Apulië - Puglia -
Italië de hak van de laars
Waar gaan de Italianen uit het noorden met vakantie? Toscane vinden ze te druk, dus zetten ze koers naar het diepe zuiden o.a. naar het landelijke Puglia (of Apulië), de ‘hak’ van de Laars.
Een bakoven in volle zomer, zalig zacht in september en oktober.
Luchthaven:Bari en Brindisi.
Het landschap
Laat je niks op de mouw spelden: Puglia lijkt niet op Toscane, het is wel heel landelijk en glooiend, met veel (tot duizend jaar oude) olijfbomen en wijngaarden, en 's zomers kurkdroog, maar daar houdt elke vergelijking op. Omdat Puglia de hak vormt van de Italiaanse laars wordt de streek omringd door de heldere wateren van de Adriatische en Ionische Zee. Waar je dus ook bent, zee en strand, afgewisseld met rotsen. Kliffen en grotten, zijn nooit ver weg. Maak een tochtje langs de prachtige rotskust naar het meest zuidelijke punt van Puglia: Santa Maria di Leuca.
De dorpen
Alle wegen in Puglia leiden naar Alberobello, een dorp dat bestaat uit zo’n 1.500 trulli - het meervoud van trullo: witgekalkte puntmutshuisjes die teruggaan tot de 15de eeuw. Je vindt ze in Puglia overal in het landschap, als woonst, als schuurtjes en de jongste jaren steeds meer als charmehotelletjes. De stenen van de trulli zijn gewoon op elkaar gestapeld zonder gebruik van cement. Naar verluidt konden ze dan makkelijk worden afgebroken wanneer de fiscus in de stad was en kon je op die manier huisbelastingen ontlopen. Natuurlijk is Alberobello toeristisch, maar toch de moeite waard. Ga 's morgens vroeg of in de vooravond, dan is het minder druk. Bezoek de Trullo Sovrano, de enige stenen iglo met twee verdiepingen, op de Piazza Sacramento, en vlij je neer met een espresso op een terras van Bar Ailanto in de Largo Martellotta.
Rustiger, maar zeker een stop waard is Polignano a Mare, dat gebouwd is op de kliffen en waarvan de middeleeuwse huizen als suikerklontjes hoog boven de zee gestapeld liggen. Ook niet te missen is Martina Franca, een 14de-eeuws stadje met zijn schitterende barokke Bascilica di San Martino als blikvanger. En dat Locorotondo (‘ronde plaats’) zijn naam niet gestolen heeft, merk je aan het cirkelvormige stratenplan.
Draag een zonnebril wanneer je Ostuni bezoekt. Het wit van de ‘Città Bianca’ doet bijna pijn aan de ogen. De schaduwrijke steegjes van de witte stad leiden naar de 15de-eeuwse gothische kathedraal. De Piazza della Libertà is tot 's avonds laat het levendigste plein met terrasjes, bars en restaurants.
De steden
Bari en Brindisi zijn niet meteen de place to be voor toeristen, maar Lecce is dat wél. Midden in de stad werd een amfitheater uit de tweede eeuw blootgelegd en je kan hier wandelen langs fraaie barokke gevels uit de 16de eeuw. Hierdoor kreeg Lecce de bijnaam van ‘Firenze van het Zuiden’.
Het eten
Puglia staat in voor 80 procent van de pastaproductie in Europa, voor 80 procent van Italiës olijfolie en produceert meer wijn dan Australië. Honger hoef je hier dus niet te lijden. Vooral vleesliefhebbers zijn er aan het feest. In Cisternino bijvoorbeeld draaien met lunchtijd de grillrestaurants op volle toeren. ‘Fornello pronto’ heet dit: je kiest je vlees (everzwijn, varken, lam, rund, kalf, ingewanden…) uit de toonbank en het wordt voor je ogen gebakken. Probeer het eens in de Trattoria del Centro Storico da Mimmo, in de Via Regina Elena.
Uitstekende pastagerechten vind je in de kleine trattoria U’Curdunn, in de Via Dura van Locorotondo. De specialiteit van het huis is hier minimacaroni met scampi, paddenstoelen, rucola en kerstomaatjes.
Als het wat meer mag kosten, reserveer dan een tafeltje in Donna Gina, in de Via Cala Porto in Polignano a Mare, voor het mooiste uitzicht over de zee, terwijl de ober je een risotto met zeevruchten serveert.
Voor het beste roomijs van Puglia moet je volgens kenners naar de kleine Bar Turismo in de Via Pompeo Sarnelli, in Polignano a Mare. Bestel er een bolletje Ferrero Rocher of Nutella.
In Martina Franca is Nausikaa, aan de Via Arco Fumarola, een trendy wijnbar, waar je ook iets lekkers kan nuttigen.
De hotels
Een aparte ervaring is logeren in een authentieke trullo. Dat kan zelfs in het centrum van hét trulli-dorp bij uitstek, Alberobello. Er zijn 35 Trulli Inns () die verspreid liggen over het stadje, elk met een unieke inrichting. Er is een centraal bureau waar je de sleutel afhaalt. Ontbijt neem je in een nabijgelegen bar. Kies je voor halfpension, dan kan je in drie restaurants terecht.
Ook net buiten Locorotondo kan je in een trullo slapen. Il Palmento bestaat uit een aantal samengevoegde en gerestaureerde trulli, met zwembaden, tennisvelden en een restaurant. Erg prijzig.
Typisch voor Puglia zijn ook de masseria’s, de tot hotel omgebouwde versterkte boerderijen. Zoals Masseria Bandino () in Otranto, een kleinschalig hotel met zwembad, dicht bij de zee en het centrum van het sympathieke badplaatsje. Bij Holidayline.be vanaf 42 euro per persoon per nacht met ontbijt.
Beste periode: mei/juni en september/oktober.
Info: http://www.pugliatourismo.com - http://www.regione.puglia.it - http://www.enit.it - http://www.italie.nl
Bron o.a. hln