Bij het plannen van een rondreis in Thailand moet je eerst eens kijken wat je wilt.
Om te voorkomen dat je teveel van punt A naar punt B aan het reizen bent zou ik het qua gebied proberen te beperken.
Maak dus een keuze voor of het Noord-westen (Sukhothai, Chiang Mai, Chiang Rai) of ga naar het Noord-oosten (Khorat, Surin, Ubon, Nong Khai).
Wil je ook nog lekker op het strand liggen maak dan een side-trip naar het zuiden (koh Samui, Phuket, Kog Tao, Hua Hin, Krabi) of naar Eastern Seaboard (Koh Samet, Koh Chang, Koh Kuud, Pattaya).
De meeste mensen verblijven enkele dagen in Bangkok om de hoogte punten aldaar te bezoeken (een tocht over de klongs van Bangkok, Wat Arun, Wat Po, Grand Palace, China town en de vers-markt, diner cruis over de Chao Phraya).
Sommige mensen kiezen er dan voor om naar het westen te gaan en Kanchanaburi en omgeving te bezoeken (Bridge over de river Kwai, Hell Fire Pass, Elephant camps, watervallen en natuur parken).
Soms gevolgd door een tour naar het Noord-westen (Sukhothai de eerste oude hoofdstad van Siam, Chiang Mai, Pai, Mae Hong Son (Long Necks), Chiang Rai, Golden Triangle).
Slechts weinigen gaan naar het Noord-oosten ook wel de Isaan genoemd. Maar ook hier zijn prachtige dingen te bezoeken zoals het national park Khao Yai (met nog in het wild levende olifanten), Phi Mai en Panom Rung (oude khmer tempels) en Surin (city of the elephants). Vanuit het Noord-oosten is het ook makelijk een side-trip te maken naar Laos en de hoofdstad Vientiane te bezoeken (Laos is als Thailand 40 jaar geleden).
Chang Noi