezien J. na haar verleden niet graag alleen in huis blijft (voor dagen achter elkaar achtergelaten door haar moeder). Ik ben in de andere kamer gaan zitten. De twee kleintjes lagen in de woonkamer op een matras. De oudste lag te snurken, maar wie kwam er steeds om het hoekje van mijn deur kijken met een ondeugende glimlach… het kleintje. Ik heb hem naast mij op bed gelegd onder de dekens, maar steeds kwam het ondeugende snoetje onder de dekens vandaag. Toen heb ik hem weer op het matras in de woonkamer gelegd. 1 minuut later kwam hij weer terug. Ik bracht hem weer naar de woonkamer, en hij kwam weer terug. Dit ging een uur zo door. Toen ben ik in de woonkamer naast hem op het matras gaan liggen en heb ik mijn gehele repertoire aan slaapliedjes op hem losgelaten terwijl ik zijn handje vasthield. En ja hoor, een kwartier later lag hij lekker te slapen. Ik denk dat hij het nog eng vond en een ‘moeder’ naast zich nodig had. Ik ben zo’n moederfiguur hier, dus daar doen we niet moeilijk over. Ik ben stiekem weggeslopen. Toen ik omkeek en ze samen zag slapen was ik blij dat ik weer thuis was.
Leuk feit: beveiligingshek:
Na zo’n lange tijd zonder leuke feitjes en voordat ik het volgende verhaal plaats (wat heftiger dan de Kaapstadblog), dacht ik dat jullie wel toe zouden zijn aan een ‘grappig’ verhaal. Het is al een tijd geleden gebeurd maar het schoot me ineens te binnen. Ik wil natuurlijk niet dat jullie denken dat ik een totaal anders mens ben geworden in Zuid-Afrika. Mijn domme acties zijn nog steeds aanwezig. Hieronder één van de beste voorbeelden:
Het betrof de case van een meisje Z. die ik bij haar fosterouders moest brengen. Ik reed mee met Thubee, onze driver. Hij had het adres gekregen. Eenmaal op het adres aangekomen ging het hek niet open. Ook zagen wij niemand staan. Na lang voor het hek gestaan te hebben (en joehoe geroepen te hebben) kwam het topidee in mij op om ze te bellen. Op het hek hing een bord waarop een telefoonnummer stond. Ik belde het nummer en kreeg een vrouw aan de telefoon. Ik vroeg haar vriendelijk of zij het hek open wilde doen. Natuurlijk, was haar reactie. Ik hing op en wachtte af. Na 5 minuten (en na nog enkele keren joehoe geroepen te hebben) dacht ik dat ze mij was vergeten en besloot nogmaals te bellen. Weer nam de vrouw op. Ik vroeg haar of ze het hek open wilde maken. Ze zei dat ze dat al had gedaan en dat we misschien via de andere ingang naar binnen moesten komen. Ik keek rond… vreemd. Er was één hek (op een heuvel) om een huis heen. Misschien dan toch aan de achterkant. Ik en Thubee reden om het huis heen; geen ingang. Ik belde het nummer weer en zei: Miss, there really isn’t another entrance, what are you talking about? Just let us in’! Na 5 minuten was ik erg in de war. Thubee besloot Eureka te bellen. Zij gaf het juiste nummer door. Ik belde en ja hoor, daar kwamen de fosterouders aanlopen. Op het moment dat ik ze aan zag komen lopen ging er een belletje rinkelen. Laat het nummer dat op het hek hing nu van de (gate) beveiligingsorganisatie zijn. Oeps… de arme vrouw achter de balie zal wel gedacht hebben: waar staan jullie dan! Hier moest ik natuurlijk erg hard om lachen, Thubee iets minder maar daar gaat het niet om. Laten we het houden op een zeer drukke dag; dan ben je soms iets minder oplettend. Het mooiste van het hele verhaal is dat de fosterouders voor het hek stonden en deze HANDMATIG openschoven. Het elektriciteitssysteem werkte blijkbaar niet meer. Thubee’s gezichtsuitdrukking was onbetaalbaar.
Nu ga ik maar weer verder met het beschrijven van de weken hierna. Er is veel gebeurd. Voor iedereen, heel erg bedankt voor de vakantie naar Kaapstad. Ik heb echt genoten.
P.S. Ik hoorde van veel mensen dat ze mij een mailtje wilden sturen. Onthoud dat ik geen hotmail meer heb (alleen gmail) en hier ook niet op kijk.
Veel liefs,
Robin