(origineel bericht op be-more.nl)
AETSD en Lake Langano
De volgende projectweek is een leuke. Anneke heeft zich op een nieuwe uitgave van het magazine van AETSD gestort en is dus vooral in het kantoor te vinden. Tirza en ik noteren de studenten die aan de selectie voor braille and sign language mee willen doen. Ook maken we een lijst met vragen aan kinderen in de dormitory, zodat we die kunnen registeren. We kopen 50 kilo maïs en 50 kilo tarwe als back-up food voor de dormitory, op een markt waar we nog nooit zijn geweest. Ze hebben heel veel lekkere dingen op die markt. Dus we slaan meteen rijst, kurkuma, kardemom, rozemarijn, Provençaalse kruiden, munt en lavendel, kaneel, kikkererwten, linzen, bonen en pinda’s in. En dit alles voor ongeveer 5 euro! Dat wordt lekker koken de komende weken. Dinsdagavond vindt het examen in de pabo plaats. De studenten mogen binnen als wij hun naam op de lijst hebben gevonden en ze hun College ID hebben laten zien. Het is wederom een chaos, veel studenten hebben zich geregistreerd, maar staan niet op de lijst. Uiteindelijk na 3 kwartier sluiten de deuren en kan het examen beginnen. We delen de examens uit en surveilleren. Het is heel raar, ze hebben allemaal gewoon papieren en schriften mee en zitten met hun mobieltjes te spelen. We snappen niet echt wat gebruikelijk bij een examen is hier, maar dat was toch niet echt normaal. Zo kan iedereen een examen maken! Gelukkig waren het maar 6 vragen over hoe je met doven, blinden en anderszins gehandicapten om moet gaan, dus viel er niet veel te spieken.
In Leku helpen we in de dovenklas door als kopieermachine te fungeren. De leerlingen krijgen een examen die wij 45 keer met de hand moeten overnemen. We moeten 2x5 Amhaarse tekens opschrijven, die zij vervolgens na moeten schrijven. Erg slim om ons dat te laten doen, terwijl we nooit Amhaars hebben geschreven… en dan zegt de juf dat we de volgende keer verder gaan totdat we het hele alfabet van 217 tekens hebben gehad! Pffff, mooi niet!
’s Middags registreren we de kinderen die in de dormitory slapen. We vragen naar de persoonlijke gegevens en naar hun thuissituatie. Soms is het schrijnend om te horen. De vader van Branesh, een blind meisje van 14 jaar oud, is overleden. Ze heeft 5 broers en zussen. Haar moeder is koffieboerin. Hiermee verdiend ze in het zomerseizoen ongeveer 200 birr per maand, 600 birr per jaar dus, omgerekend is dit 26 euro. Dan heb je Yuni, een blind jongetje van 10 jaar. Zijn vader is katboer. Hij verdiend hier 4000 birr per jaar mee, dat is 175 euro. Dat is nogal een verschil. De legale drugsbusiness levert veel meer op dan een simpele koffieboerin. Toch is het voor beide gezinnen niet genoeg om van te leven, en heeft ook de katboer financiële steun nodig. We vroegen ze ook hoe ze hun toekomst zagen. De meeste antwoordden met: ‘to graduate and help the other disabled’, of ze hopen ooit een dokter te ontmoeten die hun zou kunnen helpen. Ik ondervroeg ook Mato, een jongen van 15. Zijn rechtooglid is uitgerekt en ligt over zijn oog heen, zodat die altijd dicht zit. Het is zo’n grote, dikke flap dat hij het oog niet meer open krijgt, terwijl hij er nog wel mee kan zien. Dit komt doordat er een wormpje in z’n oog is gekropen. Hij vertelde dat het heel erg ging bloeden, en dat het sindsdien zo zit. Voor mij wilde hij het flapje wel even omhoog doen. Eronder zit een heel normaal oog, en voor even kijkt hij me met 2 ogen aan. Omdat plastische chirurgie te duur is, zit hij nu in een blindenklas en leert hij braille, terwijl hij eigenlijk gewoon kan zien.
Tussendoor, als ik niets te doen heb, lees ik Sisay voor. Sisay is de beste vriend van Sunshine en is aan één hoog blind. Om zijn ene oog wat rust te gunnen, lees ik z’n studiemateriaal voor. Het is in moeilijk Engels geschreven, in ook nog eens met onlogische zinnen. In simpel Engels en met voorbeelden leg ik aan hem uit wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. Hij zit in het laatste jaar van de lerarenopleiding, en is aanbeland bij het onderwerp armoede. Dat is interressant om te lezen, zo leer ik ook nog wat! Woensdag gaan we weer naar dansles. Helaas konden de Duitse meisjes niet komen, dus we zijn maar met z’n drietjes (Tirza, Anneke en ik). Het is weer lekker lachen en zweten geblazen. Ethiopiers dansen echt heel raar. En we zijn erachter dat we geen wijde shirtjes aan moeten doen, als de dansleraar je erg interessant vindt en je met je tieten en kont moet schudden… Ondanks dat was het erg grappig, en ik hoop dat ik wat pasjes kan onthouden. De cd kopieert Mas voor me, dus ik kan het altijd thuis nog proberen te doen.
Zaterdag is het tijd voor het volgende uitje, Lake Langano staat op het programma. Een mooi roodbruin kleurig meer zonder Bilharzia! Yes! Eerst gaan we in een park struisvogels en antilopes spotten. Sinds ik van het bestaan van het aardvark op de hoogte ben, droom ik ervan om er een in het echt te spotten. Ik had mijn zinnen op Afrika gezet, en ik ben al een stukje dichterbij het aardvark gekomen! (als je trouwens niet weet wat een aardvark is, nu googlen!) Ik heb namelijk een paar holen gezien waar aardvarks in leven. Helaas zijn ze heel schuchter en komen ze alleen ’s nachts naar buiten, dus heb ik er geen gezien. Nu heb ik mijn zinnen op Malawi gezet, want daar ga ik ook nog op safari. Opgewonden omdat ik bijna een aardvark heb gezien, rijden we verder naar een meer om flamingo’s te spotten. We kunnen niet heel dichtbij komen, en ik was zo stom om m’n telelens te vergeten, dus probeer ik te genieten van de vele roze stipjes die ik zie. We hobbelen weer terug met het busje om de rest van de middag aan het meer te spenderen. Maar niet voordat we goed geluncht hebben! We rijden naar Sabana resort, dat aan Lake Langano ligt. Het is er erg luxe, en het is weer tijd voor een decadente maaltijd. In het restaurant, waar 90 % blank (en Duits) is, geniet ik van bruschetta, huisgemaakte pasta met pesto en een dame blanche met rum en nootjes. Verzadigd, verkwikt en opmerkelijk aangedikt springen we het meer in. En er was een glijbaan! Na een uurtje glijden, zwemmen en zonnen gaan we weer terug naar Awassa om injerra te eten en lekker te gaan slapen…
Zondag zijn we langs johan geweest. Johan is een belg die in samenwerking met een Ethiopische vrouw een kindertehuis heeft opgezet. Hij verzorgt 20 kinderen die niet langer bij hun ouders kunnen wonen. Het is een gezellig, mooi huisje met kinderen die elkaar als broers en zussen zien. Hij genereert inkomen en werkgelegenheid door vrouwen brood te laten bakken, wat hij verkoopt aan hotels en restaurants. Ook heeft hij 7 mannen van de straat gehaald, die nu sjaals van echt Ethiopisch katoen weven. Het zijn prachtige sjaals, en waarschijnlijk neem ik er een aantal mee naar huis, om ze in Nederland voor minstens 15 euro te verkopen. Dus als je geinteresseerd bent, laat het me weten! Opbrengsten gaan dus naar het goede doel, dit is de site van Johans project <a rel=“external” href=“http://www.letuschange.be/”>www.letuschange.be</a>
Afgelopen week hebben we examens bij de doven- en blindenklassen afgenomen, om te kijken hoe het niveau van de leerlingen is. Van de blinden is het niveau oke, maar bij de doven kan de meerderheid hun eigen naam in het Amhaars niet eens leesbaar schrijven, en de scores zijn erbarmelijk. Hopelijk doen Estifanos en Sunshine er snel iets aan.
Eindelijk zijn we deze week begonnen met iets waar ik sinds het begin al op heb zitten drammen. We gaan op zoek naar een ‘ income generating activity’ . We hebben marktonderzoek gedaan om te kijken waar we als AETSD geld mee kunnen verdienen. Aan de hand van een zelfsamengestelde vragenlijst zijn we brood- en eierenverkopers langsgeweest, om te vragen of ze het zien zitten om met AETSD samen te werken. In Awassa was het een succes, maar in Leku niet echt. We waren op de markt (stel je een grote zandvlakte voor, vol met mensen die op de grond hun producten verkopen en vol met klanten), en al snel werden we omgeven door mensen. Een eierverkoper was bereid mee te werken en bood me een plekje op de bank aan om te gaan zitten. Terwijl ik het interview afnam, stond Tirza weggedrukt in de menigte, en mensen friemelden aan haar. Ze stond een meter van me af, maar ik kon haar amper zien. Er hing een heel negatieve sfeer, en opeens werd ik door een man hardhandig weggeduwt terwijl hij naar me schreeuwde. Adefres, Abarash en de nurse, de mensen met wie ik was, namen ons snel mee de menigte uit, de markt af. Adefres zei dat ze geen media wilden, dat we niet welkom waren en dat ze beledigingen schreewden. Hij zei dat het de onwetendheid is die hun dit laat doen. Dit is het eerste negatieve wat ik heb meegemaakt in Ethiopie, en het voelde bepaald niet fijn. Als je weggedrukt wordt in een menigte waar je niet welkom in bent, en je kan jezelf niet verstaanbaar maken, voel je je erg kwetsbaar. Het was het einde van de werkdag en we waren moe, en hierna waren we kapot.
Dit weekend is het Pasen, een week na pasen in Europa. Het wordt hier uitgebreid gevierd en de kinderen hebben vakantie. Dit weekend ga ik naar Dodola om paard te rijden, dus helaas maak ik de festiviteiten niet mee. Morgen (good friday) zijn we vrij en gaan we naar Lewi Resort om te chillen aan het zwembad, onze enige kans om bruin te worden deze maand. (Mag ook wel eens, ik ben nog net zo wit als toen ik hier aankwam) Ik heb er zin in! Volgende week is de laastste week hier in Ethiopie, het is raar om te bedenken dat ik zo snel al weg ben. Dan volgt meer! Lieve groetjes vanuit Hawassa, Sophia