Ik ben het eens met Schoentje. Zelf ben ik gevlogen op Santiago en naar het noorden gereisd met enkele tussenstops. Na Chili, is Bolivia wel een belevenis qua cultuur. Chili is wat moderner en herkenbaarder, Bolivia toch wat primitiever en traditioneler, dat vond ik zelf juist interessant. Ook goedkoper om te reizen / eten / slapen.
Daarna weer terug reizen naar Santiago wordt wel erg omslachtig, en de bussen in Chili zijn ook weer niet supergoedkoop. Een open jaw ticket (heen naar de ene stad, terug uit een andere stad) is een goed idee. Kan wel ietsje duurder zijn, maar het scheelt je een hoop reistijd en dubbele stukken (vooral Chili is zo lang en smal dat je niet voor een andere weg terug kunt kiezen).
Wat misschien wel handig is voor jou om te weten is dat er vanuit San Pedro de Atacama tours zijn die daar starten, en eindigen in Uyuni (of andersom…). Die duren meestal 4 dagen, en nemen je mee door een van de mooiste landschappen ter wereld! De Salar de Uyuni en alles daar omheen.
Stel dat een retourvlucht La Paz goedkoper is dan een open jaw ticket, dan kun je het misschien houden bij noordelijk Chili (die Atacama woestijn). Bijvoorbeeld de Uyuni tour andersom doen, eindigend in San Pedro, en dan met de bus of trein terug reizen Bolivia in. (Overigens had de trein giga vertraging toen ik hem nam, 28 uur over gedaan in plaats van 14… bussen gaan vaker en sneller.)
Persoonlijk vond ik het hele stuk Chili tussen Santiago en San Pedro niet echt de moeite waard, vooral vergeleken bij Bolivia. Het zuiden van Chili schijnt weer wel heel mooi en bijzonder te zijn.
De Atacama woestijn vond ik wel mooi en bijzonder. El Tatio geiserveld vond ik ook overweldigend.
Een plaats in Bolivia die veel mensen overslaan maar die echt heel leuk en relaxed is: Sorata. 5 uur met de bus van La Paz, en lager gelegen en lekker groen. Een goed startpunt voor korte (2 uur) en heel lange wandelingen (dagenlange tochten naar gletsjers als je wilt), en in het dorpje zijn prettige restaurantjes en hotelletjes en een mooi koloniaal pleintje.
De hoogte… inderdaad reageert iedereen anders. En zelfs per keer kun je anders reageren.
Die keer dat ik 5 maanden in Zuid-Amerika reisde, waarvan ongeveer 3-4 maanden boven de 3500 meter, had ik er de hele tijd best een beetje last van. In het begin had ik op 2700 meter al best wel last, een paar dagen kon ik amper lezen (m’n ogen hadden moeite met focussen), voelde ik me snel duizelig, kortademig, geen eetlust. Die maanden erna (boven 3500 meter) bleef ik een beetje oud-oma gevoel houden, al kon ik wel beter lezen enzo. Maar na een steil straatje op lopen, moest ik echt even uithijgen. Je zou juist zeggen dat ik met ‘langzaam stijgen’ (eerst een weekje op 2700 meter) had kunnen wennen en er minder last van had moeten hebben.
Een tweede keer dat ik door Zuid-Amerika reisde, vloog ik van zeeniveau direct naar Cusco op 3360 meter, en had ik alleen een dag of twee een beetje prikogen en ‘dronken’ gevoel, maar voelde ik me na een paar lange nachten slapen (en extra veel thee & cocathee drinken) helemaal prima, nergens meer last van.
Kortom er is niet echt een pijl op te trekken, en hoe fit of gezond je bent, lijkt ook niet van invloed.
Het gaat vooral om de hoogte waarop je slaapt. Je kunt wel vrij makkelijk een dagtripje maken naar 4500 meter hoogte als je daarna weer op 2700 meter bijvoorbeeld slaapt. Maar slapen op 4000 (La Paz) of 4500 (Laguna Colorada bij Salar de Uyuni) meter is best heel pittig, ik ging bijna hyperventileren van zuurstofgebrek daar op 4500 meter en je kan soms hoofdpijn krijgen. Zijn de symptomen erger, dan moet je echt dalen en eerst wat lager slapen, en eventueel later weer proberen. Onderdruk de symptomen dus niet met medicijnen! Dat kan heel gevaarlijk zijn. Je kunt doodgaan aan ernstige hoogteziekte.
Nou toch eindigen met een vrolijke noot want het is een prachtig, divers gebied! Veel plezier!