Roemenië 2010
April t/m juni 2010
Begin dit jaar kreeg ik een informele uitnodiging om naar Boekarest te komen, hoewel het eigenlijk meer zo iets was van als je langs wilt komen hoor ik het wel, en kwam ik tot de conclusie dat ik eigenlijk niets afwist van Roemenië. Roemenië? Het land van armoede, Roma’s, zwerfhonden, corruptie en weeskinderen? Iedereen kent wel de beelden van overvolle weeshuizen met uitgehongerde kinderen, Hulpkonvooien, dictatuur en communisme, zigeuners, corruptie, straatkinderen en pruttelende dacia’s en skoda’s in grijze grauwe steden, het liefs op een grijze, regenachtige morgen opgenomen in de winter om het nog wat troostelozer te laten uitzien. Dit beeld zien mensen nog steeds voor zich als ze denken aan Roemenië, en dat van mij verschilde niet zo heel veel hiervan, als kind had ik nota bene zelf nog samen met mijn moeder een hulp/voedselpakketje samengesteld voor een weeshuis in Roemenie, waar ik ook nog mijn geliefde knuffel snuf in gestopt had omdat de kinderen het daar slechter hadden dan dat ik het thuis had. En de jaren daarna hoorde en zag je nooit meer wat van Roemenië, en zoals dat met veel dingen gaat, blijft dat laatste beeld van iets in je herinneringen zitten. Dus nog steeds denken mensen aan paard en wagens als ze aan Roemenië denken. Maar Dacia is tegenwoordig een moderne auto, het communisme is verruild voor de democratie en Boekarest is weer Parijs in het klein.
Toch maar eens even gekeken op Google maps waar het eigenlijk überhaupt ligt. Tussen Hongarije en Bulgarije, richting het zuid oosten, zover kwam mijn topografische kennis nog net, maar daar hield het dan ook bij op. Het eerste wat opvalt, is hoe groot Roemenië is. Ongeveer zes keer zo groot als Nederland, en grenst aan 5 landen en de zwarte zee. Enkele reis van bij mij thuis zou een kleine 2100 km zijn tot aan Boekarest. Slik. Dat is bijna net zo ver als heen en terug naar de zuid Franse Cote d’ azur. Wikipedia leert mij dat er ongeveer 22.5 miljoen mensen in Roemenië wonen, verdeel over verschillende bevolkingsgroepen, waarvan 55% in de steden woont, dat het land een gemiddelde hoogte heeft van 350 meter boven NAP, er verschillende bergketens zijn en het noordelijke deel voor een groot deel bestaat uit de Donau delta. Klinkt als een interessant land, en als je in Google Roemenië intikt krijg je de indruk dat Roemenië zich langzaam aan het profileren is als zijnde vakantie land. Boekarest was dat altijd wel, maar nu wordt ook het platteland en de bergketens genoemd in de reisgidsen. Vooral de multiculturele bevolking en de ongerepte natuur moeten de mensen naar het land toe trekken. Ik weet wel dat er al tientallen jaren 4x4 reizen naar ongerept Roemenië gaan, en vooral het land van Dracula, om onder leiding van een plaatselijke gids dwars door de ongerepte natuur, de mooiste plekjes te bezichtigen. Misschien dus toch ook wel interessant om de oude maar onverwoestbare Toyota Landcruiser mee te nemen naar Roemenië, hoewel dat waarschijnlijk de reis ernaar toe verlengt met een extra dag reizen, en goedkoper zal het ook niet zijn. En 3 dagen achtereen 12 uur in die stuiterbak met z’n ronkende dieselmotor zonder radio zitten is ook niet zo’n aantrekkelijk vooruitzicht, ondanks de geveerde voorstoelen. Maar wel stoer, en vooral praktisch vanwege zijn vele ruimte.
Bij mijn keuze voor het vervoer speelt ook het aantal grensovergangen mee. Mijn ervaringen met buitenlandse douanes zijn de afgelopen jaren namelijk wisselend geweest, uit ervaring weet ik ondertussen dat ik vrijwel altijd wel uit de rij gekozen wordt voor controle. Twee keer van de boot af in Engeland, bij de grensovergangen van Denemarken, Zweden en Noorwegen, op het vliegveld in Amerika terwijl ik zelfs al mijn stempeltje in mijn paspoort had staan, en zelfs laats nog in Duitsland. Overal werd ik, (of in sommige gevallen wij) er wel uitgetrokken voor extra controle, waarbij Amerika wel de kroon spande. Daar moest ik zelfs extra een onderzoek kamertje in, omdat ik een “nieuw” paspoort had. Gek hé, in Europa heb ik dat ding niet nodig. Mijn geboorte datum van 11 september zal daarbij ook niet echt geholpen hebben. Gelukkig tot nu toe overal zonder problemen uiteindelijk het land naar binnen gekomen, en ook weer eruit. Dus ik ben benieuwd hoe dat zal gaan bij de grens van Roemenië, waarbij ik denk dat de kans dat je eruit gepikt word op het vliegveld groter is, maar de controle wel sneller zal zijn dan bij de grensovergang op de weg, en vliegend heb je maar 1 grenscontrole, anders moet ik waarschijnlijk ook nog stoppen bij de Hongaarse grens. Allemaal keuzes en afwegingen dus. Maar eerst maar eens verder kijken over hoe en wat, en dan bepalen we wel hoe we gaan.
Boekarest, de Roemeense hoofdstad is een plaats waar het verleden en het heden heel nauw samengaan, aldus een reisgids. Ik ben benieuwd, en ga er maar vanuit dat ik door mijn gastvrouw wel de nodige rondleidingen en tips krijg om de mooie kanten van de stad te zien. Dus ik kan me wel verdiepen in de stad, maar ik laat me gewoon leiden tussen de historische bouwwerken en sfeervolle straatjes met gezellige bistro’s, bars, pubs en restaurants. Ik ken de weg toch niet.
Naast Boekarest, wil ik ook wel een en ander van het land zien, Steden zijn interessant, maar voor mij niet voor langer dan 4 dagen. Hoe mooi, gezellig en sfeervol een stad ook is, ik word er gek van. Drukte, herrie, geluid, veel mensen, niets voor mij. En ik geloof er ook niet in dat Boekarest daarin anders zal zijn dan alle andere steden die ik tot nu toe bezocht heb. Ik ben nu eenmaal een boerenpiemel die meer van het binnenland houd en de stad het liefste mijd. Dus als ik toch al daar ben, wil ik ook rondreizen, en bij voorkeur doe ik dat met de tent. Dat bemoeilijkt de keuze voor het vliegtuig wel een beetje, want kamperen betekend veel spullen meenemen, en vliegen betekent weinig spullen meenemen. Om niet afhankelijk te zijn van openbaar vervoer, ondanks dat het goedkoop en redelijk goed geregeld is, en vooral om niet met alle spullen op de rug de hele vakantie mee te zeulen, lijkt me een auto in zo’n groot land eigenlijk pure noodzaak. Dus wordt het of eigen auto, of huurauto. Op Google een aantal dingen gezien die me wel aanspreken, spelonken in het Apusenigebergte, (noordwest Roemenië), de donaudelta in zuid oost Roemenië nabij de zwarte zee, slot Dracula in Transylvanie, (centraal Roemenië) en nog veel meer. Dat betekent of veel kilometers maken, of keuzes maken. (alweer), maar vooral ook niet vergeten vakantie te vieren, want uiteindelijk kom ik daar wel voor.
Begin juli 2010
Ondertussen zijn we alweer wat informatie verder. De keuze vliegen of met de auto is nog steeds niet gemaakt, evenals een exacte afspraak om naar Roemenië te komen, en hoe dit in te vullen. Maar ondertussen ben ik wel wat wijzer geworden over Roemenië en wat ik zou willen zien. De Donau delta met zijn ongerepte natuur staat toch wel redelijk hoog op het lijstje, hoewel de daar aanwezige muggen in het hoogseizoen niet echt aantrekkelijk zijn, en de herinneringen aan de irritante Zweedse muggen van vorig jaar staat nog vers in mijn geheugen gegroefd. Ik zie het al helemaal voor me, rustig dobberen in een bootje, genieten van de natuur, de vogels en de beesten, 's avonds op een of andere oever ver weg van de mensen op een klein vuurtje een zelfgevangen visje braden, en genieten van de zonsondergang, om vervolgens dobberend op het bootje de nacht door te brengen om 's ochtends de dag te beginnen met een frisse duik in de Donau. Lijkt me prachtig om eens te doen. .
Echter, bergen hebben op mij ook een behoorlijke aantrekkingskracht die ik nauwelijks kan weerstaan, uren kan ik er doorheen lopen, me klein voelen tegenover zoveel kracht van de natuur om zoiets uit de grond te kunnen stampen. Ook hier zou ik mijn tentje op willen zetten op plekken waar niemand komt, genieten van de stilte, de frisse berglucht en je gedachten leeg maken na een stevige wandeling. En geloof maar dat je goed slaapt na een mooie wandeling, om de volgende morgen de lucht te zien verkleuren van de zonsopgang met een lekker kop koffie gemaakt van helder bergwater en de natuur te zien ontwaken. Daarvoor zou ik speciaal vroeg opstaan.
En hoewel ik eigenlijk geen type ben voor een strand vakantie zijn een paar dagen zon, zee en strand ook wel een aardig vooruitzicht. 's ochtends even wat dingen doen, bekijken en zo en dan 's middags een uurtje of wat liggen in het zand om een uurtje te dutten en pootje te baden, het is tenslotte toch vakantie.
Eind juli 2010
Een datum is geprikt en de tickets zijn geboekt, de keus voor het vervoer is uiteindelijk toch gevallen op het vliegtuig, ondanks dat het stomme ding 's ochtends veels te vroeg vertrekt op een vliegveld dat net te ver weg ligt. Namelijk om half zeven 's ochtends vanuit Keulen. Het vliegveld van Keulen ligt op iets meer dan een uur rijden van thuis, plus dat je ongeveer 2 uur van te voren moet inchecken. Dat betekent dus om ongeveer half 4 thuis vertrekken. Wat een godsonmogelijke tijd. Dat is ook een van de reden geweest dat ik de optie trein opeens ook wel interessant vond. 's ochtends om half 8 thuis op de bus stappen, en anderdaags rond 13:00 uur in Boekarest aankomen, en tussen door lekker naar buiten kijken, lezen en dutten. Maar ook de trein is niet echt goedkoop. Maar goed de keus is gemaakt, en wordt dus of vroeg opstaan, of 's avonds al vast richting Keulen vertrekken, en daar ergens slapen. (in de auto of zo? Lang leve de stationwagen). En dat terwijl ik tegenover een vliegveld werk, iedere pauze trampelen we rondje langs de gate om te kijken wat voor een vliegtuigen er staan. Maar nee, vanaf daar vertrekt geen vliegtuig die kant op.
Nog voordat de reis begonnen is kan ik mijn zo zorgvuldig uitgezochte planning alweer overboord gooien. Nu weet ik wel dat ik hem toch nooit precies zo volg als ik van te voren uitgedacht heb, maar dat hij voor vertrek al weg kan gooien gebeurt niet vaak. Als eerste boek ik spontaan de vlieger 3 dagen later terug naar huis. Zaterdag avond ipv donderdag morgen. Nog geen uur later krijg ik te horen dat mijn gids, tolk, contactpersoon, vriendin, steun en toeverlaat, rots in de branding en laatste strohalm een dag na mijn aankomst voor een aantal dagen terug naar Nederland vertrekt. Dus ipv rustig te wennen aan (chaotisch) Roemeense taferelen, wegwijs te worden in Boekarest en nog af en toe terug te kunnen vallen op het Nederlands, krijg ik nu een Lonley planet reisgids, een stamp onder mijn achterste en met een beetje geluk wat succes toegewenst. Dus dat wordt voor de verandering alweer eens een sprong in het diepe. Maar ach, het is niet de eerste grote stad die ik alleen doorkruis, in Los Angeles, Saint Diego, Minneapolis en Maastricht is het me ook gelukt. Dus wat zou Boekarest anders moeten zijn. Met dat verschil dat ik me in LA, St. Diego, Minneapolis en zelfs in Maastricht me verstaanbaar kon maken zonder afhankelijk te zijn van de kennis van vreemde talen van andere mensen zoals nu wel het geval zal zijn. Maar goed, dat is een van de redenen dat ik mijn eerste planning overboord gooi. Ipv eerst 4 dagen met de lonly planet in de linkerhand, de ziel onder de rechterarm en de rugzak op de poekel als boerenknuppel als kip zonder kop door de hoofdstad ren, in de gauwigheid besloten om maar gelijk de tweede dag het binnenland al op te zoeken. Eerst even acclimatiseren en rustig wennen aan deze vreemde wereld, en buiten de stad kan ik me tenminste redden.
Thuis, woensdag 4 augustus 2010
Spullen gepakt, gecheckt en dubbel gecheckt. Alles zou erin moeten zitten, met een gewicht van 19 kg zou de rugzak mooi onder de limiet moeten zitten van de 20 kg die de vliegmaatschappij liefheeft. Langzaam komen toch ook wat kriebels op zetten. Of zijn het zenuwen? Ik zou eigenlijk niet weten waarom, het is niet de eerste keer dat ik ga vliegen, het is niet de eerste keer dat ik alleen op vakantie ga, maar wel is het de eerste keer dat ik alleen ga vliegen, maar ach dat maakt de piloot ook niets uit, en zolang als het niet de eerste keer is dat de piloot gaat vliegen, zou er geen probleem moeten zijn. Nog even snel langs thuis, ze daar gedag zeggen, om 9 uur ´s avonds nog ff snel bij een vriendin langs om mijn haren in de zomer coupe te laten knippen om vervolgens na een laatste douche en scheerbeurt de auto in te laden. Grote rugzak, check, kleine rugzak, check. Paspoort, check. Ik, check. Oké dan. Gas afsluiten en wegwezen.
21:55 klaar voor vertrek, en wegwezen. Stop. Toch nog iets vergeten, dus terug naar binnen.
21:58 Poging 2. Op weg naar Keulen, exact een uur later rij ik de parkeergarage in om daar achter in de stationwagen te overnachten. Omdat de vlieger zo vroeg vertrekt zou ik anders thuis om 3 uur 's nachts moeten vertrekken, veels te vroeg opstaan dus maar achter in de auto slapen, daar kan ik toch languit in liggen. Kwart over 11 lig ik in de slaapzak, ik heb me een lekker donker plekje uitgezocht waar 2 tl-buizen kapot zijn zodat het daar iets donkerder is. Als ik weg gedoezeld ben schrik ik wakker, achter me staat een Pick-up met 2 oranje zwaailampen en 2 man op de achterbak en een hele hoop nieuwe tl-buizen. Daar gaat mijn donker plekje. Grrr. Uiteindelijk toch in slaap gevallen en door de wekker wakker gemaakt moeten worden.
04:15 pfff. het is vroeg. Slaapzak uit, rugzak de auto uit, ik de auto uit, alle rotzooi die opzij moest om languit te kunnen liggen weer terug achter in de bak zodat het bagagezeiltje een oogje uit het zeil kan houden, rugzak met de kleine rugzak achterop de rug op, tering wat is dat ding zwaar, en gaan. Ik moest zo nodig alle kampeeruitrusting mee slepen dus inclusief tent, slaapzak, kookgerei en alle bijbehorende zooi. Vlak voor het inchecken de kleine rugzak eraf halen de grote rugzak vliegtuig bereid maken door er met een 2e regen hoes een mooi pakketje van te maken zodat de banden en riemen van de rugzak niet achter een of andere transportband kunnen blijven haken en niemand even snel in mijn bagage kan kijken of er wat bruikbaars in zit. Een spanbandje erom maakt het af en zo kan er ook een labeltje aan bevestigd worden. Met een beetje oefenen kan ik het nu binnen 3 minuten. Inchecken, tas afgeven en op naar de controle. Helaas mogen mijn 2 mini flesjes yogi-drink niet mee. Weg gooien vertik ik, heb er tenslotte voor betaald, en al drinkend mag ik door het detectie poortje. Op naar de volgende controle, die van het paspoort. Ook hier mag ik zonder problemen door, maar ja, hier ga ik het land uit, dus als ze me lastig zouden vinden laten ze me gewoon gaan. Zijn ze me hier kwijt.
De vlucht zelf gaat voorspoedig, de stoel naast me is leeg, en daarnaast zit een oud vrouwtje met trillende handen, ik weet niet of het van de zenuwen is of van de parkenson, maar het lijkt me lastig drinken zo. 2,5 uur later is de landing ingezet en met een klonk wordt het vliegtuig op de landingsbaan gekwakt. Ik heb wel eens soepelere landingen mee gemaakt, maar goed. We zijn onder en we leven nog, en het vliegtuig kan ook nog hergebruikt worden.
Bij het verlaten van het vliegtuig valt gelijk op dat het hier wel warm is, in tegenstelling tot in Keulen. Ze lopen ook al een uur voor op ons, zodat de klok een uurtje vooruit gezet moet worden. Ook hier mag ik zowaar door de paspoortcontrole, en dan is het wachten op de grote rugzak. Door het raam zie ik hem wel al op de bagage wagen liggen, hij is dus iig geval hier, maar hij ligt wel op het 2e bagage wagentje helemaal onderaan. Dat wordt dus wachten tot als laatste. Als ik hem uiteindelijk heb, snel de rugzak rugbereid maken en als laatste de aankomst hal verlaten en op weg naar de uitgang waar J. op mij zou moeten wachten wat ze uiteraard ook doet. Na een uitgebreid welkom krijg ik het plan van aanpak te horen om bij mijn hotel aan te komen. Uiteindelijk wordt het stukje bus, stukje lopen en stukje bus. Waarbij uiteindelijk het stukje lopen, een stukje warmlopen wordt. Maar ja, wat wil je, dikke lange spijkerbroek aan, jas aan, 19 kg aan rugzak op de rug, en dik 30 graden buiten. Dat betekent dus zweten. Onderweg nog ff snel een les over Roemenië.
Les 1: Ga nooit op een putdeksel staan, die zijn of niet te vertrouwen, ofwel ze zijn er niet meer, en dan rest slechts een gat.
Les 2: Groen voor voetgangers betekend geen rood voor auto’s. Alleen dat ze niet toeteren als je oversteekt, dat doen ze namelijk wel als je bij rood oversteekt, verder is er weinig verschil.
Les 3: Er zijn veel gaten in de stoep en op de weg, niemand maakt er zich druk om, je kunt er toch omheen lopen.
Les 4: Ga er maar niet vanuit dat je mensen in winkels en zo vriendelijk tegen je zijn. Ze werken om geld te verdienen, niet om vriendelijk te zijn. Jij moet toch iets van hun hebben? Nederlanders zijn wat dat betreft toch veel beleefder.
Na me in het hotel, waar me tussen neus en lippen door verteld wordt dat ik een 1 persoonskamer heb gereserveerd, en het bed voor ons beide veels te smal is, me even opgefrist te hebben gaan we richting historisch centrum. We pakken wederom de bus omdat we onder een tunneltje door moeten waar we te voet niet doorheen kunnen. Maar omdat de buskaartjes op zijn en er geen ticket verkoop in de buurt is besluiten we even snel zwart te rijden omdat we toch zelf moeten afstempelen. De boete bedraagt €12.50 p.p. Het plan is om alleen de halte onder de tunnel door met de bus mee te gaan (1 halte) maar wegens niet oplettende chauffeurs, vrouwelijke passagiers die hulp nodig hebben bij het naar buiten lopen, passagiers die buitenstaan om de vrouw te helpen. Resultaat, chauffeur rijdt verder, helpende passagiers staan buiten, vrouw die eruit moet staat nog binnen, en wij waren ook nog niet aan de beurt. Dus een halte verder zwart gereden, en de ticketverkoop voorbij.
In het oude centrum even langs de outdoorshop om wat gasbommetjes te halen die niet met het vliegtuig mee mogen, en vervolgens op een terrasje het vochtgehalte weer op peil brengen. Vanaf hier sta ik er alleen voor met de lonly planet die ik van J. te leen heb. Eerst maar eens ergens op een bankje in de schaduw de lonly planet uitpluizen. Ik loop langs wat historische gebouwen, ben mijn gevoel voor richting raar genoeg tot 2 keer toe volledig kwijt, (bijzonder) loop dus drie keer zoveel als bedoelt, lunch in het park samen met een zwerfhond en rond 8 uur ga ik terug naar mijn hotel. Compleet op, gesloopt en geradbraakt.
Wat valt m e na de eerste dag in Boekarest op? Het zou een geweldig mooie stad kunnen zijn, als het niet zo slecht onderhouden was. Het verkeer is een chaos, en Roemenen maken zich nergens druk over. Gat in de stoep? Boeie, ik kan er toch omheen lopen. Niemand maakt zich er druk over, en niemand doet moeite om dat gat dicht te (laten) maken. 's avonds kijk ik nog even naar de Roemeense discovery, in het Engels met Roemeense ondertiteling. Dus even omschakelen de ondertiteling niet te lezen en dan gaat volgen goed.
Vrijdag
De volgende morgen krijg ik mijn huurauto, Een Fiat Cedici 4x4. Een bolhoed hatshback met 4wiel aandrijving. Snel spullen inladen, even inkopen doen bij de Carrefour aan de rand van de stad, landkaart, koelbox en bbq kopen en snel de stad uit. Na welgeteld een uur gereden te hebben kom ik weer langs mijn hotel omdat de randweg die ik moet hebben afgesloten is wegens werkzaamheden. Ik had gehoopt niet dwars door de stad te hoeven waar het verkeer een chaos is en goed en wel de eerste afslag moet ik al Roemeense taferelen uithalen om de afslag te halen omdat ik de wachtende rij voor de afslag voorbij gereden was zonder dat ik in de gaten had dat dit de afslag was. Dat betekend een beetje duwen en trekken om er tussen te komen, en met mij nog een stuk of 5 die waarschijnlijk expres de rij voorbij waren gereden, alleen in de rij is niemand zo vriendelijk om ons er tussen te laten, totdat ik me bij een kleine auto zo breed kan maken dat de dikke Mercedes daar achter er niet meer door komt en mij, en de rest dus er wel tussen moet laten. Normaal in NL ben ik als het erop aankomt vrij goed in dit soort spelletjes en verlies ik zelden, hier zijn er toch een hoop die er beter in zijn, al speelt hel wel mee dat het nog een vreemde auto voor me is die niet van mij is. Uiteindelijk lukt het me om met slechts 1 verkeersovertreding de stad uit te komen, in de file heb ik nog telefoon opladers en paspoorten aangeboden gekregen maar aangezien ik beide heb, heb ik geen interesse, ondanks dat ze goedkoop zijn.
Ik rij door tot Catrea de Arges alwaar ik opzoek ga naar de camping. De eerste wat ik op heb staan bestaat niet meer, de 2e kan ik niet vinden. Bij het eerste adres 3 Duitse jongeren tegen gekomen, 2 jongens en een meisje, gezamenlijk gaan we op zoek naar een overnachtingplaats, tussen door nog via een onverhard pad naar een kerkje gereden om vervolgens vlak langs die weg ergens net onder de top van de berg een mooie overnachtingsplek te vinden vlak naast een radio of televisie mast op een fleurige bloemennweide. Mooi uitzicht over het dal, tentje opgezet en de nieuw gekochte BBQ ontstoken voor mijn avondmaaltje.
's Avonds begint het te onweren, en hoewel we bijna op de top van de berg staan maak ik me niet echt ongerust, die mega mast naast ons doet wel dienst als bliksem afleider. Als het echter echt menens wordt, besluit ik toch maar even de tent te verruilen voor de auto. De hemel met donkere wolken wordt continu verlicht door bliksems, en op een gegeven moment tel ik gemiddeld 3 bliksems per seconden en de lucht is gevuld door 1 grote rommel van het onweer Het dorp dat in het begin van de avond nog vol met lichtjes was is compleet donker en de rode toplamp van de mast is ook uitgevallen waaruit ik concludeer dat de stroom moet zijn uitgevallen. Als kort daarna binnen een a anderhalve minuut de bliksem 6 keer in de televisie mast slaat wordt het toch maar tijd om te verkassen. In een rotvaart rij ik het onverharde pad af, met in het kielzog de auto van de Duitsers, tot 2 keer toe klapt de voorbumper onzacht tegen de grond, en als we even later weer de verharde weg opdraaien besluit ik achter een lokale auto aan te karren, ipv de weg naar het dal in het donker af te leggen, deze weg zat namelijk vol met gaten, en ik voel er weinig voor om in het donker vol in een van de gaten te klappen. De auto voor me ontwijkt vakkundig de gaten, en door zijn spoor te volgen ontwijk ik de grootste gaten. Ze waarschuwen niet voor niets om niet in het donker te rijden in Roemenië. Alleen in plaats van naar het dal te gaan blijft deze weg voornamelijk boven op de berg, en gaat pas naar ongeveer 15 tot 20 km een dal in waar de Duitsers en ik de auto op een parkeerplaats tussen de huizen parkeren. Onder praten we nog even totdat de regenbui losbarst en de regen die de laatste anderhalve maand opgespaard is geworden in 1 keer wordt losgelaten. De eerste nacht slaap ik dus in de auto. Er schijnt nog een tweede periode flinke regen en onweer geweest te zijn, maar die heb ik gemist.
Zaterdag
's Ochtends halen we de tenten op, die van mij is wonderlijk wel nog droog van binnen, die van de Duitsers heeft een iets hoger vocht gehalte, en hierna nemen we afscheid omdat zij richting Boekarest gaan, en ik zover mogelijk ervan probeer weg te komen. Ik rij terug naar Catrea de Arges alwaar ik de Transfăgărăşan road pak.
De Transfăgărăşan road is een van de meest spectaculaire wegen in Roemenië. De weg loopt dwars door het Făgăraşgebergte, het hoogste gebergte van Roemenië, dat deel uitmaakt van de Transsylvanische Alpen. De Transfăgărăşan komt op een hoogte van boven de 2000 meter en heeft scherpe haarspeldbochten, een uitdaging voor de auto. Vaak is de Transfăgărăşan van oktober t/m juni wegens sneeuw op de weg gesloten. Verder is deze weg een van de hoogst gelegen wegen in Roemenië (2134 m). Na het noodweer van vannacht zijn delen van de weg bedolven onder modderstromen, gevallen puin en rotsblokken en omgewaaide bomen. Het is de wegbeheerder 's ochtends al gelukt om minimaal 1 rijbaan overal begaanbaar te houden. De weg slingert zich langs afgronden en door het bos tot aan de boom grens, de zon probeert de aarde weer op te warmen en alle spullen van de tientallen kampeerders die vannacht langs deze weg hebben geslapen te drogen. Nog nooit heb ik zoveel tenten, slaapzakken dekens en kleding in de zon zien drogen als toen. Langs de weg kom je ook gewoon grazende ezels, varkens en oma’s tegen. De ramen van de auto gaan wagenwijd open om de frisse berglucht naar binnen te laten en mijn eigen lucht van 's nachts te verdrijven. Vele male stop ik, kijken, foto’s maken, frisse lucht opsnuiven en vooral genieten. Op de top is het zo druk dat ik besluit door te rijden en niet te stoppen, en ik heb dus het hoog gelegen meer niet gezien. Ondanks de slechte kwaliteit van het asfalt, de gevolgen van het noodweer van de afgelopen dag, en de steeds grotere hoeveelheden toeristen die komen is de weg de moeite zeker waard om eens door heen te komen.
Na de Transfăgărăşan door gereden naar een camping in Carta, dit wordt mijn uitvalsbasis voor de volgende dagen. Ik krijg het voor elkaar om ondanks toch redelijk duidelijke bordjes de camping bijna niet te vinden, en heb dan ook een stuk of 4 keer moeten draaien voordat ik de camping gevonden heb. Deze ligt ergens in het onverharde deel van het dorp, achter een bruggetje van 2 meter breed over een greppel. Mensen zitten buiten op de bankjes te kijken hoe alle kampeerders moeite moeten doen om draai voor het bruggetje gemaakt te krijgen, die zeker met een caravan aan de krappe kant is. De plaatselijke bevolking trekt zich zelf betrekkelijk weinig aan van het bruggetje en rijd er net zo makkelijk langs als over heen. Snel de tent en tarp (zeiltje) opgezet en even bij geslapen, aangezien de nacht in de auto niet zo relax was, en het onweer ook niet echt geholpen heeft. 's avonds is op de camping nog een mini concert geweest van alle camping gasten die een muziek instrument mee hadden, en van de elf plaatsen die bezet waren kwamen toch 10 muziek instrumenten tevoorschijn. Naast me is een stel Duitse scouts komen staan, en vanwege de regen die weer is begonnen, hebben we met zijn alle onder mijn tarp gezeten, inclusief gitaar en Duitse scout liederen.
Zondag
Vroeg opgestaan, gekeken hoe de scouts al voor het ontbijt moesten beginnen met zang en gitaar. Snel zelf een kleffe boterham naar binnen geduwd, en vervolgens op weg gegaan naar Sibiu. Sibiu is een veel mooiere stad als Boekarest, gebouwd volgens de Duitse stijl (is ook lang Duits geweest, en men spreekt er nog veel Duits.) De huizen en gebouwen in Sibiu zijn ook veel beter onderhouden dan in Boekarest. Veel kerken waar ik naar binnen ren is een mis aan de gang, (ik ben tussen 10 en 12 in Sibiu op zondag morgen) en dus snel maar weer rechtsomkeer en later terug komen. De grote katholieke kerk wordt net van binnen gerestaureerd, en jammer genoeg kan ik het 6000 pijpen tellende orgel niet zien. Dit schijnt de grootste van Roemenië te zijn, maar daarover kan ik nu dus niet oordelen omdat ik hem niet gezien heb. Nog even over de markt gerend, en voor in totaal €1.- 4 wortelen, 4 appels een tros bananen en wat uien gekocht. 's Middags nog in een historisch buiten museum geweest waar ze veel gebouwen vanuit heel Roemenië weer opnieuw hebben opgebouwd. Om foto’s te maken moet je extra fototax betalen, en uiteraard doe ik dat niet, maar wel gewoon foto’s maken. Eerst nog een beetje stiekem, naderhand gewoon net als iedereen in het openbaar. 's avonds het in de diepvries gevangen visje op de BBQ gegooid en vanwege alweer een onweer redelijk vroeg naar bed.
Maandag
Voor 8 uur de wekker gezet, maar vlak voordat de wekker afloopt word ik wakker door gitaar getokkel. Best relaxt wakker worden zo, totdat de scouts erbij beginnen te zingen. Hmm, dat had niet zo nodig gehoeven, alleen de gitaar was relaxter. Eigenlijk staat op de planning om vandaag de tent af te breken en naar Sigisoara te vertrekken om daar op de camping te staan. Mijn tent leeg geruimd, en omdat hij nog wat vochtig is nog even laten staan terwijl ik zelf nog even gebruik maak van de schone en gratis douche van de camping, wie weet hoe de volgende camping eruit ziet. Als ik terug kom is de tent nog niet droog, maar begint het wel weer zachtjes te regenen. Ik werp even een blik op de kaart en besluit dat ik net zo makkelijk heen en terug kan rijden naar Sigisoara. Het is twee pinken op de kaart, en Sibiu was gisteren anderhalve pink, en dat was 45 km. Geschatte afstand dus een km of 75.Was uiteindelijk een km of 85-90 waarbij 30 km onverhard was. Geen asfalt, maar modder en kiezel. Wat verder opvalt, is dat tussen de dorpen vaak wel asfalt ligt, al dan niet in slechte kwaliteit, en in de dorpen zelf niet. Hier is het dan een grote modderboel, en als lang niet geregend heeft waarschijnlijk een grote stofzooi. Het landschap is onderweg prachtig, veel glooiende heuvels vol met grasland, stukjes bos en krabbelende beekjes en bruggen van plankjes. Door het slechte weg dek is de snelheid vrij laag, en doe ik dus behoorlijk lang over de afstand, en nadeel is dat je normaal met 1 oog op de weg nog een oog overhoud om rond te kijken, maar hier heb je met twee ogen op de weg nog ogen te kort om alle gaten te zien. Dus voor de omgeving te zien moet je met enige regelmaat stoppen, maar daar hebben we vakantie voor.
Sigisoara zelf is een mooie stad met een compact oud centrum waar onder andere het geboorte huis van Dracula staat, maar na een uur of 2 heb ik alles wat in de lonlyplanet staat wel gezien, het enige wat ik wel interessant vond om in te gaan is op maandag gesloten en de twee stadswachten die de bezoekers in 36 talen welkom heten hadden vandaag volgens mij verlof en heb ik dus niet gezien. Naderhand hoor ik van J. dat toen zij daar was ze die stadswachten wel konden afschieten omdat ze die een keer of 5 waren tegen gekomen en iedere keer weer opnieuw hen in 36 talen welkom haten. Misschien verklaar dat waarom ze er niet meer zijn…
Na een blik op de kaart besluit ik via Dumbravan, Biertan en Medias terug te rijden om een iets andere route te rijden dan op de heen weg, niet dat ik verwacht nu wel asfalt aan te treffen, omdat beide routes op de kaart dezelfde kleur hebben. Drumbavan is gewoon een standaard dorpje wat iets groter is, en in Medias moet ik zijn om geld te halen voor de camping en te tanken. Biertan echter is wel de moeite waard om langs te rijden, hier staat namelijk de grootste, laatste, oudste wat weet ik veel vestigingskerk. Een soort kasteel met daar binnen eigenlijk alleen een kerk, nog van uit de tijd dat kerken nog wel eens aangevallen werden. De entree bedroeg eigenlijk 6 Leu = €1.50 maar omdat ze niet kon wisselen van 10 Leu mocht ik gratis naar binnen en kon ik snel mee met de Duitse rondleiding. Maar het was ook zeker wel de 6 leu waard geweest. Eerst moest je een ellendige lange trap op om boven te komen, ik merkte toen ik boven kwam wel dat ik flink wat trappen gelopen had, ik vraag me af als wat voor een stoommachine die oude omaatjes en opaatjes hier op zondag morgen naar de mis komen, aangezien de kerk nog altijd in gebruik is als plaatselijke kerk. Onderweg ook nog even de Interlijner tegen gekomen waar ik vroeger mee naar school ben gegaan, die doet dus nu dienst als streek bus hier, als die niet zoals nu kapot langs de weg staat. Op de terug weg nog een oud opaatje mee genomen wat werkelijk midden in de no where stond te liften. Liften is hier een normale manier van reizen. In ieder dorp staan wel een paar mensen, zeker 's ochtends. Er zijn gewoon mensen die iedere dag al liftend van en naar hun werk gaan. Ik kan het niet over mijn hart halen om de opa hier te laten staan, omdat op deze weg ongeveer 1 auto per 2 uur komt. Uiteindelijk had opa nog ontiegelijk ver moeten lopen anders, want ik heb hem zeker 15 km mee genomen. Dat was een dagtaak geweest voor die man. Het aangeboden geld heb ik maar afgeslagen, hoewel het wel gebruikelijk schijnt te zijn dat je de bestuurder voor je lift iets geeft. 1 leu per 10 km of zo. Geen vetpot maar toch. Wel jammer dat ik 3 dagen nodig heb gehad om die lucht van die opa uit de auto te krijgen.
Dinsdag
De volgende dag de tent redelijk droog ingepakt, ik moet dat ding straks toch weer uitpakken en opzetten dus een beetje vochtig maakt niet uit. Doorgereden naar Bran, dwars door schitterende dalen met veel bos, krabbelende beekjes, groene wei en idyllische afgronden zonder vangrail en gezellige dorpen. De tent opgezet op camping Vampire en in de winkel zes koude biertjes gekocht en 's middags al eten gemaakt omdat ik 's avond met een gids mee zou gaan op wilde beren zoektocht. 's Middags ook genoten van de eerste koude biertjes van de vakantie, ik hoefde toch niet meer te rijden en daarna nog even naar Bran zelf gelopen. Bran zelf stelt nul komma niks voor en eigenlijk is het dracula kasteel het enige wat de moeite waard is en waarom ook iedereen naar Bran toekomt. Ik ga niet naar binnen omdat er een rij voor de kassa staat en ik om kwart voor zes voren bij de camping klaar moet staan voor de beren jacht. Het Dracula kasteel zoals het hier genoemd wordt is niet eens van Dracula geweest, het echte Dracula kasteel staat vlak langs de Transfăgărăşan road, en hiervan rest niet veel meer dan een ruïne. Helaas heb ik dit pas gelezen nadat ik aan de andere kant van de Transfăgărăşan road was. Om kwart voor zes sta ik klaar voor de camping met nog drie andere gasten om opgehaald te worden en na een rit van 3 kwartier over een hobbelige dirt track komen we bij een observatie huisje aan met een mooi uitzicht over een dal, en op tegenoverliggende hellingen met afwisselende open plekken en beschutting. Volgens de gids was hier 95% kans om wilde beren te zien, gister hadden ze nog 2 beren 1 wolf en 5 herten gespot. Helaas behoorde onze lichting tot de 5% die geen beren ziet, en na 4 uur kijken en turen, blijft de telling staan op een magere 2 vossen. Beetje jammer maar helaas dat is de natuur.
Woensdag
's Ochtends de eerste kop koffie gedronken van deze vakantie op de camping om vervolgens naar Brasov te rijden. Brasov is een vrij grote stad in een vrij goede staat, straten zijn opnieuw beklinkerd, parken zijn bijgehouden en de huizen zien er verzorgt uit en de terrassen zijn eigenlijk overal wel bezet. Voor circa 25 Leu (€6.25) gegeten en gedronken om er vervolgens achter te komen dat het om de hoek ongeveer de helft kost. Dus voor €6.25 gegeten en gedronken en je nog bezeikt voelen. Maar ja, niet te lang over nadenken en gewoon genieten, het eten was goed, de bediening mooi en het uitzicht vriendelijk, dus wat wil je nog meer? Op de terug weg voor de spoorweg overgang moeten stoppen. Op het moment dat de spoorbomen dicht gaan, gaan motoren uit, deuren open en stappen de mensen uit om te roken, een praatje te maken met je voor cq achterligger of zoals vlak bij mij gebeurde een balletje te trappen met iedereen die wel mee wil doen. Uiteindelijk 8 minuten op de trein moeten wachten voordat hij langs kwam met een snelheid van ongeveer 25 km/h. En dit was dus een vrij drukke doorgaande rijksweg. Gelukkig stond ik vrij ver vooraan en kon ik zien waarvoor we moesten stoppen anders ga je je echt afvragen waarom we stil staan. Op de camping nog erachter gekomen dat het bier van gisteren alcohol vrij was, maar ja, het smaakte koud goed, dus niet zeuren, maar lauw smaakt alcoholvrij bier nog erger dan gewoon lauw bier. Tsja, ik moest zonodig gaan kamperen zonder koelkast, maar dat ding paste niet meer in mijn rugzak.
Donderdag
De bedoeling is vandaag vroeg opstaan om de bergen in te gaan, De bergen in gaan is gelukt, vroeg opstaan niet. Om 10 uur 's ochtends stond ik pas bij de cabinelift om naar 1400meter hoogte te gaan. Op 1400 meter hoogte gaf de thermometer een enthousiaste 36 graden Celsius aan, beetje overdreven volgens mij, maar een 26-28 graden is het wel al. De bedoeling is om vanaf 1400 meter de rest naar het boven station van de kabelbaan te lopen dat op 2100 meter hoogte ligt. Volgens mijn gps tracker heb ik tot het bovenstation 2,9 km gelopen, maar hier heb ik toch dik anderhalf uur over gedaan. In die 2.9 kilometer ging het dan ook nog even 700 meter omhoog, dus dat was best wel zweten, zeker omdat ik volgens mij niet echt de normale route gelopen heb, maar de populaire alternatieve route. Een spoor was er soms wel, soms niet, en dan weer nergens te vinden. Gelukkig was het bergstation altijd wel in zicht, dus echt fout lopen kon ik niet.
Boven eerst eens even bijgekomen, links en rechts van het boven station liggen nog 2 bergtoppen, welke gaat het worden? Eerst maar de rechtse, maar daar mag ik niet naar toe, omdat de top een heliplatform is van een of andere bewaakte installatie op de berg. Dus het wordt de andere. De route hier naar toe is minder toegankelijk als naar het berg station, maar toch nog wel goed te doen met af een toe een beetje klauter werk. Als ik boven van het uitzicht ben aan het genieten staat er opeens uit het niets een blatend schaap achter me. Ik schrik me te pleuris omdat ik dat beest niet gehoord had, en zeker hier boven ook niet verwacht had. Het schapen beest is tenslotte geen berggeit. Maar de achter kan van de top is een mooie glooiende heuvel, vandaar dat het beest de top van 2195 meter ook kon bereiken. Onderweg terug naar het bergstation waar ik nog wat wil drinken voordat ik naar beneden ga kom ik de herder van het schaap tegen, hij vraagt me of ik een sigaret voor hem heb, en laat ik gisteren op het terras in Brasov nou net een half pakje gevonden hebben en meegenomen hebben omdat mensen altijd en overal om sigaretten vragen. Ik geef hem er eentje en we komen aan de praat. Hij verteld dat hij voor vier weken aaneengesloten boven op de berg met de schapen is, om vervolgens afgelost te worden door zijn broer, die nu onder in de winkel staat. Vervolgens moet hij de vier weken in de winkel werken voordat hij weer naar boven mag, of zijn broer weer naar beneden mag. Ik weet niet waar je liever wilt zijn. Boven op de berg zijn is geweldig, maar vier weken alleen maar met je schapen zijn is toch ook niet alles. Hij biedt me een kop thee aan, en uiteindelijk lunchen we samen boven op de berg, hij heeft thee, ik had brood en spek in de rugzak en de schapenhond is tevreden met het zwoerd. Boven op de berg is het uitzicht prachtig, maar het is duidelijk te zien dat het normaal een ski gebied is, overal staan liften, afrasteringen en er groeit alleen gras. Alleen op de hogere gedeeltes van de berg zie je nog wat bloemen en struiken. Ik loop terug naar de berghut, krijg het weer warm en zwaar omdat het stiekem toch weer steil omhoog gaat, even overdenk ik om via een omtrekkende beweging terug naar de andere kant van de berg te komen om vervolgens omlaag te lopen, maar mijn voorraad drinken is ver op, en wil toch voor onderweg nog wat te drinken hebben, en dat is alleen boven bij de berghut te krijgen, dus ploeter ik verder omhoog. Boven koop ik 3 halve liters water waarvan ik eentje boven op drink en de rest is voor onderweg. De thermometer hier boven geeft 24 graden aan, maar de wind maakt het soms onaangenaam fris boven op het terras, zeker omdat ik flink gezweet heb. Ik ben dus boven de enige gek die bij 24 graden met een dikke trui aanzit, maar ziek worden voel ik ook niets voor. Na een half uur begin ik met de tocht naar onder, lekker de knieën belasten en tot twee keer toe moet ik de linker sok goed doen omdat die naar voren in de schoen begint te schuiven. De schoen wat strakker trekken dan ik normaal doe helpt uiteindelijk de sok op de plaats te houden en met een klein uur kom ik weer terug bij het tussen station waar ik met de cabinelift weer over de beboste helling terug naar beneden wiebel.
Vrijdag
Rustdag, lekker lang uitgeslapen totdat ik om kwart over 8 door de zon de tent uit zweet. Deze dag staat weinig op de planning, de vuile was wassen, het kasteel van Rasnov bezoeken en wat rond toeren. De klim vanaf de parkeerplaats naar het kasteel is er stiekem toch weer eentje van de categorie kuitenbijter, maar als oma’s op hakken, kinderen op sandalen en veels te dikke toeristen om teenslippers het aan kunnen, moet het mij ook op de sandalen lukken. De hele weg naar boven staan overal bankjes waar door de meeste mensen dan ook dankbaar gebruik van wordt gemaakt om weer even op adem te komen. Maar de trip naar boven loont. In het kasteel is een klein dorpje met allemaal ouderwetse huisjes, die nu weliswaar allemaal ingericht zijn als souvenirs winkeltjes, maar je krijgt een aardig idee van hoe ze vroeger geleefd moeten hebben. Het kasteel ligt boven op de top van een uitstekende heuvel waardoor je een mooi uitzicht hebt over het dal, de ingang van de kloof en op de bergkammen. De entree zou volgens het blaadje op de deur 10 Leu moeten zijn (€2.50) maar ik heb geen kassa gezien, geen entree juffrouw of meneer van alles niets. Eerst denk ik nog dat je bij het tweede gedeelte van het kasteel wel zult moeten betalen maar ook daar is niets. Dus voor de verandering weer gratis naar binnen.
Verder ook nog even naar Sfantu Gheorghe gereden, maar die kilometers had ik me kunnen besparen. Typische oostblok wijk met betonnen flats. Het staat waarschijnlijk ook niets voor niets niet in de lonly planet beschreven. Op de terug weg nog een lekkere watermeloen langs de weg gekocht voor weinig, (€0.10 per kg) en 's middags na de was gedaan te hebben, in de omgeving van de camping nog een flink stuk gelopen, en ongeveer de laatste 4 km mee terug gereden met een boerenopa op de paardenkar vol met hooi. 4km liften voor 2 sigaretten, en ook nog eens een leuke ervaring. Het hooi wordt hier nog voor 95% met de zeis gemaaid en met de boerenkar van het land gereden. Leuk om te zien, maar volgens mij zwaar werken, zeker nu de temperaturen overdag tot over de 30 graden gaan, en in zo’n wei heb je weinig schaduw. 's avonds vroeg naar bed, om 9 uur is het donker en er komt een te koude wind opzetten om buiten te blijven zitten, en dus lig ik om kwart over negen te maffen. Tsja, rustdag.
Zaterdag
De volgende dag de spullen weer ingepakt en de camping na 4 nachten weer verlaten. De bedoeling was eigenlijk 2 nachten, maar er was in de directe omgeving genoeg te doen om niet een paar uur extra te willen verliezen met op en afbreken van de tent. Deze camping was wel een stuk duurder, waar ik voor de eerste camping 60 Leu (€15.-) achteraf moest betalen voor 3 nachten moest ik bij deze camping voor de 2 nachten wat ik in eerste instantie gezegd had al gelijk vooraf 78 Leu €19.50 voor 2 nachten betalen en dus nog eens 78 leu bij vertrek. Camping met Nederlandse eigenaar = dus ook camping met Nederlandse prijzen, en om nu te zeggen dat de camping veel beter is dan de andere, nou nee. Ik vond de eerste gezelliger van opzet. Na het inpakken via een “hoofdweg” naar Scortoase gereden. Het was vooral een schitterende slingerweg door de bergen, maar het vele vrachtverkeer dat in de eerste versnelling naar boven kruipt verraad dat dit wel degelijk de doorgaande weg is. Ook hier valt op dat de Roemenen massaal in het weekend de stad uitvluchten, op zowat alle beetje vlakke plekken langs de beek staan wel slapende tenten, picknickende bbq’s, zonnebadende parasols en gezellige Roemenen. Het is hier in het dal al dik 26-30 graden, in de steden kan je er makkelijk 5 tot 10 graden bijtellen en campings zijn voor veel Roemenen veels te duur, zeker de camping waar ik nu vandaan kom. En waarom zou je ook, als je gratis langs een gezellig beekje op een mooi plekje in het dal kunt staan. Die douche kan je voor het weekend ook wel missen, en als je per se wilt kan je toch gewoon languit in de beek gaan liggen?
De reden dat ik naar Scortoase wil is dat daar een vrij zeldzame moddervulkaan is die ook nog actief is.
In plaats van Lava stuwt deze vulkaan onder druk van gas modder omhoog. Roken is dan ook ten strengste verboden, maar dat doe ik toch al niet. Het gas neemt in zijn weg naar boven modder mee, en het resultaat is dat je een aantal bubbelende modderpoelen hebt met kleine, grote en spetterende gasbellen. Doordat de modder stolt in het zonlicht krijg je de meest vreemde vormen, waardoor als het ware kleine vulkanen van gestolde modder en gesteente krijgt. Echt spectaculair is het allemaal niet, maar niet minder bijzonder, aangezien de enige andere plaats waar schijnbaar moddervulkanen zijn ergens in Indonesië ligt. Dit is dus aanmerkelijk dichterbij. De entree prijs, is verder met 4 Leu (€1.-) ook niet spectaculair, en de moddervulkanen liggen weliswaar zowat kilometers in niemandsland, de weg is geasfalteerd en in vrij goede staat op een paar plaatsen na. Op de weg naar mijn volgend doel verrijd ik me nog gigantisch door een op de kaart aangegeven weg te volgen die stiekem toch niet de op de kaart aangegeven weg was. Het uitzicht was er niet minder op, de rit was leuk en het asfalt nieuw. In een scherpe bocht bij een afgrond nog een typisch Roemeens tafereel gezien. Voor de vangrail liep op dezelfde hoogte als de vangrail de gasleiding. Dus stel, je red de bocht niet, klapt dus met je auto op de gasleiding die daardoor breekt, vervolgens klap je met een vonkenregen in de vangrail, want zo gaat dat nu een maal altijd, metaal op metaal vonkt, Dus heb je dan klap, gaswolk, vonkenregen BOEM!. Ben je gelijk uit je lijden verlost, heb je geen ellendige discussies met verzekeringsagenten, politie’s, hoef je niet de bekritiseerde ziekenhuizen in en word je gelijk gecremeerd. Gemakkelijk toch, daar hebben ze over nagedacht in Roemenië. Maar ik kijkt toch maar uit om de gasleiding niet te raken. De slingerende weg wordt ondertussen steeds smaller, en het asfalt was al een km of 15 geleden op, dus rijd ik al een tijdje over een kiezel weg. Mensen in dorpen kijken me een beetje stom aan, maar met dank aan het Roemeense kenteken, kijken alsof je weet waar je naar toe moet, en vooral niet tussendoor op de kaart kijken lijkt het net alsof je weet waar je uitkomt. De weg wordt echter wel erg smal en gaat over slecht terrein opeens wel erg stijl omhoog, maar waar een weg is gaat een wil, en die wil van mij gaat omhoog, en de auto dus ook. Boven gekomen is het uitzicht ademloos, en het vooruitzicht ook.
Alleen maar dal, berg, bos en wei. En een wandelende opa. Opa maar even gevraagd waar de weg naar toe gaat, en na een hand van opa, begint hij te vertellen. Hele verhalen waar ik niets van snap. Maar uit eindelijk weet ik eruit te halen dat achter me Gabricina de Sus ligt, en voor me niets. Niets dan dal berg bos en wei. Het maakt niet uit waar ik naar toe wil, maar deze weg gaat naar het einde van de wereld, naar de wildernis, naar beren en wolven. Ik wil opa niet tegen de kop stoten en dus draai ik de auto om, maar stiekem wil ik eigenlijk rechtdoor. Naar het einde van de wereld, naar de wildernis, naar de beren en de wolven. Maar ja, opa was zo vriendelijk, zo zelfverzekerd en zo beleefd dus draai ik om. Maar de volgende keer als ik er kom… Bij de laatste huizen die ik gepasseerd was voordat ik de wildernis in zou gaan koop ik me bij de Magazin Alamentair een fles te drinken en wat te knabbelen. Er staan daar slecht 4 huizen bij elkaar, maar toch hebben ze een magazin alementair. Je kunt er weliswaar alleen echt elementaire zaken kopen, maar ze hebben wel een heuse winkel(tje) Dat heb ik thuis in Bingelrade nog niet eens, en daar wonen toch een 850 mensen. Op een kruising van een stel onverharde wegen een paar kilometer terug staan 2 wegwijzers. Toch eens even op de kaart kijken. Ik weet nu waar ik ongeveer vandaan kom, en samen met de plaatsnaam op het bord moet wel te lokaliseren zijn waar ik zit. Opa kon het me namelijk niet op de kaart aanwijzen, hij kon niet lezen en schrijven, laat staan een landkaart lezen. Ik vind de betreffende kruising op de kaart, zie dat het pad naar het einde van de wereld zelfs nog op de kaart staat, weliswaar als karrenspoor, maar het gaat ergens naar toe, en ook nog wel redelijk in de richting van mijn doel. Maar idd wel een kilometer of veel door niets. Ik besluit op de kruising de andere weg in te slaan, ook deze is onverhard, maar aangezien er wel een wegwijzer naar toe staat gaat deze weg tenminste nog ergens naar toe, en aangezien die plaats op de kaart een doorgaande weg heeft besluit ik er maar naar toe te rijden. Als ik op een Y splitsing kom moet ik kiezen of links of rechts. Ik besluit de stroomkabels te volgen die langs de linkse afslag gaan, dat betekend namelijk dat daar nog minimaal 1 afnemer zit of zat. De gok lijkt goed, de weg lijkt slecht, nee de weg is slecht. Ik rij bij een steile helling via de naastliggende wei naar beneden terwijl er zowaar een tegenligger komt, als ik op de weg was blijven rijden had ik sowieso een probleem gehad daar de weg niet breed genoeg is voor 2 auto’s. De tegenligger verlaat de weg echter ook en rijdt via de wei aan de andere kant van de weg omhoog. Zo stom was mijn gedachte dus toch niet, totdat ik bemerk dat er al een tijdje een greppel tussen de weg en mij zit. Uhm. Eens kijken of de 4wd ook echt wat kan. Voor de zekerheid zoek ik toch wat stammen en stenen bij elkaar om de greppel even op te vullen, dit is namelijk echt zo’n weg waar 2 auto’s per dag komen. De ene ben ik, en de andere is zojuist gepasseerd. Dus vastzitten heb ik weinig behoefte aan. De doorsteek van de greppel is uiteindelijk kinderspel, en had ik met mijn eigen auto zonder 4wd ook gekund. De andere splitsing van de weg komt naderhand ook weer uit op deze weg en bij de volgende Y splitsing begin ik langzaam het systeem te snappen, er zitten gewoon gigantische vluchtheuvels tussen. Gewoon rechts houden dus, de aftakking van/naar links is voor het tegemoet komend verkeer. Maar ja, dat komt morgen pas weer, die ene auto ben ik toen straks al gebaseerd. Ik begin net aan mijn systeem te geloven en terwijl ik rechts blijf komt me een dikke Nissan terreinwagen tegemoet. Weg systeem, en mijn tijdsbesef ook. Is het al morgen? Nee, dan is die auto te vroeg. Voor dat ik goed en wel verder ben staat er op een steile helling een oude Dacia met een zwaaiende man er naast. Schijnbaar toch nog behoorlijk druk hier. Ik stop, en in het Roemeens begint een man ratelend te vertellen. Voor de verandering snap ik er niets van, maar als ik zo naar de auto kijk staat die aan een kant wel erg laag op de wielen, en blijkt de Dacia wel een platte band te hebben, en zowaar ook een reserve band, maar geen krik. Als ik het goed begrepen had, had moeders de vrouw thuis de krik nodig om de druiven te persen voor de wijn, maar het kan net zo goed wat anders zijn geweest wat hij me de hele tijd vertelde. Ik graaf mijn krik uit, die ligt natuurlijk helemaal onder in de kofferbak, maar goed en wel 20 minuten later staat de Dacia weer op 4 wielen met lucht, en heb ik er weer 2 sigaretten bij om uit te delen. Ik bereik zowaar het dorpje wat op de kaart en op de wegwijzer staat aangegeven, en achter het dorp moet ik de rivier oversteken om bij de doorgaande weg uit te komen. Achter het dorp kom ik een Y splitsing tegen en volgens de kaart moet ik naar rechts om in de goede richting te blijven. Bij de rivier gekomen zie ik wel een voetgangershangbrug maar geen brug voor de auto’s. Aan de sporen bij de beek, en aan de anderen kant te zien, rijden de auto’s er gewoon doorheen, maar de in en uitrijplek liggen niet recht tegen over elkaar en ik kan niet zien hoe diep het in het midden precies is. Gaan we maar niet aan beginnen dus. Ik keer de auto, en neem bij de Y splitsing de andere kant. Echter niet veel later sta ik hier ook voor de rivier, en ook hier is geen brug, zelfs niet voor voetgangers. Hier liggen de in en uitrijplek echter wel recht tegenover elkaar, en het water lijkt niet diep dus hier durf ik de gok wel aan, en rij dan ook zonder problemen naar de overkant van de beek, waar na een wel heel stoffig weggetje weer asfalt is.
Ik besluit mijn doel te laten schieten en een winkel op te zoeken voor wat eten bijeen te sprokkelen en een slaapplaats te gaan zoeken. Bij de winkel in Buzua nog een oud mannetje blij gemaakt met de berg waardeloos kleingeld wat je hier krijgt. Hij deed iets voor zijn, geld namelijk de karretjes terug brengen in ruil voor de 50 bat wat erin zat. (€0.12) Je krijgt hier vaak tot in de 1 bat (€0.0025) terug, en 1 leu, wat nog een briefje is, is al waardeloos. (€0.25) De munten van 50, 10, 5 en 1 bat verdwijnen bij mij dan ook rechtstreeks in de broek zak, een enkele keer haal ik er iets uit om redelijk passend te betalen om te voorkomen dat je nog meer van dat schrot krijg. Ik geef het hem (is toch een leu of 8 (€2.-)) en ik krijg alle goden over me heem gewenst, die hij kan verzinnen, ik hoop dat het voornamelijk de goede zijn, maar de goede daad voor deze dag heb ik weer gedaan.
Na het inkopen doen snel op zoek naar een kampeerplek, ik rijd een willekeurige kleinere doorgaande weg in, omdat daar over het algemeen de campings aan liggen, adressen voor campings van hier heb ik namelijk niet opstaan. Een camping heb ik niet gevonden, wel een dal waar nog meerdere tenten staan aan de overkant van de beek, het is even zoeken naar de doorwaadplek maar dan heb je ook een mooi gratis plekje voor de nacht. In het begin van de avond is nog een politie terreinwagen langsgereden, maar zwaaide alleen maar vriendelijk. Nog een zwerfhond blij gemaakt met een stuk biefstuk, om dat het een beetje te doorbakken was omdat ik zo nodig koeien moest fotograferen die terug naar het dorp gingen. Die was dus zo taai als een stuk doorbakken schoenzool. Maar gelukig had ik er nog een, omdat de Roemeense winkels niet echt berekend zijn op 1 persoon huishoudens zonder koelkast. In ruil voor de bief had ik de hele avond gezelschap hoewel hij niet dichter bij durfde te komen dan 1 meter en 's nachts had ik een waakhond die alles wat groter was dan een mier en in de buurt kwam vakkundig weg blafte. Gelukkig was dat niet veel of heb ik niet veel gemerkt. 's Avond nog kampvuurtje gestookt, en terwijl de buren daar al de hele tijd dat ik daar was bezig zijn geweest met hout sprokkelen loop ik 1 keer het bos in en 1 minuut later weer uit met de eerste de beste afgebroken tak met zijtakken. Hiervan heb ik de hele avond vuur en vlammen gehad, terwijl bij de buren ze niet veel meer hadden dan gloei en rook. Ontelbare keren gingen de koplampen van de auto weer aan voor een zoveelste poging het vuur een echt kampvuur te laten worden. Prutsers. Het dal zelf was zo stil, dat heb ik nog nergens mee gemaakt, zeker op het moment van de schemering, het moment dat de dagdieren slapen gaan en de nacht dieren nog niet wakker zijn. Heerlijk. Ook was het 's nachts zo donker, dat je werkelijk ontelbare sterren zijn. Complete melkwegstelsel waren te zien, en tientallen vallende sterren. Zelfs aan de cote d’ azur heb ik nog nooit zoveel sterren gezien, en daar op het strand waren het er toch ook al veel.