Rondreis Nicaragua (& Honduras)

Wij (m&v 50+), gaan in januari naar Nicaragua: 2 weken beter spaans leren in Granada , daarna 5 weken trekken door Nicaragua en (kort) door Honduras. Cultuur proeven en meemaken, we zoeken de authentieke sfeer…!
Wie kan een school in Granada aanbevelen en waarom?
Wat MOET je verder absoluut zien van Nicaragua? Steden? Welk Nat. park? Waar is het verder heerlijk/goed om ook 1 week te luieren aan het strand?
En Honduras? Zijn bijv. de Copan Ruinas aan te bevelen? Iets anders ‘must-see’ in Honduras?
Bedankt alvast!
Toca

Hola,

Ik kan je Spanish School Xpress aanbevelen in Granada. Ligt in het centrum (2 straten van Parque Central). Je kunt op elke dag beginnen en je hebt 's ochtends 4 uur les en 's middags een leuke groepsactiviteit. Bijv. bezoek aan natuurgebied, kookworkshop, etc.

Zie hier populaire bestemmingen in Nicaragua:

Het ligt een beetje aan jullie interesses. Ik zou zeker naast het pacifische gedeelte ook meer ‘off the beaten track’ gaan en bijv. de Caribische kust of de Río San Juan bezoeken!
Voor het strand kan je zowel naar de Pacifische als Caribische kust gaan. Aan de pacifische kust kun je naar San Juan del Sur gaan. Aanraders van stranden zijn: playa Mahjual, playa Hermosa of Playa El Coco. Caribische kust is ook zeker aan te raden, zoals de Corn Islands! :slight_smile:

Saludos,
Sole

1 like

Wat leuk!

“Wat MOET je verder absoluut zien van Nicaragua?”… dat ligt helemaal aan jullie smaak.

Zelf vond ik León een superleuke stad en zou ik eerlijk gezegd liever die stad kiezen voor een taalcursus. Granada is wat opgepoetster, en heeft veel pensionado’s uit de VS en Canada. Er is één lange straat met ontzettend toeristische restaurantjes, met alles erop en eraan tot muzikanten en straatartiesten aan toe die je lastig komen vallen, en verkopers. In León was dat helemaal niet.

Maar Granada kan ook een prima basis zijn hoor, voor les en uitstapjes in de weekenden, bijvoorbeeld een boottochtje langs Las Isletas kleine eilandjes, met uitleg over welke rijke mafiosi allemaal de bezitters zijn, of zelfs verblijven in het hotel op één van die eilandjes. Of een uitstapje naar Masaya, eventueel daar canopying (roetsjen tussen boomtoppen) doen.

In Granada zijn zowel “La Siesta” als “Backpackers Inn” fijne verblijven. La Siesta is door een aardige Frans/Nicaraguaanse familie gerund klein pension met leuke patio, heel vriendelijk en mellow. Je kunt voor weinig geld een groot ontbijt bestellen en ze helpen je met alles.
Backpackers Inn is raar, want ziet er supersjiek uit met gigantische kamers met oude koloniale meubels en mooie kunst (maar kleine badkamers), een grote patio met prachtige planten, gratis wifi. Maar tegelijk hebben ze naast die (betaalbare) privékamers ook slaapzalen, en een keuken die je kunt gebruiken. Dus ze richten zich niet echt op één doelgroep, lijkt het.

In León vind je een mix van toeristen: jong en oud, hippie en backpacker en reizigers met koffers. León bruist wat meer en heeft leuke markten, veel muziek, veel lekkere authentieke restaurantjes (maar ook cafeetjes gerund door expats, waar je muesli met yoghurt en vegetarische salades kunt eten… en bij de Chinees “Hong Kong” zaten alleen maar Nicaraguanen :slight_smile: ). Wel is het in León meestal nog wat warmer (±35 graden) dan in Granada (±25-30 graden).
Elke vrijdagavond treedt er een wisselende live band op in ViaVia en dansen Nicaraguanen, toeristen en expats allemaal door elkaar heen, supergezellig. Ook een prettig hotel trouwens. BigFoot aan de overkant leek ook een prima hostel maar heeft volgens mij geen privékamers. Wel kun je daar lekker eten, en die vulkaantours boeken, erg goed georganiseerd.

Vanuit León zit je in een half uurtje aan Las Peñitas strand of nog een ander strand. Helemaal nog niet zo toeristisch. Zwart zand. Erg heet overdag. Niet heel veel te doen behalve relaxen :slight_smile: Hotel Barco de Oro heeft grappige hutjes en een nogal toeristisch restaurant met wel erg lekker eten; Hotel Oasis is pal op het strand en heeft beetje knullig (traag) personeel maar wel aardig, is relatief goedkoop, en heeft ook heel lekker eten (maar reken er niet op dat je het tegelijk krijgt).

Ook kun je vanuit León vulkaan-boarden van de Cerro Negro vulkaan af. Zittend (of staand) op een speciaal houten plankje de vulkaan af. Een heel toffe ervaring vond ik zelf. Die vulkaan is nog actief dus boven kun je de stoom uit stukjes aarde zien komen en voelen hoe heet het is.

Ik vond ook Estelí wel een leuk stadje om mee te maken, weer heel andere mensen en andere sfeer, meer cowboy-land (koffiegebied). Daar in de buurt is La Casita een erg mooi tropisch parkje waar bijna alleen Nicaraguanen komen, met een soort Zwitsers-achtige cafeetje erbij met bruin brood, kaas, chai latte… en supertrage bediening ha ha…

En ik heb een homestay gedaan in Miraflor national park bij een koffieboer en een lerares in huis (Marvin & Mefalia) met hun 2 zoons en 2 neven. Heel leuk om mee te maken, super-aardige mensen. Dat is te regelen vanuit Estelí bij Luz & Luna hostel / café. Je kunt kiezen uit diverse delen van Miraflor, wij hadden het middengedeelte gekozen (niet heel laag gelegen, maar ook niet het hoog gelegen nevelwoud). Miraflor vond ik niet spectaculair maar wel mooi… bossen, heuvels. En het was interessant om het proces van koffie te zien van plukken tot vervoeren, sorteren en drogen (en daarna zijn er nog meer stappen die elders gebeuren).
Zij wisten ons ook veel te vertellen over de oorlog.

Matagalpa leek mij ook leuk maar is helaas niet gelukt, tijdgebrek.

Voor Isla de Ometepe heb je iets meer tijd nodig omdat de wegen zo slecht zijn, vooral als je op de oostelijke helft wilt reizen. Ik heb nog nooit zulke slechte wegen gezien, ook niet in Afrika of Bolivia. Met 10km/u ging de bus op die oostelijke helft. Als je een lift kunt regelen is dat handiger, of een taxi, maar ook dan moet je veel geduld hebben. Ik heb wel erg genoten van de kayaktrip vanuit het dorpje Merida, door mangrovebossen en met apen in de bomen boven ons.

In mijn blog vind je wat meer details, en foto’s. http://blog.travelpod.com/travel-blog/cecilia74/7/tpod.html

Als jullie nog helemaal geen Spaans spreken, zou ik er trouwens 3 weken les van maken, als dat lukt. Zelf heb ik meestal 4 weken les* nodig in een nieuwe taal voordat ik de basics begin te vatten en ik een beetje kan gaan babbelen. In de 3e week begint dat meestal net pas op gang te komen.
** les, en zoveel mogelijk omgaan met alleen mensen uit dat land, en tv kijken, en kranten lezen en woorden opzoeken etc.

*Als jullie met zijn tweeën reizen, zul je onderling telkens Nederlands praten, waardoor je er nooit helemaal ‘in komt’ / gaat ‘dromen in het Spaans’. Probeer zoveel mogelijk 's avonds af te spreken en te kletsen met Nicaraguanen, om direct te oefenen wat je geleerd hebt. En schrijf de hele tijd woordjes op die je wilt leren, zodat je die bijvoorbeeld één keer per dag allemaal kunt opzoeken en stampen.
Wat ik meestal ook doe is stripboekjes of kinderboeken kopen in het Spaans (in dit geval), bijvoorbeeld een Spaanse vertaling van een Roald Dahl verhaal. Stripboeken helpen je de context te begrijpen door de plaatjes. En kinderboeken zijn vaak nog iets eenvoudiger Spaans.

In Honduras ben ik niet geweest.
In Lonely Planet reisgidsen (of Rough Guide of wat dan ook) kun je ook al veel antwoorden vinden op jullie vragen. Zie ook Nicaragua travel - Lonely Planet | Central America en http://www.lonelyplanet.com/honduras.

¡Buen viaje!

Hallo Cecilia,

Hartelijk dank voor de informatie, zeer zeker nuttig!
Toca

1 like