(origineel bericht op be-more.nl)
Over gezondheidszorg in Oeganda en het donatiegeld
Tijdens de eerste 2 weken hier op Lwengo heb ik veel verschillende plaatsen bezocht en mensen ontmoet. Te voet, met een zware Chinese fiets, achter in een pick-up truck, veel met de boda boda (brommers die hier gebruikt worden om zowat alles en iedereen te vervoeren), met een matutu (kleine personenbusjes die meestal volgepakt zitten met mensen) en zelfs in een privé-taxi met enkel mijn vader en ik. Vele manieren van transport om de vele mensen betrokken bij dit project te ontmoeten.
Het is dan ook een groot project met een groots man, Anthony, die het leidt. Samen met zijn gemotiveerde groep van lokale vrijwilligers hebben ze ons in de eerste week helemaal up-to-speed gebracht met het reilen en zeilen van hun ‘Rural Development’ project. Ik was toch wel onder de indruk hoe goed het georganiseerd is eigenlijk. Ze komen allen vanuit eenzelfde achtergrond als de mensen die ze proberen te helpen, maar toch hebben ze de immense moed en vooral het inzicht gevonden om hun parochie stap voor stap beter te maken. En de problemen die ze moeten aanpakken zijn niet van de minste. Om er maar een paar op te noemen: laag tot geen gezinsinkomen, HIV/Aids, gebrek aan drinkbaar water, gebrek aan gezondheidszorg, tekort aan goed onderwijs (scholen genoeg hier, ze hebben alleen geen materiaal en het niveau is tamelijk laag), enz…
Vooral het gedeelte over gezondheidszorg is wat me tot nu toe het meeste heeft geraakt. Als je hier begint te sukkelen met je gezondheid ben je echt wel de pinneut. The ‘govermental’ ziekenhuizen hebben je niet veel te bieden. Medicijnen moet je zelf ergens gaan halen (hoor je pas nadat je met veel moeite gearriveerd bent in het ziekenhuis) en voor de meeste dingen als scans moet je naar de hoofdstad Kampala. Daar moet je al een aardig extra budget hebben (als je al iets overhoudt na de rit ernaartoe) om de nodige dokters om te kopen die je de juiste diensten kunnen geven. Bij de home visits die we tot nu toe deden (ikzelf heb er nu 4 gedaan) was er bij elk gezin wel minstens één iemand ziek. Dus sukkelen met de gezondheid is tamelijk frequent hier. Alles hangt ook samen met het gebrek aan proper water en een gezond dieet natuurlijk. Sommige mensen zijn (gelukkig) niet te beschaamd ons om hulp te vragen. Op één van de home visits kwam een jongetje mij opeens zijn verschrikkelijke wond tonen die hij bij het vallen met de fiets had opgelopen. Een grote witte korst had zich op gans zijn onderarm gevormd. Daar sta je dan met al je kennis! Geen idee hoe dat te verhelpen en of het uberhaupt wel aan het genezen was… Gelukkig is mede-vrijwilligster Karin ziekenverzorgster dus zij kon de volgende dag even langsgaan om de wonde schoon te maken.
De eerste keer toen ik hielp met de administratie in een ziekenhuis tijdens een dag van vaccinaties, kwam een vrouw met 2 kinderen vragen of ze met van ons een lift terug kon krijgen met de auto. De vrouw kon met moeite stappen. Ze had blijkbaar net 2 injecties gekregen en had er nog 4 te gaan. In het Lugandees vertelde ze tijdens de rit (van zeker 10 km, die ze anders te voet had moeten doen) haar verhaal. Niet alles werd vertaald voor mij maar de bloedmooie vrouw, met glimlach op het gezicht, had duidelijk pijn in de ogen. Ze was verlaten door haar man en had geen inkomen meer. Haar beide kinderen waren net als zij ook ziek. Wat er dan precies mis is met hen wordt niet verteld. Ze spreken hier enkel over ‘She’s sick’ of ‘She needs medicines’, nooit over een bepaalde ziekte. Daar zit je dan in die auto. De vrouw, samen met al haar problemen, stapt uit en zie je nooit meer terug.
Tijdens een home visit aan Shadia (een ziek meisje) vroeg lokale vrijwilliger Barbra aan mij of er in mijn land een ‘medicine’ bestond om het geheugen van kinderen te versterken want Shadia herinnerde of herkende Barbra niet meer, die haar nochtans regelmatig bezocht. Geen idee, maar wel vreemd dat er op deze manier naar medicijnen wordt geïnformeerd. ‘Wat heeft het kind eigenlijk?’ vroeg ik. “We don’t know. She went to the shop one day and ate something and then it started”. Wat een raar verhaal! Dat kan toch zo maar niet? De grootmoeder die voor haar zorgt (geen idee wat er met de moeder was gebeurd) haalde ook snel foto’s boven van het kind toen ze 4 jaar en nog normaal was. Nu is Shadia 9 jaar en kan niet stappen, niet spreken en staart voor zich uit en kwijlt af en toe. Achteraf lees ik in het vrijwilligersboek in ons huis dat Shadia een spierziekte zou hebben na een slechte behandeling van Malaria. Het kind had blijkbaar nu ook last van haar maag die dag en was duidelijk ongemakkelijk. Een bellenblaasspel of een kleurboek konden haar niet bekoren. Op zo een moment wou je echt dat je iets kon doen om haar het leven toch even iets makkelijk te maken. Helaas.
Maar het is niet al kommer en kwel. De vrijwilligersgroep van Anthony is enorm ambitieus. Ze doen goed werk in verschillende lokale hospitalen en het lange-termijn plan is om zelf een ziekenhuis op te zetten met een beperkte vorm van ziekenverzekering. Ze beseffen heel goed dat dit een heel groot project is om op te zetten en willen hiermee ook pas beginnen als de school die ze aan het bouwen zijn volledig af is.
De bouw van die school is nu halfweg en een deel van het gebouw is zelfs al klaar was voor de ‘wiring’, ofwel de elektriciteit. En komt het toeval nu mooi uit dat vrijwilliger Jos Deforche, elektricien pur sang, even op hun pad komt! De beslissing was dan ook snel gemaakt dat we met een deel van ons donatiegeld alle nodige materiaal zouden kopen om de 3 klassen en leraarskamer die nu al af zijn, te voorzien van de nodige schakelaars, lichten enz. Het inkopen van al dat materiaal moest natuurlijk door de expert zelf gebeuren aangezien niemand anders er hier iets kent. Dus afgelopen maandag, ergens in een kleine elektriciteitsshop in de stad Masaka, stonden mijn vader en ik met handen en voeten uiteen te doen wat we nodig hadden. Wat een ervaring!
Een ander deel van het geld zal naar de aankoop van 20 schoolbanken gaan want dit is ook dringend. In een paar klassen zitten de kinderen nog steeds op de grond en de klassen worden ook steeds groter en groter want meer kinderen komen naar school. Die banken kosten 90.000 shilling/stuk (zo’n 25 euro). Het totaal van de elektriciteitsaankopen was ongeveer 180 euro. Zoals jullie weten hebben we ongeveer 4000 euro ingezameld via de verkoop van zelfgebakken cupcakes, waarvan hier ter plaatse 1000 euro te besteden is aan een project die we zelf mochten opzetten of kiezen. De rest gaat naar de langetermijn rekening van Lwengo voor grotere projecten als het ziekenhuis, de school enz. Als Anthony en zijn vrijwilligers dan zo’n groot project willen beginnen, moeten ze een goed gestructureerd en gedocumenteerd rapport schrijven over wat ze precies nodig vooraleer het geld wordt vrijgegeven door Be More. We hebben dus nog wat geld over en ook onze mede-vrijwilligers hebben geld ingezameld! Een groot probleem hier is de inflatie, vertelde Anthony ons. De rapport en de begroting voor de school is al een tijdje geleden opgesteld en prijzen voor materialen zijn de hoogte in geschoten. Waarschijnlijk zal een deel van ons donatiegeld dus ook gebruikt worden om de ruwbouw van de school af te werken.
Tot zover deze update. Later meer!