Meervoud.
De achtervoegsels ler/lar hebben te maken met de klinkers die in de woorden zitten. Ler/lar maken de woorden meervoud. Les- lessen : ders – desler / vader – vaders : baba – babalar.
a/o/u/[ı](javascript:play_text(%22%C4%B1.%22,%22tr%22)) dan krijgt het achtervoegsel een a. Is de laatste klinker een e/i/ö/ü dan word het een e.
Aanwijzende naam woorden.
Bu: dit, deze / su: die, dat / o: die, dat. En hier heb je ook een meervoudsvorm van… Bunlar: deze / sunlar: die / onlar: die.
Tijds & plaatsbepaling.
Dit doen we met de/da. Hier word ook weer de manier met klinkers toegepast. Op school: okulda. Bij de chauffeur: soförde. Met plaatsnamen komt er altijd een > ‘achter de plaats en daarna pas da of de.
En dit kan je ook weer doen met bu, su en o. Burada of burda: hier / surada of surda: daar / orada of orda: daar.
Gebiedende wijs.
Dit is de stam nu hebben we te maken met mek/mak… Dit kan je vraag of antwoord ontkennend maken. Gel: kom / gelme: kom niet. [yüz](javascript:play_text(%22y%C3%BCz.%22,%22tr%22)):is zwem / [yüzme****](javascript:play_text(%22y%C3%BCzme.%22,%22tr%22)): zwem niet. En dit heeft ook weer met de klinkers te maken in de woorden, wat dan nu weer de uitgangen worden.
De grote klinkerharmonie.
Ipv twee klinkers gaat het hier om 4 klinkers, **[ı](javascript:play_text(%22%C4%B1.%22,%22tr%22)),u,i,ü. **De regel is de volgende : laatste klinker **a **of **[ı](javascript:play_text(%22%C4%B1.%22,%22tr%22)) = [ı](javascript:play_text(%22%C4%B1.%22,%22tr%22))/o of u = u / e of i = **i / ö of ü = ü
Vraagwoord mi.**
In het Nederlands kun je een zin vragend maken door de zin te veranderen. In het Turks word dit vervangen door het woordje mi dat bestaat uit vier vormen, mi,m[ı](javascript:play_text(%22%C4%B1.%22,%22tr%22)), mu en mü. Het word niet aan het word vastgekoppeld maar gewoon na het word geplaatst waar de nadruk op ligt. Bijvoorbeeld : is die man Turks ? Su adam türk mü ? En dat het mü is heeft weer te maken met de grote klinkerharmonie.
Persoonlijke naamwoorden.
Ik » ben / Jij » sen / Hij, zij, het » o / Wij » biz / Jullie, u » siz / Zij » onlar.
Het werkwoord zijn.
Hier staat elke keer (x4) achter en ik denk dat dat heeft te maken met de grote klinkerharmonie.
Ik ben » (y)im / jij bent » sin / hij,zij, het is » dir / wij zijn » (y)iz / jullie zijn, u bent » siniz / 4 / zij zijn » dirler, d[ı](javascript:play_text(%22%C4%B1.%22,%22tr%22))rlar, dürler en durlar.
De (y) staat dus voor de y die als verbindingsletter word gebruikt tussen twee klinkers.